'Onder Mao was liefde verboden'
Voetbal kan ook literatuur zijn
Boeken
Grunbergs 'Blauwe
Maandagen' ijkpunt
Verfrissend boek over
tragische gebeurtenis
'Boontjes'; de dagelijkse beslommeringen van een broodschrijver
ZATERDAG 9 JULI 1994
Marianne Colijn, Danser op
het dak. Verhalen die zich af
spelen in Indonesië en Neder
land. Colijn werd geboren op
Sumatra en woonde daar tot
haar middelbare schooltijd.
Uitg. Vita, prijs f 24,50.
Peter Cameron. Het weekend.
Tijdes een weekend komen vier
vrienden bij elkaar om de
sterfdag te vieren van een oude
vriend. Uitg. Contact, prijs f
29,90.
Edward W. Said, Cultuur en
imperialisme. Literaire mees
terwerken als Mansfield Park
van Jane Austen, Joseph Con-
rads Heart of Darkness, de Aida
van Verdi en l'Etranger van Ca
mus op hun imperialistische in
valshoek onderzocht. Uitg. At
las, prijs f 65.00.
Passie. De hartstocht van
vrouwen. Verhalen van vrouwe
lijke auteurs, bijeen gezocht
door Barbara van Kooten. Werk
van o.a. Djuna Barnes, Esther
Freud, Vonne van der Meer, Ni-
colette Smabers, Maartje
Luccioni, Kate Chopin en Willy
Corsari. Uitg. De Bezige Bij,,
pocket, prijs f 22,50.
Vergeetwoordenboek Uitge
breide versie van Raster 58, dat
in 1992 verscheen en snel uit
verkocht was. Schrijvers over
bijna vergeten woorden en be
grippen als perronkaartje, over-
gooier en bukshag. Uitg. De Be
zige Bij. gebonden, prijs f 42,50.
Frances Sherwood, Voor
spraak. Roman over Mary Woll-
stonecraft. de achttiende-eeuw-
se feministische schrijfster.
Uitg. De Bezige Bij, prijs f 49,50.
Maryse Condé, Segou. Ge
bonden herdruk. Monumentale
roman over een machtig rijk in
Noordwest-Afrika dat met de
ondergang wordt bedreigd als
de islam en het christendom
hun intrede doen. De mannen
beramen avontuurlijke plan
nen, de vrouwen proberen de
families bijeen te houden. Uitg.
De Geus, prijs f 39,90.
Nawal el Saadawi, Mijn rei
zen rond de wereld. De reis
boeken van de bekende Egypti
sche schrijfster nu in een band.
Uitg. De Geus, gebonden, prijs f
34.90.
Janet Frame, Een engel aan
mijn tafel. De drie autobiografi
sche romans van Janet Frame in
één band: Naar het Is-land. Een
engel aan mijn tafel en De ge
zant van Spiegelstad. Uitg. De
Geus, gebonden, prijs f 37,90.
Amon Grunberg: weinig sympathieks
recensie peer van 't zelfde
Amon Grunberg, Blauwe Maandagen,
Uitg Nijgh Van Ditmar, 34,90
het debuut van Arnon Grunberg
wordt behoorlijk goed verkocht.
Ik heb ook niemand gesproken
die er niet enthousiast over was
- maar ik spreek weinig mensen
en vrijWel niemand die bijhoudt
wat er zoal aan nieuwe romans
verschijnt, afgezien van Lud-
lums en Kings.
Hoe dan ook: Blauwe Maan
dagen is. cliché 1: een pracht
boek, cliché 2: met vaart ge
schreven en, cliché 3: het leest
als een trein.
Zij die op zoek zijn naar de
ideale schoonzoon zullen in de
ik-figuur, eveneens Amon gehe
ten, weinig positiefs ontdekken.
Hij verkoopt z'n schoolboeken
om met de opbrengst Coeberg-
ijs te kunnen drinken; hij laat
zich met z'n vriendinnetje ver
wennen in een chic restaurant,
zonder dat hij een stuiver op
zak heeft (zijn vader wordt uit
bed gebeld om de rekening te
komen voldoen; de goeie man
wordt daarbij en als geheel af
geschilderd als een meelijwek
kende ouwe zakj. Hij scheurt
bladzijden uit het klasseboek
om zijn absentie te verdoezelen,
sjort de gordijnen uit het klaslo
kaal, wordt geschorst en uitein
delijk van school getrapt. Hij
zuipt. Hij maakt schulden. Hij
leent geld om die schulden af te
betalen en gaat er vervolgens
mee naar een prostituée, of nee,
die laat hij bij hem thuis ko
men. Als hij niet daadwerkelijk
hoereert, zijn zijn gedachten
ontuchtig.
Toch is met dit alles geens
zins gezegd dat het een irritante
a-moralistische knaap is. Inte
gendeel.. Amon is een gevoelig
type, met een grote mond en
een klein hartje (zijnde cliché
4). Hijzelf zou het niet over z'n
lippen kunnen krijgen, maar: hij
hunkert naar liefde, net als alle
andere minkukels: ik kon
niemand bedenken met wie ik
Anchee Min schreef indrukwekkende autobiografie
me verbonden voelde, of die mij
iets meer zou kunnen schelen
dan een verdwaalde gedachte.
Misschien konden de hoeren
die ik had bezocht mij wat sche
len, want ik dacht aan hen in de
uren dat ik niet bij ze was, en
ook niet bezig was naar ze toe
te gaan. Ook dat wist ik niet ze
ker. Ik had veel mensen ont
moet. in cafés en op feesten en
allemaal wilden ze veel geld ver
dienen, en wereldberoemd wor
den, of goede soldaten, of goede
moeders worden, maar het
meest van alles wilden ze gelo
ven dat ze hielden van degenen
die ze hadden begeerd, en
wiens foto's nu in een doos op
de boekenkast stonden, en ze
wilden dat ook ik hen zou gelo-
Hij formuleert cynisch, bere
deneert, lult aan een stuk door.
,,Ik ben niets als ik niet praat,"
zegt hij ergens, want stilte
maakt onzeker. Lees maar:
ik probeerde me te herinneren
waarom ik uitgever had willen
worden, lang geleden. Ik had er
heel veel verschillende verhalen
over verteld en ik wist nu zelf
niet meer welke waar waren.
Waarschijnlijk wist ik echt niet
meer waarom ik dat ooit wilde,
want ik wist ook niet meer
waarom ik dat meisje al die
brieven had geschreven, of
waarom ik ooit de gordijnen in
het lokaal van mevrouw De Wil
de naar beneden had getrokken
Sommige dingen deed je
gewoon, en pas later kon je daar
over nadenken. Alleen die psy
chologen die me behandeld
hadden, hadden prachtige ver
klaringen voor mijn gedrag. Die
waren zo mooi, dat de tranen je
in de ogen zouden springen als
je ze zou horen."
Ik laat het aan de lezer uit te
maken of Amon 'een held van
deze tijd' is, en wat hij deelt met
Holden Caufield, Meursault en
Frits van Egters. Men zal daar
over van mening verschillen.
Een ding echter staat vast: dit
boek is een ijkpunt.
Zoals ze in de grote koele ontvangstruimte van haar Ne
derlandse uitgever zit, ziet Anchee Min (37) er heel ge
woon en vooral heel westers uit. Tenger, sportief, van top
tot teen in het zwart gekleed. Toch heeft deze Chinese
schrijfster, die in 1983 naar de Verenigde Staten emi
greerde, een uiterst bizarre levensloop achter de rug. Ze
doet er verslag van in haar spannende en onthullende ro
man Rode Azalea.
amsterdam inge v
Anchee Min werd geboren in
Sjanghai, 1957, als oudste doch
ter van twee onderwijzers.
..Mijn ouders geloofden beiden
in Mao en de Communistische
Partij, net zoals iedereen in de
buurt," schrijft ze op de eerste
pagina.
Tijdens de culturele revolutie
(1965-1977) werd het gezin
weggepest uit hun vier-kamer
woning. Anchee's ouders kre
gen proletarische banen toege
wezen ver beneden hun niveau,
als administratief medewerker
en fabrieksarbeidster. Zelf werd
Anchee ambitieus en intelli
gent op haar lagere school
leidster van de Kleine Rode Gar
disten.
•Rode Azalea behalve een aan
klacht tegen een mensonterend
systeem ook een indrukwekken
de liefdesroman is.
Toen Anchee Min op haar ze
ventiende te werk werd gesteld
op het platteland, bij de Boer
derij van het Rode Vuur, vatte
ze op het eerste gezicht bewon
dering op voor haar comman
dant Yan, een zes jaar oudere
vrouw, atletisch, dapper en
energiek. Na een nachtelijke
ontmoeting bij een baksteenfa-
briek, waar Yan zit te zingen,
zichzelf begeleidend op de Er-
hu, een snaarinstrument, veran
dert Anchee's bewondering
voor Yan in vriendschap. De
vriendschap wordt intimiteit, de
intimiteit liefde.
Maar erotiek is streng verbo-
Anchee Min is van dezelfde den voor Rode Gardisten. Toch
generatie als de wereldberoem- wagen Anchee en Yan het i
de schrijfster Jung Chang,
beschrijft dezelfde processen
van hersenspoeling en mas
sa waan. van collectieve achter
docht en paranoia. Toch is Ro-
slapen, op een kamer
die ze met vier andere gardisten
delen.
De gebeurtenissen in Rode
Azalea nemen een wonderlijke
de Azalea een heel ander boek wending als Anchee Min wordt
dan Wilde Zwanen. Terwijl Jung
Chang op documentaire wijze
drie generaties Chinese vrou
wen heeft beschreven, beperkt
Anchee Min zich tot haar eigen
leven. Zelf zegt ze erover: „Wie
Wilde Zwanen heeft gelezen,
heeft een goede achtergrond
om mijn verhaal te begrijpen."
Een ander belangrijk verschil
tussen de boeken van Jung
Chang en Anchee Min is, dat
uitgekozen om mee te dingen
naar de rol van Rode Azalea, de
proletarische heldin in een film
van Jiang Ching, de echtgenote
van Mao en architecte van de
culturele revolutie. Tegelijker
tijd beijvert een jaloerse kamer
genote zich om Yan en Anchee
als geliefden te ontmaskeren en
ten val te brengen.
Door een even heldhaftig als
optreden geeft Yan
recensie inge van den blink
Amo Bohlmeijer, Aan een engel die nieuw
is. Uitg. De Arbeiderspers, prijs f 29,90
Hoe overleeft een man die bij
een auto-ongeluk zijn vrouw
verliest, zelf zwaar letsel op
loopt en met zijn twee kinderen
in het ziekenhuis belandt?
Vanuit een primitieve en wel
licht dubieuze nieuwsgierigheid
naar antwoorden op deze vraag
las ik 'Aan een engel die nieuw
is', van Amo Bohlmeijer.
De schrijver raakte op 13 de
cember 1992 met zijn vrouw
Marjan en hun dochtertjes Ro
zemarijn en Phebe ernstig ge
wond bij een auto-ongeluk. Hij
zat aan het stuur. Zijn vrouw
raakte in coma, en overleed na
twaalf dagen, 37 jaar
oud.
Het relaas van Bohl-
meijer beschrijft
nauwkeurig de perio
de vlak voor en de we
ken na het ongeluk. Er
is de herinnering aan
een voorspellende
droom, waarin Bohl
meijer het stuur van
zijn auto - een oude
Volvo - ontglipt. Daar
op volgt een botsing 'tegen iets
groots en hards'. Van het werke
lijke ongeluk zal hij zich later,
bijkomend in het ziekenhuis,
weinig tot niets herinneren.
Hoewel bijna het hele boek
zich in het ziekenhuis afspeelt,
hebben medische details geen
hoofdrol. Er wordt zelfs zo sum
mier over bericht dat je soms
meer zou willen weten.
Bohlmeijer heeft ervoor geko
zen zijn verhaal zoveel mogelijk
te vertellen vanuit zijn perspec
tief van toen. Hij richt zich
daarbij in de tweede persoon
tot zijn overleden vrouw. Alsof
hij haar, heet van de naald, wil
vertellen wat hij ervaren heeft.
Dat maakt dat de lezer op som
mige punten gebrekkig geïnfor
meerd wordt, maar het boek
heeft er een grote authenticiteit
door gekregen.
Wat soms hindert, is dat in
het boek voortdurend namen
vallen van vrienden en beken
den die voor de lezer onbeken
den zijn en blijven. Wat het
'Aardse
drukte is
wreed en
prettig'
heeft
Anchee Min: „Wie Wilde Zwanen heeft gelezen, heeft
tergrond om mijn verhaal te
haar vriendin de kans te ont
snappen uit de hel van het
werkkamp en actrice te worden.
Zelf neemt ze de schuld op zich
voor de relatie, met degradatie
Anchee
r Sjanghai e
i de ene op de andere
dag een luxe leventje nabij de
filmstudio. Uiteindelijk krijgt ze
zelfs de felbegeerde rol van Aza
lea en staat ze op de drempel
om de nationale filmheldin van
China te worden, de verper
soonlijking van alle ambities
van mevrouw Mao.
Echter, vlak voordat Anchee
Min in 1976 als Rode Azalea
furore zal maken, overlijdt de
grote roerganger. Zijn weduwe
wordt gearresteerd, met de ove
rige leden van de Bende van
Vier. Van de ene dag op de an
dere is de 19-jarige Anchee
filmdiva af, en wordt gedegra
deerd tot sethulp in de filmstu
dio. Zes jaar slooft ze naamloos
en kansloos achter de schijn
werpers.
Haar geluk is dat ze 'politiek
neutraal' is geweest en dat ze
een - uiteraard klandestiene -
relatie heeft gehad met een par
tijfunctionaris wiens naam nie
mand kende maar die Supervi
sor werd genoemd. Deze liet
zich na de val van de weduwe
Mao op een lijst van psychiatri
sche patiënten plaatsen tenein
de aan een slechter lot te ontko
men. En hij zorgde ervoor dat
Anchee Min niet werd terugge
stuurd naar de boerderij van het
Rode Vuur, de hel.
Waarom ware
nistische machtshebbers
na zo bang voor liefde ei
Anchee Min: „Omdat de com
munistische filosofie is geba
seerd op de term klassestrijd. Je
moet altijd op je hoede zijn,
want de vijand is overal, de
bourgeoisklasse kan onver
hoeds je geest te pakken krij
gen. Maar als je verliefd bent,
heb je vrede met jezelf. Dan wil
je leven in harmonie en met
rust gelaten worden. Dan let je
niet meer op wat de partij zegt.
Liefde verbieden was de beste
manier om de Chinezen van
hun geest te beroven."
Anchee Min, inmiddels 26
jaar oud, raapte nog eens al
haar vechüust bij elkaar en reis
de af naar Chicago, hoewel ze
seks?
geen woord Engels sprak. Haai
boek stopt op dat moment
Maar ook in Amerika lag he
goede leven niet kant en klaa
op haar te wachten. De eersti
jaren in Chicago waren zwaai
Ze ging naar de Chigago Schoa
of Art.
„Ik werd van school getrapi
Ik kreeg zes maanden om df
taal te leren, anders moest ik te
rug naar China. Dat lukte. II
verdiende één dollar per uur
woonde in een achterbuurt
moest achter beurzen aan
Maar ik dacht: als ik het hiei
niet maak, is het mijn eigei
schuld. Ik had maar twee moge
lijkheden: ik moest het maker
in Amerika, of mezelf van kan
maken."
„Het was een hard leven
maar ik ben erg gedisciplineerd
ik heb een sterk karakter." Cy
nisch: „Mijn geluk was dat il
zowel in de hel geleefd had, oj;
de Boerderij van het Rode Vuur
als in de hemel, in de filmstu
dio. Waar het natuurlijk ook eei
hel bleek te zijn."
Inmiddels is Anchee Min ge
trouwd met een Chinese immi
grant. Rode Azalea wordt we
reldwijd vertaald. „Ik voel mi
een rockster." zegt de schrijf
ster. „Grapje!" voegt ze er on
middellijk aan toe.
Het boek is in China verbo
den. Anchee Min kreeg eei
brief van de autoriteiten dat he
'te controversieel is' om uitge
geven te worden. „Dat is eei
goed teken; ze hebben niet ge
zegd dat het een leugen is." Di
wijst op betrekkelijke openheid
volgens de schrijfster, die ove
het geheel niet pessimistisch i
over de koers van haar land.
Anchee Min, Rode Azalea
Roman. Uitg. Contact, 29<
pag., prijs fl. 39,90.
Aan een engel die nieuw is
boeken vooral waardevol maakt, is dat
het op de een of andere manier
toch een optimistische strek
king heeft. Je geliefde verliezen
terwijl je samen nog midden in
het leven staat en met z'n twee-
en kinderen hebt, moet een van
de grootste rampen zijn die een
mens kan overkomen.
Bij Bohlmeijer ontwaakt snel
het besef dat hij voor zijn kinde
ren moet en wil zorgen in de
geest van hun overleden moe
der. Bohlmeijer zelf ontkent zijn
verdriet en verwarring niet,
noch zijn nieuwe levenslust. Hij
vlucht ook niet in woede tegen
het lot of in frustratie over fou
ten of onhandigheden van
hulpverleners, zoals zo vaak ge
beurt bij mensen die iets ramp
zaligs meemaken.
Na het overlijden wordt er
twee dagen bij het li
chaam van de over-
ledende gewaakt
door vrienden en be
kenden. .Aardse
drukte, waarin kleine
en grote zaken elkaar
zodanig afwisselen
dat het verschil weg
valt, is wreed en
prettig."
Dan is er de
nis, zinvol, i
druk bezocht. Een moeilijk mo
ment komt bij het ontslag uit
het ziekenhuis, als het gewone
leven voor Bohlmeijer weer
moet beginnen. Gewoon, en
toch zo ongewoon. Vreemd en
nieuw. En moeilijk zonder alle
zorgende handen uit het zie
kenhuis.
De titel van het boek is af
komstig van een gedicht dat Bo-
hlmeijers oudste dochter over
haar moeder schreef: 'Heb je
wel eens naar de hemel geke
ken? Misschien als je goed
kijkt, zie je dan een engel die
nieuw is dan is dat mijn ma-
Over de omgang van mensen
met elkaar, over opvoeden, over
rouwen, over het huwelijk,
wordt vaak op een ergerniswek
kend vlakke manier geschreven
en gepraat. Aan dat soort ver
vlakking gaat 'Aan een engel die
nieuw is' geheel voorbij. Alleen
al daarom is het, ondanks zijn
tragische onderwerp, een ver
frissend boek.
August Willemsen over de Braziliaanse kanaries
Louis-Paul Boon was behalve schrijver
van Literatuur (met een hoofdletter)
ook broodschrijver. Zijn tobberige be
staan als auteur van onvergetelijke
boeken als De voorstad groeit, Abel
Gholaerts (over Vincent van Gogh) en
De Kapellekensbaan kreeg eind 1954
enige vaste financiële ondergrond met
een redacteurschap bij het Gentse so
cialistisch dagblad Vooruit.
Vanaf 18 november 1959 volgt Boon
er zijn voorganger Richard Minne op
als 'hoekjesschrijver'. Twintig jaar heeft
Boons voorganger op die stukjes 'ge
zwoegd', aldus Boon die altijd tegen
zijn dagelijks hoekje opzag. Toch heeft
Boon zijn 'Boontjes' zonder enige on
derbreking ook bijna twintig jaar lang -
tot 21 januari 1978 - geschreven.
Elke dag moest hij zijn eigen Boontje
doppen en dat ging niet zonder kreu
nen of steunen. Graag maakt hij zijn
lezers deelgenoot van zijn gezwoeg.
Hoe bedenk je een onderwerp? Waar
moet het vandaag weer eens over
gaan? 'Mijn werkhok zal ik nu reeds
meer (jan genoeg beschreven heb
ben...'. En over Miss Aalst, de Bloe-
menfee: 'zullen ze niet zeggen: is hij
daar weeral met zijn Anny?'.
Anny (de meisjes), inspireert Boon
tot het schrijven van Het nieuwe on
kruid. In een van zijn hoekjes zegt hij,
dat zijn leeftijdgenoten tot het oude
onkruid behoren. Boon hoort nergens
bij; niet bij jong en niet bij oud.
Evenals in zijn literaire werk, ver
werkt Boon veel van zijn huiselijk leven
in zijn hoekje. Dit blijkt zelfs een onuit
puttelijke bron te zijn. Evenals zijn da
gelijkse treinreis van Aalst naar Gent
en de tram in Gent.
Boon schrijft over film, de televisie,
de literatuur, de politiek, de beeldende"
kunst. Daarbij is zijn toon gemoedelijk.
Hij spreekt je toe, vertelt je een ver-
haaltje. De stukjes lezen als dagelijkse
gesprekken. Boon wordt je, boontje ne
boontje, steeds meer vertrouwd.
Dat bepaalt ook in het vierde dee
(1963) van deze serie Boontjes het aan
stekelijke van deze stukjes. Zelfportrei
bij voorbeeld, van 7 augustus. H;
schaamt zich over zichzelf als hij zijl
kop op tv ziet: 'Ik kromp in mijn stoel
tje bij het toestel in elkaar. En ho
sprak die vent dan nog! Zo'n afschuwe
lijke stem van pinnekesdraad had i
nog binst mijn leven niet gehoord.'
net uit
Voor de meeste Nederlandse
letterkundigen is sport geen res
pectabel onderwerp. Braziliaan
se auteurs schrijven daarente
gen graag over voetbal. Deze tak
van sport wordt dan odk ner
gens zo intensief beleefd als in
Brazilië. Supporters willen hun
leven geven voor hun club, de
liefde voor het voetbal zit bij
menige man dieper dan de lief
de voor zijn echtgenote. Men
kan alles over het Braziliaanse
voetbal lezen in 'De Goddelijke
Kanarie', een warmbloedig boek
van August Willemsen dat als
derde deel in de 'Nederlandse
Sportbibliotheek' verscheen.
Willemsen - die beroemd werd
door zijn vertalingen uit het
Portugees en door zijn 'Brazi
liaanse brieven' - laat zien dat
er wel degelijk schrijvers in Ne
derland zijn die verstand heb
ben van sport.
Het verschijnen van zijn boek
was in elk geval goed getimed:
aan de vooravond van het we
reldkampioenschap voetbal
waarbij ook de Brazilianen, ge
stoken in hun kanariegele
shirts, van de partij zijn. Een
van hun sterspelers is Romario,
die met zijn echt Braziliaanse
grilligheid indertijd de voetbal
ambtenaren die in Nederland
de toon aangeven tot wanjioop
dreef.
Het boek van August Willem
sen staat vol anekdotes, met
grappige verhalen, met ontroe
rende levensgeschiedenissen,
en werd zo literatuur die de
voetbalhater nauwelijks minder
zal fascineren dan de voetbal
minnaar. De schrijver bespreekt
de geschiedenis van het Brazi
liaanse voetbal in vier hoofd
stukken. Het mooiste deel is
misschien 'De gefolterden', dat
aan de supporters is gewijd. In
Brazilië heet een aanhanger
'torcedor', hij heeft alles voor
zijn club over. Het eerste hoofd
stuk gaat over het clubvoetbal
in het land. Willemsen laat zien
dat het moderne voetbal -
'tijdrekken, strafschoppen ver
sieren, matennaaien, gebles-
'Kanarie' Romario omhelst zijn vader die zojuist na een ontvooering is vrijgekomen: een wanhoop voor Ne
derlandse voetbalambtenarenfoto epi
seerde spelers met pijnstillende
injecties het veld insturen' he
laas ook in Brazilië vorm heeft
gekregen. Daar werd in 1942 al
beweerd: „De competitie is oor-
log."
Veel van de beste Braziliaanse
voetballers waren in hun jeugd
straatarm. „Je moet niet om de
bal vechten, jongens, je moet
erop af gaan als op een bord
eten", hield de trainer hen voor.
Over de meest begaafde speler
als Zizinho („een van de groot
ste meesters aller tijden") ei
Pelé („de Koning van het voet
bal") schrijft Willemsen mét he
enthousiasme van een torcedoi