De CNN van de jaren dertig
'Puic' voorziet in behoefte
Juweeltjes van liederen
Cultuur Kunst
DAMES «n HEEREN
DIE HET PROGRAMMA
GEHEEL GEZIEN
HEBBEN. WORDEN
BELEEFD VERZOCHT.
BIJ HET VERLATEN
DER ZAAL DE
INSTRUCTIES NA TE
KOMEN DIE VOLGEN...
'Leiden gaat vreemd' als
onderhoudend tussendoortje
Dulfer geeft
vuistslag in
het gezicht
Gekke liedjes in de
Leiderdorpse dorpskerk
Spatgelijke inzetten door het Emoenakoor
MAANDAG 27 JUNI 1994
Theaterfestival terug in Amsterdam
amsterdam Het Theaterfestival keert volgend jaar terug naar
Amsterdam, waar het ooit van start is gegaan. Het college van B
W in de hoofdstad heeft een subsidie van 200.000 gulden toe
gekend aan de Stichting Theaterfestival. Het festival omvat „in
houdelijk geselecteerde toneelvoorstellingen" uit Nederland en
'België. De afgelopen drie jaar is het in Den Haag gehouden. Dit
jaar vindt het voor de laatste maal in de residentie plaats. Vóór
Den Haag was Rotterdam enkele jaren gastheer.
Leiden op doek in Rijnland ziekenhuis
leiderdorp» De Oegstgeester schilder en tekenaar Willem Bom
heft een voorliefde voor oude, vervallen gebouwen. Die zijn er in
leiden en omgeving genoeg. Dus valt er voor de liefhebber veel
herkenbaars te zien op de tentoonstelling van zijn werk in het
Leiderdorpse Rijnland ziekenhuis. De expositie duurt tot 1 au
gustus en is open ma t/m vr 8-20.15 uur, vr en za 9-20.15 uur.
'f'
Verval en verpaupering op dit schilerij van Willem Bom.
26/6, Lokhorstkerk, Leiden
Hoewel de vocale groep 'Puic' al
een stuk of zeven informele
concertjes heeft gegeven, blijft
het op z'n zachtst gezegd 'een
zooitje ongeregeld'. Puic heeft
sinds kort een nieuwe dirigent
maar hoe hij heet staat niet op
het programma vermeld; bij
Puic mag dat. Als je bij Puic wil
heften, hoef je niet voor te zin
gen, alleen je goede humeur
m°° te nemen en zin hebben-
mee te juichen in allerlei
:djes. Als je zo lekker ongedis-
ilineerd bezig bent met een
lipoog naar 'het grootse', je
rvalt van ernst in luim, van
laaiende liefde in absolute
;oosteloosheid om met een
drinklied van alle tijden te be
sluiten, dan blijkt dit toch te
werken bij de luisteraar. Zelden
hoorde ik de zaal zo enthousiast
meezingen, in de canon 'To
stop the train, in case of emer
gency' op de gulle uitnodiging
van de dirigent; men wist niet
meer van ophouden en dat is
toch leuk.
De 'gezusters Karamasov' van
Drs P. en 'Matona mia cara' van
Orlandus Lassus oogstten veel
bijval, maar liedjes als 'Of thee I
sing' van de gebroeders
Gershwin en 'When I fall in lo
ve' van Victor Young gingen
min of meer de mist in, maar
dat moet kunnen bij Puic. Vol
gens mij voorziet 'Puic' puik in
een behoefte, alhoewel een
beetje strengheid van de kant
van de dirigent geen kwaad zou
kunnen.
muziek
recensie susanne lammers
(offieconcert Nico van der Meel, tenor,
S Dido Keuning, piano Vroege liederen
n Hugo Wolf (1860-1903). Gehoord:
26/6, Sociëteit de Burcht, Leiden.
iiugo Wolf was verliefd op Va-
itine Franck. Zij ook op hem.
Vanwaar dan die smachtende
liefdesliederen, als hun gevoe-
is wederzijds waren? 'Vally'
amde uit een half Oostenrijk-
half Franse familie en deze
'amilie woonde de ene keer zeer
■(bereikbaar in Oostenrijk en de
«andere keer in het verre Frank-
Nico van der Meel en Dido
[Keunings lieten in een intieme
ital horen wat Wolf aan dit
meisje te danken had. Boven
dien toonden ze overtuigend
aan hoe onverdiend het is dat
deze liederen, in tegenstelling
tot Wolfs latere werk, in het ver-
tboek zijn geraakt. Het feit
it ze bijna allemaal na zijn
lood zijn uitgegeven duidt er
weliswaar op dat Wolf ze zelf
beschouwde als probeersels,
maar de liederen hebben on
miskenbaar kwaliteit. Wolf
streefde ernaar dichters zoveel
mogelijk recht te doen, hun be
doeling te benadrukken en niet
te versluieren. Zelfs als achttien
jarige slaagt hij daar wonderwel
13 in en maakt hij - soms lastige -
poëzie toegankelijk.
Wolfs vroege werk leunt
CHEF ANNEMIEK RUYGROK, 071 -356471PLV -CHEF JAN RIJSDAM, 071 -356472
Cineac stilt 60 jaar de nieuwshonger van Nederland
ijwaar tegen Schumanns lied
kunst aan. Het is niet alleen
Schumanns stijl die doorklinkt,
je hoort soms gewoon een ge
leende regel. Het sterkst was dit
effect in de 'Liederstrauss', een
cyclus op gedichten uit Hein-
rich Heines 'Buch der Lieder',
waar Schumanns 'Dichterliebe'
ook uit komt. Romantisch, wee
moedig en licht ironische poë
zie door Wolf navenant op mu
ziek gezet en door Van der Meer
en Keunings voorbeeldig geïn
terpreteerd. Wel zou je op
grond van deze liederen kun
nen concluderen, dat Wolf van
Valentines gevoelens niet ge
heel zeker was. Waarom anders
'Es blasen die blaue Husaren'
getoonzet, waarin de dichter
klaagt dat een heel regiment
soldaten in het hart van zijn
liefje ingekwartierd lag?
De cyclus 'In der Fremde' op
gedichten van J. van Eichen-
dorff bevat juweeltjes. Naast de
Heine-liederen was dit het mee-
slependste deel van het pro
gramma. Maar ook de Reirtick-
liederen, waar iets hysterisch in
klinkt, werden door Van der
Meel en Keuning ontroerend
vertolkt.
Van der Meels stem is geknipt
voor dit repertoire. Licht, helder
en wendbaar volgt hij Wolf in
alle stemmingswisselingen. De
interpretaties van zanger en
pianist waren voorbeeldig. Alle
hoekje hebben ze doorzocht en
ze vonden wat de componist
naliet: prachtige muziek.
CNN bestond al in de jaren
dertig. Alleen kwam het
nieuws niet naar de men
sen toe. Ze moesten er
voor naar de Reguliers-
breestraat in Amsterdam.
De Cineac, ook gevestigd
in Den Haag en Rotterdam,
was er voor het nieuws. De
bioscoop bood als eerste in
zijn soort een doorlopende
voorstelling van het jour
naal. De wereld in vijftig
minuten. Totdat de televi
sie Nederland veroverde.
amsterdam anp
Sinds 1969 is de Cineac een ge
wone bioscoop. Tegenwoordig
kun je er voor een riks een
speelfilm zien. Ter gelegenheid
van het zestigjarig bestaan van
de Cineac vindt van tot en met
28 augustus de manifestatie Ci
nema Actuel plaats.
„Aan al degenen, die zich ple
gen te amuseren met Haagsche
Post of Stuiversblad, het Leven
of de Lach, de Sportkroniek of
de Prins, voorspel ik een meer
dere of mindere verslaafdheid
aan het geïllustreerde, bewe
gende, sprekende en zingende
tijdschrijft, dat Cineac heet."
Dat waren destijds de woor
den van ir. Joh. Duiker, archi
tect van de Cineac, die ook de
thans sterk vervallen andere
vestigingen zou bouwen. Hij
deed dat in opdracht van Regi
nald Ford en het Handelsblad.
Kunsthistorici zien de Cineac
als een belangrijk historisch
monument van functionalisti
sche architectuur uit de eerste
helft van de twintigste eeuw, al
zijn nogal wat details inmiddels
gesloopt. Kenners trekken een
lijn van de Moderne Beweging
die begint bij Cineac en eindigt
bij de bouw van de Bijlmer in
de jaren zestig.
De woorden van Duiker kwa
men uit. Nederland hongerde
naar bewegende beelden. En
commentaar. Eind jaren dertig
werd ingezien dat het commen
taar bij de journaals los kon
staan van de beelden. Geluid
bleek de mogelijkheden om te
manipuleren te vergroten. De
directeur van Cineac besloot in
1938 Duits propagandamateri-
AKO-prijs ook
voor non-fictie
den haag anp
Naar de AKO-literatuurprijs van
100.000 gulden kan vanaf dit
jaar ook non-fictie meedingen.
De non-fictie zal overigens uit
sluitend op literaire kwaliteit
worden beoordeeld.
Het stichtingsbestuur heeft
besloten de AKO-prijs te ver
nieuwen, nadat het oude be
stuur vorig jaar overstapte naar
Libris. Dit om 'de AKO-formule
onder de nieuwe vlag in detail
te kopiëren', aldus de AKO-or-
ganisatie.
Het publiek werd na afloop van de voorstelling door middel van dit soort bordjes verzocht de zaal netjes te verlaten.
aal maar in stilte uit te zenden.
Tot diep in de jaren vijftig was
een volle Reguljerssteeg een
vertrouwd beeld. Zeker als er
voetbalwedstrijden of koninklij
ke bezoek werd vertoond. Werd
er een Oranjetelg geboren, dan
was de Cineac een week lang
uitverkocht. De nieuwsgierin-
gen stonden tot aan de Amstel,
een rij van 35 meter.
De nieuwswaarde van het
door Polygoon verzorgde bio
scoopjournaal was beperkt.
Voor de vertoonde nieuwtjes
van het Koninklijk Huis heeft nu
alleen nog de roddelpers be
langstelling. Het nieuws toonde
vooral de kneuterigheid van het
voorloorlogse bestaan.
Cineac is gebouwd tegenover
Tuchinski, door Margriet Scha-
vemaker in het kunsthistorische
tijdschrift Simulacrum om
schreven als „het grootst moge
lijke kapitalistische droompa-
leis." Een scherper contrast is
niet mogelijk. Bij Tuschinski
werd een droomwereld voorge
toverd, ver weg van de alledaag
se realiteit van de straat. Tus
chinski bouwde voort op de
Amerikaanse traditie waarin het
gebruikelijk was dat een bio
scoop werd gemaakt in de vorm
van een Chinese tempel, een
Maya-ruïne of een paleis voor
Neptunus.
Duiker (overleden in 1935)
moest daar niets van hebben.
Cineac moest juist een eenheid
vormen met de wereld. Vanaf
de straat was duidelijk te zien
wat er in het gebouw gebeurt.
Uit een vroeger project als Zon
nestraal, ziekenhuis van tbc-pa-
tiënten in Hilversum, was al de
praktische inslag van Duiker ge
bleken. Alles wat overbodig was,
werd achterwege gelaten. Zelfs
een foyer ontbrak, omdat die bij
een doorlopende voorstelling
niet nodig is. Dat moet mede
het succes van de aanpalende
ijssalon Gamba en de patatzaak
in de steeg - tegenwoordig De
Falafelkoning - hebben bepaald.
De bloeitijd van de Cineac
was tevens de bloeitijd van Po
lygoon, in 1919 begonnen in
een zelfgetimmerde fabriek in
de achtertuin van initiatiefne
mer J. Stoop. „Waar wij niet
zijn, is niets te doen", luidde de
wat pedante slogan op de re
portagewagen. Zelfbewustheid
van weleer in de lage landen,
een mooie vergelijking met de
mondiale arrogantie van CNN
in de jaren negentig.
Het Handelsblad introduceer
de de Amsterdamse Cineac met
een brochure: „Zoo min als de
geschreven tekst van de couran
ten minder interessant is ge
worden door de toevoeging van
fotografische en geteekende il
lustraties zoo min behoeft
in de filmreportage een bedrei
ging te worden gezien voor de
mooie, oude traditie van het
prachtige journalistieke vak."
Hadden ze toch buiten de tele
visie en CNN gerekend.
Het Nederlandse filmjournaal
schuwde sensatie, was objectief.
De welluidende stem van pre
sentator Philip Bloemendal (ge
boren in 1918) brengt geen
nieuws meer. In de hoofstedelij-
ke metro roept Bloemendaals
bariton de stations af.
recensie hans keuzers
'Leiden gaat vreemd': diverse groepen,
gezien 25/6, LVC, Leiden.
Heel Nederland staat zo'n
beetje op zijn kop door het we
reldkampioenschap voetbal in
de Verenigde Saten. Het was
dan ook niet meer dan logisch
dat 'Leiden gaat vreemd' - de
muzikale smeltkroes voor de
gelegenheidsbandjes - koos
voor het thema Amerika.
Er was zaterdag veel ruimte
voor humor. Een pseudo Jan
Wolkers opende met het voorle
zen uit 'Kort Amerikaans', waar
na de groep de Ram-ones de
daad bij het woord voegde door
in een klein kwartiertje - gelijk
de echte Amerikaanse Ramones
- een tiental nummers er door
heen te jagen.
Qua aankleding sprongen
vooral Chicagofunk - in licht
Mexicaanse outfit -, The stars
on 40 stripes - met een heuse
Batman, Superman en Flash
Gordon in de geledingen plus
de prima vertolkte cover 'Jump'
van Van Halen - en de laatste
groep LAV eruit. De laatste was
in gospelkledij met een onweer
staanbare blinde fake-Ray Char
les op orgel.
Een tweetal groepen stak een
klasse uit boven de rest. The
American Dream Association
was vroeg in de avond met ge
heel eigen werk goed op dreef.
Vooral de solopartijen van Lex
de Haas van de groep Wons 2
Menny waren bij 'The Chain
goes on' ongelooflijk direct en
zeer climaxgericht. De One Hit
Wonders deed het publiek even
terugdenken aan een van de be
roemdste Amerikaanse disco
theken: studio 54. De jaren ze
ventig herleefden, niet alleen
met hun wijde-broeken-outfit
maar ook door de sterke keuze
van hitjes. Voor een hevig mee
zingend en vooral -swingend
publiek werden de disco-klas
siekers 'Let's All Chant', 'Every
body was Kung Fu Fighting' en
'Voulez Vous Coucher avec
moi?'de zaal ingeslingerd. Waar
andere groepen vooral vocaal
vele steekjes en steken lieten
vallen zong Arienne Groene-
woud hier de Amerikaanse-dis-
co-sterren van de hemel.
Hoewel meer dan de helft van
de groepen blijven hangen in
leuke outfits en de muziek
ogenschijnlijk er maar een
beetje bij doen blijft 'Leiden
gaat vreemd' een grappig en
onderhoudend tussendoortje.
Wedden dat Hans Dulfer zijn ei
gen CD niet in de auto draait?
'Big boy' met daarop de hit
single 'Streetbeats' leidt name
lijk onafwendbaar tot adembe
nemende snelheden. Zodat je of
veel te vroeg bent, of helemaal
nooit aankomt. Een uur te laat
komen, zoals Hans Dulfer met
zijn band, dat kan niet met
'streetbeats' uit de autoboxen.
Door die vertraging van een
uur was het publiek ook wat af-
wachtender dan Dulfer gepast
vond. Zijn pogingen de matheid
van het publiek te verdrijven,
vielen niet bij iedereen even
goed. De uitnodigingen tot dans
en handgeklap hadden ook
meer van bevelen dan van een
verzoek.
Dulfer is een vierkante kerel,
met vierkant gedrag en vierkan
te muziek. Hij noemt het 'grote
stadsmuziek', maar zijn opvat
ting over wat de grote stad nou
is, is wel eigenzinnig. In zijn
stad wonen nogal wat freaks,
zoals de toetsenist die zoveel
nootjes eruit moet gooien dat
zijn maten wat langer duren
dan die van de rest van de
band. Ook vind je er veel autis
ten, zoals de drummer die hard
nekkig vasthoudt aan zijn eigen
stijltje, wat er ook gespeeld
wordt. De mensen hebben el
kaar niet veel meer te melden,
en daarom verdrijven ze de stil
te maar door dezelfde zinnen
maar vaak te herhalen. Kei- en
knoerthard in een halsbrekend
bineren van jazz en hardrock,
maar erg eerlijk was de koek za
terdagavond niet verdeeld. Wei
nig jazz en veel rechttoe recht
aan rock, onder meer veroor
zaakt door de nachtmerries die
de drummer regelrecht naar de
repeteergeweersalvo's van het
slagveld liet galloperen. Heel ge
schikt voor de dansvloer, maar
muzikaal gezien niet zo interes
sant of vernieuwend.
Dat Dulfer en zijn band
steeds dezelfde la opentrekken,
leidt tot eentonigheid. Die een
tonigheid heeft echter een niet
onprettige roes tot gevolg. Maar
de muziek blijft dun. De simpe
le schemaatjes en dunne melo-
dïelijntjes lopen vrijwel on
merkbaar in elkaar over en dat
maakt de nummers inwissel
baar. Een paar latin-nummers
zijn dan ook een verademing.
De band zelf schept daar min
der genoegen in. Vooral de
drummer springt elke keer te
rug naar de harde rock.
Het geluid van de band als
geheel overtuigt als een vuist
slag in je gezicht, maar solerend
zijn de Tough Tenors minder
sterk. Pas toen het laatste num
mer werd aangekondigd, liet
het publiek zich echt ompraten
door de oersoep van decibellen
in een straf tempo. Want daar
van ga je uit je dak, weetjewei.
muziek
recensie li dy van der spek
Concert door vocaal octet 'Memento Vici-
num'. Elke van der Brugge,plano, en
Wouter Tukker, orgel. Gehoord 25/6,
Dorpskerk, Leiderdorp
„Er is geen dirigent: de leden
van het octet zijn zelf verant
woordelijk voor de uitvoering",
zo vermeldt het programma
boekje, maar dat blijkt groot
spraak. Eén van de tenoren,
Hans van der Toorn, in de regio
vooral bekend als dirigent van
het Toonkunstkoor, had ook
hier wel degelijk de leiding en
stond duidelijk moeite te doen
om onderdeel van het octet te
blijven. Met zijn grote inzet, zijn
aanstekelijke, smaakvolle
liedstem, bovendien zijn onbe
twist leiderstalent en grote mu
zikaliteit, droeg hij samen met
de eveneens mooie tweede te
nor het ganse octet.
De vier verschillende stem
soorten kleurden niet geweldig
met elkaar. Meestal klonken de
sopranen te scherp, te metalig
en werd juist bij die twee nogal
eens te laag geïtoneerd. De lage
stemmen produceerden een
meer homogene klankkleur.
Toch was er in de dorpskerk
veel grappigs en moois te ho
ren; gekke liedjes zoals de 'Con-
trappunto bestiale alle mente'
van Banchieri vol klanknaboot
singen en 'den Uil' van Diepen-
brock: puntig gezongen, altijd
leuk.
Ook in het laatste blok met
liederen van Holst, Saint-Saëns
en Debussy werd de eenheid
van klank en sfeer bewaard en
was de toegift een echt vrolijke
ontlading van de spanning in de
laatste liederen opgebouwd.
recensie monica schiks
(offieconcert door het Emoenakoor o.l.v. Jan van Driel.
Medewerking Joop Brons: orgel, Koperkwintet. Ge
hoord: 26/6, Vredeskerk, Leiden.
Het was geen bijzonder lang concert dat het
Emoenakoor presenteerde maar wel zeer
goed voorbereid en uitstekend verzorgd! Na
afloop had de luisteraar het gevoel dat het
koor alles van zichzelf gegeven had. Al bij
het eerste werk 'De Profundis' dat Mozart
op vijftienjarige leeftijd had gecomponeerd,
traden de koorleden zeer zelfverzekerd naar
voren. Dankzij de veelsprekende, soms
dwingende aanwijzingen van dirigent Jan
van Driel werd er spatgelijk ingezet en afge
sloten.
De kwaliteit van de samenzang kwam
eerst goed tot zijn recht toen het koor niet
langer begeleid werd door Joop Brons aan
het orgel. Eventuele ongelijkheden vallen
immers niet zo op als er een flinke orgelbe
geleiding meeklinkt. Daarom was 'Psalm
100' van Mendelssohn een mooi staaltje
van zangkunst: het middendeel bleef helder
en overzichtelijk ondanks de ingewikkelde
achtstemmige zetting. Belangrijker nog was
de muzikale uitdrukking die uit dit werk
sprak. Een krachtige jubeling aan het begin
(Jauchzet..) die overging in een vreugdevol
le zang (mit Freuden..). Vervolgens een
plechtige sfeer (Erkennet..) waarna het veel
eisende middendeel inzette.
Dat het af en toe tóch lastig werd, was te
horen bij de hoge mannenstemmen die in
dit toch kleine koor soms te veel zeilen
moesten bijzetten en geforceerd gingen
klinken.
Het koperkwintet dat al een glanzend en
sonoor klinkend 'Symphony for brasschoir'
van Ewald had gespeeld, begeleidde samen
met orgel en pauken de 'Deutsche Messe'
van Schubert. Hier lagen de klankverhou
dingen toch wat ongunstig voor het koor.
Met twee of driemaal zoveel zangers zou
den we méér zang gehoord hebben. Dat
gold ook voor de slotmuziek 'King all-Glo
rious' van Wesley, waar aan het eind de
zang geheel overstemd werd door alle in-
trumentale gejuich. Feestelijk was het in elk
geval wèl!
tlphen aan den run Ter afsluiting van het Alphense aandeel van de provinciale Kunstestafette gaf de Japanse choreograaf Shusaka met mede
werking van het Dormu Danstheater afgelopen weekeinde drie voorstellingen in het parkje aan de Oudshoornseweg. Daar staan nog steeds
(tot 4 juli) de baljurken van het Amsterdamse Kunstenaarscollectief Patchwork te pronken. Na die tijd gaan ze naar een tentoonstelling in het
Belgische Gent. De baljurken vormden een mooi decor voor de bijzondere dansvoorstellingen. foto ben de bruijn