Hollander dronk vroeger een liter bier per dag Zegeltjes sparen: Als het maar voor niks is ZATERDAG 11 JUNI 1994 Het is bijna niet voor te stellen, maar Hollanders dronken vroe ger gemiddeld een liter bier per dag. Kom daar nu maar eens om. De kam pioen bierdrinkers van Europa, de voormali ge Oostduitsers, halen tegenwoordig net aan een kleine 150 liter per jaar. Nog maar enkele eeuwen geleden was bier echter dè vochtle- verancier, zo leert de tentoonstelling 'BIER! Geschiedenis van een volksdrank in Holland' in het Amsterdams Historisch Museum. In de tentoonstellingsruimte aan de Am sterdamse Kalverstraat wordt snel duidelijk waarom bier vroeger zo'n dominante plaats innam in het leven van alledag. Wijn was voor de gewone man doorgaans te duur en water uit putten en grachten een waterlei dingbedrijf bestond toen nog niet was ook in hef ^vroegere gewest Holland al onbe trouwbaar, door onder meer de vrij lozende lakenindustrie (zowel in Haarlem als in Lei den). Koffie en thee werd in de zeventiende eeuw nog maar mondjesmaat gedronken door de hoge prijzen en melk werd in vroeger i niet beschouwd als een drank voor volw Hoe ver de historie van bier terugaat, is niet te zeggen. Wel vrij zeker is dat in de tijd van de Egyptische farao's en in het Babyloni sche rijk een op bier gelijkende drank werd gedronken. In het land van de Eufraat en de Tigris ofte wel het oude Mesopotamië zijn bijvoorbeeld potscherven gpvonden die dui den op biergebruik. Op de scherven is de chemische verbinding calcium-oxalaat aan getroffen. Brouwers kennen dit goedje als 'biersteen', dat zich afzet op de binnenkant van gisttanks. De scherven dateren van rond de 3.500 jaar voor Christus. Uitvinder Waar of niet waar, de 16de eeuwse Duitse dichter Burkard Waldis, zo leren we in het Amsterdams Historisch Museum, wist zeker dat ene germanenkoning Gambrinus aan het begin van de jaartelling de uitvinder van het bierbrouwen moest zijn geweest. Op de ten toonstelling staat een beeld van Gambrinus, gemaakt van naaldhout. Bierbrouwerij Hei- neken heeft het kunstwerk beschikbaar ge steld. 'Mijn oogen sien oock groei, Dan wit, voorswart, al wae Mijn hoofd begint tesiiysen Mijn ooren tnyten, nol van i Mijn lippen jancken noch En ick begint te duysen Deze brouwerij is overigens ook niet een van de jongste. Brand in het Limburgse Wyl- re (1328) mag dan wat ouder zijn, ook de brouwerij van stamvader Gerard Adriaan is inmiddels ruim vierhonderd jaar oud. Op de tentoonstelling ligt in een vitrine een oude acte van overdracht uit 1592. Zo oud is de Heineken-brouwerij, al heette het bedrijf in het begin anders. Ene Weyntgen EIberts begon in 1592 op een stuk grond achter het Koninklijk Paleis op de Dam in Amsterdam, waar nu hotel Die Port van Cleve staat, een brouwerij onder de naam De Hooiberg. Al snel werd het een van de grootste in het toenmalige Holland. Ge rard Adriaan Heineken rook het succes en kocht het hele spul in 1863 op voor 48.000 gulden. Enkele jaren later werd de naam ver anderd in Heineken's Bierbrouwerij Maat schappij. De brouwerij werd al snel te groot. Aan de Stadhouderskade stampte men vervolgens een nieuw gebouw uit de grond. Het bier werd al snel Heineken genoemd. Toch liet men de naam Hooiberg niet helemaal vallen. Tot op de dag van vandaag wordt elk jaar een klein kwantum Hooiberg-bokbier gebrouwen om het recht op deze historische naam niet te verliezen. Overigens werd in vroeger eeuwen beslist niet voortdurend zwaar bier gedronken. Het meeste bier was zeer licht van samenstelling en diende als dorstlesser bij ontbijt, lunch en avondeten. In 1755 kostte dit dunne 'scheepsbier' een rijksdaalder per vat van ruim 155 liter. Voor de officieren was er het zwaardere Princesse Royaal. Dat kostte maar liefst twaalf gulden per vat, zo valt op te ma ken uit een journaal van de Verenigde Oost- indische Compagnie dat de periode 1752- 1756 beslaat. Gisting Of het bier dun of zwaar is, hangt af van de bereidingswijze, die overigens in de kem maar weinig afwijkt van vroeger. De essentie is dat een hoeveelheid graan (gerst, tarwe of haver) drie dagen lang in water wordt ge weekt. Ontkieming zorgt vervolgens voor de vorming van bepaalde enzymen, die in een later stadium zetmeel in moutsuikers omzet - Vervolgens wordt het graan gedroogd, meestal met warme lucht. Dit proces heet eesten. Aansluitend wordt het gedroogde graan gemalen of geschroot en in een ruime hoeveelheid water in fasen opgewarmd. Bij bepaalde temperaturen of zogenoemde 'pau zes' ontstaat een omzetting van zetmeel in suikers. De vervolgens afgekoelde vloeistof noemt men 'wort'. Gistcellen zorgen voor omzetting van de moutsuikers in alcohol en koolzuur. Tegenwoordig worden aan het wort gecul tiveerde gisten toegevoegd. Vroeger werkte men met spontane gisting. Hoe dat precies Nederlanders drinken tegenwoordig gemiddeld 89 liter bier. Op het strand, in de voetbalkantine, op visite en bij het eten gaat de goudgele rakker of het glas donkerbruine trappist er grif in. Toch drinken we ten opzichte van vroeger'met mate'. Velen staan er niet bij stil, maar bier was vroeger geen luxe, maar pure noodzaak. werkte, wist men vaak niet. Of men wachtte op spontane gisting door gistcellen, die \ia de lucht werden aangevoerd (bijvoorbeeld bij gueuzebier) of men gooide een beetje ver schaald bier in het wort. Ervaringsgewijs wist men dat er dan een proces op gang kwam. waardoor alcohol werd gevormd. Daarbij werd veel met kruiden gewerkt (ondermeer gagel en koriander), het zogenoemde gruit. Weer later lag het accent meer op hop, dat de houdbaarheid belangrijk verbeterde. Het schroot, het gemalen graan, werd doorgaans vele keren met nieuwe hoeveelhe den water opgekookt. Het wort werd daar door uiteraard steeds minder suikerrijk. Het eerste bier was uiteraard het zwaarst en het duurst. Uit latere brouwsels van hetzelfde schroot werd in de middeleeuwen het dage lijks gerstenat gemaakt dat in grote hoeveel heden werd genuttigd. Het alcoholpercenta ge was zeer laag. Speciaal voor zwangere vrouwen werd zoet bier gemaakt. Dat zou goed zijn voor de latere melkproduktie. Aan dit bier werd honing toegevoegd. De tentoonstelling in Amsterdam laat zien welk een grote plaats bier innam in met na me de veertiende tot en met de zeventiende eeuw. In die periode was er zoveel vraag, dat de brouwerijen als paddestoelen uit de grond schoten. Haarlem en Amsterdam hadden tientallen brouwerijen binnen de stadspoor- Wie her eenmaal dronk, die drinckt het meer en altijd meer, veel meer. Een kanne hij wijdt aan den ouden tijd en een aan de vrouwen en maegden tegaer, so soet en so fier en van zessen klaar. En drincksicli hier, met blij getier een salighen roes van 't Pilsner bier' t Pilsner ten en lieten de brouwerijen grof belasting betalen. Van de Spaarnestad is bekend dat in 1437/1438 bijna de helft van de gemeentelij ke inkomsten 19.000 pond kwam uit bieraccijnzen! Samensteller van de Amsterdamse ten toonstelling, Wim de Bel, heeft tal van musea bereid gevonden om schilderijen, bekers en andere gebruiksartikelen af te staan. Veel daarvan is uitgeleend door het Frans Hals museum in Haarlem. Uiteraard ontbreekt het befaamde schilderij van de Haarlemse brou wersdochter Judith Leyster (1609-1660) niet. De vrolijke Frans op dit oliedoek stelt een kannekijker voor, een zeventiende-eeuwse benaming voor een stevige drinker. Ook het Leidse museum De Lakenhal heeft een aantal werken geleverd, zoals het schil derij van Frans van Mieris de Oude 1658) van wellicht een oude Leidse herberg. Daar naast hangt een mooi werk van Willem van Mieris (1661-1747): Trompetter met bierpul. De 'blossende' wangen van de man verraden dat hij niet aan zijn eerste biertje zit. meent De Bel. Overigens voegt hij er aan toe dat trompetteren in de zeventiende eeuw een dubbele betekenis had. Het betekende ook veel drinken... Kortom een tentoonstelling die, mede door zijn diaseries en een kabine waarin oude drinkliederen te beluisteren zijn, de moeite van een bezoek meer dan waard is. Een be zoek, dat overigens niet alleen op oog en oor gericht is, maar ook op andere zintuigen. Zien drinken (op schilderijen) doet drinken. Net als in het Alkmaars Nationaal Biermuse um is er de mogelijkheid na het bezoek aan de tentoonstelling zelf enkele speciale bieren te proeven. De stemmige ambiance op het binnenplein, met een bar in de vorm van een koperen brouwketel, doet een pul traditio- neel bier vast en zeker opperbest smaken. BIER! Geschiedenis van een volksdrank in Holland. In het Amsterdams Historisch Mu seum, Kalverstraat 92, van 10 juni tot en met 4 september. Openingstijden maandag tot en met vrijdag van 10 tot 17 uur, zater dag en zondag van 11 tot 17 uur. Weest rustigh en drinckt lustigh en dat niet bove mate clen hospis wagt na geit den brouwer na de vate' Punten uitknippen, zegeltjes plak ken. flessedoppen platslaan, kor tingsbonnen inleveren, streepjes codes opsturen het aantal Nederlanders dat zich nog nooit aan die activiteiten heeft bezondigd, zou statistisch te verwaarlozen zijn. Dus typerend voor onze spreekwoorde lijke zuinigheid, dat sparen en vergaren van alles wat (bijna) gratis is? Vergeet het maar. In Amerika en Engeland kunnen ze er ook I wat van, vertelt ir. Piet G. Bakker (53). Sterker nog: van dat geld-terug-gedoe, de zogenaam- I de cash-refund acties, hadden we tien jaar geleden nauwelijks gehoord: dat fenomeen is I overgewaaid uit de angelsaksische landen. Bakker rekent meteen met nog een voor- I oordeel af. „Als het gratis is, doen de Belgen net zo hard mee als de Nederlanders", is zijn I ervaring. Gelukkig is er één cliché dat wel klopt. De kreet 'Ons Zeeuwen bint zuunig', bekend van een margarine-reclame, is geheel conform de waarheid. „Bij geld-terug-acties noteren we de relatief hoogste respons in Zeeland." De man weet waar hij het over heeft. Hij geeft al 25 jaar leiding aan Bakker Continen tal in Etten-Leur, de onbetwiste marktleider op het gebied van de afhandeling van sales promotion en direct marketing activiteiten. Twintig jaar lang heeft hij zelfs nauwelijks last van concurrentie gehad. Dat is echter veranderd. De laatste vijf jaar is er sprake van een booming business met een groeiend aan tal aanbieders en nieuwe markten die moge- j lijk zijn geworden door technologische ont wikkelingen, zoals telemarketing en direct response TV. Honderd miljoen Bakker heeft zijn bedrijf zien groeien naar een jaaromzet van 45 miljoen gulden. De waarde meegerekend van artikelen die hij voor klanten zoals Douwe Egberts alleen maar doorsluist, gaat er zelfs voor meer dan 'honderd miljoen de deuf uit. Nog een paar cijfertjes: Bakker Continental voert zeven- I .honderd sales promotion acties uit en doet circa vijf miljoen uitbetalingen per jaar. Zijn bedrijf is uiterst arbeidsintensief. Hij I heeft in Etten-Leur 170 mensen aan het werk. Je kunt beter naar een goedkopere apotheek die de hele dag druk zijn met het verwerken van post, beantwoorden van telefoontjes, controleren van streepjescodes, natellen van zegelboekjes, overmaken van geld, versturen van pakketjes en alle andere werkzaamheden die eigen zijn aan een onderneming die zich Op een breed front bezighoudt met fulfilment zoals dat in het vakjargon heet. Fulfilment betekent het vervullen van wen sen. De wensen uiteraard van de opdrachtge vers. Daarin kun je ook weieens te ver gaan. weet Bakker van een concurrent die voor een bedrag van rond een miljoen gulden alle so res overnam van een grote wasmiddelenfa brikant toen deze vier jaar geleden een actie i, dan koop-zegeltjes sparen, is het standpunt van begon met pluchen beertjes. Die concurrent is nu failliet, omdat de beertjes niet aan te slepen waren. „In mijn vak sneuvelen nogal eens bedrijven", constateert Bakker droogjes. Zegeltjes Leveringsproblemen krijgen ook onderne mingen die een punt zetten achter een gratis spaarsysteem. Zodra dat bekend wordt, speurt Nederland massaal alle potjes en keu kenlades af en wordt er een lawine aan zegel tjes of bonnen ingestuurd. Toen Shell begin vorig jaar met de gratis spaarzegels stopte, kampte de Spaarshop van Shell tijdelijk met een omzetstijging van duizend procent en de Consumentenbond. meer, weet Bakker. Hij vindt trouwens de 'stunt' van Shell destijds een marketing-blun der van de eerste orde. „Als je eenmaal een gratis systeem hebt. is het heel moeilijk ermee op te houden. Shell had natuurlijk gehoopt dat de concurrenten óók zouden stoppen met hun gratis zegels. Maar dat deden ze juist niet. Dat heeft Shell gigantisch veel marktaandeel gekost. Ook al hebben ze nu weer gratis zegels, ze krijgen nooit meer alle weggelopen klanten terug, want die zijn bij een concurrent gaan spa- Met de introductie van zegels die een klant moet kopen, hoopte Shell naar het voorbeeld van Albert Heijn een goedkope financierings bron aan te boren. Bakker: ..Koopzegels zijn voor een fabrikant zeer profijtelijk. Formeel geven ze wel een hoge rente, maar hoe lang liggen de zegels bij de mensen thuis voordat ze worden ingeleverd? Ook raken er wel ze gels zoek. Het komt uiteindelijk neer op heel goedkoop lenen van de klant." Niet kopen De Consumentenbond heeft wat dat betreft een simpel advies: niet kopen. „Je kunt beter naar een goedkopere kruidenier gaan", zegt econoom Piet van Rossem, onderzoeker bij de bond. Hij heeft wel enig idee waar de charme van het AH-systeem in zit: „Het is voor veel mensen een manier om heel onge merkt te sparen, voor de vakantie of zoiets. Je gaat niet met dubbeltjes en kwartjes naar de bank. Bij AH kun je op elke gulden die je be steedt een zegel van een dubbeltje kopen. Voor een vol boekje met 490 zegels krijg je 52 gulden terug. Maar als je daar je koopgedrag door laat beïnvloeden, vergelijk je geen prij zen meer", is zijn voornaamste bezwaar. „Kennelijk wil men een beetje bedrogen wor den." Bij de gratis zegels moet het woordje 'gra tis' tussen aanhalingstekens worden gezet, benadrukt Van Rossem, „want het zit altijd in de prijs verdisconteerd". Als het aan de Con sumentenbond ligt wordt „die hele troep" onmiddellijk afgeschaft en omgezet in een rechtstreekse korting aan de klant. „Die gra tis zegels werken alleen maar versluierend. Er wordt niet meer op kwaliteit of prijs gecon curreerd, maar met spaarsystemen. Je kunt haast niet meer tanken of je krijgt zegeltjes uitgereikt." Dat zal voorlopig ook wej zo blij ven, vreest hij. „Nederlanders zijn fanatieke zegeltjesspaarders." Dat laatste onderschrijft Bakker, die de helft van alle grote spaarsystemen beheert, met voldoening. „Nederland heeft van ouds her een spaarcultus, denk maar aan Verkade en Kwatta." Er bestaat zelfs zoiets als een profiel van de zegeltjesspaarder. Bakker heeft dat achterhaald door bij een actie met zo'n 100.000 inzendingen de postcodes plus huis nummers te laten 'uitplussen' door Omnida- ta in Amsterdam, dat een bestand heeft van circa 900.000 consumenten met al hun ken merken. De zegeltjesspaarder is zuinig van aard en spaarzaam (nogal wiedes), heeft een brede belangstelling, houdt van actieve va kanties en heeft niet zelden een eigen huis. Heaiy users bestaan ook hier, met name waar het gaat om geld-terug-acties. „Er zijn mensen die wel honderd keer per jaar mee doen". vertelt Bakker, die zich afvraagt of die lieden een administratie bijhouden, „want wie weet anders nog wat ie heeft ingezon den?" In de branche blijft sjoemelen altijd het grote gevaar, omdat het zo makkelijk is, zegt hij. Voor malafide bedrijven is het een koud kunstje om geld naar zichzelf of vriend jes over te maken in plaats van naar inzen ders. „Want wij? belt er nou als hij een rijks daalder niet heeft gehad?"

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1994 | | pagina 37