Lubbers maakt in banencarrousel de meeste kans op NAVO EfAT Feiten Meningen Regenten beheren nep-democratie Algerijnse intellectuelen wijken massaal uit naar 'tweede vaderland' DONDERDAG 2 JUN11994 Pim Fortuvn medewerker Politiek wordt steeds meer de kunst van het naar je toe rekenen. Het IRT-schandaal heeft ten lange leste de kop gekost van de minister van justitie. Hirsch Ballin, en de minister van binnenlandse zaken. Van Thijn. Topambtenaren beschreven dit pro ces als het ineenzakken van de olifanten. Een treffend beeld, dat overigens alles heeft te maken met het algemeen beeld van de olifant als log en kolossaal. Wie de olifant wat beter kent weet dat hij elegant, intelli gent en vasthoudend is. Dat kan echter geen betrekking hebben op Hirsch Ballin en Van Thijn. Zelfs van een drama dat het aftreden van ministers kan zijn, heeft politiek Den Haag nog een weer zinwekkende vertoning weten te maken. Ondertussen wordt de moed van de minis ters geprezen, gewezen op het zelfreinigen de vermogen van de politiek en wordt hele maal niet uitgesloten dat de brekebenen in een volgend kabinet weer terugkeren op hun oude posten. Zelfs de partij die prat gaat op haar staatkundige ver- nieuwingsconcep - ten, D66. sluit zich aan bij dit nietszeggende praat- en babbel- De feiten zijn on dertussen dat het IRT-schandaal zijn weerga niet kent, dat is geble ken dat de politie ke leiding zowel in de steden als in Den Haag niet in staat is greep te hebben op het politionele en justitiële apparaat en dat dat zelfde apparaat in zijn strijd tegen de geor ganiseerde misdaad meermalen de recht staat heeft verkracht. Voor dit falen bleek lange tijd niemand verantwoordelijk. Er moest een uiterst beledigende motie van de Tweede Kamer aan te pas komen om de politieke heren tot opstappen te be wegen. En nog spreekt niemand van de po litieke elite hen aan op hun feitelijke verant woordelijkheid. Zorgvuldig wordt in het midden gelaten of ze er wel zoveel aan kon den doen, niet in de laatste plaats door Van Thijn. Die speelde ook in het laatste bedrijf, daarin gesteund door PvdA-voorzitter Rot tenberg, nog steeds de vermoorde on schuld. Dat hij als burgemeester van Amsterdam en als baas van Nordholt grote verantwoor delijkheid draagt voor het ontsporen van het IRT wil er bij hem nog steeds niet in. In het onderzoeksrapport naar de IRT-affaire en ook voordien Liet hij duidelijk blijken ste vige controle op de handel en wandel van Nordholt niet nodig te achten. Van Van Thijn is de uitspraak: Ik sta blindelings ach ter hem. En dat terwijl de wet hem opdraagt het toezicht op de politie optimaal uit te oe fenen. Zijn partijgenoten putten zich ook nu nog uit in superlatieven om de bestuurs kracht van Van Thijn te prijzen. Ronduit een schande. Als iets is gebleken, dan is het wel dat hij die niet heeft en dat ook hele maal niet erg vindt. Ondertussen maakt de gang van zaken iets duidelijk dat angstig wordt verzwegen in alle politieke- en perscommentaren. De vierde macht, dat wil zeggen de bureaucra tie en hun opperhoofden, heeft weer eens aan het langste eind getrokken. Toen minis ter Braks moest aftreden (in 1990 viel hij over de visfraude) werd dan ook, naar goed vaderlands gebruik, een commissie inge steld onder voorzitterschap van oud-minis ter Neelie Smit-Kroes. Haar bevindingen lo gen er niet om. Ze liet geen spaan heel van de ambtelijke top. Tot op de dag van van daag zitten ze er nog allemaal. De IRT-zaak kent eenzelfde afloop. De ministers zijn na veel vijven en zessen ver trokken, maar de ambtenaren Nordholt, Wiarda. Vrakking en Van Riessen zitten al lemaal nog op hun stoel. Door het explicie te vertrouwen dat Hirsch Ballin en Van Thijn in hen hebben uitgesproken vóór hun aftreden, zitten ze er steviger op dan ooit Dit alles is het resultaat va een volstrekt verloederde politieke cultuur. Een cultuur, waarin niemand eerlijk kan zeggen waar het volgens hem of haar op staat op straffe van beëindiging van de politieke carrière. Een cultuur waar niets meer is wat het zegt te zijn. Een cultuur, waarin niemand ver antwoordelijk is en de dader onveranderlijk op het kerkhof ligt danwel wordt gezocht bij het collectief: 'wij met z'n allen hebben' etc. Deze verloedering maakt van het open baar bestuur van ons land een nep-demo- cratie, beheerd door regenten en door de burgers gewantrouwd en niet meer serieus genomen. Het zelfreinigende vermogen van onze politieke elite is nul komma nul. He laas denk ik dat de kiezer er tenminste nog een keer aan te pas moet komen wil de be zem door deze stal worden gehaald. Wellicht zonder het zelf direct te willen, lijken de kansen van premier Lubbers op de post van se cretaris-generaal van de NAVO zich omgekeerd evenredig te ontwikkelen aan die op het voorzit terschap van de Europese Commissie. Binnen het bondgenootschap wordt hij gezien als een uit stekende kandidaat voor de opvolging van de huidige topman, de Duitser Manfred Wörner. In Den Haag sluit men niet uit dat Lubbers deze troostprijs zal accepteren. ILLUSTRATIE TOM JANSSEN Delors wil een EU-president Europa's hoogste ambtenaar, de Fransman Jacques Delors vindt dat Europa een presi dent aan het hoofd van de Eu ropese Unie moet stellen. Del ors bepleitte dat in een inter view in de Franse krant Le Monde. De lidstaten van de EU zouden er volgens Delors goed aan doen om eens in de twee en een half jaar een eerste burger te kiezen. Deze moet Europa 'personificeren' en re presenteren. In de plannen van Delors wordt het Europese staatshoofd terzijde gestaan door twee vice-presidenten, één uit een klein land en één uit een grote EU-lidstaat. „De vraag is nog of de nieuwe pre sident ook gelijktijdig de leider moet zijn van de Europese Commissie", aldus Delors. De grote landen, in het bijzonder Frankrijk, kunnen Nederland niet eeu wig buitensluiten van belangrijke pos ten, zo wordt in NAVO-kringen opge merkt. Oud-minister van financiën Ruding en oud-landbouwminister Braks zijn voorbeelden van mislukte initiatieven van de Nederlandse regering. En nu dreigt zelfs de minister-president een blauwtje te lopen bij zijn sollicitatie naar de functie van voorzitter van de Europese Commissie. Binnen afzienbare tijd valt er een aan tal prestigieuze posten te verdelen waarvoor Frankrijk, Duitsland en Groot-Brittannië grote belangstelling hebben. Het gaat daarbij niet noodza kelijkerwijs om de eigen man, zoals bij het voorzitterschap van de Commissie, maar ook om de mate waarin een eventuele kandidaat uit een andere lidstaat voor deze drie aanvaardbaar is. De machtspuzzel gaat om de invulling van zes ambtelijke, maar invloedrijke topbanen bij de Europese Commissie, de Europese Raad van Ministers, de OESO (de club van rijke geïndustriali seerde landen), de WTO (als opvolger van de GATT), de NAVO en in iets min dere mate de West-Europese Unie (WEU). Duitsland eist de zeer invloedrijke post van secretaris-generaal bij de Europese Raad van Ministers voor zich op. Voor de WEU gooit een onverklaarde kandi daat uit Luxemburg, de minister van buitenlandse zaken Poos, hoge ogen. Gezien het relatief lage profiel van deze baan, staan de grote lidstaten hiervoor niet in de rij. Dat wordt anders bij internationale or ganisaties als de WTO en de OESO. Het Verenigd Koninkrijk heeft daarvoor twee kandidaten: de huidige commis saris voor buitenlandse handel Brittan als secretaris-generaal voor de WTO, en de voormalige minister van financi ën Nigel Lawson voor eenzelfde post bij de OESO. Maar ook Frankrijk en Canada hebben belangstelling voor de ze laatste functie. Om een kans te ma ken op een benoeming van een kandi daat uit een van de EU-lidstaten moet de Unie die eensgezind naar voren schuiven, omdat Europa het hier niet alleen voor het zeggen heeft. Hetzelfde geldt in zekere zin voor de NAVO. De opvolger van Wömer moet bijvoorbeeld acceptabel zijn voor de Verenigde Staten. Nu het zich laat aan zien dat de Belgische premier Jean-Luc Dehaene de voorkeur heeft van Bonn en Parijs voor de opvolging van de Fransman Jaques Delors bij de Com missie, moet er een eervolle weg wor den gevonden voor de aftocht van Lub bers. Bronnen binnen de NAVO achten het niet onwaarschijnlijk dat Lubbers een uitweg wordt geboden via de op volging van Wörner. Hoewel ook de huidige Nederlandse commissaris voor buitenlandse zaken Hans van den Broek grote belangstel ling heeft voor deze post, en beiden de volle steun van de VS zouden kunnen krijgen, wordt de Nederlandse premier toch als de betere kandidaat gezien. Van den Broek ligt niet helemaal lekker bij de Fransen en is ook niet onver deeld populair bij de Grieken vanwege zijn benadering van de Macedonische kwestie. Van Lubbers-wordt meer con- sensus-denken verwacht. De zwaarste competitie voor een Ne derlandse kandidaat zou nog van de Scandinavische landen kunnen ko men. Deze vinden dat na Sticker en Luns het niet voor de hand liggen dat Nederland opnieuw de post krijgt. De beste kandidaat van de Scandinaviërs, de Noorse minister van buitenlandse zaken Stoltenberg, is enige tijd terug echter plotseling overleden. Van Deen se zijde kan dan nog wat gevaar wor den verwacht van de oud-minister van buitenlandse zaken Elleman-Jensen. Maar deze liberaal zit nu in de opposi- De huidige secretaris-generaal is echter nog niet weg. Zijn mandaat loopt tot juni 1996. Maar zijn wankele gezond heid hij lijdt aan darmkanker noopt de NAVO-lidstaten zich toch op een voortijdige vervanging voor te be reiden. In een brief aan de lidstaten schreef Wörner dinsdag dat hij tot het einde van de zomer rust wil houden om zichzelf de kans te geven de ziekte volledig te overwinnen. Dat betekent dat hij de bijeenkomst van ministers van buitenlandse zaken in het Turkse Istanbul op 9 en 10 juni zal missen. Vo rige week moest hij al verstek laten gaan bij een vergadering van de minis ters van defensie van de alliantie. De inschatting binnen het bondge nootschap is dat Wömer tot september van de lidstaten de tijd krijgt om er de finitief bovenop te komen. Als dat niet lukt of onzeker lijkt dan zal hem waar schijnlijk, worden gevraagd af te treden, al hoopt iedereen dat de Duitser de eer aan zich zelf zal houden. De alliantie kan zich nu eenmaal niet permitteren dat de belangrijkste post met enige re gelmaat onbezet is. Door de ingewikkeldheid van de puzzel en de onzekere factoren wordt in Brus sel al hardop gespeculeerd op een uit stel van het besluit over de voordracht van een nieuwe voorzitter van dq Eu ropese Commissie. Normaal gesproken zou die beslissing op de Europese top van 24 en 25 juni op het Griekse eiland Corfu moeten vallen. Maar Duitsland, dat op 1 juli de voorzittershamer van de Unie overneemt van Griekenland, zóu in augustus of september een vol waardige extra top van regeringsleiders kunnen organiseren waarop de puzzel dan definitief wordt opgelost. Een suc cesvolle top zou bovendien de cam pagne van kanselier Kohls CDU voor de parlementsverkiezingen in oktober geen kwaad doen. BRUSSEL HENK VAN DE POLL Salah Djeballi, de rector van de technische universiteit van Bah Ezzouar, een voor stad van Algiers, is dinsdag doodgeschoten toen hij in zijn auto wilde stappen. Dat hebben de Algerijnse autoriteiten meege deeld. De aanslag is nog niet opgeëist maar wordt toegeschreven aan extremisti sche moslims. Ten minste 3.600 mensen zijn in Algerije om het leven gekomen bij gevechten tussen veiligheidstroepen en militante moslims sinds in januari 1992 de algemene verkiezingen werden afge last. De regering was toen bevreesd voor een overwinning van het fundamentalisti sche Islamitische Heilsfront (FIS). Nouradim Saadi heeft geluk gehad, geeft hij toe. Veel geluk. De 45-jarige jurist en rech tendocent zag in november vorig jaar kans zijn vaderland Algerije te verlaten voordat de onbekenden die hem diverse malen tele fonisch met de dood hadden bedreigd, de daad bij het woord konden voegden. Met vrouw en kinderen pakte hij het vliegtuig naar Frankrijk. Weg uit de loodzware at mosfeer die het leven in Algerije voor steeds meer intellectuelen ondraaglijk maakt. ,,Ik kon het niet meer aan", verduidelijkt hij zijn besluit om zijn vaderland te verlaten. „Verschillende van mijn vrienden en ken nissen zijn vermoord. Sommigen hadden net als van tevoren nare telefoontjes of dreigbrieven gehad. Anderen zijn vermoord zonder dat ze ooit een waarschuwing had den gehad. Ik wilde het er niet op aan laten komen", vertelt de jurist. Nouradim Saadi heeft ook in een ander op zicht geluk gehad. Hij heeft via het Comité International de Soutien aux Intellectuels Algriens (Cisia) werk en huisvesting gevon den. Hij doceert nu rechtén aan de univer siteit van Artois in Noord-Frankrijk. Via het steuncomité hoorde hij dat de nieuwe rech tenfaculteit daar nog docenten zocht en hij paste bovendien in het profiel. Vele honderden andere Algerijnse intellec tuelen die het vaderland voor Frankrijk hebben verruild, treffen het minder goed. Ze worden niet bepaald met open armen ontvangen in een land waar de werkloos heid meer dan 12 procent bedraagt. Los daarvan lopen velen vast in de Franse bu reaucratie die absoluut geen raad weet met de hoog tot zeer hoog opgeleide Algerijnen. Voor de vluchtelingenstatus komen de uit- Een moslimvrouw passeert tische staat in Algerije. geweken Algerijnse intellectuelen niet in aanmerking. Daarvoor moet de kandidaat volgens het geldende internationale recht kunnen aantonen dat hij of zij door de au toriteiten in zijn land vervolgd wordt. Het gros van de Algerijnse vluchtelingen is ech ter niet voor de autoriteiten op de vlucht geslagen, al staan ook die niet bepaald be kend om hun respect voor de mensenrech ten en de vrije meningsuiting. Zij zijn ge vlucht voor de terreur die wordt uitgeoe fend door groepen terroristen die de zaak van het FIS steunen. Hoeveel Algerijnse intellectuelen de afgelo pen maanden nu precies een veilig heenko men hebben gezocht, is niet bekend. Vol gens de Algerijnse krant El Watan gaat het waarop het Islamitisch Heils Front heeft opgeschreven v om 'minstens tienduizend mensen'. Op het Franse ministerie van binnenlandse zalcen zegt men niet over exacte cijfers te beschik ken. Marie Virolle, bestuurslid van het Cisia houdt het, voorzichtig geschat, op 'enkele duizenden'. „Wij alleen al hebben het afge lopen jaar ruim 600 mensen opgevangen. Mensen die bijna allemaal grote problemen hebben met werk, huisvesting en geld. Ook de emotionele opvang is belangrijk, want velen hebben veel van wat hen dierbaar is achter moeten laten en dreigen intellectu eel geisoleerd te raken." Mede daarom organiseert de Cisia regelma tig discussie-avonden in Parijs en in andere Franse steden, waarop de situatie in Algerije en de politieke toekomst van het verscheur de land centraal staan. Bijeenkomsten die doorgaans over een gebrek aan belangstel ling niet te klagen hebben en waar het er heftig aan toe kan gaan, zo blijkt tijdens een Cisia-avond in het Parijse culturele centrum La Mutualité. Terwijl de voorzitter van de Algerijnse Liga voor de Mensenrechten Ali-Yahia Abdenour klaagt over de veelvuldige schendingen van de mensenrechten in zijn land, ongeacht van welke kant die komen, breekt er een hels kabaal los in de zaal waarin zo'n dui zend mensen plaats hebben genomen. Een deel van het publiek klapt uitbundig, terwijl anderen de spreker met gejoel en gefluit proberen te overstemmen. „Het is toch een verschrikkelijk schande", zegt mijn buur man. „Zelfs hier in Frankrijk kan een deel van mijn landgenoten niet het fatsoen op brengen om iemand zijn mening te laten uiten." Hij vertelt, nadat ik verzekerd heb zijn echte naam te vervangen voor 'Ahmed', zijn ver haal. 'Ahmed' is midden veertig en blijkt een collega te zijn. „Ik ben journalist, maar ik schrijf al lang niet meer. Te gevaarlijk. Het is al jaren niet meer mogelijk om te schrijven wat je nodig vindt in Algerije. Daarom heb ik mijn beroep er aan gegeven. Als journalist loop je in Algerije een dubbel risico: ofwel je wordt door de fundamenta listen vermoord omdat je volgens hen de machthebbers steunt, of je wordt door handlangers van het gezag vermoord omdat je te kritisch bent." Ahmed komt terug op de tumultueuze Ci sia-bijeenkomst. „Wat ik zo verschrikkelijk vind, is het gebrek aan tolerantie. Zelfs on der zogenaamde intellectuelen. Iemand als Ali-Yahia Abdenour is in de ogen van som migen al een schoft omdat hij het lef heeft te zeggen dat niet alleen de fundamentalis ten zich schuldig maken aan grove schen dingen van de mensenrechten. Het FLN-ré gime is net zo erg. Het is bovendien de schuld van de FLN-kliek dat de situatie in Algerije zo geworden is. Zij hebben het kwaad dat ze nu zeggen te bestrijden, de fundamentalisten, zelf in het leven geroe pen. Veel mensen steunen het FIS uit pro test tegen het regime." Heel wat van de Algerijnse intellectuelen die nu de wijk naar Frankrijk hebben geno men, hebben volgens Ahmed alle reden om een veilig heenkomen te zoeken. „Lang niet -al die zogenaamd onschuldige intellectue len hebben de afgelopen jaren een zuiver spel gespeeld. Je moet niet vergeten dat het FLN-regime zich dertig jaar lang heeft kun nen handhaven dankzij de steun van een groot deel van de Franstalige elite." Een elite waar hij zelf deel van uit maakt. Een elite waarvan een groeiend deel een veilig heenkomen zoekt. „In Algerije zitten we tussen de hamer en het aambeeld", stelt Ahmed. „Hier vallen we tussen de wal en het schip." CORRESPONDENT

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1994 | | pagina 2