'Willen ze weg? Lijkt me logisch' De noodzaak van vertrouwen ZATERDAG 25 JUNI 1994 Ploegleider Jan Raas gaat Nijdam en van Hooydonck flink korten op salaris 's-Heerenhoek: een dijk, - een haaks daarop staande straat en de Vlissingse industrie als horizon vervuiling. De naam van het kerkdorp heeft geen bijbelse betekenis, maar zou te maken hebben met Jacoba van Beieren en de 'heer'Jan van Borssele. De familie Raas hoeft dus geen hulp van bovenaf te verwachten. Vandaar dat Jan dus voortaan liever op zichzelf, z'n golden retrievers, mechanische verklikkers en alarminstallatie vertrouwt. Raas: „Er zijn nogal wat renners die op dit moment overbetaald worden." ter. Dan moet die sportwereld ineens een burgerwereld worden, met dienst verbanden voor bepaalde tijd of onbe paalde tijd. En krijgen ze nog gelijk van die rechter ook. Ik neem het de renners natuurlijk niet kwalijk of de WBW, maar er zit een fout in het systeem. Het is te gek voor woorden. Wel de lusten, niet de lasten noemen ze dat geloof ik." En zo gebeurde het dat Jan Raas toen tertijd zijn afgestoten renners Gerrit Sol- leveld en Toine Poels na tussenkomst van WBW en burgerrechter nog enkele maanden extra vergoeding moest verle nen. Benieuwd wat de toekomstige face lift aan slachtoffers en juridische nasleep zal opleveren. Jan Raas laat zich er in elk geval niet door tegenhouden. „Twee jaar geleden hebben renners geprofiteerd van het feit dat ik in een heel laat stadi um nog een volwaardige ploeg moest formeren met voldoende FICP-punten voor de grote wedstrijden. Dat heeft, blijkt nu, in sommige gevallen tot over- betaling geleid. Voor renners van wie de contracten aflopen, is het klaar met die overbetaling." Zodat er in het laatste jaar van het contract met de huidige sponsor geld vrij zal komen voor enkele 'gerichte' aankopen. Raas: „Was dat maar zo mak kelijk. Man, met wie ik allemaal al niet heb gesproken... De een was te duur, de ander wilde bij nader inzien toch bij zijn oude ploeg blijven, en ga maar door. Om niet goed van te worden." Lijstje Bugno, Chiappucci, Rominger, Arm strong, Cipollini, Sörensen, Sciandri, Jas- kula, Museeuw: ze werden de laatste twee jaar stuk voor stuk benaderd, maar kwamen niet. Een veelzeggend lijstje: het tekent enerzijds de ambitie van Raas en anderzijds de tekortkomingen van de eigen Nederlandse rennersmarkt. Over de aanvoer van onderaf (Van Bon, Boogerd, Dekker) is Raas niet eens onte vreden, maar hij en zijn sponsor willen meer. Meespelen. Weer toonaangevend worden. Of, zoals er ook begin dit jaar in de presentatiegids van zijn ploeg stond: 'Zijn renners winnen klassiekers, Tour etappes en spelen een grote rol in de in ternationaletopwedstrijden'. Loze kreten tot nu toe. Raas ontevre den, sponsor ontevreden, de toekomst op de lange termijn biedt geen enkele garantie meer. En dat alles is te wijten aan die 'verdomde' Italianen, die maar niet van ophouden weten en de koek niet willen delen. Dat was vroeger wel anders. Raas is opgegroeid in de periode dat het peloton nog door rangen, stan den, ancieniteit en combines werd be heerst. Dat er nog respect was voor die gezonde Hollandse jongen met de machtige beenspieren, het kraakheldere koersinzicht en het ruimhartige denken als het om het verdelen van de kleinere koersjes ging. Die Raas doet nu zijn best om met z'n razendsnel veranderende tijd mee te gaan. Al verloochent hij z'n afkomst nog steeds niet. „Godverdomme, jij vraagt me nou net naar dingen waar ik geen bal verstand van heb en ook nooit verstand van zal krijgen: hoogtestages, dokterszaken en bergen. Die dingen be steed ik dus uit, aan goeie mensen. Maar je kunt nog zoveel doen, zonder discipli ne ben je nergens. Daar draait het om, ik heb het idee dat de discipline van ren ners uit andere landen groter is, de trai ningsmogelijkheden op geaccidenteerd terrein natuurlijk ook. Dat gaan we dus volgend seizoen nabootsen. Dan gaan we al in december op trainingskamp in Italië. Nadat we teruggekomen zijn, her halen we dat in januari. Dan kunnen we in elk geval niet zeggen dat we op dat gebied, bij de start van het nieuwe sei zoen, een achterstand hebben." Verslagenheid bij Jan Raas. Niet door een wielerneder- laag, maar door de gijzeling van zijn gezin, waaraan hij eigenhandig een einde maakte. archieffoto Op 6 juni, ter gelegenheid van het feit dat D-day vijftig jaar geleden plaatsvond, maakte president Clinton sa men met zijn staf een tocht over het Kanaal aan boord van het vliegdekschip George Washington. Toen het illu stere gezelschap de volgende dag weer van boord ging, nam het ongevraagd en daarom stiekum verstopt in kof fers en tassen, ook een flinke hoeveelheid scheepsgoede ren mee aan wal: enkele tientallen bad- en kamerjassen en een kleine honderd handdoeken, de meeste voorzien van het embleem van het trotse schip. Geconfronteerd met het feit dat ze zonder enig overleg tot textiel-detail- handel was gebombardeerd, besloot de marineleiding het Witte Huis dan ook maar ongevraagd een faktuur voor de geleverde goederen te sturen. Is de gelegenheid zich voor- ldoet en ze geen risico lopen om gesnapt te worden, zijn de meeste mensen tot stelen ge neigd. Bent u het daar volledig mee eens, voor het grootste deel mee eens, hebt u geen mening, bent u het daar voor het grootste deel mee oneens, bent u het daar volledig mee oneens?" Aldus luidt een van de vragen uit de zogenoemde Schaal voor Interpersoonlijk Vertrouwen die de psycholoog Julian Rotter in de loop van de jaren zeventig ont wikkelde. Afgaande op de ge beurtenissen aan boord van de George Washington lijkt het erop dat de Amerikanen als het gaat om de club die hen vanuit het Witte Huis probeert te besturen, niet meer lang hoeven na te den ken over het juiste antwoord: het is of het eerste of het tweede al ternatief. Toch zou beslist niet iedereen alleen maar een van die twee al ternatieven kiezen. Waarom niet? Rotters schaal bevat ook items als 'Mensen zijn tegen- woordiger hypocrieter dan vroe ger' en 'Over het algemeen zijn mensen die apparaten zoals was machines, televisies en geluids installaties repareren, eerlijk'. Uit het onderzoek met deze en de 22 andere vragen van zijn schaal, dat Rotter bij ruim 15.000 men sen heeft uitgevoerd, blijkt dat een duidelijk onderscheid ge maakt kan worden tussen 'ver- Of we tot het ene of het andere type behoren, blijkt nogal wat uit te maken voor hoe we ons ten opzichte van anderen voelen en gedragen. In tegenstelling tot wat nog weieens gedacht wordt, is er geen bewijs dat mensen die goed van vertrouwen zijn en blijven, minder intelligent, meer naïef en meer suggestibel zijn dan men sen die tot wantrouwen geneigd zijn. Het verschil tussen beide groepen is veeleer een verschil in levenshouding en mensbeeld. De bekende psycholoog Erik Erikson heeft vertrouwen ooit gedefinieerd als: een fundamen teel geloof in de goedheid van anderen en in de welwillendheid van de wereld waarin we leven. Hij duidt die houding aan met de veelzeggende uitdrukking basic trust. Erikson is van mening dat de eerste levensjaren beslissend zijn voor het al dan niet ontwik kelen van basic trast. Maar een hele reeks wetenschappelijke studies wijst erop dat de ge neigdheid tot vertrouwen of wantrouwen waarschijnlijk over een veel langere periode ge vormd wordt. In een artikel dat heel recent is verschenen in het Amerikaanse tijdschrift voor psychiatrie geeft John Livesley op basis van twee- lingenonderzoek een overzicht van de bijdragen die erfelijkheid en omgeving aan de vorming van persoonlijkheidseigenschappen leveren en laat zien dat voor een eigenschap als achterdocht die bijdragen ongeveer gelijk zijn. Met andere woorden, we worden blijkbaar geboren met een meer of minder sterke geneigdheid tot vertrouwen of wantrouwen, maar wat er werkelijk van die ge neigdheid wordt, hangt voor een groot deel af van wat we op ons levenspad tegenkomen. Twee belangrijke verschillen in reactiepatronen tussen 'vertrou- wers' en 'wantrouwers' zijn de volgende. Op de eerste plaats is er een groot verschil in bereid heid om een betrekkelijk onbe kende ander te vertrouwen. De 'vertrouwer' heeft de houding van: „Ik zal hem vertrouwen tot ik duidelijk bewijs van het tegen deel heb." De 'wantrouwer' heeft de houding van: „Ik vertrouw hem niet, totdat ik duidelijk be wijs van het tegendeel heb." Het tweede verschil is dat de 'vertrouwer' meer geneigd is om anderen een tweede kans te ge ven en daarmee om de rechten van anderen, zoals het recht op een (faire) behandeling, te res pecteren. Toch zijn vertrouwers niet slechter dan wantrouwers in het onderkennen van wie ze mo gelijk wel en wie niet kunnen vertrouwen, maar ze zijn eerder geneigd het voordeel van de twij fel te geven. Dat betekent welis waar dat vertrouwers vaker door bedriegers worden genomen, 1994. Twintig seizoenen als professional in de wiel rennerij, dat is een feestje waard. Maar Jan Raas heeft voorlopig geen behoefte aan champagne. Eerst samen met Anja dat angstcomplex zien kwijt te raken. En eerst moet zijn ploeg, Word Perfect, maar weer eens echte helden daden gaan verrichten. ,Op de avond van 19 maart trof Raas zijn gezin in gijzeling aan. Alle stoppen brandden door bij de ploegleider, die de overvallers letterlijk het huis uit sloeg, De misdaad was verijdeld, maar had zijn sporen achtergelaten. Nu, drie maanden (ater, zijn de criminelen nog steeds op j vrije voeten en is het leed nog niet gele- den. Dat bewijst de aanwezigheid van de Belgische 'mannetjes' die Jan Raas die dag over de vloer heeft, om binnen al het hang-en sluitwerk nog eens op hun deugdelijkheid te testen. Nee, de plek in het toch zo vredig lij kende 's-Heerenhoek heeft hem privé nog weinig geluk gebracht. „We hebben hier al veel meegemaakt. In de oud- jaarsnacht van '78 op '79 is de hele boel ook al een keer afgefikt. Een leuk vuurtje was dat ja, bij min zeventien en met een vrijwillige brandweer die de boel ook al op een andere manier had natgehou- den." Hij heeft z'n humor terug en dat is al i heel wat. Problemen thuis, problemen in de ploeg, problemen met het vinden van een sponsor na het wegvallen van Buckler: Raas dreigde een knorrig man netje te worden. Een mannetje dat twee jaar geleden acht maanden tegen z'n natuur in op stap was met een diploma- tenkofferje in plaats van met renners. De bedrijven langs, om de toekomst vast te I houden. „Dét doe ik dus niet meer. Daar ben ik niet geschikt voor. Daar zijn anderen stens zo vaak zichzelf beet door dat ze eerlijke mensen wantrou wen en afwijzen en daarmee de voordelen verspelen die het schenken van vertrouwen ge bracht zou hebben. Zoals Samuel Johnson het ooit zei: „Het is gelukkiger om soms bedrogen te worden dan om niet te kunnen vertrouwen." Een van de omstandigheden waaronder de vertrouwer tot soortgelijk wantrouwen als de wantrouwer kan vervallen, is de aard van het leiderschap waar hij in zijn groep, bedrijf of land aan wordt blootgesteld. De mate van wantrouwen die er in een groep heerst, hangt na melijk sterk samen met het type leiderschap in die groep, zoals de socioloog Sennett in zijn boek Autoriteit op schokkende wijze heeft duidelijk gemaakt. Een van die typen noemt Sennett 'pater nalisme' of 'de autoriteit van val se liefde'. Het gaat om leiders die zichzelf presenteren als bezorgde vaders, die hard werken voor de belangen van de aan hen toever trouwde mensen, terwijl waar het hen werkelijk om gaat macht en persoonlijk gewin is. De 'goe de vader' vermomming kan heel effectief zijn. totdat politieke of economische ontwikkelingen de 'autoriteit van de valse liefde' dwingen zijn ware aard te tonen. Voorbeelden daarvan vinden we in west en oost. President Nixon, bijvoorbeeld, gaf toe dat hij over het Amerikaanse volk dacht als 'zijn kinderen' en een andere president, L.B. Johnson, dat hij door het volk bemind wilde wor den als een vader en zich diep gekwetst voelde als dat niet het geval was. Josef Stalin verklaarde botweg: „De staat is het gezin en ik ben de vader." Het tweede type leider dat wantrouwen bevordert, wordt door Sennett omschreven als 'autonome' autoriteit of 'autori teit zonder liefde'. Het is de lei der die van gevoelens niets moet hebben of die wantrouwt. Voor beelden zijn de dokter die pa tiënten behandelt als dingen of machines, de leraar die onder wijs beschouwt als het afdraaien van een lesprogramma, de za kenman die hel niet tot zijn taak vindt behoren om met de gevoe lens van zijn werknemers reke ning te houden en de politicus technocraat die besturen vooral als een strategische en boek houdkundige aangelegenheid ziet. Terwijl de 'autoriteit van de valse liefde' liefde en aandacht belooft en faalt in het geven er van, veroorzaakt de autoriteit zonder liefde, door gevoelens volledig te negeren, dat mensen zich gaan afvragen of ze als indi viduen überhauptnog wel enig gewicht in de schaal leggen. Beiden type leiders produce ren daarmee op den duur inten se gevoelens van frustratie, ont goocheling, boosheid en wan trouwen. Burgers reageren die gevoelens af met ofwel burgerlij ke ongehoorzaamheid, ofwel on verschilligheid ten opzichte van de politiek, ofwel met fantasieën over inspirerend leiderschap, of wel met anarchistische fantasie ën ('weg met alle autoriteit'). Vol gens Sennett verkeren we in het tijdperk van het leiderschap zon der liefde. Vandaar zijn definitie van democratie als 'georgani seerd wantrouwen'. Vandaar ook, volgens hem, de bijna zieke lijke aandacht onder politici voor zaken als veiligheid, criminaliteit, controle op misbruik van voor zieningen, en dergelijke. Als er over enige tijd weer een minis tersploeg onder aan de paleistrap staat en u vraagt zich af wat hen motiveert, denk dan eens aan de veronderstelling van de Franse filosoof Albert Camus: „Bij gemis aan liefde kan men het zoeken in de eer. Trieste eer." RENE DIEKSTRA hoogleraar klinische en gezondheidspsychologie voor. Laat mij maar bij de renners blij ven. Dat is m'n stiel. Ik ga dat vanaf nu weer meer doen. Die overval, daar wil ik het liefst niet meer over praten. Dat is gedaan. We hebben de zaak zo goed en kwaad als het ging verwerkt. Natuurlijk ga je er anders over denken, over het le ven. Dat er belangrijkere dingen zijn dan fietsen. Maar ik kan me niet veranderen. Je doet dit werk goed of je doet het hele maal niet. Minder dan honderd procent kan niet. Zo simpel is dat. Ik ga er weer fors tegenaan. Een functie als die van Post, daar denk ik nog niet aan. Post is een zestiger, ik ben 41. Op zijn leeftijd zou ik er ook zoals hij over denken. Na de haast traumatische ervaring in maart, waren april en mei nodig om de zaak weer op een rij te krijgen. Juni ge bruikt Raas nu om z'n ploeg weer in het gareel te krijgen na een zwart voorjaar, ook in sportief opzicht. Tot overmaat van ramp moest PR-manager Harrie Jansen in dezelfde periode wegens een hartinfarct gas terug nemen. Op de uit slagenlijsten hield alleen nog de Russi sche nieuwkomer Viatsjeslav Jekimov de eer hoog. Raas sprak dreigende taal richting de andere grootverdieners in zijn ploeg. werd vanaf de Ronde van Luxemburg weer een echte ploegleider, zag Frans Maassen in Diekirch het eindklassement vervolgens Erik Dekker sco- de Ronde van Zweden. Kleine lar ze tellen. Ze moeten het opstapje vormen naar het broodno dige herstel. Gesprekken Raas dus overdag weer in de ploeglei dersauto en na de etappe in de grote bus van de sponsor. Hij greep z'n aanwezig heid en z'n verblijf in de nabijheid van zijn renners de afgelopen weken aan om met enkelen van hen 'indringend' van gedachten te wisselen. Het altijd tere onderwerp: de contracten voor volgend jaar. De toon van de functioneringsge sprekken zal sommige renners niet mee gevallen zijn. Want Raas mag dan wel weer die twinkeling van achter z'n brille- glazen hebben teruggevonden, hij blijft Raas: een ploegleider van de oude stem pel, introvert, hard doch rechtvaardig, rechtlijnig en daadkrachtig. Hij draait er nu ook niet omheen. Na men noemen doet hij niet, maar die zijn niet eens nodig. Die laten zich gemakke lijk invullen. „Er zijn nogal die op dit moment overbetaald worden. Als hun contract afloopt, hebben ze pech. Dan is er geen plaats meer, tenzij ze fors inleveren. In bepaalde gevallen is dat de helft van wat ze nu nog verdie nen, ja.... Hebben ze daar geen zin in, dan kunnen ze omzien naar een andere sponsor. Dan hebben ze vanaf nu de ge legenheid te solliciteren bij een andere ploeg. Nijdam en Van Hooydonck? Die hebben natuurlijk dik onder hun niveau gepresteerd. Dat heb ik hen ook verteld. Ze kunnen blijven, maar voor minder geld, voor veel minder geld. Willen ze weg, dan lijkt me dat logisch. Dat ze zeg gen dat ze nu eerst gaan kijken of ze een andere sponsor kunnen vinden, dat is een hele normale reactie. Niemand uil graag inleveren, zeker niet als je rond de 30, 31 jaar bent. Maassen heeft volgend jaar nog een contract. Hij tekende, bij het begin van de overeenkomst met Word Perfect voor drie jaar. Dat is zijn geluk ja. Daar torn ik niet verder aan." Het is één van z'n grote frustraties als bewaker en verdeler van de ruim negen miljoen gulden, die WordPerfect jaar lijks 'schuift'. Raas: „Als ze minder pres teren dan verwacht, komen ze heus niet naar je toe om je te vragen of ze minder mogen verdienen. Maar als ze een grote overwinning be halen, komen ze wel direct langs voor salarisverhoging, die je dan in de meeste ge vallen nog geeft ook. En als het contract is afgelopen en je verlengt dat niet omdat daar sportieve of weet ik wat voor redenen voor zijn, dan heb je de poppen aan het dansen. Dan stappen ze naar de WBW (de rennersvak bond, red.) en naar de rech

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1994 | | pagina 37