'Wie de neus ophaalt voor Heracles gaat op zijn bek' Rtv show Roze favoriete kleur damesbladen-makers Gids brengt audiovisueel erfgoed in kaart VRIJDAG 17 JUNI 1994 Haenen speelt tijdens WK zijn eigen wedstrijd HILVERSUM GPD Paul Haenen speelt tijdens het wereldkampioenschap voetbal onder de naam Dolman's Doel zijn eigen wedstrijden. Op de zondag avonden van 19 juni tot en met 17 juli vult Haenen (als onder andere Margreet Dolman) om 20.30 uur rechtstreeks de zendtijd tussen de twee voetbalwed strijden. Die uitzendingen duren steeds ongeveer drie kwartier. Volgens de VPRO gaat het om een „sportief, cultureel en vrolijk programma, met reportages van campings op het moment dat het Ne derlands elftal aan het voet ballen is, live muziek en prettige nabeschouwin gen". De gehele zomerpro grammering van de VPRO wordt overigens gedomi neerd door de WK-wedstrij den in Amerika, die alle maal op Nederland 3 wor den uitgezonden. De tijd tussen de laatste zondagavondwedstrijd en de wedstrijden die 's nachts (rond 01.00 en 01.30 uur) rechtstreeks vanuit de Vere nigde Staten worden uitge zonden, wordt overbrugd met herhalingen van de se ries Monthy Python 's Flying Circus en de serie Laughing Matters. Op de maandagavonden tijdens het WK zendt de VPRO uit tussen 18.15 en 20.30/21.55 uur. TV-No ma den en Opendeur TV heb ben dan de laatste afleve ringen van dit seizoen. De nieuwe zesdelige dramase rie Myxomatosis, een aan eenschakeling van stripe lementen en hilarische con flicten, is vanaf 20 juni te Na het WK heeft de VPRO de bekende zomerprogram mering. De serie Zomergas ten neemt op de zondag avonden wederom een pro minente plaats in. Peter van Ingen ontvangt vanaf zon dag 24 juli achtereenvol gens de ondernemer Frans Swarttouw, architect Ton Alberts, violiste Isabelle van Keulen, medisch ethica prof. dr. Inez de Beaufort en schrijver Rudy Kousbroek. Frank Snoeks geeft commentaar bij openingsduel WK voetbal Frank Snoeks is een van de vijf NOS-televisiemensen die het wereldkampioenschap voetbal van commentaar voorzien. De 38-jarige Santpoorter bijt vanavond het spits af: hij doet de openingswedstrijd tussen Duitsland en Bolivia in Chicago. Aan de vooravond van het over zeese avontuur een interview met een sportminnaar, die het wel best vindt om buiten beeld te werken. „Niemand kent me? Mooi toch, houwen zo." HILVERSUM JAAP TIMMERS Hij komt uit een voetbalfamilie in Velsen. „De liefde voor de voetbalsport behoorde bij mijn opvoeding." Vader Henk Snoeks speelde op het hoogste niveau, aanvankelijk bij Storm vogels, later bij Telstar. „Ik heb als jongen veel met hem over het spel gepraat. Op mijn ze vende ben ik zelf begonnen met voetballen. Ik was voor mijn vriendjes een vervelende wijs neus, die al vröeg de grote voet ballers kende zoals Alfredo di Stefano en Ferenc Puskas. Ik troefde mijn leeftijdgenootjes af met die kennis." Vader Henk nam Frank meer naar de wedstrijden van het Ne derlands elftal en de Europa Cup-duels van Ajax („Dat was de tijd dat vaders hun zoons nog konden meenemen naar volle stadions"). Wat hem aan trekt is „die strijd om de bal tus sen twee teams, maar ook de persoonlijke heroiek van de spelers. Ik heb dat ook in mij; ik wilde ook graag mijn krachten meten met anderen. Het enige manco aan mijn opvoeding is dat ik slecht tegen mijn verlies kan". De jeugdige Frank wilde eerst keeper worden. „Ik zag Eddy Pieters Graafland met van die grote handschoenen aan en dat afwijkende pak. Als keeper mocht je de bal een end uittrap pen. Maar ik had mijn lengte niet mee. Ik stond daar verloren in dat hoge doel van 7 meter 32 breed bij 2 meter 44 hoog en zonder tussenbalk. Ik kwam zelf nauwelijks boven het maaiveld uit, dus toen werd ik maar veld spelen" Momenteel voetbalt Taal Snoeks staat bekend om zijn ge dreven manier van spreken. Hij doorspekt de verslagen graag met actuele en historische we tenswaardigheden. Het spuien van de soms belegen kennis doet humoristisch aan. Zijn woordkeus verraadt belangstel ling voor taal- en letterkunde, hoewel niet alle verbale kunsten hem in dank worden afgeno- In zijn tienerjaren groeide een liefde voor taal. Op de middel bare school las hij met veel ple zier de verplichte literatuur zoals De Avonden van Gerard Reve en boeken van Mulisch en Hermans. Het gebruik van sa menvattingen was hem vreemd. Hij wilde Nederlands studeren en schreef zich na de middelba re school in aan de Universiteit van Amsterdam. Achteraf was dit niet zo'n beste keus, hoewel hij stof en colleges goed aan kon. De studie was voor hem te zeer een opleiding tot leraar, een toekomst die hem niet lag. Intussen schreef hij verslagen van regionale voetbalwedstrij den en honkbal voor het Haar lems Dagblad. Dat hij niet voor de weten schap geboren was, drong in zijn volle omvang tot hem door vlak voor zijn kandidaats-exa men. Het volgende incident was bepalend. „Ik moest naar de Jo- denbreestraat voor een tenta men zeventiende-eeuwse taal, maar dit viel samen met de cupwedstrijd Ajax-Levski Sofia. Ik was zo in de ban van deze wedstrijd dat ik een kroeg bin nenging en daar de wedstrijd heb bekeken. Na de wedstrijd ben ik toch maar even naar het tentamen gegaan; ik liep het ge bouw in en zag een kamernum mer. Ik had nog drie kwartier; ging zitten en maakte het tenta men vrij snel af. Later bleek dat ik de verkeerde opdrachten had zitten maken, namelijk een middelnederlandse tekst. Ik had een zesje, maar uit dit voorval werd me wel duidelijk dat ik mijn hoofd niet bij de studie had." Snoeks staakte z'n studie, maar een vaste betrekking had hij niet. „Mijn verslagen kwa men regelmatig in de krant. Ze vielen wel in de smaak, maar er was geen uitzicht op een extra stoel op de sportredactie; er was daar geen doorkomen aan." Hij moest in militaire dienst. Na de vervulling van de dienstplicht solliciteerde hij als persvoorlichter bij de gemeente Haarlemmermeer, waar hij werd aangenomen. Het ambte- narenbestaan beviel hem wel, zolang hij maar zijn verslagjes voor het Haarlems Dagblad kon blijven tikken. Vuurdoop „Ik schreef toen vooral honkbal verslagen. Op de tribune had ik Theo Reitsma leren kennen, die woont zelf in Haarlem en las ook mijn stukjes. Hij vond ze wel aardig. Hij zei tegen me: 'Je hebt het wel in je'." Eind 1984 vroeg Reitsma of hij bij Studio Sport wilde komen. „Ik had het geluk dat Reitsma me vanaf die tijd goed begeleidde. Het was een soort stage voor mij." Hij werd free-lance medewerker. Zijn vuurdoop op televisie was de nacompetitie van 1986. In de jaren ema nam het aantal com- mentaarklussen stilaan toe. Een voorlopig 'hoogtepunt' was destijd de EK-halve finale wedstrijd tussen Nederland en Denemarken, met welke uitzen ding de NOS een kijkersrecord boekte met 10,2 miljoen men sen. Hoge kijkersaantallen de ren Snoeks overigens niet, zegt hij, en bovendien vindt hij wed strijden in toptoernooien niet automatisch j o urnalistieke hoogtepunten. Hij bereidt zich nauwkeurig voor op een wedstrijd. Aanvan kelijk had hij de neiging kijkers te overladen met kennis. „In mijn eerste commentaren wilde ik natuurlijk mijn beste beentje voorzetten en alles vertellen wat ik wist, maar daar raakte ieder een overspannen van. Ook werd er bij Studio Sport gemopperd. Het is mij nu wel duidelijk ge worden dat je de informatie moet doseren." Zijn voorbereiding bestaat niet alleen uit het verzamelen van namen bij rugnummers en wetenswaardigheden over de fysieke conditie van de spelers. Hij laadt zich ook mentaal op voor een duel, bijvoorbeeld door een eindje op te lopen met de toeschouwers richting het veld. „Neem de wedstrijd Veen- dam-Heracles. Als ik in Veen- dam aankom, parkeer ik mijn auto vijfhonderd meter buiten de Langeleegte. Ik hoor de ge sprekken van de toeschouwers en proef de sfeer daardoor goed en dat helpt me bij het werk. 'Wie zal vandaag die en die af stoppen?' Dezelfde dingen die ik vroeger met mijn vader en mijn opa besprak toen ik met hen naar de wedstrijden ging." Verdeling De verdeling van de WK-wed- strijden over de commentato ren is door de leiding van Stu dio Sport bepaald. (Voor de va derlandse competitiewedstrij den gebeurt dit in overleg tus sen de redacteuren.) Snoeks be commentarieert de wedstrijden in Chicago en Detroit. Later ver huist hij naar New York voor een kwart- en een halve finale wedstrijd. Er is een theoretische mogelijkheid dat hij het Neder lands elftal treft, namelijk wan neer Oranje als zwakste num mer 2 doorstroomt. Het niveau van de teams die elkaar treffen, speelt geen rol voor Frank Snoeks. „Daar denk Frank Snoeks, niet in de wieg gelegd voor een baantje als leraar Nederlands. ik niet over na", zegt hij ver stoord. „Als je alleen maar de toppers wilt hebben en je haalt je neus op voor Veendam-Hera cles, dan ga je op je bek. Ik heb voor iedere wedstrijd dezelfde attitude." Vanvond in Chicago zal hij zich op dezelfde manier 'opla den' tussen het publiek, ditmaal lopend in de richting van Sol dier Field. Snoeks is trouwens dik tevreden met de standplaats Chicago: Hij houdt van honkbal en basketbal, sporten die hij in deze stad naar hartelust kan be kijken. Een bijzondere herinnering heeft Snoeks aan een van de twee UEFA-Cup-finalewedstrij- den tussen Ajax en Torino. „Het was de return. Tegen het eind ging iedereen, ook ik, ervan uit dat Ajax kampioen zou worden. Geen vuiltje aan de lucht, todat opeens Torino e kans kreeg, maar de bal miste juist het doel. In die opwinding zei ik: 'Hij daarboven heeft van daag een Ajax-shirt aan.' Dat is me niet in dank afgenomen. Ik kreeg veel brieven van mensen die vonden dat dit godslastering was. Er was zelfs een schoolklas die me schreef dat dit toch echt niet kon. Dat heeft me wel ver baasd. Dan blijkt ook hoeveel 'tten te luisteren. De één noemt het tuttenbladen, volgens de ander zijn het lichtende voorbeelden van een uitgelezen reclamemix. Maar ondanks alle kritiek hebben de behoudende vrou wenbladen over de hele wereld een ogen schijnlijk onaantastbare positie verworven. De emancipatie ten spijt, blijken miljoenen vrouwen over de hele wereld nog steeds te vallen voor zo'n trouwe vriendin die er ge zellig op los keuvelt over onderwerpen als handwerken, gezondheid, recepten en tui nieren. Trouwens, uit onderzoeken blijkt dat bijna net zoveel mannen de tijdschrif ten regelmatig met veel interesse door te bladeren. Dat beweren tenminste de hoofdredac teuren van internationale vrouwenbladen als 'ons eigen' Libelle, het Noorse Familien het Australische Women's Weekly, Sarie uit Zuid-Afrika en Family Circle uit de Verenig de Staten. De dames waren vorige week in Nederland te gast op een symposium over internationale vrouwenbladen, georgani seerd ter ere van het 60-jarig bestaan van Libelle. Over de oplagecijfers hebben de hoofdre dacteuren niets te klagen. Els Loesberg van Libelle kan rekenen op een vaste lezers- schare van rond de 750.000. Daarbij moet bedacht worden dat het blad meestal twee of drie keer wordt doorgegeven en dus een veel groter bereik heeft. Het conservatievere Familien van Karin Au- bert Stemholm wordt gelezen door bijna 25 procent van de Noorse vrouwen van 13 jaar en ouder. Het blad, dat zijn opbrengsten vooral uit de losse verkoop haalt, richt zich op de welgestelde vrouw van middelbare leeftijd uit de provincie. Vandaar veel ver halen over kinderen in ontwikkelingslanden naast de eerder genoemde huishoudelijke thema's. Mary Coleman's maandblad Woman's Weekly is wat ondeugender: ze roddelt wat over de Britse koninklijke familie, fluistert over seks en gelijke rechten en geeft advie zen over schoonheid. In de Verenigde Staten is voedsel weer heel belangrijk. Antwoorden op vragen als: 'hoe blijf ik slank' of 'hoe kan ik het worden' hebben een prominente plaats in Family Circle van Jacqueline McCord, dat elke week door ruim 23 miljoen (huis)vrouwen wordt gelezen. De meest eigentijdse vriendin is het Zuid- afrikaanse Sarie (voorheen Sarie Marais) van Lizette Rabe, dat veel mode en schoon heid brengt, maar tegenwoordig ook heel voorzichtig onderwerpen als anti-apart heid en emancipatie onder de aandacht brengt. Het logo van Sarie is vormgegeven in opvallend roze, een favoriete kleur onder de damesbladen. „Nothing beats pink", zegt ook Mary Coleman. „Een roze cover ver koopt. We proberen wel eens andere kleu ren uit, maar we merken het verschil duide lijk." Binding Een mooie cover die bij de sfeer van het blad past, goede verhalen, de vormgeving: het helpt allemaal mee om de sterke positie van de tijdschriften te handhaven. Maar de sleutel van het succes van een vrouwenblad is klaarblijkelijk over de hele wereld hetzelf de: dat is de stevige emotionele band die el ke lezeres met haar lijfblad heeft. Vaak wordt zo'n blad van moeder op dochter doorgegeven. Daarbij zien de bladenmakers er nauwlettend op toe dat de artikelen zijn toegespitst op zaken die hun doelgroep be zighoudt. Ook speciale acties versterken de binding met de lezeressen. „We moeten er alles aan doen om te zorgen dat onze leze ressen het gevoel hebben dat zij de personi ficatie van het blad zijn", aldus Rabe. Voor de toekomst hoeven de vrouwen bladen niet te vrezen. De respons van leze ressen is immers zo groot dat alle vijf de bladen een speciale afdeling hebben om de vaak zeer openhartige brieven en telefoon tjes af te handelen. „Emotionele binding is synoniem met Libelle. Het is werkelijk een vriendin. Het gebeurt vaak dat we brieven krijgen van vrouwen die hun hele ziel bloot leggen", aldus Lonsberg. „Die vrouwen hebben kennelijk niemand waar ze hun problemen kwijt kunnen." Als voorbeeld daarvan haalt ze een recente actie aan waarbij zestig naaimachines werden ver loot. Er k^vamen 120.000 reacties binnen. „De hele gang stond vol met kratten post." Mary Coleman van Women's Weekly. „Twintig jaar geleden stond er een patroon in ons blad voor een vestje voor papegaaien die hun veren hadden verloren. We krijgen nu nog heel regelmatig vragen om dat pa troon. Blijkbaar zijn dat dingen die lezeres sen nooit vergeten. AMSTERDAM GPD In de eerste decennia van deze eeuw wer den door de Hollywoodstudio's ontstel lend veel films vernietigd. Ze werden in de Stille Oceaan gedumpt of weggegooid na dat er eerst zoveel mogelijk zilver uit was teruggewonnen. Bioscoopfilms werden tot 1951 immers gemaakt van het uiterst brandbare nitraat-cellulose, en de studio bazen voelden er weinig voor om deze 'ex plosieve' films op terrein op te slaan. Zo is er ongelooflijk veel filmmateriaal verloren gegaan. Ook in Nederland is veel historisch beeld- en geluidsmateriaal zoekgeraakt, al klonk in ons land veel eerder de roep om culturele produkties te bewaren. Toch werd pas na de Tweede Wereldoorlog seri eus werk gemaakt van een goede filmar- chivering door het instellen van het Ne derlands Film Museum in 1946, het Film en Fotoarchief van de Rijksvoorlichtings dienst in 1947 en de opening van de Stich ting Film en Wetenschap in 1956. Bij de omroepen ontstond pas rond 1980 het besef veel waardevol materiaal verloren zou gaan als er niet beter gearchiveerd werd. Heel wat programma's zijn verdwenen door onzorgvuldig gebruik. Een goed voorbeeld daarvan is de inmiddels legen darische serie Ja Zuster Nee Zuster, waar van alle opnamen werden gewist opdat de Ampex-banden nogmaals gebruikt kon den worden. Het Audiovisueel Centrum van het Nederlandse Omroepproduktie Bedrijf (NOB) zorgt tegenwoordig dat ra dio- en televisièprodukties wél bewaard blijven voor het nageslacht. Maar ondanks al deze lovenswaardige ini tiatieven, zorgt Nederland niet goed voor het audiovisueel erfgoed. Minstens 37.000 blikken met historische films moeten her en der buiten de vier eerder genoemde nationale archieven zijn opgeslagen, schat Piet van Wijk, directeur van de Stichting Film en Wetenschap. Om maar niet te spreken van de schat aan video's en ge luidsbanden. Dit materiaal is volgens het ministerie van WVC slechts i regionaal of lokaal belang en daar de gemeenten zelf voor zorgdragen, vindt het ministerie. Maar Van Wijk ziet het lie-J ver anders, zo liet hij onlangs weten bij de, presentatie van de door Mieke Lauwerse samengestelde Gids voor Historisch Beeld- en Geluidsmateriaal. Van Wijk pleit voor een speciaal Conserveringsfonds voor historisch beeld en geluid: „Eén lokef»,. waar beheerders van waardevol audiovi sueel materiaal kunnen aankloppen om-: steun te verkrijgen voor de noodzakelijke conserveringen die hun financiële armslag te boven gaan." Maar of dat fonds er ooit zal komen, is de vraag, gezien het prijsr kaartje dat aan het project hangt. Voorlopig moeten historici, program- mamakers en anderen die met historisch' beeld- en geluidsmateriaal werken, roeien met de riemen die ze hebben. En daarbij biedt de net verschenen Gids voor Histo risch Beeld- en Geluidsmateriaal uit-' komst. Het boekwerk biedt een uitgebreid en gedetailleerd overzicht van over het he le land verspreide en.vaak minder beken de collecties. Lauwerse heeft 393 bewaar plaatsen van audio-visueel materiaal beschreven: be- drijfsarchieven als die van Hoogovens of Heineken, maar ook de verschillende landelijke, lokale en regio nale omroepen, de Ne-, derlandse musea ep collecties van het Koninklijk Huisar- WjF chief en de Stichting^ Nationaal Jazz-archief. Een voorbeeld maakt al duidelijk hoe belangrijk het kan zijn als gespeciali seerde filmarchieven ook voor anderen beschikbaar zijn. Tijdens de voorberei dingen van de VPRO-serie De Vuurtoren van filmer Pieter Verhoeff, die handelt over diens jeugd in Fries land, werd tijdens de re- searchperiode gebruik ge maakt van historische films uit de verzameling van hef Fries Film Archief. Na het be kijken van het authentieke.- materiaal moesten drastische^ wijzigingen worden aange bracht in de aankleding van de film: dé haardracht van de figuranten moest veranderd, evenals het decor en de kleding. Want het echte Friesland zag er heel anders uit dan d&> meeste filmmedewerkers hadden verwacht. Gids voor Historisch Beeld- en Ge luidsmateriaal, f39,50. Verkrijg baar bij de Stichting Film en Weten schap, tel.020 - 6652966.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1994 | | pagina 10