ZATERDAG S BIJVOEGSEL Streetdogs, gewoon een groepje vrienden r 991 ZATERDAG 18 JUNI 1994 Streetdogs noemen ze zichzelf. Een groep Marokkaanse jongeren, die in Leiden met steeds meer argwaan wordt bekeken. Voor een groot deel onterecht, zeggen de jongens zelf. ,,De mensen denken vaak dat we gevaarlijk zijn, maar dat zijn vooroordelen. Hoe gaat het spreekwoord ook al weer in het Nederlands? Onbekend maakt onbemind. "Ze lachen zelf hartelijk om de anekdote van een van hen. „Op een gegeven moment werden we uitgenodigd voor een schietpartij. Maar die ging op het laatste moment niet door. De jongen die het zou doen, moest om negen uur thuis zijn. 'Kijk uit voorde hond', meldt een T- shirt dreigend. In de praktijk valt dat mee, zeggen de Street dogs. Dizzy (met pet): „Natuurlijk doen we wel eens wat. Maar dat wil toch niet zeg gen dat we crimine len zijn? Over Neder landse jongens lees je nooit wat, de aan dacht is altijd op ons gevestigd." roky, een 17-jarige die zich net m als de meeste Streetdogs be- dient van een bijnaam, wil het nu wel eens allemaal vertellen. Hij is het zat, de manier waarop hij en zijn vrienden worden behandeld. „Als we iets goeds doen, wordt het nóóit gezegd. We krijgen alleen wat te horen als er iets verkeerds is gebeurd, weet je. Dan wijst iedereen in on ze richting. Ook als we het niet hebben ge daan." „Ja hoor", zegt Dizzy. „Ik heb een straf blad. Er staan veel dingen op die ik niet heb gedaan. Dit jaar met oud en nieuw heeft de politie me ook opgehaald na relle tjes en vernielingen in de Marnixstraat. Bij de vernielers zaten een paar Marokkaanse jongens. Weet je wat er gebeurde? Alle Marokkaanse jongens die bij mij in de straat wonen, moesten meekomen. Ik heb daar twee dagen gezeten, voor niets. Ande ren hebben nog langer vastgezeten op het politiebureau. Natuurlijk doen we wel eens wat. Maar dat wil nog niet zeggen dat we criminelen zijn. Weet je wat ik zo verve lend vind? Over Nederlandse jongens wordt nooit wat gezegd, lees je nooit wat in de kranten. Ik ken er genoeg die van al les en nog wat uitvreten. Maar de aan dacht is altijd op ons gevestigd." De groep is belangrijk voor de jongens, die zich bijna zonder uitzondering aange trokken voelen tot de hiphop-cultuur. Streetdog zijn geeft ze status. En vooral j ook de nodige veiligheid, al voeren de jon- gens dat in eerste instantie niet als voor deel aan. „We zijn gewoon een groep vrienden", aldus Croky. „Gezellig met el kaar optrekken, een beetje onze naam op -*de muur schrijven." Of ze een echte gang zijn? De jongens vinden van niet. Al heb ben hun voorgangers van zo'n vijf, zes jaar geleden de first generation Streetdogs, zoals ze het noemen wat dat betreft een 1 naam. „Die waren hard", zegt Cassanova (17) vol vuur. „Die waren voor niemand bang. Sloegen gewoon de politie in el kaar." Croky: „Maar zoals zij waren, zijn wij niet. Wij zijn gewoon hun zachtere op- volgers." „In een echte bende is er één de I baas. Maar dat is bij ons niet zo", zegt de 'Leeuw van de Adas'. Burcht - De leden van de vaste kern zien' elkaar elke dag. In jongerencentrum het Breehuys, één van de buurthuizen of op straat. De Burcht is een favoriete plek om rond te hangen. Maar daar rommelt het de laatste - tijd. Zo zijn er bewakers ingehuurd die het 3t I hek elke avond stipt om elf uur sluiten. En ook de politie bemoeit zich inmiddels met de zaak. „We hebben tegen ze gezegd dat ze er gedurende langere tijd niet meer mogen komen", zegt politiewoordvoerder Ton Stuifbergen. „Er is bij de Burcht sprake van een openbare orde-probleem. Er werden vernielingen gepleegd, mensen klaagden over overlast. We hebben maatregelen aangekondigd en dan moet je ze ook uit voeren." Ook hij weigert overigens de Streetdogs aan te duiden als een gang als een bende. „Elke groep jongeren heeft de potentie in zich om verkeerde dingen uit te vreten", zegt hij. „Maar dat wil nog niet zeggen dat het een criminele groepering is. Als een jongen wel eens dingen uithaalt, die niet mogen, wil dat niet zeggen dat hij een crimineel is." De jongens komen intussen bijna niet meer in de Burcht en zeker niet in zulke grote groepen als voorheen. Maar met het mooie weer van deze week leek het ze een goed idee om juist op die plek te gaan pra ten. Als ie de trappen beklimmen, ontwa ren ze op het terras van het Koetshuis een man van jeugd- en zedenpolitie. „Hé, we zitten hier", roepen ze vol branie. „Sommige politie-agenten zijn aardig", meent een Streetdog. „Maar anderen zijn vreselijk." Zonder uitzondering klagen ze over de manier waarop de Leidse politie met ze omgaat. „Ik ken een Marokkaanse jongen die iedere keer van huis wordt ge haald als er in een winkel is ingebroken. Die wordt er knap wanhopig van", zegt C.P. (Cool Player). „Ze geven niets om on* ze ouders. Want die krijgen wel een hart aanval als ze je komen halen." Een ander: „Een paar weken geleden za ten we ook hier en toen kwamen er politie agenten. Weet je wat ze zeiden? Als jullie nu niet weggaan, dan laten we de politie honden naar binnen en doen we het hek dicht." Weer een ander: „Als we in het weekend uit zijn geweest en door de stad op weg gaan naar huis stopt er vaak een auto met politie. Zitten ze een beetje naar ons te loeren. Ja, dan gaan wij wel een gek ke bek trekken, weet je." Nederlanders „Veel Nederlanders denken dat Marokka nen erg zijn", zegt Dizzy. „En Marokkanen denken daarom direct dat alle Nederlan ders denken dat Marokkanen erg zijn." De verhoudingen raken op die manier een beetje gespannen. Een gevaarlijke situatie, zeggen de jongens zelf. Je krijgt de neiging de slechte naam die je toch al hebt, dan ook maar waar te maken. Het heeft ook met eer te maken, geeft Cassanova aan. „We zijn bijvoorbeeld heel goed op school. Maar als de leraar vervelend tegen ons doet, nemen we hem te grazen." Toch kiest bijna niemand voor een cri minele carrière. Renske Geertsma, jonge renwerkster van Buurthuis de Pancrat, die veel met de Streetdogs optrekt: „Hoe lan ger ik ze ken, hoe meer het me opvalt dat het zulke gewone jongens zijn. Ik zal nooit zeggen dat het lieverdjes zijn en dat ze nooit wat flikken, maar ik vind niet dat ze wezenlijk verschillen van welke andere jongeren dan ook. Ze doen de dingen op precies dezelfde manier. Ze zitten in de groep om samen de wereld om zich heen te ontdekken, ze kiezen voor de gezellig heid en de veiligheid van die groep. Net als meiden." Ze beleeft ontzettend veel lol aan de Streetdogs, al is ze inmiddels gestopt met de open soos op dinsdagavond. De groep werd te groot en is daardoor nauwelijks beheersbaar. „Een buurthuis is daar niet op ingericht", aldus de jongerenwerkster. Maar de kleine kookclub, waarmee ze deze week in het buurthuis is begonnen, is bij voorbeeld wel weer een succes. „Dat moet je eens zien. Staan ze echt te kibbelen. 'Die uien moeten kleiner gesneden', 'niet', 'wel', 'wie kan er hier nu koken?' Dat is ge woon zo leuk om te horen", zegt Geerts ma. „Het beeld dat de mensen hebben, als zouden de Streetdogs een bende zijn, dat vind ik zó dom, zó kortzichtig. Het gaat ge woon goed met het overgrote deel van die jongens. Met één of twee gaat het slechter, maar dat soort dingen zie je in willekeurig welke groep gebeuren." Geslaagd De jongens hebben grootste {Mannen. De 'Leeuw van de Atlas' heeft net te horen ge kregen dat hij geslaagd is. „Ik wil doorle ren, ik ga volgend jaar naar de MEAO", zegt hij. „En ik ben heel goed in Thai-bok- sen. Daar wil ik alles mee bereiken. En als dat is gelukt, wil ik een goede' baan en trouwen. Niet per se met een Marokkaanse vrouw, hoor..." Cassanova mag zijn papiertje ook gaan ophalen. „Volgend jaar ga ik naar het voor bereidend hoger beroeps onderwijs", zegt hij. Brillie Vanilli meldt trots dat hij begint aan een tweejarige opleiding voor vlieg tuigmonteur. Op een gegeven mo'ment is de koek op, hebben de Streetdogs even genoeg van de serieuze praat. Grappen en grollen vliegen over en weer, een goede mop wordt direct beloond met lachsalvo's en op zijn Amerikaans high fives. Ook grappen over Marokkanen doen het goed, de Streetdogs zien daar de humor wel van in. „Dit is een hele harde", zegt Cassanova. „Een stel van 'die domme Marokkaanse boeren krijgt last van een sprinkhanen plaag. Ze grijpen allemaal hun bijl en pro beren die beesten dood te hakken. Tsjaf, tsjaf... Maar dat-schiet natuurlijk niet op. Op een gegeven moment besluit de rege ring hulp te bieden. Die boeren staan nog steeds te hakken als de helikopters aan ko men vliegen. Eén boer ziet het en raakt he lemaal in paniek. 'Hellup, daar heb je hun moeders'." „Wij Marokkanen zijn gewoon wat druk ker, wat speelser", legt Croky het lawaai uit. „Op veel mensen komt dat misschien bedreigend over, maar we bedoelen er niets mee." Er zijn meer cultuurverschillen met Nederlandse jongeren. Zo snappen de Streetdogs niets van de manier waarop hun buurjongens of -meiden met hun ou ders omgaan. Beest: „Sommige Neder landse kinderen zeggen zomaar 'vuile te ringlijder' tegen hun vader of 'ik haat je'. Zo werkt dat bij ons niet. Je ouders moet je respecteren." Rocky heeft problemen met zijn familie. Hij is een paar keer weggelo pen, problemen met zijn vader. „De regels die hij stelt, daar kan ik me niet aan hou den", zegt hij. „Maar dat betekent niet dat ik hem haat, het is gewoon allemaal een beetje moeilijk." De Streetdogs wekken de indruk te wor stelen met wat hun ouders en de Koran hen voorschrijven. Het lijkt alsof ze een soort compromis hebben gèsloten. Nü doet een aantal Streetdogs dingen die vol gens het geloof niet mogen sommigen blowen, roken of drinken maar ze den ken allemaal over een paar jaar hun wilde haren te zijn kwijtgeraakt. „Als ik getrouwd ben, ga ik gewoon weer netjes naar de moskee", zegt Cassanova. „Maar nu... bid den schiet er vaak bij in. Vanavond, denk je dan... Maar dan kom je 's avonds thuis en dan ben je moe. Dan duik je dus zo je bed in." Met de oude Streetdogs de first gene ration is het allemaal goed gekomen, geeft Dizzy als voorbeeld. „Ze hebben alle maal een baan", zegt hij. „De deur naar succes, hè. Diploma's." Bij de Burcht komen de Streetdogs niet vaak meer. Nog niet zo lang geleden was het een favoriete ontmoetingsplaats. „Maar als we er nu zitten, dreigt de politie de honden op ons af te sturen." foto's holvast/mark lamers

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1994 | | pagina 31