ZATERDAGS BIJVOEGSEL landhonger Regio bang voor Leidse Vrouwenweg blijft niemandsland ZATERDAG 11 JUNI 1994 Drie keer in de aap rietveld. 'Alleen de belastingen zijn veel hoger' De belastingen wer den opeens een stuk hoger. Maar voor de rest merkten de bewo ners van de Vrouwenweg er weinig van, toen hun buurt- schapje naast het Kruisheren klooster in 1966 van Zoeterwou- de overging naar Leiden. „We hangen d'r maar zo'n beetje bij, dat was bij Zoeterwoude ook zo", zegt W. Fontijn. Maar als in Zoeterwoude de fanfare optreedt, worden ze nog steeds uitgenodigd. En als ver zorgingstehuis Swetterhage uit het dorp een busreisje voor be jaarden organiseert, mogen ze mee. „Als er wat aan de hand is in Zoeterwoude worden we er bij betrokken", zegt A.C. Vree burg. „En da's toch leuk", vindt mevrouw M.G. van Leeuwen - IJzendoorn. Het karakter van de buurt is door de annexatie niet veran derd, zegt Vreeburg, Hij kwam in 1926 of '27 dat weet hij niet zo precies meer met zijn ouders uit Boskoop. „Toen wa ren de Kruisheren hier nog, het was een echte kloostergemeen schap. Alleen de mannen moch ten met de fraters in de kapel komen. En vrijdag was het druk, want dan gingen de boeren met paard en wagen naar de markt." De sluiting van het klooster, dét was een gebeurtenis. De komst van de auto, de aanleg van rijksweg A4, een betonnen lint van 25 centimeter dikte zo vlak bij hun huizen. Die dingen grepen in. De annexatie voltrok zich in stilte. „Dat was helemaal geen gebeurtenis. Dat ging zo ongemerkt. Het was nou niet zo dat we hier riepen: hoera, we zijn Leiden geworden. Helemaal niet. Maar dit is nog steeds een gezellig buurtje, waar nooit geen narigheid gebeurt, 't Is al les pais en vree." De Vrouwenweg is sinds 1966 niet verstedelijkt. Aan de over kant van de Vrouwenvaart, waar \Toeger de koeien graasden, ligt nu polderpark Cronestein. Vree burg is daar niet ongelukkig mee. „Want als dat park er niet was gekomen, stonden er nu ge garandeerd huizen", zegt hij. „Maar of we dat nou aan Leiden te danken hebben weet ik niet." De huizen werden zeven jaar geleden aangesloten op het riool, zodat de achtertuinen niet bij elke regenbui in een mod derpoel veranderen. „Maar dat was bij Zoeterwou vast ook wel gebeurd." Voordat de annexatie zich voltrok, werd er aan de Vrouwenweg een enquête ge houden. Tweederde van de be woners bleef liever bij Zoeter woude, weet E. de Koning nog. „Want ja, de mensen voelden zich Zoeterwoudenaar. Maar dat soort dingen hou je toch niet tegen. Het is nou niet zo dat je zegt: we benne d'r beter van geworden. Want als hier een probleem is en je praat met Leiden dan zeggen ze: we heb ben geen centen." Maar een ramp vindt De Koning het ook weer niet. „Dit blijft gewoon een uniek stukje niemandsland." De oudere bewoners zijn nog altijd meer op Zoeterwoude ge richt dan op Leiden. Ze doen er vaak hun boodschappen, want aan de Vrouwenweg zit alleen een bakker. ,,Ik heb drie zonen en een dochter en die wonen al lemaal in het dorp", vertelt Vreeburg. „Dat trekt toch." En toen de dochter van De Koning trouwde, deed zij dat in Zoeter woude. En Leiden? „Ik zal er geen kwaad woord over zeg gen", zegt mevrouw Van Leeu- afgelopen honderd jaar 'annexeerde' Leiden grondgebied van de gemeen ten Oegstgeest, Leiderdorp en Zoeterwoude. En de kans op een vierde annexatie, ten koste van Oegstgeest, is groot. Een strijd om grondgebied, die althans qua tijdsduur de Tachtigjarige Oorlog in de schaduw stelt. Gesprek op gesprek in het samenwerkingsorgaan Leidse Regio heeft het vijandbeeld van Leiden niet kunnen wegnemen. Als de stad weer aan zijn grenzen is, slaat de angst bij de bestuurders in de regio toe. Maar de bewoners van de Vrouwenweg maakte het niks uit— Zoeterwoude of Leiden. „Alleen de belastingen zijn veel hoger. De generaal-majoor b.d. J. Steen metser had een vooruitziende blik. De toenmalige KVP-wet- houder van Oegstgeest sprak zijn profetische woorden op 19 oktober 1962. „De minister is toch zeker niet zo naïef te geloven", zei hij, „dat met déze grenswijziging een einde zou komen aan een strijd, die reeds gedurende ruim negentig jaren onafgebroken aan de gang is?" Vier jaar later werd Oegstgeest bij wet ge dwongen 460 hectare van zijn grondgebied over te dragen aan Leiden. Voor de derde keer in successie, want in 1896 en 1920 was het ook al raak. En een vierde annexatie lijkt op komst. De provincie Zuid-Holland ver langt de bouw van ten minste duizend hui zen in de Broek- en Simontjespolder. En als Oegstgeest aan die wens niet snel tegemoet komt, gaat de grond over naar Leiden. De grenswijzigingsprocedure is in gang gezet. Voor het gevoel van Oegstgeest wós het oorlog in 1962. Minister Toxopeus van bin nenlandse zaken ging in het voorontwerp van wet niet in op de wens van Leiden, om heel Oegstgeest 'toe te voegen'. Maar-hij ken de de Sleutelstad heel wat meer grond toe dan de buurgemeente bereid was te geven. Behalve het gedeelte van de polder Broek en Simontjes aan de Leidse kant van de spoorlijn, waar later de Merenwijk verrees, moest Oegstgeest ook het hele gebied ten zuiden en westen van Endegeest en Poel geest afstaan. Het voorstel, voorspelde Steen metser, „bevat alle kiemen voor voortzetting van deze onverkwikkelijke en dwaze strijd. Hier wordt met ijzeren vuist een nieuwe monstergemeente in het leven gefoepen". Begerig Al sinds het midden van de negentiende eeuw liet Leiden, beperkt als het was door zijn begrenzende singels, begerige blikken vallen op de polders rondom. Polders waar steeds meer Leidenaars hun toevlucht zoch ten om te ontkomen aan de hoge belas tingdruk in de stad. Maar waar zij wel zó dicht bij de singels woonden, dat ze konden profiteren van de voorzieningen van de stad. Dat was het gemeentebestuur van Leiden een doorn in het oog. Maar in die tijd hield de rijksoverheid nog uit alle macht grenswij zigingen tegen. Binnen de singels had Leiden al alle grond gekocht die er te kopen viel. Ooit lagen bin nen die singels drie gemeenten: Leiderdorp op het gebied van de huidige wijk Pancras rond de Hooglandse kerk, Oegstgeest op de plek waar nu de Camp is, met de Vrouwen kerk als centrale punt en Leiden rond de Pie terskerk. Maar in de twaalfde, dertiende en veertiende eeuw kocht Leiden de andere twee stap voor stap uit. Het wijzigen van ge meentegrenzen bij wet begon pas in het mid den van de negentiende eeuw. 'Hier wordt met ijzeren vuist een monstergemeente in het leven geroepen' Toxopeus was niet onder de indruk van de bezwaren en de Tweede Kamer al evenmin. Oegstgeest moest 'een zwaar offer brengen' in het belang van de volkshuisvesting. Waar bij het de minister verheugde, dat het provin ciaal bestuur, net als hij, de opheffing van de zelfstandigheid van Oegstgeest 'niet noodza kelijk' achtte. Dwaze oorlog Nu de provincie de procedure in gang heeft gezet om de Broek- en Simontjespolder bij Leiden te voegen, omdat de stad er meer en sneller wil bouwen dan de regiogemeente, houdt Oegstgeest zijn kruid droog. Het pas aangetreden college van burgemeester en wethouders, dat openheid hoog in het vaan del heeft staan, wil vragen over de annexatie liever niet beantwoorden. Er moet behoed zaam geopereerd worden. „Het beantwoor den van vragen is op dit moment niet ver standig", zegt gemeentesecretaris mr. J. Ke- De 'dwaze oorlog' tussen Leiden en Oegst geest haalt met gemak de honderd jaar. Maar het huidige college van Oegstgeest weigert het uitdijen van Leiden ten koste van de buurgemeenten als een voortgaand proces te zien. „De gang van zaken rond de annexatie in 1966 speelt op dit moment geen rol in de discussie." Het was Rotterdam dat op 15 juli 1869 de ban brak. Die stad mocht in één klap Katend- recht en delen van IJsselmonde en Charlois annexeren. In 1885 volgde Delfshaven en in 1894 voegde de Maasstad Kralingen, Over- schie en de restanten van Charlois en IJssel monde toe aan zijn grondgebied. En toen was het hek van de dam. Amsterdam slokte in 1896 delen van Sloten, Diemen en Nieu- wer-Amstel op. Utreqht 'nam' De Bilt en Jut- phaas erbij. En op 13 juli tenslotte, passeerde een wet 'tot verandering van de grens tus- schen de gemeente Leiden enerzijds en de ge meenten Leiderdorp, Oegstgeest en Zoeter woude anderzijds' de Tweede Kamer. Emma, koningin, weduwe en regentes van het ko ninkrijk tekende de wet, in naam van hare majesteit Wilhelmina. Koningin Wilhelmina en koningin Juliana tekenden vervolgens in 1920 en 1966 grens- wijzigingswetten, waardoor Leiden verder kon uitdijen. De Tweede Kamer en koningin Beatrix komen er straks, als opnieuw een deel van de Broek- en Simontjespolder bij Leiden zou worden gevoegd, niet meer aan te pas. Tot wijziging van grenzen tussen gemeenten kan nu door provinciale staten worden beslo ten. Als de benadeelde gemeente door de wijziging maar niet meer dan tien procent van zijn inwoners kwijtraakt. Excuses Zoeterwoude en Oegstgeest zijn het meest beducht voor die eeuwige landhonger van de Leidse buren. Als in Zoeterwoude landmeters door de Grote Polder lopen, slaat de bestuur ders van de buurgemeente de schrik om het hart. En als ze van de schrik zijn bekomen, worden ze boos. De laatste keer dat het ge beurde, eind vorig jaar, eiste het gemeente bestuur van Zoeterwoude op hoge toon ex cuses van Leiden. Zij dreigden voor Leidse ambtenaren de gemeentegrens te sluiten, als die verontschuldiging niet kwam. Waarbij zij in hun woede kennelijk vergaten dat het Leidse ambtenaren zijn die in Zoeterwoude het vuil ophalen. In de jaren zestig was Zoeteiwoude nog heel coöperatief. Zonder morren leverde de gemeente de Oostvlietpolder, de Kleine Cro- nesteinse of Knotterpolder en de Room- of Meerburgerpolder in bij de grote buurman. Het groen-arme Leiden had die polders no dig voor recreatie en actieve sportbeoefening en daar had Zoeterwoude begrip voor, Maar Meerburg is inmiddels bebouwd en Room burg staat op de nominatie. Want de stad is weer aan zijn grenzen en kan de duizenden woningzoekenden geen dak meer boven het hoofd geven. En wendt nu de blik naar de- Broek- en Simontjespolder en de Grote Pol der. Als Leiden vol is moeten de buren bloeden. Oegstgeest heeft dat waarschijnlijk het hardst ondervonden. Die gemeente is in minder dan honderd jaar tijd bijna twaalfhonderd hecta re grond kwijtgeraakt en daarmee meer dan gehalveerd. Hoe de gemeenteraad in 1962 ook riep, dat Oegstgeest zeer wel zélf in staat was huizen te bouwen en in uitbreiding van de universiteit te voorzien, het mocht niet baten. Voorschoten had zich met hetzelfde argu ment wél het op grond beluste Leiden van het lijf weten te houden. Noord-Hofland bleef ondanks de Leidse verlangens Voor- schotens grondgebied. Van Leiderdorp ver langde Leiden de Zijllaan- en Meijepolder, naar schatting goed voor de huisvesting van 35.000 mensen. Maar daar voelde de minister niets voor. Want dan zou, schreef hij in zijn memorie van toelichting „de gemeentegrens de kom van het dorp raken of doorsnijden, en dus de bestaansmogelijkheden van Lei derdorp ernstig aantasten". Chauvinisme Oegstgeest ontsprong de dans niet. En dat zette veel kwaad bloed. Steenmetser beschul digde Leiden van 'chauvinisme uit hebzucht'. De beschouwing over de grenswijziging van de generaal-majoor b.d. was doorspekt van militair jargon. „Het moet eindelijk eens uit zijn met een koude oorlog tussen levens krachtige buurgemeenten, die uit onverant woord egoïsme een normale ontwikkeling van het gebied in de weg staat; een oorlog die nu reeds tien jaren langer duurt dan de Tach tigjarige Oorlog." Steenmetser drong aan op meer samen werking in de Leidse agglomeratie. „Maar wij wensen geen samenwerking waarbij de part ners door de machtigste onder hen stuk voor stuk onder de voet worden gelopen." Het taalgebruik van de oud-militair werkte aan stekelijk op de andere raadsleden. PvdA-frac- tieleider mr. P. Kapteyn, die met een adres aan de Staten-Generaal het tij nog trachtte te keren, vergeleek Leiden met het Frankrijk van Napoleon. „In mijn dagdroom zag ik de leden van mijn fractie, allen nieuwelingen in deze raad, als de verse troepen op het slag veld van de annexatie, die wellicht aan de Napoleontische zucht naar gebiedsuitbrei ding van Leiden een halt zouden kunnen toeroepen." Mevrouw P.H. Smits van de WD haalde de tien geboden erbij. „Op morele gronden begere men niet hetgeen van zijn naaste is om zélf er groter of beter van te worden." Bij de eerste annexa tie, in 1896, dijdde - Leiden uit ten koste van Leiderdorp, Zoe terwoude en Oegst- geest. FOTO GEMEENTEAR CHIEF LEIDEN

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1994 | | pagina 31