'Je moet dingen de tijd geven te groeien' krokodillen drijft fokker tot wanhoop Kuil vol Feiten &Meningen Vrouwenhandel wordt steeds gewelddadiger Griekenland dreigt Albanië met oorlog ZATER 18 JUN11994 2 MADRAS TIM McGIRK THE INDEPENDENT Een dierenhandelaar in de buurt van de Indiase stad Ma dras zit opgescheept met 10.000 hongerige krokodillen, die hij van de Indiase autoriteiten niet mag verkopen of afmaken om hun kostbare huid. Flet enige wat hij volgens de wet mag doen, is een paar eieren breken voor een omelet of krokodillevla maken. Romulus Whitaker, een Ameri kaanse handelaar, staart in de kuil vol krokodillen. Er zijn er honderden. Sommige liggen lui opeengestapeld, alsof ze.alle- maal een gigantische kater heb ben. Anderen hebben zich in een plas water laten zakken, zo dat alleen hun gele ogen en hun kaken zichtbaar zijn. Een stieke merd glijdt langs de wand van de kuil omhoog, om iedere be zoeker te kunnen grijpen die stom genoeg is om over de rand te leunen. „Zoals het nu gaat", grijnslacht Whitaker, „zou ik mezelf kun nen aanbieden als hun lunch." Op de een of andere manier moet Whitaker aan voedsel zien te komen voor zijn 10.000 kro kodillen. Iedere week verslinden zij drie ton vleesbotten en twee ton vis. Vroeger kocht hij ratten die werden gevangen in de ste gen en riolen van Madras, maar voor de prijs van 5 rupia (30 cent) per stuk werden de ratten te duur. Het transport van die beesten was trouwens ook link. De ratten gilden van veront waardiging terwijl ze 40 kilome ter over een hobbelige weg naar de krokodillenboerderij werden vervoerd, in een volgestouwde kooi bovenop een passagiers bus. De passagiers vreesden be grijpelijk genoeg dat er ratten uit zouden vallen. Whitaker is het slachtoffer van de Indiase bureaucratie en zijn eigen succes in het fokken van krokodillen. In 1975 sloegen zoölogen alarm omdat drie in India voorkomende soorten krokodillen de moeraskroko dil, de wreedaardige zoutwa terkrokodil en de zeldzame ga- viaal, een robuust aandoend wezen met een flinterdunne neus met uitsterven werden bedreigd. Ze werden door jagers afge maakt. Met steun van onder meer de Voedsel- en Land bouworganisatie van de Vere nigde Naties en de Indiase rege ring zette Whitaker zijn Kroko- dillenbank in Madras op om die dieren te fokken. Onder de mannetjes was een 30-jarige moeraskrokodil die het grootste deel van zijn leven in een te kleine tank had door gebracht. „We lieten hem los bij acht vrouwtjes en hij wist van geen ophouden", herinnert Whitaker zich. Spoedig was de wildstand langs de Indiase rivie ren en zeekusten aangevuld en liet de Indiase regering Whita ker weten dat zij geen krokodil len meer nodig had. Whitaker vond dat best, behalve dan dat de Indiase overheid sinsdien heeft geweigerd de krokodillen van de lijst van meest bedreigde diersoorten te schrappen. Als Whitaker voor zichzelf een paar cowboylaar zen van krokodilleleer zou ma ken, zou hij daarvoor moeten betalen met een gevangenisstraf van drie jaar en een boete van 1.400 gulden. Hoewel India kampt met een overvloed aan krokodillen, is het tegen de wet om ze met commerciële doel- einden te verkopen of af te ma ken. Het moeten vullen van al die opengesperde bekken baart Whitaker minder zorgen dan hoe hij de boeren en stammen die aan de rand van de wildpar ken leven ervan kan overtuigen dat het in hun eigen belang is om samen te leven met gevaar lijke dieren. „Tijgers, wolven, krokodillen...laten we het onder ogen zien. Onze pogingen deze roofdieren te redden werken nergens", aldus Whitaker, „Overal waar gestreden wordt tussen mens en roofdier, legt het roofdier het altijd af." Whitaker, en met hem vele han delaren, geloven dat krokodillen en andere roofdieren in leven kunnen worden gehouden als de mensen die rond het wild park wonen af en toe dieren mogen doden voor geld. „Je zegt de mensen voor een tijger te zorgen omdat er op een dag een rijke Texaan langskomt die hen 50.000 dollar betaalt om hem te mogen schieten. En bij God, dat zullen ze doen ook." Hij wil zijn extra krokodillen weggeven aan de stam van de Irula en de vissers in de buurt van Madras, die van hun land werden geschopt om plaats te maken voor een wildpark. Een Irula, die ongeveer 300 rupia per maand verdient met zijn traditionele activiteit van het vangen van ratten en cobra's, zou zijn inkomen gemakkelijk kunnen verhogen door voor een krokodil te zorgen. De huid brengt 20 dollar per paar vier kante centimeter op, het vet wordt verwerkt in oosterse me dicijnen, en de staart van de krokodil smaakt, gebarbecued, net als kreeft, aldus Whitaker. „De Irula aten vroeger veel kro kodil", voegt hij eraan toe, hoe wel de Irula nooit bekendheid zullen krijgen als fijnproevers: geroosterde ratten en termieten zijn voor hen een lekkernij. Voorlopig voedt Whitaker zijn krokodillen van de verkoop van kaartjes die hij aan toeristen verkoopt. „De krokodillen zijn nog niet begonnen elkaar op te eten", aldus Whitaker. Het doet hem pijn dat er geen geld over blijft voor onderzoek. Whitakers fokkerij heeft onderzoekers uit de Verenigde Staten en Europa aangetrokken, die onderzoeken waarom krokodillen, die de af gelopen 50 miljoen jaar weinig zijn geëvolueerd, hebben over leefd en dinosaurussen niet. Het valt niet te ontkennen dat Van beschermd dier tot plaag, Indiase fokkers weten geen raad met hun krokodillen. archieffoto olaf kraak de krokodillen honger hebben. Een moeraskrokodil greep de handtas van een Frangaise. Bin nen een paar seconden, aldus Whitaker, „hadden de krokodil len de tas opengescheurd en vochten ze erom wie de travel- Iers cheques en de credit cards mocht opeten". VERTALING LUUTJE NIEMANTSVERDRIET TOM JANSSEN Optreden tegen gedwongen prostitutie De handel in vrouwen krijgt een steeds gewelddadiger karakter nu Oosteuropese criminelen de westerse 'markt' hebben ver overd. Het aantal ernstige mis handelingen neemt schrikba rend toe en regelmatig worden vrouwen vermoord als zij pro beren te ontsnappen aan de dwang om als prostituée te wer ken. In de 'top drie' van landen waar vrouwenhandelarenronselen, staat Polen bovenaan, gevolgd door de Tsjechische Republiek en Oekraïne. De meeste vrou wen verdwijnen meteen naar het Westen. Ook in Nederland bestaat ruim de helft van de prostituées uit buitenlandse vrouwen, van wie het meren deel uit Oost-Europa afkomstig is. Voor de val van de Berlijnse Muur waren dat vooral vrouwen uit Aziatische en Zuidameri- kaanse landen. „Door de verschuiving is ook het circuit veranderd", vertelt Marjan Wijers van de Utrechtse Stichting T egen Vrouwenhandel (STV). „Voorheen bestond de kern van vrouwenhandelaren uit Nederlanders die gebruik maakten van handlangers in Azië en Zuid-Amerika. Nu zijn het criminelen uit Rusland, Oekraïne en het voormaligfe Joegoslavië. Allemaal zeer goed georganiseerd en ook betrokken bij de handel in wapens of ver dovende middelen. En allemaal zeer gewelddadig.". De verhalen die ontsnapte Oos teuropese prostituées vertellen zijn gruwelijk. „Meisjes en vrou wen", vervolgt Wijers, „worden bedreigd met wapens, geslagen, getrapt. Ik heb vrouwen gespro ken bij wie alle tanden uit de mond waren geslagen omdat ze niet als prostituée wilden wer ken. Deze criminelefi gaan echt nietsontziend te werk." Veel Oosteuropese vrouwen worden onder valse voorwend selen naar het Westen gelokt. Ze krijgen een baan als serveerster, danseres of schoonmaaksters voorgespiegeld, maar belanden na aankomst vrijwel zonder uit zondering in clubs. Om de vrouwen nog kwetsbaarder te maken en in een chantabele po sitie te krijgen, worden ze on derweg verkracht door de han delaren en hun handlangers. „Daarvan worden foto's of films gemaakt", weet Wijers. „Vervol gens wordt gedreigd die films door te sturen naar familie of vrienden als de vrouw niet wil meewerken. Uiteindelijk zwich ten de meesten, want de schan de is te groot." Het zijn verhalen die Qiok Sylwia Irga, secretaris van de Young Women's Christian Association in het Poolse Lublin bekend voorkomen. Momenteel be zoekt Irga samen met vijftien andere Poolse vrouwen een se minar in Driebergen. Tijdens die bijeenkomst van STV en Kerk en Wereld, krijgen zij in formatie over vrouwenhandel, bestaande netwerken van orga nisaties tegen vrouwenhandel en gaan zij op werkbezoek bij de Nederlandse politie, Huma- nitas en de Rode Draad (belan genorganisatie voor prostitu ées). Door haar werkzaamheden in Polen ontmoet Irga veel jonge vrouwen die werkloos zijn, geen uitkering krijgen en ten einde raad op aanlokkelijke adverten ties ingaan. „Een van die meis jes belandde bij criminelen die haar misbruikten en fotogra feerden. Toen ze de moed had om te weigeren, zijn de foto's haar hele woonplaats doorge gaan. Wat er daarna met haar is gebeurd, weet ik niet, maar ze heeft waarschijnlijk geen leven meer." Over de aanpak van vrouwen handel door de Poolse politie is Irga allesbehalve tevreden. „Ze behandelen de vrouwen als oud vuil. De slachtoffers kunnen toch al nergens hulp krijgen: zelfs niet bij ziekenhuizen of artsen. Het is zo erg, dat hun kinderen niet mogen worden gedoopt omdat de kerk zé heeft verstoten. Laat staan dat de po litie serieus met hun problemen omgaat. En in Rusland'is het nog erger: een meisje uit Polen werd daar opgepakt en geboeid afgevoerd. Ze vergaten haar en lieten haar 24 uur in een auto achter. Nu zijn haar handen verlamd omdat de boeien te strak zaten". Maar ook in ons land is er vol gens de STV nog van alles mis. Zo zou de politie lang niet altijd willen helpen door opvang of bescherming te bieden aan ont snapte prostituées die in levens gevaar kunnen verkeren. Wijers: „Het belang van de vreemdelin gendiensten is om deze vrou wen zo snel mogelijk terug te sturen. Maar men vergeet dat de vrouwenhandelaren al on deraan de vliegtuigtrap in Oost- Europa staan om hun slachtof fers op te vangen, en ze met de zelfde vaart weer terugsturen naar het Westen." In Driebergen hebben de Poolse en Nederlandse vrouwenorga nisaties inmiddels de handen ineen geslagen en is de basis gelegd voor een langdurige sa menwerking. Sylwia Irga en haar collega's kunnen straks alle Steun gebruiken, want de eerste stap in Polen is het doorbreken van het taboe dat op zaken als seks, prostitutie en vrouwen handel rust. „Zolang dat taboe niet wordt doorbroken en Pool se, meisjes en vrouwen dom worden gehouden, is het einde van deze vreselijke handel nog lang niet in zicht", voorspelt ze. DRIEBERGEN JOLANDE VAN DER GRAAF Terwijl de oorlog in Bosnië zonder uitzicht op \Tede voortwoekert, Joegoslavische manschappen zich ingraven in Macedonië en uitbreiding van de burgerkrijg naar Kos ovo wordt ge\Teesd, bouwt zich zuidelijker op de Balkan een nieuwe bron van span ning op. Het optreden van een aantal terro risten aan de Grieks-Albanese grens half april heeft tot zoveel spanning tussen Athe ne en Tirana geleid, dat het gevaar van ver dere escalatie niet meer denkbeeldig is. Max van der Stoel, de Hoge Commissaris van de Conferentie over Veiligheid en Sa menwerking in Europa (CVSE), heeft Grie kenland toegezegd dat hij binnenkort naar Albanië gaat om zich te buigen over de po sitie van de Griekse minderheid. Maar hoe wel er op de positie van de naar schatting 30.000 (volgens Tirana) tot 300.000 (volgens Athene) Griekstaligen in Zuid-Albanië zeker wel wat aan te merken is, wordt dat pro bleem in Athene sterk opgeklopt. Op 10 april overviel een aantal gemasker de mannen een kazerne aan de Albanese kant van de grens. De overvallers schoten twee soldaten dood en verwondden drie anderen. De daad werd later opgeëist door het Noord-Epirische Bevrijdingsfront, een extreem-nationalistische Griekse organisa tie die claimt dat Zuid-Albanië Grieks ge bied is. Tirana beschuldigde de regering in Athe ne van directe betrokkenheid bij het inci dent, een beschuldiging die Griekenland verontwaardigd van de hand wees. Maar feit is dat aan Griekse zijde niet echt veel werd gedaan om de terroristen te pakken. Tot nu toe is niemand voor de aanslag gear resteerd. Bovendien heeft Athene niet gereageerd toen een fascistisch weekblad de bestor ming van de kazerne prees als een eerste daad van openlijk verzet. De Grieks-Albanese relatie is van oudsher niet goed, maar na de overval verslechterde de verstandhouding tussen de twee buren in razend tempo. Over en weer werden di plomaten uitgewezen en beschuldigingen geuit. De zaak kwam in een stroomversnel ling toen de Albanezen zes etnische Grieken van de belangenorganisatie Omonia arres teerden op beschuldiging van spionage, il legaal wapenbezit en ophitsing tot afschei ding. Vijftig andere etnische Grieken wer den voor verhoor opgeroepen. Eind mei blokkeerde Griekenland, dat op dit moment voorzitter van de Europese Unie is, een bedrag van 35 miljoen ecu aan Europese hulp voor Albanië. Gelijktijdig be schuldigde Athene Tirana ervan de Griekse minderheid te intimideren, in de hoop dat mensen het land verlaten-. Volgens de Grieken zou de toestand voor de Griekse minderheid zelfs 'erger ,zijn dan onder de Albanëse communistische dicta tor Hoxha' en er sprake zijn van een regel rechte etnische zuivering. Athene heeft ge dreigd de grens met Albanië te sluiten als Tirana 'de rechten van de Griekse minder heid blijft negeren'. Zorgwekkend is dat geen van beide lan den zich lijkt af te vragen waar het conflict zal eindigen. De leider van de oppositiepar tij Nea Demokratia verklaarde zelfs openlijk dat 'oorlog mogelijk is'. Het ministerie van buitenlandse zaken in Tirana op zijn beurt waarschuwde dat 'Athene verantwoordelijk is als een nieuw conflict op de Balkan ont staat'. Net als het conflict rond de naam van de voormalige Joegoslavische deelrepubliek Macedonië, wordt de situatie in Albanië door de verschillende Griekse partijen ten eigen bate gebruikt. Nationalisme is het ter rein geworden waar partijen elkaar kiezers afsnoepen. De Grieken weten bovendien dat ze in hun politiek op steun kunnen rekenen van een andere Balkanstaat. Rest-Joegoslavië volgt de conflicten van de Grieken met Al banië en Macedonië met instemming. In Griekenland wordt de oorlog in Bosnië af geschilderd als de strijd van de orthodoxe kerk tegen het moslimfundamentalisme. En zelfs al bestaat er geen officieel ver bond. de Grieken en Serviërs weten zich verenigd in hun afkeer van dat andere over wegend islamitische volk, de Albanezen. Een groeiend aantal Grieken vindt de band met andere orthodoxe volkeren op dit mo ment belangrijker dan een goede verstand houding met de rest van Europa. En in een Balkanland waar een nationalistische de monstratie tegen Macedonië een miljoen mensen (van de veertien miljoen) op de been krijgt, moeten dreigementen met oor log serieus worden genomen. BOEDAPEST RUNA HELLINGA NS-topman Den Besten: „Het is nu zaak ook bij het reizigersbedrijf het 'erop-of-eronder-gevoel' te ontwikkelen." Een dag na de energievretende onderhandelingen zit hij al weer monter achter zijn bureau. Het gebrek aan slaap is hem niet af te zien. Ontspannen wordt de pijp uit het colbert gehaald. De ta bak wordt aangestampt met een glimmend gouden geweerkogel van behoorlijke afmetingen. NS-topman Den Besten: Machinisten en conducteuren bewust van hun machtspositie NS president-directeur Rob den Besten had de vraag al verwacht en gaat er eens goed voor zitten. Natuurlijk. Hoe nu verder met de reorganisatie, na alle emoties van de afgelopen dagen. De woorden zijn vol begrip voor het personeel, de toon verzoe nend. Je vraagt je zelfs bijna af waaraan hij zijn re putatie als bikkelharde saneerder heeft te danken. „Kijk, een veranderingsproces vergt ontzettend veel i mensen. Het brengt grote onzekerheid met zich mee. Dat weet je als directie. En daar moet je je beleid op afstemmen. Je moet dingen de tijd geven te groeien, zeker bij een bedrijf dat al meer dan een eeuw volgens dezelfde cultuur werkt. En als het dan toch nog te snel gaat, zoals afgelopen week overdui delijk is gebleken, dan bouw je nog een overgangs regeling in. Tenminste, zolang Bruin het kan trek ken." Toegegeven, Den Besten heeft de zaken niet over haast willen doordrukken. Hij heeft de afgelopen ja ren alle 28.000 werknemers naar Amersfoort laten komen. Hij heeft ze zijn missie verteld, en hun de kans gegeven hun zegje te doen. Een voor met na me oudere NS'ers unieke ervaring. Hij heeft een so ciaal plan afgesproken voor een periode van vijf jaar, toch ook een tamelijk bijzonder fenomeen in reorganiserend Nederland. Heeft hij daarmee niet juist de arbeidsonrust over zich afgeroepen? Was het niet beter geweest de NS'ers direct voor het blok te zetten, zoals Timmers schoktherapie bij Phi lips? Den Besten: „Philips en NS zijn niet met elkaar te vergelijken. Timmer kan het personeel van een fa briek in zeg Stadskanaal voor de keuze stellen: öf we doen het anders, öf we sluiten de fabriek. Dat besef van nu of nooit leeft ook bij de Philips-men- sen. Bij de Spoorwegen ligt dat veel moeilijker, ze ker bij het reizigersbedrijf. Die mensen voelen de hete adem van de concurrentie niet." NS hebben nu eenmaal het monopolie op de rails. Den Besten: „Maar vergis u niet, het bedrijf heeft maar een marktaandeel van acht procent. Veel mensen verkiezen elke dag toch weer de file boven de trein. De klant komt niet vanzelf, hij heeft vol doende alternatieven. Toch leeft onder het rijdend personeel het concur- rentiebesef nauwelijks. „Er is nog geen gevoel van erop of eronder zoals bij Infra-Services of NS-Car- go. Vooral die laatste club moet knokken voor zijn plaats, want een ondernemer neemt geen genoegen met de opmerking: 'Heb even geduld. We zijn aan het verbouwen, maar over drie jaar zijn we de bes te'. Die man wil nü een shuttle-trein voor de laagste prijs en op de tijd die hij verkiest. Anders komt-ie niet naar Rotterdam, maar gaat naar Antwerpen of Hamburg. Als dat te vaak gebeurt, gaat Cargo on herroepelijk failliet. Het is nu zaak, zegt Den Besten, ook bij het reizi gersbedrijf het 'erop-of-eronder-gevoel te ontwik kelen. Niet zozeer volgens het idee van concurren tie, als wel van prestatie. „Mensen moeten zien dat veranderingen ook wérken. Dat maakt ze enthou siast en dan zijn ze bereid offers te brengen. Nu vertalen ze alles nog negatief, terwijl het er alleen maar leuker op kan worden." Den Besten geeft het voorbeeld van de lokettistes bij de kleine stations. „Die mensen hadden weinig te doen en dat is voor de nieuwe NS een probleem. Je ziet nu spontaan allerlei initiatieven ontstaan. Zo n stationnetje aan de rand van een nieuwbouw wijk krijgt het karakter van een benzinestation waar van alles en nog wat te koop is." Hij vindt dat soort ideeën prima. Sterker nog, daar hoeven ze van hem helemaal geen toestemming voor te vragen van het hoofdkantoor in Utrecht, zoals vroeger. „Nee hoor, dat soort initiatieven wordt echt niet centraal gedicteerd. Dat moet ook helemaal niet. Het is toch prachtig als zo iemand na een half jaar vol trots zijn omzet laat zien. Pas als-ie aan het einde van het jaar dik verlies draait, tja, dan heeft-ie een probleem." Ook bij de treinen ziet Den Besten een soortgelijke trend. „In Zeeland schenken ze koffie in de sprinter. Tussen Hoek van Holland en Rotterdam rijdt de spitspendel. Allemaal lokale initiatieven." De onrust van afgelopen week wijt Den Besten vooral aan het feit dat de veranderingen bij het rei zigersbedrijf later op gang komen dan elders in het bedrijf. Op zich is dat geen wonder. De bulk van het personeelsbestand, bijna 10.000 van de 28.000 man, werkt daar. Maar het heeft ook alles te maken met het karakter van het rijdend personeel. Het zijn 'vrijbuiters' die het liefst zonder baas willen kunnen werken. „Het zijn nu eenmaal geen werknemers in een koekjesfabriek. Het zijn mensen die je elke dag de verantwoordelijkheid geeft voor een erg dure ma chine en voor de veiligheid van veel mensen. Daar zijn zij zich van bewust, net als van hun machtspo sitie. Het zijn net de verkeersleiders op Schiphol. Als die plat gaan, kan er geen vliegtuig meer in of uit. Dat is nu eenmaal zo." Voor Den Besten is het arbeidsconflict al weer bijna een gesloten boek. Er zal geen studiecommissie worden ingesteld om er een dik rapport over te schrijven. Maar binnen de concemraad van NS (waar de raad van bestuur regelmatig bijeenkomt met de directeuren van de verschillende bedrijfson derdelen) wordt men wel verondersteld zich het 'bedrijfsongeval' van de afdeling reizigersvervoer de ongelukkige boodschap dat er nog eens 672 con ducteurs en machinisten overcompleet zouden worden ter harte te nemen als voorbeeld hoe het niet moet. UTRECHT PIETER COUWENBERGH

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1994 | | pagina 2