Betty Stöve
is terug van
weggeweest L
Een mensenleven
langs de baan
Het gravel is nog maar
nauwelijks uit de
schoenen geklopt of de
internationale ten-
nistop moetal weer
aan de bak op het hei
lige gras van Wimble
don, waar het publiek
zich traditioneel ver
maakt met veel aard
beien met slagroom.
Voor de ogen van de
immer aan wezige Her
togin van Kent wordt
vanaf maandag gestre
den om de meest aan
sprekende titel van de
vier Grand Slam-toer-
nooien. Nederlands
beste tennisster aller
tijden, Betty Stöve, ver
loor in 1977 de finale
van Virginia Wade, dit
jaar is zij terug als
coach van het aanstor
mende talent Kristie
Boogert. Ook op de tri
bune zit de 80-jarige
Frans van der Staay,
een echte tennisfanaat
die er in 1935 al bij
was toen Fred Perry op
Wimbledon won.
ZATERDAG 18 JUN11994
Coach van Kristie Boogert heeft speciale band met Wimbledon
Betty Stöve debuteerde in 1963 op
Wimbledon en heeft sindsdien
geen jaar overgeslagen. Nog
steeds speelt ze haar partijtjes op het gras
aan de Church Road, inmiddels uiteraard bij
de veteranen. Ze stond bekend als een uitge
kookte dubbelaar met een gevreesde volley.
Na haar actieve loopbaan werd ze de coach
van Hana Mandlikova, maar jaren geleden
werd het stil rond 'de Dutchess' zoals ze door
de Engelsen werd genoemd. Nu is de 48-jari-
ge ster van weleer weer terug aan het front.
Als coach van het Nederlandse talent Kristie
Boogert. Stöve: „De meiden in de top hebben
geen idee van het leven."
Wimbledon was een beetje haar thuis C.Ik
ken daar elke stoeptegel") en de Engelsen
vonden Betty Stöve een toffe meid („Ik ben
een Anglofiel"). Maar voor de Amerikanen
was ze vooral die stevig gebouwde en moei
lijk te doorgronden Hollandse. De vermaarde
TV-commentator Bud Collins, nog steeds
achter de microfoon van NBC, noemde haar
twintig jaar geleden 'Big Bad Betty'
Die titel was Stöve op een bepaald mo
ment zo zat dat ze Collins een keer tegen de
grond gooide. Daarna werd de bijnaam nooit
meer gebezigd en dat was voor Julie Held-
man weer reden om in het blad World Tennis
een grote reportage over Stöve te schrijven
onder de titel 'Kijk uit hoe je haar noemt'.
Chris Evert zei daarin dat Stöve haar eigen
kracht niet kende. „De meesten geven je als
begroeting een hand of zoen. Betty geeft je
een stevige knuffel en tilt je een stukkie op."
Niet altijd wist men de leading lady van het
Nederlandse tennis goed in te schatten, maar
ondanks alles was ze vrijwel overal populair
en genoot ze aanzien. In ons land is een pop
groep naar haar genoemd, de band Bettie ser
veert.
„Een raar verhaal", zegt de tennisprof van
toen. „Een van de bandleden heeft het me
uitgelegd. Hij liep bij De Slegte en zag het in
structieboekje liggen dat ik ooit heb uige-
bracht. Dat heet Betty serveert. Dat vond-ie
een mooie naam. Om problemen te voorko
men hebben ze van de y een ie gemaakt. Ik
kreeg een bandje opgestuurd en al is het niet
mijn smaak, ik vind het wel grappig dat de
band mijn naam draagt. Ze schijnen trou
wens in Engeland populairder te zijn dan in
Nederland."
Betty Stöve is weer terug van weggeweest.
Ze was tussen in de jaren tachtig coach van
Hana Mandlikova, verdween daarna even en
duikt nu weer op als coach van Kristie
Boogert. Hoewel de Zuidhollandse vooral in
het enkelspel wil gaan scoren, zal ze toch wat
vaker in het dubbelspel opduiken, omdat
haar leermeester dat graag wil. Dubbelen is
goed voor je ontwikeling, meent Stöve, die
zelf tien Grand Slam-titels op dit onderdeel
haalde.
De mixed-dubbel met Menno Oosting op
Roland Garros was in feite het begin voor
Boogert. Een experiment dat door Stöve werd
begeleid vanaf de tribunes. En met groot suc
ces. De Nederlandse combinatie veroverde
tot ieders verrassing de titel in Parijs. „Van de
bond mocht Kristie nooit dubbelen. Nu krijgt
ze de kans. Het is goed voor haar."
Klassiek
Stöve begeleidt het 20-jarige talent uit Zuid-
Beyedand sinds de Australian Open, waar de
speelster nog zonder coach was. Ze heeft de
supervisie en wordt geassisteerd door Jef
Gees, een Belgische trainer. Stöve ziet in het
blonde talent met de paardestaart („Ik kende
haar al als kind, toen had ze nog twee
staartjes") een klassieke speelster. Niet een
baseliner die alleen van achteruit hard slaat
zoals de meesten van de huidige generatie,
maar een tennisster die ook aan het net iets
kan.
„Of Kristie de nieuwe Betty Stöve wordt?"
Ze lacht. „Ach, waarom eigenlijk niet. Ik was
op mijn twintigste ook nog niet zo goed."
De goede tijd van de in Alblasserdam ge
boren Stöve kwam pas na haar dertigste. Als
32-jarige stond ze in haar eerste en enige
Wimbledon-finale, die ze verloor van Virginia
Wade. Het was 1977, het jaar dat ze in totaal
drie keer onderuit ging in een eindstrijd van
The Championships. Want ook de mixed met
Frew McMillan en de dubbel met Martina
Navratilova gingen verloren. „Het is toch wel
een van de meest memorabele toernooien
uit mijn carrière geweest", zegt Stöve, die een
miljoen dollar aan prijzengeld bijeen sloeg.
In dat bewogen seizoen bereikte ze ook de
hoogste positie op de wereldranglijst: 5.
Stöve heeft nog met het houten racket ge
speeld. Tegenwoordig staat ze ook gewoon
met het 'high-tech-spul' te tikken. Nou ja tik
ken. Vandaag de dag wordt steeds minder
gevoel in de slagen gelegd, mëent Stöve. „Ik
heb de ontwikkelingen natuurlijk op de voet
gevolgd. Het kijk-element bij tennis heeft
veel schade geleden. Vroeger draaide het nog
om gevoel en taktiek, het plaatsen van een
bal. Wij konden met die houten rackets ook
knallen hoor. Ze praten nu over de te harde
service bij de mannen en ze willen het ser
vicevak daarom verkleinen. Maar in '63 voer
den wij die discussie ook al, omdat Chuck
McGinly met zijn houten plankie al zo enorm
serveerde.
Wij konden wel uithalen, maar stonden lie
ver te 'melken' zoals we dat noemden. Nu
gaan die meiden voor een shot. Dat moet
wel, anders verlies je. Iedereen doet het. Het
begint al op de tennisschool. Daar staan ze
tegenwoordig keurig in een rijtje om vervol
gens een voor een die bal een knal te geven.
Ach, je moet het nu nemen zoals het is. Ik
geniet er nog steeds van, ook al is de finesse
en de creativiteit minder. Ik ben het ook niet
eens met de kritiek dat vrouwentennis onin
teressant is of dat de vrouwen te goed wor
den betaald. Dat neemt niet weg dat veel
speelsters in het circuit niet fit en te zwaar
zijn. Ik wil niet op de lijn van Richard Kraji-
cek gaan zitten, die het een paar jaar geleden
over 'vette varkens' sprak, maar een kern van
waarheid zit er wel in. Ik vind dat de vrouwen
net als de mannen best-of-five moeten spe
len op de grote toernooien en dat het prij
zengeld overal gelijk moet worden getrokken.
Bij de Australian Open wordt volgend jaar
misschien al begonnen met vijfsetters. Waar
om niet?
Veel huidige toppers hebben geen idee wat
het leven inhoudt. Dat Jennifer Capriati nu is
ingestort is triest. Van zo'n meisje wordt op
haar dertiende al zo veel verwacht. Dat kan
niet. Je laat een journalist toch ook geen
hoofdartikel schrijven op zijn dertiende?"
Volgens Stöve zouden de tieners pas later
in het circuit moeten duiken. Een verhoging
van de leeftijdsgrens zou ze toejuichen. „Dan
zijn ze volwassener en hebben ze nog tijd ge
noeg. Ik was 32 toen ik de finale op Wimble
don haalde. Dat zegt genoeg."
Tennistoerist Frans van der Staay (80)
zag in 1935 Fred Perry al Wimbledon winnen
Op 12 mei werd Frans van der Staay 80
jaar. Volgende week volgt hij in Lon
den zijn 21ste Wimbledon op rij.
Sinds 1973 miste hij geen dag. Maar in 1935, als
student, was hij er ook al bij. Zag toen Fred Perry
winnen, de levende Britse legende, die in brons
vereeuwigd is bij de hoofdingang van Wimbledon.
In de jaren vijftig en zestig was hij er ook nog een
paar keer. Frans van der Staay draagt een journalis
tenpas, maar eigenlijk is hij vooral liefhebber. Mis
schien wel de zuiverste. Tennistoerist is hij wel
eens genoemd. Mooie omschrijving.
De Velpenaar heeft dezer dagen moeite om een
vrij half uurtje te vinden. Het zijn drukke tijden. Hij
treinde de afgelopen weken naar de toernooien
van Hamburg, Düsseldorf, Roland Garros en Ros
malen. Gisteren vertrok hij naar Wimbledon, per
trein, boot en weer trein. Daarna volgen Baastad,
Basel, Essen, Parijs Bercy, Antwerpen en Frankfurt
nog. Telkens om tennis te kijken.
„Ik heb het altijd al gevolgd, maar ik ben na mijn
pensionering de journalistiek ingegaan. Ik was chef
reprografische dienst bij Akzo en ben tennis gaan
volgen omdat het me uitermate interesseert. In
1980 op het Melkhuisje kwam ik in contact met
een aantal, mensen die een nieuw tennisblad wil
den opzetten, Tennis Revue. Vanaf het eerste num
mer zit ik er nu bij. Ik schrijf kleine stukjes over wat
ik meemaak. Persoonlijke ervaringen, maar ook
over de spelers."
„Sindsdien houd ik thuis ook een journaal bij.
Alles over tennis uit alle kranten, Nederlandse en
Engelse. Het zijn nu tien ordners en natuurlijk nog
wat stapels. Als ik er niet meer ben, mag Bep van
Houdt (de radioverslaggever, red.) het hebben. Als
ik thuiskom van een toernooi ben ik dus hartstikke
druk. Maai' minder druk dan op de toernooien. In
Parijs en op Wimbledon zit ik vaak in de radio-ca
bine bij Bep. Bep gaat nooit weg tijdens de partij.
Hij noteert elke slag. Dan haal ik wel eens een
drankje voor hem. Verder volg ik de matches en
praat ik met veel mensen.
In 1935 was ik met wat studenten op Wimble
don, hadden we staanplaatsen geregeld. Ik tenniste
toen ook al. Op het gymnasium hadden ze me in
het doel gezet bij het voetbal. Dat beviel me niet
zo, toen ben ik gauw overgestapt op tennis. Nee,
nooit een topper. Gewoon amateur. Ik heb een jaar
of vijftig getennist. In 1979 heb ik een zweepslag
gehad en daar ben ik toen mee doorgelopen, jam
mer genoeg wel.
Voordat ik in 1980 die journalistenpas kreeg,
stond ik in Londen altijd in de queue. Op alle tijden
van rie nacht en de ochtend. Ik werd een keer om
kwart over twee wakker en dacht: laat ik maar gaan
queuen Toen ik op Church Road aankwam lagen
er tachtig mensen te slapen. Tien minuten later
kwam er een vrouw aan die ik kende. Ik supe
renthousiast: hé hallo. Kreeg ik toch op m'n don
der, dat ik wat stiller moest doen. Want al die men
sen lagen te slapen, zei ze.
Aan dat queuen heb ik veel kennissen overge
houden. Tijdens het toernooi van Basel logeer ik bij
kennissen met wie ik twintig jaar in de rij stond. Ik
heb AOW en een klein pensioentje. Ik reis per trein,
bus en boot. En met de 65-plus kaart hè. Die geldt
in het buitenland ook. Maar ik ben goedkoper uit
als ik op reis ben, dan wanneer ik thuis ben. In
Frankfurt bij de Worldcup logeer ik bij de general
manager van Finnair. In Parijs logeer ik bij mijn
zoon. Dan neem ik twee metro's, dan de trein en
dan twintig minuten lopen. Dat is toch wel vrij ver
moeiend aan het worden. Maar dan slaap ik in Ne
derland gewoon weer een dagje uit. Zo scharrel ik
een beetje rond. Tennis Revue kan dat allemaal
niet betalen."
„Met de spelers heb ik goed contact. Ik ken Ed-
berg, Jariyd, Wilander allemaal al vanaf hun vijf
tiende. Die Zweden zijn fantastische mensen. Ik ga
ook al jaren naar Basel. Daar zat Edberg destijds in
zijn dooie eentje in de spelerslounge. Heb ik een
praatje met hem gemaakt. Hij kende toen bijna
nog geen Engels. Jarryd ken ik ook goed. Ik heb nog
een kaartje van hem gehad van zijn bruiloft. Niet
dat ik kind aan huis ben, maar ik ken ze wel alle
maal.
Die van vroeger ken ik ook allemaal. Laver, New-
combe, Roche. Ik ging altijd naar de trainingsba-
nen en dat doe ik nog. Daar spreek ik ze gewoon
aan. En als je dat regelmatig doet, onstaat er van
zelf contact. Ook omdat je overal komt, leren ze je
kennen.
Borg was een vervelende vent. Qua tennis na
tuurlijk prachtig, maar de meest vervelende vent
die er rondliep. Heel egoistisch mens. Voor de
Zweedse jeugd heeft hij geen pest gedaan. Hele
maal niks.
„Kijk, deze foto met
John McEnroe is 's
nachts om half één
gemaakt in Antwer
pen." FOTO GPD
McEnroe was heel anders. Kijk, deze foto met
John McEnroe is 's nacht om half één gemaakt in
Antwerpen. In Antwerpen zijn tijdens het toernooi
altijd de Miss verkiezingen. In een disco. McEnroe
zat in de jury. Ik kwam hem tegen en zei: 'John je
moet morgen tegen Hlasek, je moet naar bed.' Hij
zei: 'Dat is pas om vier uur, maar heb je wel een
pepermuntje voor me?' Die heb ik altijd, dat weet
hij, want hij had al vaker van me gehad op Wim
bledon. Ik gooide toen maar een hele rol naar hem
toe over de dansvloer: beroering in de tent, want ze
dachten dat ik een bom ofzo naar hem toe gooide.
Twee keer per jaar koop ik naast metro-station
Earls Court op de route naar Wimbledon een doos
pepermunt van 48 rollen. Trebor, vroeger was dat
Nederlands, nu staat de fabriek in Engeland. Van
King krijg je dorst, van deze niet."