'Hamburgers groeien
ook niet aan een boom'
'De werkelijkheid is veel
gmweiijker dan TV-beelden'
Feiten &Meningen
Hans van Mierlo
stuurt formatie
met harde hand
Malawi klaar voor
eerste democratische
verkiezingen
MAANDAG 16 MEI 1994
In de verkiezingscampagne heeft D66-lei-
der Hans van Mierlo steevast geweigerd te
zeggen welke coalitie zijn voorkeur heeft in
het geval de paarse coalitie niets wordt. „Als
ik zou zeggen wat mijn tweede optie is, dan
zou ik daardoor de kansen op een paars ka
binet aanzienlijk verkleinen", was de enige
uitleg die hij steeds verschafte.
Daarmee legde de D66-aanvoerder de ba
sis voor allerlei speculaties. Wie had hij toch
op het oog met die dreigend klinkende uit
spraak deed? De WD van Frits Bolkestein
of de PvdA van Wim Kok?
Dat laatste leek velen onwaarschijnlijk,
omdat Van Mierlo te boek staat als vriend
van de sociaal-democraten. Hij zou de libe
ralen dus wel op de korrel hebben gehad,
was de conclusie. Maar uitgerekend voor de
WD is de paarse coalitie de enige regeer-
kans. De liefde van Van Mierlo voor de
PvdA is inderdaad wel zo groot, dat hij eer
der zou kiezen voor een kabinet CDA-PvdA-
D66 dan voor een kabinet CDA-WD-D66.
Bolkestein toonde zich dan ook onmid
dellijk toegankelijk voor de suggestie van
zijn D66-collega om eerst 'paars' te onder
zoeken. Hij was zelfs bereid dezelfde kandi
daat voor het informateurschap te noemen:
Herman Tjeenk Willink, voorzitter van de
Eerste Kamer en verklaard voorstander van
zo'n kabinet zonder het CDA.
Daaruit volgt dat Van Mierlo wel degelijk
zijn vrienden van de PvdA op de korrel had
met zijn dreigend klinkende uitspaak. En
niet ten onrechte, want onmiddellijk na de
verkiezinguitslag was het gepruttel in de
PvdA-ffactie al hoorbaar. Veel sociaal-de
mocraten vertelden in de wandelgangen
dat zij niet zoveel zagen in samenwerlong
met de WD. „Het is alsof je hoort dat FNV
en VNO willen fuseren. Het kan best zijn
dat zoiets heel goed is voor het land, maar
het is wel vreselijk moeilijk om aan te wen
nen". legde een PvdA-kamerlid uit. Hij
voegde eraan toe dat de meerderheid van
zijn fractie liever met het CDA (en D66)
doorging.
Er was dus nog wat duidelijker taal nodig.
Dat karwei nam Jan Terlouw op zich. In Het
Capitool zei hij dat „wie niet meewerkt aan
de formatie van een paarse coalitie, wordt
gestraft. Die mag niet meeregeren". Wie nu
nog twijfelde aan de harde hand van Hans
van Mierlo, moest wel heel erg naïef zijn.
Tot dusver heeft deze tactiek voortreffe
lijk gewerkt. Nog in datzelfde weekeinde
haastten de vooraanstaande PvdA'ers Mar
cel van Dam, Frans Leijnse en Hans Kom
brink zich via radio en televisie hun partij
genoten in de Tweede Kamer aan te sporen
toch vooral een paarse coalitie te sluiten. En
vorige week maandag, na zijn allereerste
bezoek aan Tjeenk Willink, kwam Wim Kok
met de verklaring dat hij een onderzoek
naar de mogelijkheden van 'paars' niet zou
blokkeren. Weer een dag later bleek de
nieuwe fractie paars toch wel leuk te vin
den. Of om met Kok te spreken: „Ik ben be
reid over een zee te springen om een paarse
coalitie mogelijk te maken".
Wie deze plotselinge bereidheid verdacht
vindt, moet bedenken dat Wim Kok een
Droom koestert. Na viereneenhalf jaar op
de tweede trede van het ereschavot streeft
de timmermanszoon uit Bergambacht nu
naar 'goud', zoals hij dat zelf noemt. Hier
en daar is geschreven dat hij daarin al ge
slaagd is, door na een schitterende eind
spurt als eerste over de finish van de mara
thon van het Binnenhof te gaan. Maar om
premier te worden, is het in de allereerste
plaats nodig om in het kabinet te zitten. Na
de harde waarschuwing van Terlouw reali
seert hij zich dat sabotage of obstructie van
het paarse streven van Van Mierlo gelijk
staat aan een gedwongen aftocht naar de
oppositiebankjes. Want in dat geval zal D66
kiezen voor onderhandelingen met CDA en
VVD over een centrum-rechts kabinet. En
dus wordt er vanaf vandaag verder onder
handeld over een paarse coalitie.
RIK IN T HOUT
Noren blijven 'praten, praten, pratenvoor jacht op walvissen
Koele moordenaars of normale broodwinners? De commotie om de Noorse walvisvaarders lijkt voorlopig aan te
houden. Vooral omdat Noorwegen vorig jaar uit de internationale overeenkomst stapte die de jacht op walvissen
verbiedt. Vorig jaar vingen de Noren 226 dwergvinvissen, voor Greenpeace aanleiding op te roepen tot een boycot
van het land. Binnenkort mogen de Noren proberen de wereld overtuigen van hun gelijk. Tijdens de eind deze
maand in Mexico te houden conferentie van de Internationale Walviscommissie komt de problematiek rond de
walvisvangst uitgebreid aan de orde.
Een walvisvaarder op zoek naar dwergvinvissen bij de kust van het Noorse eiland Lofoten. Het betreft hier walvisvaart ten behoeve van de weten
schap. Eind deze maand begint weer de commerciële jacht op dwergvinvissen. foto pieter van hove
Björn Hugo ziet het wel zitten. Nog
amper een maand en dan kan de 29-
jarige Noor weer aan de bak. De eer
ste drie maanden van dit jaar stonden
in het teken van de kabeljauwvangst.
Nu even de boot opknappen en bij
schilderen voordat voor hem een oer
oude Noorse traditie van start gaat:
het vangen van walvissen, in het bij
zonder de dwergvinvis.
Voor de meeste Noren is de walvis
vangst een diep geworteld begrip.
Groot was dan ook de commotie toen
het Scandinavische land zich in 1982
achter het besluit van de Internatio
nale Walviscommissie (IWC) schaarde
dat de commerciële walvisvangst
moest worden gestaakt. De overeen
komst trad vijf jaar in werking. Wel
maakte het land een reservering op
het akkoord: wetenschappelijk moest
worden aangetoond dat het aantal
dwergvinvissen inderdaad onder de
kritische grens lag. De jacht op dwerg
vinvissen voorwetenschappelijke
doeleinden ging echter door.
Pas in '92 kwam het wetenschappelij
ke comité van de Internationale Wal
viscommissie, bestaande uit een in
ternationale groep wetenschappers,
met de eerste resultaten. In de Noorse
wateren zouden zich rond de 86.000
exemplaren van de dwergvinvis be
vinden. Voor het Zuidelijk Halfrond
lag dit aantal zelfs op 750.000 stuks.
Het wetenschappelijke comité stelde
vast aan de hand van een rekenme
thode, de zogeheten Revised Manage
ment Procedure, dat hervatting van de
jacht mogelijk was zonder dat het
voortbestaan van de walvissensoort
gevaar zou lopen.
De Internationale Walviscommissie
nam vorig jaar tijdens haar jaarverga
dering in Japan deze aanbeveling ech
ter niet over. Met name de Ven?nfgde
Staten zagen niets in de walvisvangst.
Bovendien werd her en der getwijfeld
aan de betrouwbaarheid van de ge
hanteerde rekenmethode. Ook werd
bezwaar gemaakt tegen het feit dat
veel wetenschappers Noren waren.
Noorwegen was de heisa zat en her
vatte de commerciële jacht op de
dwergvinvis.
Ogenschijnlijk meer een principe
kwestie. Immers, slechts driehonderd
families zijn afhankelijk van de twee
maanden durende walvisvangst. Vorig
jaar kregen zestig boten een vangst
vergunning voor 296 walvissen, waar
van 160 voor de commerciële vangst,
de rest voor wetenschappelijk onder
zoek. Voor de vissers is het een uiterst
lucratieve bezigheid: per exemplaar
wordt grif 25.000 gulden neergeteld.
Vorig jaar vingen Björn en zijn vier
collega's maar liefst zes dwergvinvis
sen voor de kust van het eiland Lofo
ten. Dus tel maar uit je winst. „De
laatste zeven jaar hadden we een
slechte visvangst", verduidelijkt
Björn, „dus was het voor ons vorig
jaar een zegen dat de waJvisjacht weer
werd toegestaan."
Mogen tal van Europese milieu-groe
peringen zich fel uitspreken tegen de
walvisvangst, de Noorse collega's
kunnen zich weinig bij de kritiek
voorstellen. Belangrijk voor hen is dat
de walvisvangst een belangrijke bron
van inkomen is voor de plaatselijke
bevolking van vissersplaatsjes in met
name het noorden van Noorwegen.
„Anders zou iedereen wegtrekken van
de kust. Van de visserij op zich is te
genwoordig meer nauwelijks rond te
komen", vertelt Christi Moes van 'Na
tuur en Jeugd', met zo'n 8.500 leden
één van de grootste milieubewegin
gen van het land. „Beperkte jacht
moet daarom mogelijk zijn."
Een ander argument is dat de dwerg
vinvis een belangrijke concurrent is
van de Noorse visserij. Precieze gege
vens zijn niet bekend, maar geschat
wordt dat de vinvissen net zoveel vis
eten als de Noorse vissers vangen.
Sentiment is dan ook een woord dat
de Noren niet kennen. „Overal wor
den dieren om hun vlees gedood",
stelt directeur-generaal Kare Bryn van
Buitenlandse Zaken nuchter vast.
„Waarom zouden wij dan de walvis
vangst verbieden? We hoeven toch
niet roomser te zijn dan de paus.
Hamburgers groeien tenslotte ook
niet aan bomen."
Maar de kritiek zit de Noren toch niet
lekker. Greenpeace deed in maart van
dit jaar de oproep Noorwegen als va
kantieland te mijden vanwege de wal
visvangst. Vorig jaar nog probeerde
het Greenpeace-actieschip Solo voor
de kust van Lofoten walvisvaarders te
beletten naar zee te varen. De blokka
de mislukte, maar Noorwegen haalde
wel op een negatieve manier de pers.
Met een mogelijke toetreding tot de
Europese Unie in het vooruitzicht
doet de Noorse regering er alles aan
het beeld van meedogenloze moorde
naars en plunderaars van de zee te
Een goede mogelijkheid is de volgen
de vergadering van de IWC eind deze
maand in Mexico. Tijdens die bijeen
komst komt nogmaals het veelbe
sproken Revised Management Proce
dure ter sprake en daarbij de mogelij
ke verdeling van de vangstquota. Na
mens Noorwegen neemt onder ande
ren Georg Blichfeldt deel aan de con
ferentie. De secretaris van de belan
genvereniging voor de visserij High
North Alliance zal proberen de onwel
willende landen over de streep te
trekken.
Een haast onmogelijke taak, beseft
Blichfeldt. „Ik heb er weinig vertrou
wen in dat de Verenigde Staten op
eens instemmen met de walvisvangst.
Men zal wel weer komen met het ver
haal dat het model niet deugt, dat be
langrijke aspecten niet zijn opgeno
men. Die zaak ligt daar politiek veel te
gevoelig. Waarom ik er dan toch naar
toega? Praten, praten, praten. Ze
overtuigen van ons gelijk."
LOFOTEN PIETER VAN HOVE
Kamuzu Hastings Banda.
foto archief
Miljoenen kiezers in Malawi
krijgen morgen hun eerste kans
in dertig jaar te stemmen voor
een regering van hun keuze.
Kandidaten van acht partijen
zullen dingen naar het presi
dentschap en de 177 zetels van
het parlement in de eerste de
mocratische verkiezingen die in
het land plaatsvinden sinds het
in 1964 onafhankelijk werd van
kolonisator Groot-Brittannië.
Voor de regerende Malawi Con
grespartij (MCP) lijdt het geen
twijfel dat zij als winnaar uit de
bus zal komen. „Wij zullen de
eerste meerpartijenregeringvan
Malawi vormen", verklaart
Gwanda Chakuamba, MCP-
kandidaat voor het vice-presi-
dentschap en 'running mate'
van president Hastings Kamuzu
Banda.
Banda heeft de macht door zijn
vingers voelen glippen sinds de
Malawiërs zich in het referen
dum van juni 1993 uitspraken
voor een meerpartijendemocra-
tie. De autocratische negentiger
heeft het verarmde Centraalafri-
kaanse land met zijn acht mil
joen inwoners sinds de onaf
hankelijkheid met ijzeren hand
Hij schikte zich pas in het idee
van een meerpartijendemocra-
tie toen westerse donoren de
hulp ter waarde van zo'n 250
miljoen dollar (ongeveer 500
miljoen gulden) aan het land
opschortten uit protest tegen de
mensenrechtenstatus van zijn
regering. In september 1993,
negentien maanden nadat de
hulp aan Malawi was bevroren,
werd deze hervat.
Groot-Brittannië en Japan wa
ren de eerste om de bevriezing
van de hulp op te heffen door
respectievelijk 23 miljoen dollar
en 13 miljoen dollar vrij te ge
ven. Zij werden gevolgd door de
Europese Unie, die twee maan
den later 35 miljoen dollar de
blokkeerde.
Om er zeker van te zijn dat de
verkiezingen rustig verlopen,
sturen de Verenigde Naties 250
waarnemers van de stembus
gang naar Malawi, aldus berich
ten in de Malawische pers
waarin Michael Meadowcroft
geciteerd werd. Deze Brit coör
dineert het VN-secretariaat in
de Malawische hoofdstad
Lilongwe. Vrijwilligers uit
Bangladesh, Frankrijk, Nigeria
en Sri Lanka zullen erop toezien
dat de verkiezingen vrij en eer
lijk zijn.
Banda, die van een hersenope
ratie herstelt die hij in oktober
in Zuid-Afrika onderging, lijkt
zich verzoend te hebben met
het idee dat zijn partij niet lan
ger een monopolie in het parle
ment zal hebben, ook al be
weert hij dat de MCP zeker kan
zijn van de overwinning.
„Sommigen van jullie zullen
niet in het parlement terugke
ren", zei hij onlangs. „Aan hen
geef Ik het advies om via andere
diensten een bijdrage aan de
natie te leveren." Maar, „onze
partij is er een van bekwame
leiders met een onberispelijke
staat van dienst en we zijn er
zeker van dat we zegevierend
uit de bus komen."
Mensenrechtengroepen zijn het
er bepaald niet eens met de be
wering dat het verleden van het
MCP-regime brandschoon is.
Het is door de jaren onder vuur
komen te liggen vanwege
schendingen van mensenrech
ten, zoals het arresteren en ver
moorden van politieke tegen
standers.
De verkiezingscommissie van
Malawi heeft opgeroepen de
kalmte te bewaren. „Wij garan
deren dat er vrije en eerlijke
verkiezingen zullen plaatsvin
den", aldus Charles Joya, lid van
de commissie.
De voorzitter van de kiescom
missie, rechter Anastazia
Msosa, heeft de leiders van de
politieke partijen die aan de
verkiezingen meedoen geadvi
seerd het recente voorbeeld van
politici te volgen, die gezamen
lijk hun nominatiepapieren aan
haar hebben overhandigd.
Ondanks Banda's beweringen
dat de MCP de verkiezingen
gaat winnen, wijzen bepaalde
tekenen erop dat het binnen de
partij niet allemaal koek en ei is.
Bij recente voorverkiezingen
leed de MCP zware verliezen in
de vorm van het vertrek van zes
kabinetsleden, onder wie minis
ter zonder portefeuille Wadson
Deleza en minister Robson
Chirwa van Transport en Com
municatie. De zes ministers
slaagden er niet in de race om
de nominatie in hun respectie
velijke kiesdistricten t
BLANTYRE» JULIUS K
Jan Pronk had gisteren rond het middaguur al lang
terug moeten zijn in Kenya, maar zit nog steeds bij
Unamir in Kigali. Het Canadese vrachtvliegtuig dat
hem 's morgens kwam ophalen, kon vanwege aan
houdende beschietingen
nabij het vliegveld niet lan-
den en keerde onverrichter
zake naar Nairobi terug.
Pronk, die er later die mid
dag wel in slaagt naar Kenya
te vliegen, blijft vrij nuchter
Het is hief onder de kogels, bommen
gevaarlijk, er
wordt de hele »Hel is hler heel gevaarlijk,
er wordt de hele dag door
düg gevochten. gevochten. De frontlijn
loopt dwars door de stad.
Maar ik zit hier redelijk vei
lig, op het VN-hoofdkwar-
tier wordt niet geschoten.
Toen ik op het vliegveld
stond te wachten, sloeg er
vlakbij wel een granaat in.
Bovendien hoorde ik dat de
strijdende partijen op sommige plaatsen op slechts
50 meter afstand, elkaar bestoken. Dat zijn directe
straatgevechten."
De bewindsman voorziet ook geen spoedig einde
aan de strijd om de Rwandese hoofdstad. „Een deel
is in handen van het RPF, maar het regeringsleger is
nog steeds heel sterk en het is echt niet gemakkelijk
om Kigali te veroveren. De gevechten en het gaat
er hard aan toe zullen voorlopig nog wel door
gaan. In de door het leger gecontroleerde wijken zie
je alleen maar militia die wegversperringen beman
nen. Levensgevaarlijk. Jonge jongens met zware
wapens die óm 12 uur al zwaar gedrogeerd zijn en
op zoek gaan naar Tutsi's en Belgen. Voor de rest is
Kigali nagenoeg een lege stad. Er zijn tienduizen
den doden gevallen, honderdduizenden mensen
zijn gevlucht. Er bestaat een enorme voedsel
schaarste. Je kent de beelden van de televisie, maar
wat je in werkelijkheid ziet is nog veel gruwelijker.
Vermoorde kinderen, die overal nog steeds liggen.
En de moordpartijen gaan in het hele land nog
door. Een kerk in het zuiden waar 9.000 mensen in
zaten, is door militia in brand gestoken. Iedereen is
levend verbrand", aldus Pronk.
Gezien de aanhoudende slachtingen is de minister
stellig van mening dat meer druk moet worden uit
geoefend op beide partijen om te gaan onderhan
delen over een wapenstilstand en mogelijkheden
om de volkerenmoord een halt toe te roepen. In ge
sprekken met RPF-leiders in hun hoofdkwartier in
het noorden van Rwanda heeft hij daar ook op aan
gedrongen.
„Een wapenstilstand moet er komen, al is het maar
een plaatselijke. Zodat in ieder geval op diverse
plaatsen veilige oorden en corridors kunnen wor
den gecreëerd, waar mensen worden beschermd en
hulp kunnen ontvangen terwijl de gevechten elders
doorgaan. Om die reden is het ook zeer hard nood
zakelijk dat er een grotere VN-macht komt. Met een
aantal van 8.000 zegt Unamir zeer effectief te kun
nen opereren, een macht van 5.500 wordt als rede
lijk effectief beschouwd.
De VN kunnen dan ook slachtingen onder burgers
door gewapende militia vooïkomen. Misschien niet
in individuele huizen, maar wel op plaatsen waar
zich concentraties van mensen bevinden, zoals in
kampen, weeshuizen en ziekenhuizen. Volgens mij
moet het mogelijk zijn op deze wijze de moordpar
tijen terug te brengen, vooral omdat Rwanda niet
zo'n groot land is."
De kans is evenwel groot dat een dergelijke VN-
operatie op een fiasco uitloopt, zoals in Somalië, te
meer daar zowel het RPF als regeringsleger nogal
wat bezwaren hebben opgeworpen tegen het inzet
ten van meer buitenlandse militairen. Pronk onder
kent dat gevaar maar voegt er meteen aan toe: „In
Somalië ging het mis omdat de VN hun troepen
daar een vergaand mandaat hadden gegeven. In
Rwanda moet de taak van een VN-macht beperkt
blijven tot het beschermen van de bevolking. Ze
moeten zich niet in de oorlog gaan mengen en pro
beren de strijd te stoppen. Wat het verzet van de
strijdende partijen betreft, gaat het vooral om de
aantallen, niet om een buitenlands leger. En over
aantallen valt te onderhandelen."
Er gaan in het Westen ook stemmen op die menen
dat het in Rwanda om een dergelijke grootschalige
en georganiseerde uitroeiing van de bevolking gaat,
door Afrikanen, onder Afrikanen, dat het Westen
zich daar eigenlijk maar helemaal van moet afke
ren. Pronk: „De Afrikanen zijn zelf inderdaad ver
antwoordelijk voor de massamoorden. Maar als
mensen van een bepaalde stam, de Tutsi's in dit ge
val, worden bedreigd en vermoord, dien je die te
hulp te komen. Als internationale gemeenschap
blijf je daar een humanitaire verantwoordelijkheid
voor houden. Geen politieke."
De Nederlandse minister vindt dat er zo spoedig
mogelijk een luchtbrug moet komen om hulpgoe
deren naar Kigali te brengen en vluchtelingen en
gijzelaars in veiligheid te brengen. „Nederland zal
daar zeker aan bijdragen, alleen is het nu nog te
vroeg voor mij om al over concrete bedragen te
praten", zegt hij.
Een Tutsi-meisje met een afgehakte hand en hakmeswonden aan haar hoofd wordt
zo goed en zo kwaad als het kan verzorgd in een provisorisch ziekenhuisje in Kab-
gayi. foto reuter corinne dufka