Van Poppel doet nog steeds mee Sprinten is een gevaarlijk vak Tourdrama krijgt nog een staartje Tour de France LETOUR Nog eentje. Even bijkletsen DINSDAG 5 JULI 1994 LETOUR 4e etappe 6 juli 204 km Vierde etappe 204 km. Start: 10.45 uur, fi nish: 15.51 uur. Na een treinreis door de Eurotunnel: de eerste Touretappe sinds 1974 in Enge land. Wie wordt de opvolger van HenkPoppe? Het parcours voert door Kent en East Sussex, met twee plaat selijke rondjes van 8,5 km in Brighton, waar de Brighton Elmgrove Hill wacht. Op de brede boulevard kan in cle laatste rechte kilometer nog heel wat worden ondernomen öf teruggepakt. TOURENTELLER 11 km: le bonificatiesprint: 1. Abdoesjaprov (Oez/6sec), 2. Svo- rada (Slw/4), 3. Kirsipuu (Est/2). 41,5 km: Mont Rouge (4e cat): 1. Peter de Clercq (Bel), 2. Chiap- pucci (Ita), 3. Van Hooydonck (Bel). 51 km: Mont-des-Cats (4e cat): 1. Peter de Clercq, 2. Rominger (Zwi), 3. Frison (Bel). 66 km: Mont-Cassel (3e cat): 1. Peter de Clercq, 2. Frison, 3. Tsjmil (Mol), 4. Cenghialta (Ita), 5. Ugrumov (Let). 77 km: ontsnapping Durand (Fra) en Swart (NZe). 126 km: 2e bonificatiesprint: 1. Durand (6). 2. Swart (4). 3. Mar- tinello lta/2 134,5 km: voorsprong koplopers 1.20. 148 km: korte tegenaanval Fransman Louviot. 168 km: 3e bonificatiesprint: 1. Durand, 2. Swart, 3. Van Hooy donck. Voorsprong vluchters 2.30 op Van Hooydonck, 2.45 op pelo- 181 km: peloton loopt vluchters 195 km: Vijf renner proberen massasprint te ontlopen: Van Poppel (Ned), Anderson (Aus), Peter de Clercq, Chiesa (Ita) en Petito (Ita). Ze krijgen slechts een kleine voorsprong. 198 km: Cote La Haute Ville (4e cat): 1. Ghirotto Gta), 2. Chi appucci, 3. Armstrong (VSt). Ghirotto alleen op kop, krijgt ge zelschap van Peron (Ita) en Skibby (Den). Drietal redt het 203,5 km: Van Poppel wint met millimeters verschil sprint van Ludwig (Dui). Het is zijn negen de overwinning in de Tour. In 1992 (Straatsburg) was hij ook de laatste Nederlander die een Tour-rit naar zich toetrok. Chris Boardman behoudt de lei- derstnd. Charly Mottet rijdt zijn tiende en laatste Ronde van Frankrijk. ,,Voor mij is het een soort va kantie. Een debutant als Patrick Jonker is nog geïmponeerd door het hele gebeuren. De Tour voor mij bestaat uit verplichtin gen naar de media en de spon sors, dat is het." Voor Frans Maassen is de Tour voorlopig vallen en op staan. De Limburger uit de ploeg van Jan Raas was in de eerste twee etappes twee keer betrokken bij valpartijen. De winnaar van de Ronde van Luxemburg kwam er steeds goed vanaf. Zondag hield hij alleen wat pijnlijke plekken over aan zijn kennismaking met het Franse asfalt, gisteren bleven de ver wondingen beperkt tot schaaf wonden. „De renners zijn ner veus en dan gaat er weieens wat mis", klonk het niet al te vrolijk. TV woensdag Ned 2 TV donderdag Ned 3 De valpartij in de Tour, waarvan de sprinters Wilfried Nelissen en Laurent Jalabert het slachtof fer werden, krijgt waarschijnlijk een zowel juridisch als finan cieel vervolg. Vandaag praat een delegatie van de ploeg van Ne- lissen's formatie Novemail (pr- manager Philippe Crepèl en ploegleider Walter Planckaert) met Agnès Pierret, Directeur Administratif van de Société du Tour de France. Pierret heeft inmiddels al een voorlopige aangifte gedaan bij de verzekering die de Société elk jaar opnieuw afsluit voor alle door haar te organiseren wed strijden. Een geval als dit nu met Nelissen en Jalabert heeft zich in de geschiedenis van de Tour echter nog nooit eerder voorgedaan. Inmiddels kwam gisteren de officiële bevestiging van de oorzaak van het ongeluk: een politie-agent die van zijn lijn was afgeweken en doodge moedereerd een foto van de 'ul tieme' spint aan het nemen was. De Tourdirectie heeft er bij de benadeelde ploegen op aange drongen de zaak niet zomaar voorbij te laten gaan. Algemeen Directeur van de organisatie, Jean-Marie Leblanc, verklaarde gisteren zelfs „dat het noodza kelijk was dat ze er achterkwam hoe dergelijke zaken verzeke ringstechnisch komen te lig gen." Een testcase dus voor de So ciété du Tour de France, de uit eindelijke verantwoordelijke voor het ongeluk. Het is begrij pelijk dat ploegen enigszins te rughoudend zijn in hun aan klacht richting de Tour-organi satie, omdat geen enkele forma tie problemen wil met Jean-Ma rie Leblanc en zijn mede-be stuurders. „Maar", aldus Crepel van Novemail, „hier heeft de Tour-organisatie -ook zelf op aangedrongen. Dit kan natuur lijk zo maar niet passeren. Wij moeten ook wel aangifte doen. Miljoenen mensen hebben het op de tv gezien. De oorzaak, de schuld, is overduidelijk." De toestand van Wilfried Ne lissen (zware hersenschudding) is inmiddels nog niet veel ver beterd. De Belgische renner van de Post-ploeg blijft verward en in herhalingen vallen. Pas als de doktoren van het ziekenhuis in Lille het verantwoord achten, wordt Nelissen overgebracht naar het hospitaal in Gent. Laurent Jalabert werd giste ren in Lille vijf uur lang geope reerd. Hij heeft breuken over het hele gezicht (oogkas, neus, bovenkaak, gebit) en zal in elk geval nog twee maanden in het ziekenhuis moeten blijven om te herstellen. Ook Fabiano Fontanelli uit de GB-MG ploeg kwam gisteren niet meer aan de start wegens blessures aan kaak en knie. Erik Breukink maakt bij ONCE gebruik van de optie nog* een jaar langer door te gaan. De Ne derlander kan tegen dezelfde voorwaarden (een miljoenen overeenkomst) als de afgelopen twee seizoen bij de Spaanse ploeg aan de slag. Breukink liet in zijn contract een optie opne men waarin hij zelf kon beslis sen te blijven of op een ander, beter aanbod in te gaan. Hij koos, na twee niet echt geweldi ge seizoenen, voor het eerste. boulogne sur mer govert van veen Sprinters, échte sprinters, ver dienen veel. Meer dan normale mensen. Meer dan normale renners. Sprinters zijn ook niet normaal. In de laatste kilometer krijgen ze het rood voor de ogen en nog geen minuut later de streep voor de neus. Zestig se conden waanzin, prachtige waanzin, prachtige sport. Jammer alleen dat het niet al tijd zo kan gaan als gisteren. Dat er valpartijen bestaan. En jammer dat er niet zoveel echte sprinters meer zijn. Ze zijn nog duizelig en doen vergeefse po gingen te revalideren (Cipollini na val in Vuelta), liggen in het ziekenhuis (Jalabert en Nelissen na val in Touretappe zondag jl) of zijn ooit zo geschrokken (Museeuw bij training in Beni- dorm) dat ze niet eens meer meer voluit durven te gaan. Is het zo gewoon wat er zon dagavond ook weer in de laatste kilometer gebeurde? Of wat er met Baffi en Cipollini in Sala- manque, in de eerste rit van de Vuelta dit jaar, gebeurde? Of met 'Abdoe' op de Champs Ely- sées in '91, of met Criquelion en Bauer op het WK in '88? Om maar wat voorbeelden van de laatste jaren te noemen. De eerste Tour de France, in 1903, was nog geen vijfentwin tig kilometer ver, of de renners lagen al op de grond. Het was nog een 'massale' valpartij ook, waarbij vijftien renners, onder wie de latere winnaar Maurice Garin, waren betrokken. Schok De 81ste Tour was ook nauwe lijks onderweg of iedereen schrok zich rot. De schok zal nog wel even nawerken. Er zijn nog wat sprinters over. Ze kun nen van de situatie profiteren. Jean Paul van Poppel deed dat gisteren. Oranje boven, al woont JP wijselijk net over de grens in België. Maar voor de neutrale toeschouwer wordt het deze Tour nooit meer zoals het had kunnen zijn, met Nelissen en Jalabert nog in koers. Johan Museeuw, Jean Paul van Poppel en Olaf Ludwig zien plotseling hun kans schoon. Stuk voor stuk sprinters van de bereke nende risico's. Nu moeten ze wel, of ze willen of niet. Willen ze eigenlijk nog wel? Drie me ningen uit het sprintkamp, de nummers een, twee en vijf uit de uitslag van gisteren. Gauw, nu het nog kan. Johan Museeuw (dit jaar win naar van o.a. Kuurne-Brussel- Kuurne, de Goldrace en de achtste rit Ronde Zwitserland): „Als ge in een massasprint zit, dan denkt ge niet direct aan thuis. Als ge aan thuis denkt, dan knijpt ge direct in de rem men. Ik neem berekenende risi co's. Na mijn val in Benidorm ben ik niet meer zo snel in een massasprint. Dat kleine gaatje, daar ga ik zeker niet meer door gaan. Echte risico's neem ik niet meer. Ik knijp liever in de rem men dan me te laten vallen. Dat wil niet zeggen dat mij niet dat gene kan overkomen als Nelis sen. Die dingen kunnen elk mo ment gebeuren. Niet alleen in de sprint, ook als ge langs een col gaat met negentig in het uur. Dus mag het zeker meer betaald worden dan een ge woon beroep." Van Poppel Jean-Paul van Poppel (dit jaar winnaar van rit en eindklasse ment Bessèges, ritten in Vuelta en Midi Libre en van tweede etappe in de nu lopende Tour): „Ach, in de meeste gevallen loopt het toch goed af. Ik kan me niet herinneren dat er do den zijn gevallen. Het is wel raar dat je zo tegen de grond aan moet smakken, maar het ge beurt. Je weet dat het kan ge beuren. Risico's van het vak. Daar ga ik het met thuis natuur lijk niet over hebben. Daar be gin ik niet aan. Flauwekul. We praten over topsport en gaan ons niet met dat soort dingen bezig houden. Dan moet je istoppen." „Natuurlijk is het gevaarlijk. Als je gaat, dan ga je. Ik ben er altijd net tussen doorgegaan. Afkloppen. En het ligt natuurlijk ook een beetje aan het type ren ner. Al heeft dat incident met Nelissen daar weinig mee te maken. Op de laatste lijn ge beurt niks, er wordt niet ge douwd, niet gewrongen. Nelis sen steekt z'n kop in het zak, zoals wij dat noemen, probeert het maximale uit z'n sprintver mogen te halen door z'n hoofd naar beneden te duwen. En dan gebeurt zoiets..." Olaf Ludwig (winnaar van rit ten in Aragon en Duinkerken en van de Henniger Turm): „Wie een sprint wil winnen, gaat voluit. Met 98 procent ben je er niet meer. Dan rij je niet eens bij de eerste tien of vijftien. Het is gevaarlijk, maar de Formule 1 is dat ook, voetbal zelfs ook. Dan moet je je bij alle sporten op topniveau gaan afvragen of het het risico waard is. Dat doe ik dus niet. Als sprinter kun je je ook niet verschuilen. Je kunt het niet maken om je als vijftigste rustig te laten uithollen. Dan la chen ze je uit. Daar word je niet voor betaald." Sprintzege geeft 'routinier' koude rillingen boulogne-sur-mer» Twee belangrijke renners converseren even voor aanvang van de etappe. Links we reldkampioen Lance Armstrong, rechts de man in de gele trui: Christopher Boardman. Hij mocht zijn trui gisteren houden. foto epa Breukink blijft Hij was wel meer gewend, ook in de Tour. Interviews in het Nederlands, vragen in het Frans, twee minuten voor France 2, een spraakverwarring in het Baskisch bij Euskal Telebista, en toen ook nog eens, na de dopingcontrole, een Italiaan. „Wie spreekt er Italiaans? Je moet als cou reur tegenwoordig ook alles kunnen." Boulogne sur mer.Techniek PETER OUWERKERK Maar, wie naar hem om keek, zag dat Jean-Paul van Poppel genoot. Eenendertig jaar, en dan nog winnaar van een mas sasprint in de Tour. Er zijn wel jongere sprintreputaties stukge lopen in het hang en gedrang van de laatste meters. Van Poppel was absoluut ou derwets, gisteren in Boulogne- sur-Mer, langs de monding van de Liane. Althans, als winnaar. Een man met een reputatie in middels, Wcint wie zijn haam negen.keer als dagwinnaar kan laten inschrijven, die betekent wat in zijn tijdperk. Een épo que, die startte in 1987, en al in vijf Tours succesvol bleek. Zeker niet leunend op het verleden was Van Poppels aan pak van de finale. Hij had ge merkt, dat er langzaam maar zeker sleet begon te komen op zijn wapen, het eindschot. Dat hij niet langer de allersnelste van het hele pak was, zoals in 1987 en 1988, toen hij zich in de trui van SuperConfex, voorbeel dig gegangmaakt, naar twee, resp. vier ritzeges repte. Maar hij kon wel méér. Hij, de geboren Tilburger, grootge- groeide Utrechter, tegenwoor dig over de Belgische grens hui zende (woonplaats: Poppel, na bij Tilburg) ex-groene truidra ger. Wie ooit voor de nationale 100 km selectie heeft gereden is meer dan een 'simpele' sprin ter. Het gebeurde eigenlijk in de Vuelta i Espana, waar hij met afgunst had gekeken naar Lau rent Jalabert, die zeven keer prijs schoot, tegen hijzelf maar één. Jalabert zes maal de snelste in een massasprint. „Maar die rijdt... met een elfl!" Techniek, in plaats van mense lijk vermogen. Maar net zo voornaam in de jungle van de snelheidsduivels. 'Een elf, dat wilde zoveel zeg gen als een 'overdrive' in een auto. Dat hield in: in plaats van met de versnelling 53x12 de sprints ingaan, kunnen beschik ken over een verzet van 54x11. Oftewel: per pedaalomwente ling 10.43 meter afleggen, tegen 9.43 meter bij de 'twaalf. Van Poppel schudde het wijze hoofd, en besloot vastberaden: „Die moet ik straks in de Tour ook hebben." Maar, zo eenvou dig was dat nog niet. Het voert te ver op alle details in te gaan, maar het kwam erop neer, dat hij dank zij een stukje huisvlijt over dezelfde mogelijkheden moest kunnen beschikken. Van Poppel, voor de start in RoubaLx: „Ze zijn niet verkrijg baar in de handel. Je moet een kransje van een ATB-fiets halen, er op een draaibank viertiende millimeter van affresen, en dan past-ie pas." Ideaal voor de sprint, vindt Van Poppel, zeker in combina tie met de elektronische derail- leur: je kunt blijven zitten, met een druk op de knop schakelen, en je glijdt naar het volgende kransje. En ook heel handig in de afdaling: je ligt rap op top snelheid, kunt je benen wat rust geven. Van Poppel zeurde de halve wereld bij elkaar, en: daags voor de Tour kreeg hij het kransje in bezit. Hij dacht dat hij - op Jala bert na - de enige zou zijn. Maar inmiddels bleken ook ren ners als Nelissen, Skibby en Ca- piot er mee te experimenteren. Verzorger Van Poppel kreeg na de Vuelta de raad zijn koerstactiek wat te wijzigen. Per slot waren ook Jean Paul van Poppel drukt zijn wiel net even wat eerder over de meet dan Ludwig (I) en Martinello. voormalige topsprinters als Bontempi in hun latere koersja- ren overstag gegaan. „Probeer het eens in een groepje naar de meet, en speel daar je snelheid De eerste proeve van be kwaamheid legde hij af in de Midi Libre, waar hij in de vierde etappe op drift raakte met Maassen, Den Bakker en de Fransman Laurent. Winst in de sprint met vier, zijn vierde sei zoenszege. Met die wetenschap en met 'de elf was hij de eerste dagen van zijn achtste Tour ingestapt. Zondag al een poos in een ont snapping met Mulders en Frison: ingelopen en verkeerd uitgekomen in de massasprint. Maandag twee nieuwe kansen: op 15 km van de meet weg met Chiesa, Anderson en Petito. Op de golvende finalewegen oogde hij toen al als de te kloppen man. Maar tegen een tollend peloton zijn zelfs geen kwartet ten opgewassen. De sprint dan maar. Op een brede boulevard, vlak aan zee. Van Poppel keek om zich heen. En wist, dat de eerste rij het in middels zonder Nelissen, Jala bert en Gontschenkov moet doen; dat de schrik er bij ande ren misschien flink inzit. En hij begon aan zijn rondje in de flip perkast. „Ludwig kwam op kop. Mis schien te vroeg, maar hij moet het van een lange sprint heb ben, en ging niet meteen voluit. Ik heb Abdoe ook in mijn buurt zien stunten, maar waarom hij iemand van zich afsloeg en stopte met sprinten, ik weet het echt niet." Spannend Op vierhonderd meter van de streep had hij zijn ketting op de elf 'geklikt', en hij trapte op nieuw die dubbele versnelling, die hem in het verleden zo vaak ongrijpbaar maakte. Hij hield het nog heel spannend: tot let terlijk op de streep, tóen pas was Ludwig eraan. „Ik voelde dat het kón, dat ik toch nog een sprint kon gaan winnen. Ik heb al twee dagen hele goeie benen. Ik kwam uit foto epa een formidabele positie. Duurt het tien meter langer, dan is het verschil een fiets." Geen angst gehad voor de sprint, na alles wat zondag in Armentières was gebeurd? „Daar denk je niet aan. Ik heb al zo veel valpartijen meegemaakt. Als ik me dat aantrek had ik tien jaar geleden al moeten stop pen." Van Poppel trilde van genot, zijn successtory aan heel Euro pa doorverkopend. Toch durfde hij pas te juichen toen de finish- foto onomstotelijk vaststelde: Van Poppel wint. „Dat zo'n ou we lui als ik onderhand dit toch nog kón. Wat is dit mooi!" „Als de grote Fausto Coppi als eerste over de top van een berg kwam, aaide hij altijd even over zijn stuur. Als een beloning voor het paard. Een heel mooi ge baar. Het stuur is het namelijk enige op je fiets waar je je aan vast kunt houden. Sturen zijn nu allemaal van aluminium. Wij reden met ijzeren sturen en later ook al wel met aluminium sturen. Het nadeel van alumini um is dat je het niet kunt bui gen. Die aluminium sturen heb je in de maten 42, 44 of 46 cm. Ik had altijd heel graag een j breed stuur, omdat ik de neiging had om heel breed te zitten. WaaromAls je in een sprint met een breed stuur er doorheen was, dan kwam de rest er ook wel doorheen. Ik had ruimte no dig. Dus ik had ik altijd de nei ging om voor de start van een koers te denken: verdomme, wat is dat stuur toch smal? Maar dat zat meer tussen de oren, hoor, dan dat stuur werkelijk te smal was. Dan legde ik m 'n fiets op de grond en zette mijn voet op de ene helft en trok dat stuur een beetje uit. Dat kon je met een ijzeren stiairdoen, want dat was vrij buigzaam. De collega's ston den er altijd mee te lachen: Jans sen staat z'n stuur weer breder te maken. Nadeel van een ijzeren stuur was wel dat, als je er mee viel, ook helemaal in elkaar. bel le timbre binnenband la chambre air bracket - la boite de pédalier ïn Tweede etappe, Roubaix-Boulogne- ie. sur-Mer Ie 1 Van Poppel (Ned) 203,5 km 5.05 40 (39.945 km/u), 2. Ludwig (Dui), 3 Martinello (Ita), 4. Simon (Fra), 5. Mu- seeuw (Bel), 6 Abdoesjaparov (Oez), 7 Desbiens (Fra), 8. Edo (Spa), 9. Fon- tanelli (Ita), 10 Tsjmil (Mol), 11 Har- meling (Ned), 12 Chanteur (Fra), 13 Zberg(Zwi), 14 Magnien(Fra), 15. Theunisse (Ned), 16. Giuseppe Petito (Ita), 17. De las Cuevas (Fra), 18 An- derson (Aus), 19 Hamburger (Den), 20 Redant (Bel), 29. Dekker (Ned), 74 Rooks (Ned), 92 Mulders (Ned), 99. Breukink (Ned), 130 Voskamp t (Ned), 146 Jonker (Ned), 152. Maas- 2 sen (Ned), 162 Nijboer (Ned), 176. it- Talen (Ned), 186 en laatste Martinelli !lk (Ita) 5.23. Niet gestart: Jalabert (Fra), |S; Gontsjenkov (Oek) en Nelissen (Bel). f Algemeen klassement 1Boardman 10.59.45. 2 Indurain rs 0 15, 3. Rominger 0.19,4. Ludwig 0.20, 5 Abdoesjaparov 0.216 Zülle 0.22, 7 Museeuw 0.23, 8 De las Cue vas 0.24, 9. Marie 0 29.10. Seigneur 0.30,11. Durand 0.31,12. Chiappucci 0.33.13. Peron 0.34,14. Davy 0 35, 15. Ugrumov, 16 Breukink 0.36, 17 Ekimov0.37,18. Bontempi, 19 Ola- no, 19. Van Poppel. 20 Olano0.38, i4 21Riis, 22. Bortolami, 23. Armstrong ie 0.39, 24. Fidanza, 25. Frison 0 40, 26. g) LeMond 0 41, 34. Maassen, 58. Jon- rk ker, 59. Tsjmil, 76. Van Bon, 92. Dek- ker, 104. Voskamp 1.07,113. Rooks f,. 1.09,115. Mulders, 117. Harmeling sj 1.10,154 Theunisse 1.31,157 Nij- v: boer 1.35,180 Vermey, 185 Talen 5.11.186 en laatste Martinelli 7.21 Puntenklassement 1Abdoesjaparov 73 punten, 2. Lud- wig 60, 3. Martinello 56,4 Museeuw 515. Van Poppel 39, 6 Tsjmil 38. o Bergklassement 1Peter de Clercq 25 punten, 2 Frison i 11, 3. Chiappucci 7, 4. Van Poppel. 5. 9 Ghirotto, 6. Tsjmil 5. Dagploegenklassement tweede elap se Pe 1 Castorama 15 17 00, 2. TVM, 3. ZG Mobili, 4. Festina, 5. Telekom i) Algemeen ploegenklassement 1Gan 33.00.26, 2. Castorama 0.43, 3. Mapei 0.514 ONCE 0.54, 5. Ba- nesto 1.01,6. Gewiss 1.05,10. Word- I Perfect 1.23, 21. TVM 2.17. Jean-Paul van Poppel heeft nog één zege nodig om zich met Joop Zoetemelk. Jan Raas en Gerrie Knetemann aan de kop te nestelen van de lijst met de Nederlandse Touroverwinningen. Van Poppel, bezig aan zijn achtste Tour en dit seizoen al goed voor vijf overwin ningen, staat na zijn winst op maandag op negen. De zegelijst van Van Poppel in de Ronde van Frankrijk ziet als volgt uit: 1987: 2 (8e en 17e etappe): 1988: 4 (3e, 10e, 17e en 22e): 1991: 1 (7e); 1992: 1 (10e); 1994: 1 (2e).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1994 | | pagina 19