Major bedelt ook, maar dan om stemmen êk 1992 —95 mmi Feiten &Meningen ID-plicht leidt helemaal niet tot rassenrellen Nederland elk jaar een maand demissionair geregeerd ïHSiliSï a VOOR W1TNKENNERS WOENSDAG 1 JUN11994 0C In zijn artikel van 13 mei over de Wet op de identificatieplicht (W1D) die vandaag in werking treedt, stelt Gijs Schreuders dat vooral allochtonen met deze wet te maken gaan krijgen en dat dat tot rassenrellen zou gaan leiden. Een reactie is hier op zijn plaats. Het is namelijk gebaseerd op een aantal onjuistheden en halve waarheden. Het artikel begint met de tendentieuze stelling dat de kans op een identiteitscon trole niet bijzonder groot is voor een blanke Nederlander die met een geldig vervoerbe- wijs in de bus zit. De kans op een dergelijke controle is nul. De controleurs mogen na melijk alleen zwartrijders naar een ID-be- wijs vragen. Het feit dat betrokkene blank is doet absoluut niet ter zake. Volgen Gijs Schreuders kan 'ieder te allen tijde worden aangehouden in verband met het vreemdelingentoezicht', en er is daarom eigenlijk sprake van een algemene indenti- ficatieplicht. Iemand mag na vandaag alleen staande worden gehouden in het kader van binnen landse vreemdelingentoezicht wanneer er sprake is van concrete aanwijzingen over il legaal verblijf. Op verzoek van de Kamer is gedetailleerd omschreven wat die concrete aanwijzingen zijn, juist om te voorkomen dat er een verkapte algemene ID-plicht door de achterdeur werd binnengehaald. Dergelijke ingewikkelde regelgeving valt he laas niet in een paar zinnen samen te vat ten. In het algemeen kan men zeggen dat het om toch wel zeer voorspelbare situaties gaat. Om in de beeldspraak van de heer Schreuders te blijven: degene die zich in een naaiatelier bevindt waar in het verleden herhaaldelijk illegalen zijn aangetroffen, moet met de uitoefening van vreemdelin gentoezicht rekening houden. In het artikel wordt opgemerkt dat er een ID-plicht is bij voetbalwedstrijden 'en ande re grootschalige manifestaties'. De politie krijgt vanaf vandaag de bevoegdheid om supporters die betrokken zijn bij voetbal vandalisme naar een ID-bewijs te vragen. De wet zwijgt over andere manifestaties, zoals demonstraties of popconcerten. Daar bestaat dan ook geen ID-plicht. Gijs Schreuders reduceert de identifica tieplicht op het werk tot een instrument om illegale vreemdelingen op de arbeidsmarkt op te sporen. Daarmee msikent hij de uitge breide controlerende activiteiten van onder andere de Belastingdienst en bedrijfsvereni ging. Deze diensten zullen na vandaag waar nodig zeker gebruik maken van de moge lijkheid die de W1D hen biedt om fraude met uitkeringen, premies en belastingen te voorkomen of te achterhalen. I-SZW (voorheen de Dienst Inspectie Ar beidsverhoudingen) controleert of werkge vers de vereiste tewerkstellingsvergunnin gen hebben aangevraagd voor bepaalde ca tegorieën buitenlandse werknemers. Deze controles zijn noodzakelijk om te voorko men dat de arbeidsmarktpositie van hier le gaal verblijvende personen (zowel Neder landers als niet-Nederlanders) wordt onder graven. Voor vandaag mochten de contro leurs alleen vreemdelingen naar hun papie ren vragen. Omdat men niet van tevoren weet of iemand vreemdeling is, kon dat aanleiding geven tot selectie op bijvoor beeld huidskleur. Nu moeten tijdens een controle alle aanwezigen worden gecontro leerd. De uitspraak van Schreuders dat 'huidskleur als officieel selectiecriterium (mag) worden gehanteerd' is dus volstrekt onjuist. De wetgever was zich er terdege van be wust dat een beperkte identificatieplicht aan een aantal eisen moet voldoen. Het vragen naar een ID-bewijs mag geen doel op zich zijn, de bevoegdheden mogen niet discriminatoir worden gehanteerd en bur gers moeten met voldoende zekerheid kun nen weten wanneer ze zich eventueel moe ten identificeren. Gijs Schreuders voorspelt allerlei rassen rellen. Als er rond die tijd al onrust ontstaat, dan komt dat eerder door zijn ongenuan ceerde artikel, dan door de Wet op de iden tificatieplicht. DEN HAAG JURIAAN SIMONIS MINISTERIE VAN JUSTITIE Naschrift Gijs Schreuders Juriaan Simonis merkt terecht op dat con troleurs voor 1 juni alleen vreemdelingen naar hun papieren mochten vragen. Na vandaag kan iedereen worden aangehou den in het kader van het binnenlandse vreemdelingentoezicht. De identificatiep licht op grond van de Vreemdelingenwet geldt voor alle Nederlanders. Praktisch is het niet mogelijk alle vijftien miljoen inge zetenen te controleren. Daarom is selectie noodzakelijk. Er bestaat, hoewel Simonis het tegendeel betoogt, geen garantie dat huidskleur niet mede als selectiecrite rium telt. Wel wordt om discriminatie tegen te gaan samenhang met andere aanwijzin gen of omstandigheden vereist. Dit heb ik ook vermeld. Het Landelijk Bureau Racismebestrijding noemt de voorzienbare discriminatie van gekleurd Nederland niettemin het belang rijkste bezwaar tegen de identificatieplicht. De vrees voor rassenrellen is niet door mij verzonnen, maar uitgesproken door de Bin nenlandse Veiligheidsdienst. Er is geen sprake van dat ik rassenrellen voorspel of onrust zaai, ik heb vermeld dat de zorg hieromtrent door de BVD is uitgesproken. De beladen term razzia's is in verband met de identificatieplicht gehanteerd door wij len minister Dales van binnenlandse zaken. Tijdens een conferentie aan de Erasmus Universiteit over de identificatieplicht heeft minister Hirsch Ballin (justitie) erkend dat de beperkte identificatieplicht nauwelijks meer afwijkt van een algemene identifica tieplicht. Ook andere voorstanders erken nen dat ruiterlijk. Daaróm ook raadde oud minister Hirsch Ballin alle burgers aan om altijd een ID-bewijs bij zich te dragen. Britse premier bindt strijd aan met daklozen John Major was niet de eerste Britse leider die uitvoer tegen bedelaars, toen hij hen vrijdag brandmerkte als 'doornen in het oog'. In de zestien de eeuw vaardigde koning Hendrik VIII een verbod uit op landloperij. Maar terwijl de vorst tenminste nog bedelvergunningen bleef verschaf fen aan de allerarmsten, wenst Major het verschijnsel geheel uit te ban nen. De premier riep het volk op om bedelaars voortaan 'aan te geven bij de politie'. Een zwerver in Londen. Majors aanval leek weinig meer dan een wanhoopspoging om stemmen te werven. De rechtse boulevardpers had al maanden een campagne gevoerd tegen bedelaars, die werden afgeschil derd als gewetenloze oplichters die met de ene hand aalmoezen incasseerden en met de andere de sportauto bestuurden. En onder de burgerij was de erger nis over deze 'welvarende' be delaars gegroeid met elke 'ont hulling' in The Sun. Het was geen toeval dat Major zijn aanval lanceerde in Bristol, waar duizenden inwoners vorig jaar een petitie tekenden tegen de bedelarij. Deze stad in het westen van het land mag een onevenredig groot aantal daklo zen tot haar niet-geregistreerde burgers rekenen. Bristol is een van de steden waar 'New Age Daklozen en andere verontwaardigden protesteren in Londen Major. Travellers', grote scharen rond trekkende hippies, overwinte ren. In een vraaggesprek met de plaatselijke krant omschreef Major bedelen als 'beledigend' en 'onnodig'. En dreigend voeg de hij eraan toe: „Er staan hoge straffen op; we zouden niet moeten schromen die op te leg gen." Daarmee had Major de bede laar opgewaardeerd tot thema in de komende Europese ver kiezingen. De oppositie beticht te hem van 'aanvallen op de ar men in plaats van op de armoe de'. De waag die de kiezers op 9 juni moeten beantwoorden, is dus: hoe 'onnodig' is bedelen in het Groot-Brittannië van John Major? Het is een waag waarop geen eenvoudig antwoord mo gelijk is. Hoewel bedelarij het op één na oudste beroep ter wereld moet zijn, is het aantal bedelaars de afgelopen vijfjaar wel erg sterk gegroeid. In Londen alleen al slapen vierduizend mensen op straat, van wie de meesten tot de bedelstaf zijn veroordeeld. Vrijwel iedere buitenlandse toe rist is geschokt door de uitge stoken handen die hem op bij na elke straathoek in het cen trum van Londen tegemoet ko- Een kleine minderheid van de bedelaars neigt naar agressie, en hanteert de bedelstaf als een wapen. Voorbijgangers vinden het soms moeilijk een smeekbe de te negeren, als de bedelaar vergezeld gaat van een pitbull. Andere bedelaars bedienen zich van bedrog. Zo zijn er in de straten van Londen plotseling wel erg veel vluchtelingen uit Bosnië verschenen die geen woord Servo-Kroatisch spreken. Maar de meesten zijn, zo zeg gen de liefdadigheidsorganisa ties, gewoon de kinderen van de Conservatieve revolutie. De liefdadigheidsorganisaties schrijven de sprongsgewijze toename van de bedelarij toe aan twee beleidswijzigingen in de jaren '80 toen Thatcher nog premier was. De eerste wijzi ging was de sluiting van talloze psychiatrische inrichtingen. De filosofie daarachter was (behal ve geldbesparing) dat patiënten beter kónden worden geholpen als zij thuis woonden. Alleen de allerergste gevallen zouden nog in inrichtingen worden ver pleegd, voor de rest werd een vangnet van maatschappelijk werkers gespannen. Vele dui zenden vielen echter na hun ontslag uit de inrichtingen door de mazen van dit net, en kwa men op straat terecht. Nadat de sluiting van de psychi atrische ziekenhuizen de gees teszieken de straat op had ge dreven, bracht een tweede be leidsbeslissing ook de jeugd tot de bedelstaf. In 1988 besloot de regering dat 16- en 17-jarigen alleen nog recht op een uitke ring hadden als zij deelnamen aan van overheidswege opge zette scholingen. Van de ene op de andere dag kwamen jonge ren die hun ouderlijke woning waren ontvlucht, vaak omdat zij mishandeld of misbruikt wer den, zonder geld te zitten. Eenmaal op straat, is het moei lijk weer onder dak te komen. Als de van huis weggelopen jon geren de leeftijd van 18 jaar naar aanleiding van de uitspraken van John w FOTO REUTER KIERAN DOHERTY? 'la M hebben bereikt, wordt hun een 'j uitkering geweigerd zo lang ze ii' geen vast adres hebben. Maar te omdat ze die uitkering niet krij- ft gen, kunnen ze het sleutelgeld mi voor een huis niet betalen. Het aantal daklozen in het Vere- 'te nigd Koninkrijk wordt op twee- :1c honderdduizend geschat. De :k meesten van hen slapen in te- huizen voor daklozen, op stin kende zalen die moeten worden 2 gedeeld met soms dertig ande- ren. Maar niet voor iedereen is er ruimte, zo verklaarde een p hulpverleningsorganisatie in antwoord op de aantijgingen 1 van Major. Deze maand alleen 'i was in Londen aan 192 daklo- i zen onderdak geweigerd. i LONDEN CEES VAN ZWEEDEN f CORRESPONDENT Het min of meer gedwongen vertrek van Hirsch Ballin en Van Thijn heeft veel stof doen opwaaien. Kunnen ministers die hun ontslag al hebben ingediend nog worden weggestuurd? Wat is eigenlijk de positie van een demissionair kabinet? Is het vleugel lam omdat iedereen wacht op het aantreden van het nieuwe kabinet? Of is zo'n demissionair kabinet in zijn nadagen juist onaantastbaar omdat de Tweede Kamer het niets meer kan maken? Het antwoord op die vragen is niet onbelangrijk: sinds de Tweede Wereldoorlog worden wij gemiddeld meer dan een maand per jaar door een demissionair kabinet Dat demissionaire ministers of staats secretarissen opstappen voordat er een nieuw kabinet is geformeerd, komt wel vaker voor. Meestal gaat het om ministers die zien aankomen dat voor hen in het volgende kabinet geen plek is en alvast overstappen naar een andere baan. Tijdens de vo rige kabinetsformatie stapte de de missionaire minister Deetman over naar het kamervoorzitterschap. Een keuze voor de Tweede Kamer had nog niet zo lang geleden ook andere oorzaken. Je kunt in ons land niet te gelijkertijd minister en kamerlid zijn, maar de grondwet maakt een uitzon dering voor de periode van de kabi netsformatie. Vóór 1983 was die uit zondering aan een termijn van drie maanden gebonden. Als de kabinets formatie langer duurde, moesten de missionaire ministers die ook als ka merlid verkozen waren een keuze ma ken tussen kabinet en Kamer. In 1972 heeft dat het verloop van de kabinetsformatie zelfs beïnvloed. Biesheuvel was toen premier en te vens fractievoorzitter van de ARP. Een meerderheid van die fractie, onder leiding van Aantjes, was voorstander van samenwerking met de progressie ven, maar Biesheuvel wilde liefst een herstel van de coalitie met WD en DS70. En hij voerde de onderhande lingen. In het geheim overlegde hij met WD-leider Wiegel over de te voeren strate gie. Toen de drie maan den van zijn gecombi neerde premierschap en kamerlidmaatschap om waren kon Biesheuvel als minister-president moei lijk uit het kabinet stap pen en moest hij de Tweede Kamer verlaten. Aantjes volgde hem op als fractievoorzitter van de ARP en daardoor kwam de formatie van het kabinet-Den Uyl in een stroomversnelling. Gesteld voor dezelfde keuze als Biesheuvel koos de demissionaire minis ter van justitie Van Agt in de lange formatie van 1977 wèl voor de Tweede Kamer. Zo bleef hij betrok ken bij de onderhandelingen. Ook toen was Aantjes degene die hem an ders als fractievoorzitter zou zijn op gevolgd. Misschien was dan het twee de kabinet-Den Uyl er toch gekomen! Juist om dit soort merkwaardige ef fecten op de kabinetsformatie te voorkomen is de drie-maanden-ter- mijn afgeschaft. Wim Kok kan dus rustig minister van financiën en frac tieleider van de PvdA blijven totdat de kabinetsformatie is afgelopen. Het aftreden vart de demissionaire ministers Hirsch Ballin en Van Thijn is een andere zaak. Het is niet waar RUDY ANDEWEG hoogleraar politieke wetenschappen aan de Rijksuniversiteit van Leiden dat het een nieuwigheid is in onzé parlementaire geschiedenis, maar het is lang geleden dat iets soortgelijks zich heeft voorgedaan. In 1922 was het eerste kabinet-Ruijs de Beeren- brouck bijna twee maanden demis sionair toen, slechts vijf dagen voor dat het hele kabinet aftrad, de CHU- minister van landbouw, handel en nijverheid, Van IJsselsteijn, op moest stap pen omdat zijn werk onbe vredigend werd gevonden. Net als nu was er ook toen geen echte motie van wan trouwen aangenomen, maar dat is slechts van theoretisch belang. Ook demissionaire ministers kunnen door de Kamer tot aftreden worden gedwon gen. Zolang onze kabinetsfor maties gemiddeld drie maanden duren, is dat ook niet zo'n gekke regel. Als een kabinet zijn ontslag aanbiedt, verzoekt de ko ningin de ministers om al les te doen wat het landsbelang vor dert totdat er een nieuw kabinet is. Die omschrijving geeft nauwelijks antwoord op wat een demissionair kabinet wel of niet mag doen. In 1981 had Wiegel wel een erg be perkte opvatting van de taak van een demissionair kabinet. Zodra duidelijk werd dat de WD niet in het nieuwe kabinet zou terugkeren, weigerden de WD-ministers aanvankelijk hun me dewerking aan de opstelling van de nieuwe begroting. Het is natuurlijk niet leuk op de valreep nog de verant woordelijkheid te moeten nemen voor misschien impopulaire bezuini gingen. Toch waren de reacties toen eensgezind kritisch over de houding van de demissionaire WD-ministers. Algemeen is Den Uyls interpretatie aanvaard dat een demissionair kabi net alles mag doen, behalve contro versiële maatregelen nemen. Samen met de nieuwe Tweede Kamer over legt het demissionaire kabinet sinds dien over de vraag welke wetsontwer pen nog wel en welke niet meer be handeld zullen worden. Maar ook Den Uyls regel geeft geen duidelijkheid. Naarmate de kabinets formatie langer duurt, wordt het voor de demissionaire ministers steeds moeilijker om alleen maar op de win kel te passen. Allerlei beslissingen, zelfs wanneer zij controversieel zijn, velen dan geen uitstel meer. Zo ont staat de rare situatie dat hoe langer een kabinet demissionair is, hoe meer dat kabinet mag. En naarmate het ka binet meer mag, moet het parlement de ministers ook meer ter verant woording kunnen roepen. Daarom is het zo belangrijk dat ook demissionai re ministers kunnen worden wegge stuurd. Het aftreden van Van Thijn en Hirsch Ballin past hierin. De kritiek van de Tweede Kamer was vooral zo scherp omdat Hirsch Ballin vlak voor het de bat nog een brief naar de Kamer had gestuurd met uitvoerige plannen voor de aanpak van de georganiseerde cri minaliteit. Zulke controversiële plan nen kun je beter niet zo vroeg in de demissionaire periode indienen De staatsrechtgeleerde Hirsch Ballin weet als geen ander hoe gevoelig de taakomschrijving van een demissio nair kabinet ligt. Dat hij het risico toch heeft genomen, geeft op zijn minst voedsel aan de gedachte dat het allemaal boze opzet was om Van Thijn in zijn val mee te slepen. mm 18.000 FLESSEN INGEKOCHT- MAAR VOOR DEZE PRIJS IS HET SNEL REAGEREN. WANT OP=OP! Door de geraffineerde combinatie van de Cabernet Sauvignon met de Merlot ontstaat een perfecte Medoc, die zich snel heeft ontwikkeld. U kunt deze Cru Bourgeois dan ook voor 1995 al genieten. Chateau Pey Martin

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1994 | | pagina 2