Rwanda, een hel
vol rottend vlees
Feiten &Meningen
ID-plicht betreft
vooral migranten
A t». - -4&sr.r S ymÊm&k
Afgevloeide kamerleden
deels weer aan de bak
Vrijgezellen klagen steen en been
in dorp zonder vrouwen
Hongaren boos over koele ontvangst EU
VRIJDAG 13 MEI 1994
Het is bijna zover: op 1 juni gaat de identifi
catieplicht in. Als U een blanke Nederlander
bent en in de bus altijd een kaartje koopt, is
de kans op identiteitscontrole niet bijzon
der groot. Als IJ een gekleurde Nederlander
bent die tijdelijk werk heelt in de confectie,
kunt U maar beter altijd een paspoort of
een ander legitimatiebewijs meenemen.
Vanaf 1 juni moeten alle burgers vanaf 12
jaar zich in bepaalde gevallen kunnen legi
timeren. Deze ID-plicht geldt op het werk,
in het openbaar vervoer, bij voetbalwed
strijden en andere grootschalige manifesta
ties, ten overstaan van uitkeringsinstanties,
bij banktransacties en in het kader van het
vreemdelingentoezicht.
De officiële documenten waarmee men
zich kan identificeren zijn: een geldig pas
poort, een toeristenkaart of de gemeentelij
ke identiteitskaart. Ook het rijbewijs kan als
legitimatie dienst doen, hoewel het niet
fraudebestendig is en geen nationaliteit en
sofinummer vermeldt.
In naam is de identificatieplicht beperkt
tot de bovengenoemde gevallen. Feitelijk
wijkt dit nauwelijks af van een algemene
identificatieplicht. Iedereen kan namelijk te
allen tijde worden aangehouden in verband
met het vreemdelingentoezicht: vreemde
lingen en Nederlanders. Zo ontlopen de
controleurs het verwijt van discriminatie.
Het is dus iedereen aan te raden voortaan
een identiteitsbewijs bij zich te dragen.
Maar een heel andere kwestie is wie in de
praktijk met de identificatieplicht te maken
zal krijgen. Uiteraard is het bij voorbaat on
mogelijk alle vijftien
miljoen ingezetenen
met een zekere re
gelmaat op het werk
of in het openbaar
r hun le-
gebeuren als ie
mand wordt betrapt
op zwartrijden of
wordt aangehouden
bij rellen in en rond
GIJS SCHREUDERS de voetbalstadions,
juridisch Wal het vreemdelin-
medewerker gentoezicht betreft,
staat wel vast dat de
huidskleur een aan
knopingspunt wordt bij de controles.
De identificatieverplichting op het werk is
vooral bedoeld als instrument om illegale
vreemdelingen op de arbeidsmarkt op te
sporen. Er valt een sterke uitbreiding van
overval con trol es op bedrijven te verwach
ten. Het aantal controleurs bij de Dienst In
spectie Arbeidsverhoudingen (DLA) wordt
voor dat doel verdubbeld. Tien jaar geleden
bestempelde Ien Dales, de latere minister
van binnenlandse zaken die begin dit jaar
overleed, dergelijke controles als razzia's.
Het ligt voor de hand te veronderstellen
dat vooral migranten er bij deze controles
uit worden gepikt. In het verleden is de DLA
om deze reden van discriminatie beschul
digd en de identificatieplicht die formeel
voor alle Nederlanders geldt, moet dienen
om dit bezwaar te ontzenuwen. Huidskleur
mag officieel als selectiecriterium worden
gehanteerd in samenhang met andere om
standigheden, zoals de plaats waar men
zich bevindt.
Het wachten is nu op de razzia's. Er is
van verschillende kanten onder meer
door de Binnenlandse Veiligheidsdienst
gewaarschuwd tegen raciale spanningen
die het gevolg kunnen zijn van de identifi
catieplicht. In het buitenland zijn identifi
catie-eisen die in de praktijk met name
voor gekleurde ingezetenen bleken te gel
den, aanleiding geweest tot ernstige botsin
gen tussen politie en minderheden. Dit was
bijvoorbeeld het geval in de jaren tachtig in
het Engelse Brixton en recenter in Brussel
en Parijs.
THE INDEPENDENT
Ik wil niet schrijven wat ik heb gezien. In tien jaar berichtgeving uit het
Afrikaanse continent ben ik nog nooit zoiets gruwelijks tegengekomen
als in Rwanda. Ook de Rwandezen hebben geen woorden meer. Zwij
gend en ogenschijnlijk onaangedaan ondergaan ze hun hel.
Overal liggen lijken v
s vaak al dagen geleden zijn doodgeschoten of neergesabeld.
Ten zuiden van de hoofdstad Kigali
liggen de dorpjes en hutjes van
Rwanda, het dichtst bevolkte land van
Afrika, er verlaten bij. Tiet is onwezen
lijk, alsof het hele land is gevlucht. Al
le hutten zijn geplunderd en schame
le bezittingen liggen rondom ver
strooid. Soms zie je beweging in de
donkere hutjes, maar als je gaat kij
ken, zijn het geiten of kippen die hun
intrek hebben genomen in de verla
ten onderkomens.
In ieder dorp komt de misselijk ma
kende, zoet-zure lucht van rottend
vlees je tegemoet. Overal liggen lijken
waar ze vaak al dagen geleden zijn
doodgeschoten of neergesabeld. En
overal waar je een verlaten hoopje be
zittingen langs de weg ziet, hangt de
zelfde weeë lucht. De eerste paar keer
stop je om te kijken of er nog iets te
redden valt. Dan niet meer. Vliegen
zwermen van de lijken op en landen
op je lip of je ogen. Het is meer dan ik
kan verdragen.
Een Rwandees gezegde luidt: 'Wie rat
ten wil verdelgen, moet de zwangere
vrouwtjes niet sparen'. En dat hebben
de moordenaars dan ook niet gedaan.
Hele gezinnen zijn door de rondtrek
kende bendes uitgemoord baby's,
kinderen, vrouwen en mannen. In de
kerk van Gahini liggen de lijken drie
tot vier lagen dik. De mensen hadden
er hun toevlucht gezocht, maar er
werden handgranaten naar binnen
gegooid. De overlevenden werden
met kapmessen afgemaakt. Veel lijken
vertonen gapende wonden in de nek
of de hoofden zijn helemaal afgehakt.
Bij anderen hebben de moordenaars
de voeten afgehakt om ze langzaam te
laten creperen.
In de rivier de Kagera dreven tijdens
het hoogtepunt van de moorden zo'n
twintig lijken per minuut voorbij. In
de kolkingen aan de voet van de Ru-
sumo waterval blijven de lijken soms
dagenlang in het bruine water rond
tollen. De stank van bederf is overwel
digend.
De omvang van de moorddadige
slachtpartij gaat mijn begrip te boven.
Wel weet ik dat dit geen spontane uit
barsting van etnisch geweld is. Deze
moordpartij is al lang geleden ge
pland en voorbereid. Na de onderte
kening van het vredesverdrag dat een
eind moest maken aan de burgeroor
log, zou de Hutu-president Juvenal
Habyarimana een coalitieregering
vormen met de Tutsi-rebellen van het
RPF (Rwandees Patriottisch Eront).
Maar terwijl Habyarimana uitvluch
ten bedacht en tijd rekte, richtte hij
overal in het land plaatselijke Hutu-
milities op. De milities noemden
zichzelf'Interahamwe' (Zij die samen
aanvallen) en geloofden heilig in. het
recht van de Hutu's op alleenheer
schappij. Het RPF lichtte de Verenig
de Naties al eind 1992 over deze mili
ties in, maar de Verenigde Naties gre
pen niet in.
Sindsdien hebben Hutu-extremisten
twee keer geprobeerd de milities te
activeren vorig jaar en in februari
van dit jaar na de moord op de pre
mier. Beide keren werd er her en der
wel wat gemoord, maar de onrust
breidde zich niet uit. Maar toen Ha
byarimana (samen met de president
van Burundi) werd gedood doordat
zijn vliegtuig op 6 april uit de lucht
werd geschoten, sloeg de vlam in de
pan. De milities trokken door het land
en maakten korte metten met alle
Tutsi's die ze tegenkwamen en verder
met iedereen die niet met Habyari
mana sympathiseerde, waaronder
ook vele Hutu's.
De akties van de Interahamwe mili
ties werden gecoördineerd door
plaatselijke leiders, die precies wisten
wie met welke partij sympathiseerde.
Plaatselijke leiders die hun medewer-
FOTO REUTER CORINNE DUFKA
king aan de moordpartij weigerden,
werden 'vervangen'.
De moordende waanzin trekt als een
alles vernietigende tornado door
Rwanda. Alleen in de gebieden die
door de Tutsi-rebellen van het RPF
zijn veroverd, heerst een soort rust
de rust van dood en verlatenheid.
Maar het oprukkende RPF jaagt de
moordende milities en de doodsbe
nauwde Hutu-bevolking voor zich uit.
Hoewel het RPF geen aparte Tutsi-
staat nastreeft en zelfs Hutu's in zijn
gelederen telt, vertrouwt de vluchten
de Hutu-bevolking de rebellenbewe
ging niet)
Ondertussen vermoorden de door het
RPF opgejaagde milities iedere Tutsi
die ze op hun vlucht tegenkomen.
Voor het begin van de burgeroorlog
telde de Rwandese bevolking 600.000
Tutsi's, oftewel 10 procent van de zes
miljoen Rwandezen. Inmiddels zijn er
naar schatting zo'n 250.000 Rwande
zen merendeels Tutsi's ver
moord. Als de rebellenbeweging van
de Tutsi's de burgeroorlog wint, over
wat voor land zal ze dan regeren en
vanuit welke machtsbasis?
RICHARD DOWDEN THE INDEPENDENT
VERTALING: MARGREET HESLINGA
Zeker zes voormalige PvdA-
kamerleden hebben al weer
een andere baan, terwijl ze
pas eind volgende week
volksvertegenwoordiger af
zijn. Directeur V. Verhoeven
van het partijbureau in Am
sterdam meldt dit niet zonder
trots. De inspanningen van
het interne arbeidsbureautje
beginnen vrucht af te werpen,
bij vijf van de zes nieuwe ba
nen heeft het een rol ge
speeld. De betrokken kamer
leden zelf denken daar echter
anders over.
„Belachelijk", noemt PvdA'er
Van der Vaart de mededeling
van Verhoeven dat hij zijn
nieuwe baan als projectleider
bij het ministerie van financi
ën heeft te danken aan de
partij. „Ik heb heel bewust
geen gebruik gemaakt van de
diensten van de partij, om de
indruk van een politieke be
noeming te vermijden." De
rancune over de 'onbeschofte
manier' waarop hij uit-de Ka
mer is gewerkt is groot. Van
der Vaart is nog wel lid maar
wil verder zo min mogelijk
met de PvdA te maken heb
ben.
J. van den Berg, woordvoerder
Midden- en Klein-bedrijf,
werkt zich al in als hoofd in
terne zaken van de planologi
sche dienst bij VROM. Ook hij
ontkent iets te danken te heb
ben aan de PvdA. „Ze hebben
het bureau wel onder mijn
aandacht gebracht, maar voor
mij was dat niet nodig. Ik heb
gewoon op deze functie ge
solliciteerd. inclusief gesp rek
ken met drie selectiecommis
sies", lacht hij opgewekt. „En
zo hoort het ook."
Dat Verhoeven zijn naam
noemde, vindt hij wel wat
vreemd, want hij heeft zich
niet vervoegd bij het out-pla-
cementbureau dat de partij in
de arm nam. „Ze hebben de
condities gecreëerd, maar
voor mij was dat niet nodig."
A. de Jong heeft een benoe
ming op zak als plaatsvervan
gend hoofddirecteur bij een
ministerie, maar welk wil hij
in afwachting van screen
ing door de Binnenlandse
Veiligheidsdienst nog niet
kwijt. „Strikt genomen heeft
de partij daarbij niets bete
kend", vindt De Jong. Hij
heeft tijdens zijn zoektocht
naar een gewone baan een
keer in de maand contact ge
had met zijn mentor 'om te
zeggen hoe het ging'.
Twee andere sociaal-demo
craten hebben een part-time
baan gevonden. Maar die kan
allerminst worden be
schouwd als een serieuze ver
vanging van het kamerlid
maatschap. D. Beijlen-Geerts
wordt lid van de Emancipa-
tieraad, een taak voor twee
dagen in de week, en gaat
weer studeren. M. Quint-
Maagdenberg wordt voor drie
dagen in de week voorzitter
van de Stichting Forum Vitaal
Leraarschap. „Een part-time
baan voor een part-time pe
riode", schatert zij, want het
is de bedoeling dat ze er over
drie jaar mee stopt.
Het CDA, dat twintig zetels
moet inleveren, voert zoge
noemde exit-gesprekken met
vertrekkende kamerleden.
Maar in de zogenoemde
'Handreiking' van voormalig
minister Jan de Koning, staat
nadrukkelijk 'dat de mogelijk
heden van de partij zeer be
perkt zijn'. De woordvoerder
van het CDA 'er komen
open gesprekken en we bie
den hand- en spandiensten'
erkent dat het teleurstel
lende verkiezingsresultaat het
niet gemakkelijker maakt om
iedereen daadwerkelijk te hel
pen.
De kamerleden die niet on
middellijk aan de bak komen,
hoeven echter niet op een
houtje te bijten. Afhankelijk
van de tijd die zij als volksver
tegenwoordiger actief zijn ge
weest, krijgen zij twee tot zes
jaar wachtgeld. In het eerste
jaar is de uitkering gelijk aan
tachtig procent van de scha
deloosstelling van 10.125 gul
den per maand. In het tweede
jaar wordt dat zeventig en
vervolgens zestig procent.
DEN HAAG THEO HAERKENS
CORRESPONDENT
A. de Jong, van Tweede Kamer naar een minis
terie waarvan hij de naam nog niet wilt noe
men. FOTO DIJKSTRA BV
Herman is geen slecht stadje om in
te leven. Althans als je de ware al ge
vonden hebt. Maar voor vrijgezellen
ligt dat anders. Voor hen is er geen
geluk te vinden in Herman, een
stadje 240 kilometer ten noordwes
ten Minneapolis.
Het begon met een toespraak van de
boer Dan Ellison. Hij merkte ten
overstaan van de economische ont
wikkelingsorganisatie van het stadje
op dat Herman geen loodgieter, ad
vocaat of accountant heeft. En om
dat het stadje volgens hem te weinig
vrouwen telt wilde hij hier v
De ogen gingen open en het stadje
begon te tellen: Op de 485 inwoners
telde men 78 vrijgezellen tussen de
20 en 50 jaar en met moeite wist
men namen te noemen van tien be
schikbare vrouwen in dezelfde leef
tijdscategorie.
Het is goed toeven in Herman, daar
ligt het niet aan. Het is veilig en
goedkoop. Voor 30.000 dollar kun je
er al een huis met drie slaapkamers
kopen. In de buurt liggen drie zie
kenhuizen en Herman kent een ei
gen schoolsysteem.
Maar Ellison, zelf econoom, 36 jaar
en vrijgezel, wist dat er meer nodig
is om vrouwen aan te trekken. Ook
Peggy Knudson, een onderwijsdes
kundige. is die mening toegedaan:
„We hebben betaalde banen met
carrierekansen nodig voor wouwen
of anders komt niemand hier om te
blijven."
Zo gezegd zo gedaan. Sindsdien ad
verteert Herman met banen als
loodgieter, advocaat, accountant of
computerreparateiu' om wouwen te
lokken.
De afgelopen 10 jaar zag Herman
zijn bevolking met 20 procent terug
lopen. Onderzoek leerde dat geen
enkele van de 20 wouwelijke stu
denten aan de lokale High School
vorig jaar van plan was in Herman te
blijven. „Ze willen allemaal carrière
maken en zien daarvoor in ons stad
je niet de kans. De economie van
Herman is altijd gedomineerd door
de landbouw, en de landbouw wordt
gedomineerd door mannen", weet
Ellison.
HERMAN AP
De Europese Unie lijkt een beetje
op een bokser die te lang in zijn
luie stoel heeft gezeten. Topambte
naar Séndor Peisch van het Hon
gaarse ministerie van buitenlandse
zaken wil niemand beledigen,
maar toch. Het beeld van een top
sporter uit training dringt zich aan
hem op als hij het heeft over de
Europese Unie en de koele ont
vangst die Hongarije daar ten deel
valt.
Hongarije zou voor wat meer pit in
Brussel kunnen zorgen, meent
Peisch. „Wij zijn de afgelopen vier
jaar gewend geraakt aan flexibili-,
teit. Misschien kunnen wij bijdra
gen aan een grotere reactiesnel
heid."
Boedapest woeg vorige maand of
ficieel het lidmaatschap aan. sa
men met Polen, maar veel EU-lid-
staten vinden die stap overhaast.
Hongarije zou er nog niet rijp voor
zijn. Bovendien heeft de EU het te
druk met haar eigen zaken. De
Hongaren reageren gepikeerd, zij
voelen zich aan hun lot overgela-
Dominee Ferenc Harkai bij voor
beeld. In zijn woonplaats Erd even
buiten Boedapest deelt hij kleren
uit aan de verarmde bejaarden in
zijn gemeente. Hij trekt een verge
lijking met 1956. Het Westen be
loofde van alles maar deed niets
toen de Russen de Hongaarse op
stand neersloegen. En nu weer „al
leen maar mooie woorden".
Verbitterd zijn de Hongaren vol
gens Harkai. „De trotse Hongaar
die zegt: wat denken ze wel niet?
Wij hebben een meer dan duizend
jaar oude Europese geschiedenis,
veel ouder dan die van Nederland
of Duitsland." Lang uitstel van het
EU-lidm^atschap zou tot een ver
sterking van het nationalisme kun
nen leiden.
Veel alternatieven voor geduld
hebben, heeft de regering in Boed
apest echter niet. De grote politie
ke partijen zijn het erover eens dat
toetreding tot de Unie het belang
rijkste doel van de buitenlandse
politiek moet zijn. Alleen een
hechte band met Europa kan voor
komen dat het Middeneuropese
land opnieuw wordt vermalen tus
sen de omringende grootmachten.
„De integratie is ook een veilig
heidskwestie. De Europese Unie is
zich niet altijd bewust van die ver
antwoordelijkheid", meent Peisch.
Hij onderstreept dat Hongarije wat
betreft democratie en het respecte
ren van de mensenrechten aan alle
eisen voldoet.
Ook de economische omschake
ling verloopt volgens hem voor
spoedig. De particuliere sector is al
goed voor de helft van de nationale
produktie en 70 procent van de
handel is gericht op de twaalf EU -
lidstaten plus Oostenrijk, Finland,
Zweden en Noorwegen. Het jaar
2000 noemt hij een realistische
streefdatum voor het Hongaarse
EU-lidmaatschap.
Over dat laatste denkt menige
lidstaat anders. Net zo goed als de
Hongaren gepikeerd zijn, tonen
sommige Westeuropese diploma
ten zich geïrriteerd. Zij menen dat
de Hongaren aan het drammen
zijn en Brussel een schuldcomplex
proberen aan te praten. „De Hon
gaar is toch een beetje een opge
wonden standje", zegt een van
hen.
Meer begrip voor de teleurstelling
bij de Hongaren toont Silvano Prer
sa, vertegenwoordiger van de Eu
ropese Commissie in Boedapest.
Volgens hem zal de Europese Unie
moeten veranderen om nog meer
leden op te kunnen nemen, en op
die veranderingen hebben de Hon
gaarse autoriteiten geen invloed.
Frustratie is dan bijna onvermijdgr
lijk.
Presa erkent ook dat de koele ont
vangst ten dele een financiële
kwestie is. Toetreding van een arpi
land als Hongarije betekent een
aanslag op de beperkte fondsen.
„Iemand moet de rekening beta
len. De vraag is dan of armere lid
staten meer moeten delen of dat
rijkere landen meer moeten bijdra
gen."
BOEDAPEST THIEU VAESSEN