ZATERDAGS BIJVOEGSEL ZATERDAG 9 JUL11994 IJsco's. Vroeger slechts te bekomen op feest- en hoogtijdagen; nu een impulsaankoop. Acht liter ijs sloeg de gem iddelde Nederlander in 1993 achterover en het einde van de expansie lijkt niet in zicht. Zie het 'succes fou' van de Magnums. Ijs voor zowel 'mannelijke, extroverte karakters'als voor 'vrouwelijke introverte elementen'. Oftewel: hoe de klandizie zich verplaatste van de aloude Italiaanse salons naar de met geraffineerde reclame technieken werkende ijsfabrieken. Ijs als big business. Nederlanders eten zestig miljoen Magnums perjaar De omzet van ijs(jes) stijgt in Nederland, en volgens de kenners is het einde van die groei nog niet in zicht. FOTO'S UNITED PHOTOS DE BOER POPPE DE BOER zoen langer. Het begin van een niet te stuiten opmars. In 1993 werd in Nederland ondanks de slech te zomer een recordhoeveelheid van 120 mil joen liter ijs achterover geslagen; acht liter per persoon, baby's meegerekend. Dat bete kent - zo heeft de werkgroep van ambachte lijk ijsbereiders (WAIJ) likkebaardend uitgere kend - dat de consumptie sinds 1985 per jaar met dertig procent is gestegen. Maar het kan nóg beter, véél beter. „In Amerika", meldt voorzitter Daan Blei van de club der Neder landse ijscomanrien vol ontzag, „eten ze per jaar met gemak dertien, veertien, vijftien li ter." Reden ongetwijfeld waarom een firma als Ola (Unilever/Iglo) de verkoop van fabrieks- ijsjes zo krachtdadig ter hand heeft genomen. Zaken zijn tenslotte zaken. 'Hier is sprake' - zo waarschuwt een marketingrapport uit 1987 de directie met klem - 'van een expan derende markt'. Een constatering, die twee jaar later leidde tot de introductie van het 'hijs-ijs' van de jaren negentig: de in gesmol ten Belgische chocolade gedoopte, nu reeds in 32 landen verkrijgbare Magnum. Alleen in Nederland al werden er vorig jaar zestig mil joen van verkocht. Vier stuks per hoofd van de bevolking. Raffinement In de reclame- en marketingwereld wordt met ontzag gesproken over het raffinement waarmee de Magnums aan de man zijn en worden gebracht. Daar is duidelijk over na gedacht, hier is men niet over een nacht ijs gegaan. Eerst verscheen de Magnum Dark, die - we citeren een persbericht - 'de wat meer mannelijke stoerdere, extroverte karak ters aanspreekt', op de voet gevolgd door de Magnum White met 'wat meer vrouwelijke, zachtere en introverte elementen'. De Mag num Almond met melkchocolade en stukjes amandel voegde vervolgens een 'snackdi mensie' toe aan 'de toch wat vrouwelijkere uitstraling van melkchocolade' en met de zo juist geïntroduceerde Magnum Pecan (donkere chocolade met Amerikaanse pecan- nootjes) werd heel slim de 'snackdimensie' aan de 'wat meer mannelijke kant ingevuld'. Kortom, bij Ola weten ze van wanten; zo goed als elk 'marktsegment' wordt bestreken. Niettemin is Blei er vast van overtuigd dat de Magnum over zijn hoogtepunt heen is. Hem is ter ore gekomen dat de producenten over het afgelopen jaar een verkoopstijging van 46 procent hebben gemeld. Maar toch, verklapt hij op samenzweerderstoon, toch zag hij hier en daar al aanbiedingen van 'drie stuks voor fl. 1,99' terwijl de Magnum vroeger uitslui tend en alleen voor een rijksdaalder te koop was. „Ze worden zelfs al in branche-vreemde zaken als videotheken verkocht. Ik vind dat een veeg teken. Wat ze ook allemaal voor moois bedenken en hoe uitgekookt en gelikt die televisiereclame-campagnes ook mogen zijn; als het er echt op aankomt, kiezen de meeste mensen toch het liefst voor ambach telijk gemaakt ijs." Dat kan best wezen, maar het neemt niet weg dat het marktaandeel van de vierhon derdtachtig zelfvriezende ijsboeren in Neder land, onderhand is geslonken tot tussen de zes en tien procent. Blei corrigerend: „Maar dan hebben we het dus over het aantal liters. Qua omzet verliezen we geen terrein meer. Dan zitten we zelfs op een aandeel van onge veer een kwart." De Meppelse ijssalonhouder (24 smaken) stelt zijn branche-genoten dit jaar zelfs een een forse toename in het voor uitzicht. Optimistisch: „Kan niet anders. Moet u eens zien hoe druk het in ons soort zaken tegenwoordig is, zodra het maar een beetje zomert." Veranderde smaak Daar valt weinig tegen in te brengen. Op een klefwarme maandagmiddag half drie is bij voorbeeld het 'Ijspaleis' op de hoek van de Vondellaan en de Driehuizer Kerkweg in Driehuis nog maar net open. Buiten - op een geïmproviseerd terras - zit echter reeds een man of tien met volle overgave te likken aan hoog opgetaste oublies en binnen staan vijf klanten voor de toonbank hevig te dubben. Want het is weer verdraaid moeilijk kiezen vandaag. Een palet met vijftien kleuren lonkt vanonder de doorzichtige toonbank: mango, hazelnoot, truffel, stracciatella, vanille, rozij nen, chocolade... Ijsmeester Rinus Buren ju nior, die vanochtend om negen uur samen met z'n vader de eerste liters draaide: „Nor maal gesproken, heb ik twaalf vaste en drie wissel-smaken. Dat houdt de gang er wel in." Voor het in een rustige woonwijk gelegen Ijs paleis rijdt de klandizie met liefde een blokje om. Dertig jaar geleden al verkochten Theo en Rob Kors hier onder grote bijval hun eer ste wafeltjes, hoorntjes en bekertjes en het is er sindsdien nooit meer rustig geworden. Ook niet nadat stagiaire Rinus Buren junior de salon in 1992 overnam. Geheim van het succes? Ach, niet zo moeilijk, meent de jonge eigenaar. Altijd vers ijs, een gestage mond- tot-mond reclame en - heel belangrijk voor de reputatie - exclusieve smaken. Daarom mag hij dolgraag iets uitproberen. Laatst nog, heeft hij een paar litertjes wortelijs gedraaid. Smaakte best. Net als dat dropijs trouwens. Zaken als die van Rinus Blei en vader en zoon Buren ondervinden, ook al gaan ze 's winters dikwijls op slot, nauwelijks concur- in en herfst in de vroege jaren vijftig. m Op de kinderzaal van een zieken- JLam^d huis in een klein Hollands provin ciestadje liggen een paar peuters moeilijk slikkend bij te komen van een operatie aan hun keel-amandelen. Onprettig gevoel. Taai slijm achter de huig en een schrij nende pijn daaronder. „Neem vanmid dag bij het bezoekuur maar een ijsje voor ze mee", zegt de jonge arts be moedigend tegen de ouders, „dat ver licht." Oliedomme opmerking. Alsof er in het Nederland van veertig jaar gele den in de maand november ook maar ergens een ijsco kon worden gekocht. Dat feestelijke buitenkansje deed zich in die tijd slechts voor in de zomer. Als op zwoele avonden en lome zondagmidda gen de in witte kreuk-uniformen gestoken ijsboeren van Sierkan of Vami met lood zware bakfietsen door de straten van her rijzend Nederland trapten. Roepend naar de gevels, tingelend op een hamer-bel en af en toe remmend voor een kind dat met een vochtigwarm dubbeltje en een vierkante stui ver in de hand haastig naar buiten kwam rennen. „Eentje met sjokelade alstublieft." Uiteraard waren er toen al Italiaanse ijssalons in ons land. Maar die glanzende paleizen van marmer en glas betrad je slechts tijdens het doen van inkopen in Amsterdam. Eerst voor een nieuwe broek naar kledingmagazijn Piet van de Brul, daarna voor het Polygoon-we reldnieuws en de luizestreken van Woody Woodpecker naar de Cineac en tenslotte een Coupe Annanas (45 cent; het papieren para pluutje mocht je houden) bij de Italiaan, vlak naast de bioscoop. Maar ook daar kon je al leen in de zomer terecht, 's Winters immers rustte il principale samen met zijn famiglia uit in het geliefde vaderland en lag z'n zelfs op hete dagen zo prettig koele salon plotse ling vol met perzische tapijten. Een ontluiste rend gezicht. Opmars Aan een ijsje werd slechts gelikt in uitzonder lijke gevallen. En de mussen moesten onge veer dood van het dak vallén als je op de markt zomaar een wafeltje mocht kopen bij een kar met van die in de zon vonkende zil veren puntdeksels. Snel opeten op zo'n snik hete dag was absolute voorwaarde. Anders lekte het smeltende ijs, klevend via polsen en onderarmen tot over je ellebogen. Pas toen meneer Jamin in zijn snoepwinkels reusach tige vrieskisten plaatste waaruit, tegen beta ling van een betrekkelijk gering bedrag, joe kels van ijsco's konden worden opgediept, ontstond er iets van popularisering van de koude lekkernij. Tegelijkertijd werd het ijssei- rentie van het fabrieksijs. Die Magnums? Toch steeds hetzelfde hoor, wat voor een prachtige namen ze er ook voor bedenken. Kan niet uitblijven: op een gegeven moment wil 'de gemiddelde mens' geheid iets anders. Daan Blei: „Maar ik moet toegeven, ze heb ben wel een trend gezet. Onder invloed van de Magnum is de smaak van de mensen langzaam maar zeker aan het veranderen. Het ijs wordt vetter. Meer room, meer melk. 't Is overgewaaid uit Amerika. Daar wordt ijs verkocht met 23 pro cent vet." Grote ketens Hier intussen ook. Vorige maand nog werd op het Muntplein in Am sterdam de eerste Nederlandse sa lon van de keten 'Australian Home- Made Ice Cream' geopend. In België zijn er al twee. Franchise-nemer Jean van Diessen kan de aanloop nu al nauwelijks aan. „We zitten op een druk punt en als de mensen dit ijs eenmaal hebben geproefd, komen ze terug. Bovendien wekt onze naam de nieuwsgierigheid op. Ook een trend. Als de redactie van de 'Ysrevue', de speciaal voor ijsverko pers bestemde bijlage van Missets 'Snackkoerier', kond doet van de opening van alweer een paar nieuwe ijssalons te lan de, blijken die niet meer (zoals vroeger) 'Na- poli', 'Tempo' of 'Ijspaleis' te heten, maar 'Gelato Fresco' (Italiaans). Of'Australian Ho me-Made Ice Cream' (Australisch). Of 'I Can't Believe It's Yoghurt' (Amerikaans). Het zijn stuk voor stuk zaken die deel uitmaken van grote ketens. Italo Battistuzzi van 'Gelato Fresco': „In Italië hebben we al zo'n twee honderd salons met deze naam, in Duitsland tachtig en hier in Nederland is ook makkelijk plaats voor nog eens zestig tot zeventig ver kooppunten." Of die inspanningen de ijzersterke positie vari het fabrieksijs van bedrijven als Cam- pina, Ola, Scholier (Mövenpick) en Mars ook maar enigszins zullen aantasten, is echter de vraag. „Gaat het niet om", meent Daan Blei. „Er is ruimte zat, de markt wordt groter en groter. Iedereen weet dat de vrieskasten bij de mensen thuis vol liggen met ijstaarten, wate rijsjes en lolly's. Maar ondanks dat, blijkt er tegenwoordig zelfs weer plooi te zijn voor venters, die langs de deuren gaan. Net als vroeger. Neder land is een ijsland."

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1994 | | pagina 29