Tsjechen worstelen met angst voor Sudeten-Duitsers Indiërs in Hong Kong wacht onzekere toekomst na 1997 Medellin rustiger sinds Cali-kartel dienst uitmaakt Buitenland Terug van weggeweest Noodtoestand in Colombia DINSDAG 3 MEI 1994 'Gesloten hoofdstuk in de geschiedenis correspondent oost-europa De wereld keek even de andere kant op toen de Tsjechen in 1945 en 1946 zo'n 3 miljoen Sudeten-Duitsers het land uitgooiden. De term 'etnische zuiveringen' was nog niet bekend en de Tsjechische actie kon in stilte op brede goedkeuring rekenen. De Duitsers kregen een koekje van eigen deeg, nou en? Zo denken de meeste Tsjechen er nog steeds over. Het is wat vervelend dat de Sudetenduit- se kwestie de verhouding met Bonn zo belast, maar dat bewijst vooral dat je Duitsers nooit kunt vertrouwen. praag runa hellingasommige joodse overlevenden die terugkeerden uit de Duitse concentratiekampen vanwege hun Duitse achternaam met de Sudeten-Duitsers mee naar Duitsland werden gestuurd. Maar eerlijk is eerlijk, de meeste Tsjechen weten van dat alles niets af, net zo min als ze de ge schiedenis van Sudeten-Duits- land tussen de twee wereldoor logen kennen. Het is een blinde vlek in de geschiedenisboeken, terwijl enige kennis over die pe riode heel verhelderend zou zijn. Die werpt een wat ander licht op het enthousiasme van veel Sudeten-Duitsers voor Hit- Ier en op president Tomas Masaryk, wiens bewind altijd wordt aangedragen als bewijs van de diepgewortelde demo cratische tradities van Tsjecho- Slowakije. In 1918, aan het eind van de Eerste Wereldoorlog, stond de kersverse Tsjécho-Slowaakse re publiek aan de 'goede', dat wil zeggen de winnende zijde. Dat Tsjecho-Slowakije in december 1918 Duits-Bohemen bezette, nam niemand het land dan ook kwalijk. Dat minister van bui tenlandse zaken Edvard Benes die bezetting bij de vredeson derhandelingen in Parijs omzet te in een totale annexatie werd ook geaccepteerd. Toch was algemeen bekend dat Hitiers annexatie van Sudeten- Duitsland en de bezetting van Tsjechische Republiek zijn vol doende rechtvaardiging om geen schuldgevoelens tegenover de Sudeten-Duitsers te hoeven koesteren. Ze zijn ook een rechtvaardiging voor de meer dan 250.000 mensen die vol gens schattingen als gevolg van wraakacties en brute verdrijving door de Tsjechen zijn omgeko- Ze zijn een rechtvaardiging voor de witte armbanden met de let ter N (van 'Nemec', Duitseri die de Sudeten-Duitsers in de eer ste tijd na de Tweede Wereld oorlog moesten dragen. Voor de huisuitzettingen waarbij men sen vaak maar een half uur tijd kregen om te pakken en de daarop volgende deportaties in overvolle veewagens, in het donker en zonder voedsel. En voor de processen tegen Duitse en Tsjechische collabo rateurs, die volgens decreet liefst niet meer dan een dag en hooguit drie dagen mochten duren. Tegen het vonnis was geen beroep mogelijk, doods vonnissen werden onmiddellijk na de uitspraak uitgevoerd. De Duitse bezetting is zelfs een rechtvaardiging voor het feit dat Sinds de Duitse annexatie van Sudentenland en de inval en bezetting van Tsjecho-Slowakije op de foto de Duitse intocht in Praag in 1939 vormen de 'Sudeten-Duitsers' een struikelblok in de Duits-Tsjechische betrekkingen. archieffoto de Duitsers zich liever bij Oos tenrijk hadden willen aanslui! ten. Dat hadden ze duidelijk ge noeg gemaakt tijdens een natio nale protestdemonstratie op 4 maart 1919, die in een bloedbad eindigde toen de Tsjechische bezettingstroepen in verschil lende steden het vuur op de de monstranten opende. Daarbij kwamen 54 mensen om en vie len 107 gewonden. Maar volgens Benes was Tsjecho-Slowakije zonder Duits-Bohemen geen levensvat bare staat en daar waren de ge allieerden het mee eens. Zo kreeg Tsjecho-Slowakije een 26.000 vierkante kilometer groot, vrijwel puur Duits gebied in handen, waar op dat mo ment meer dan drie miljoen Duitsers woonden en niet meer dan zo'n 160.000 Tsjechen. Bij de vredesonderhandelingen had Benes toegezegd dat de Duitsers alle rechten zouden krijgen die Tsjechen en Slowa- ken ook hadden. Hij had het zelfs over de vorming van kan tons naar Zwitsers model en over de erkenning van het Duits als een van de officiële talen. Van dat alles kwam niets te recht. De Duitsers, 28 procent van de totale bevolking, werden van meet af aan als minderheid be handeld. Duitse boeren werden benadeeld bij de grondhervor- mingen, het onderwijs werd ge dwarsboomd en het Duitstalige theater in Praag werd onder Tsjechisch bestuur gebracht. Veel kwaad bloed zette de maatregel om ambtenaren op hun kennis van het Tsjechisch of Slowaaks te testen. Daardoor verloor zo'n 30 procent van de Duitse spoorwegmannen en postbodes zijn werk. Dat veel Sudeten-Duitsers Hit- Ier enthousiast hebben binnen gehaald, valt niet te ontkennen. Maar in de ijver om de naoor logse zuiveringen te rechtvaar digen zijn ze wat erg makkelijk collectief als nazi's en antise mieten afgeschilderd. De inwo ners van Brnenec (of Brinnlitz, zoals de van oorsprong Duitse plaats vroeger heette) zijn er bijvoorbeeld van overtuigd dat een fabriek in hun stadje tijdens de Tweede Wereldoorlog een concentratiekamp was, waar duizenden joden het leven heb ben gelaten. Pas sinds kort begint tot hen door te dringen dat de Sude- tenduitse fabriekseigenaar Os kar Schindler niet de boef was, waarvoor hij jarenlang is uitge maakt, integendeel, dat hij zijn fabriek en zo ongeveer zijn hele kapitaal heeft gebruikt om zo'n duizend joden het leven te red den. Die erkenning komt pas lang zaam. In 1993 schreef de plaat selijke pers nog stukken over de nazi Schindler en zijn doden kamp. Maar dat Oskar Schind ler de hëld is in Schindler'sList, de veelbesproken en met zeven Oscars bekroonde speelfilm van Steven Spielberg, is ook Brnecec niet ontgaan. Desondanks ver zet de plaatselijke bevolking zich nog steeds tegen de op richting van een gedenksteen voor deze voormalige stadge- Toen begin maart in het stadje Kadan een herdenking plaats vond voor de slachtoffers van het bloedbad van 4 maart 1919, nam geen enkele Tsjechische politicus de moeite zijn gezicht te laten zien. Zelfs president Havel niet, die als een van de weinigen tot nu toe heeft toege geven dat er na de oorlog fou ten zijn gemaakt tegenover de Duitsers. Hij erkende dat de de portatie van drie miljoen men sen als collectieve straf onrecht vaardig was. Het bleef bij een morele constatering: ook Havel heeft het niet gewaagd daar ver dere praktische consequenties aan te verbinden. Een belangrijke reden waarom de kwestie in Tsjechische Repu bliek vrijwel onbespreekbaar is, is de angst voor compensatie- eisen van de Sudeten-Duitsers. Hun belangenorganisaties stel den in 1981 dat het verloren ei gendom plus rente zo'n 265 miljard Duitse mark waard was. Zelfs als dat bedrag schromelijk overdreven is, zijn er honder duizenden Tsjechen in het voormalige Sudenten- Duitsland die een eventuele compensatie regeling als een directe bedrei ging voor hun bestaan zien. Politici weten dat de Sudetènd- uitse kwestie geen populair on derwerp bij de kiezers is. De storm van kritiek die over presi dent Havel losbarstte, heeft hen geleerd voorzichtig met het on derwerp om te gaan. Vandaar dat iedere poging tot een dia loog tussen de Sudetenduitse organisaties en de Tsjechischo politiek tot nu toe op niets zijn uitgelopen. De voorzitter van het Tsjechische parlement noemde de kwestie in novem ber vorig jaar 'een gesloten hoofdstuk uit de geschiedenis'. Niet gesloten daarentegen is de kwestie van de Duitse schade vergoeding aan Tsjechische slachtoffers van de Tweede We reldoorlog. Daarover wil de re- gering Klaus graag verder pra- boedapest runa hellinga correspondent bombay Vijftig jaar lang hebben de rose flamingo's het hartje van de vervuilde Indiase havenstad Bombay links laten liggen. Deze week waren ze in grote getalen terug zo'n 1000 exemplaren van de sierlijke vogels streken neer in het industriegebied van Bombay. Vogeldeskundigen weten niet wat ze van de komst van de flamingo's moeten denken. Schoon is het gebied, met raffinaderijen en warmtestations, allerminst. Misschien is het daarom slechts een eenmalig bezoekje. foto reuter savita kirloskar Medellin ademt rustiger en bloedt minder nu zijn geweld dadige cocaïnekartel een filiaal van het rivaliserende kartel uit Cali is geworden. Gangsters uit Cali hebben een groot deel van het door cocaïnebaron Pablo Escobar opgebouwde imperium vernietigd. Wat er van overbleef hebben ze sinds Escobars dood, op 2 december, opgeslokt. Waar Escobar een bloedige oor log tegen de staat voerde, met bomaanslagen en moorden op honderden politici, rechters en politiemannen, is het Cali-kartel minder op een confrontatie uit. De organisatie uit Cali, nu ver reweg het grootste syndicaat voor cocaïnesmokkel ter wereld, staat erom bekend dat ze selec tiever is bij het moorden en de voorkeur geeft aan steekpen ningen boven bommen. Escobars dood, bij een overval van de politie op zijn schuil plaats, werd een overwinning voor de strijders voor vrede en gerechtigheid genoemd. Zijn dood heeft Medellin vreedza mer gemaakt, zeggen de autori teiten. Een lange, felle klopjacht had Escobar ertoe gedwongen steeds verder ondergronds te gaan en zijn organisatie danig verzwakt. De kartels van Medellin en Cali hebben jarenlang een uiterst bloedige vete uitgevochten. De gangsters uit Cali maakten ge bruik van de jacht op Escobar om het Medellin-kartel te ver nietigen. Ze zouden met de po litie hebben samengewerkt bij het opsporen van Escobars me dewerkers, van wie er velen werden gedood. Volgens een functionaris van justitie werden de overblijfselen van de Medel- lin-organisatie daarna door het Cali-kartel ingelijfd. De smokkelaars in Medellin opereren nu met toestemming BOGOTA Rtr President Cesar Gaviria van Colombia heeft zondag voor tien da gen de noodtoestand uitgeroepen. Hij voorkwam daarmee dat gisteren meer dan 800 guerrillastrijders, drughandelaren en an dere misdadigers zouden zijn vrijgelaten, omdat hun zaak niet binnen de wettelijke termijn voor de rechter is gebracht. De noodtoestand stelt de regering in staat de wet die de gevangenen vrijheid zou schenken, voor twee maanden op te schorten. De Colombiaanse wet verplicht het Openbaar Ministerie gevange nen vrij te laten, als het zes maanden na hun arrestatie onvol doende bewijsmateriaal tegen hen heeft vergaard om een aan klacht in te dienen. Gaviria maakt voor de derde keer gebruik van zijn recht de noodtoestand uit te roepen om een massale vrijlating van gevangenen te voorkomen. Het juridisch systeem is zo langzaam dat het gewoonlijk meer dan een jaar duurt voor ie mand terecht staat. van de bazen in Cali en moeten een deel van hun winsten af staan. De leden van het Medel lin-kartel hadden de keus: sa menwerken met het Cali-kartel en een tak van het Cali-kartel worden, of sterven", zegt de functionaris. In zijn strijd tegen de staat, eind jaren tachtig, begin jaren ne gentig, maakte Escobar de me tropool met zijn brede boule vards, koloniale huizen en kan- t oorlogsgebied, i krachtige bom kon ontploffen. Gemiddeld werden per dag 20 mensen ver moord. Slechts weinigen waag den zich 's nachts op straat. „We spoedden ons van onze kantoren naar onze huizen", zegt voorzitter Francisco Pie- drahita van de plaatselijke Ka mer van Koophandel. „De cafés en danshallen waren leeg." De hotels waren ook vrijwel leeg, en dat terwijl ze hun prijzen enorm hadden verlaagd. Nu vullen de hotels zich weer en worden er nog e vier bijgebouwd. De ba cotheken zijn weer vol. Niet alle inwoners van Medellin zijn blij met de ondergang van Escobar. In de krottenwijken die in het noorden van de stad te gen de groene berghellingen zijn geplakt was Escobar geliefd. Hij werd gezien als een volks held die had weten te ontsnap pen aan de lagere middenklasse en een miljardenimperium had opgebouwd, als bestrijder van een overheid die zich aan het lot der armen weinig gelegen liet liggen, en als de man die iets aan de nood van armen deed door volkswijken te laten neerzetten. Hel Medellin-kartel betaalde jonge inwoners van de sloppenwijken goed voor het plegen van aanslagen. De armoede is gebleven, zo ook de moordenaars in spé, die nu waarschijnlijk iets langer op een „Er zijn weinig mogelijkheden", zegt Daverson Ortiz, een in een krottenwijk wonend voormalig bendelid. Ortiz zegt dat een nieuwe oorlog kan losbarsten als de regering de nieuwe drug bazen hard aanpakt. HONG KONG SATYANARAYAN SIVARAMAN Terwijl Groot-Brittannië en China strij den over de politieke toekomst van Hongkong, maken duizenden Hongkong- se Indiërs zich zorgen over wat hen te wachten staat als de Britse kroonkolonie in 1997 in Chinese handen overgaat. De Indiërs, afstammelingen van ambte naren, soldaten en kleine handelaars die zich hier in het kielzog van de Britten halverwege de negentiende eeuw vestig den, hebben nu zo'n 10 procent van de florerende economie van Hong Kong in handen. Maar de 20.000 Indiërs in Hong Kong vre zen dat de overdracht van Hong Kong aan China hun de burgerrechten en rijkdom gaat kosten die ze van generatie op genera tie hebben opgebouwd. Ze bezien de poli tieke strijd tussen China en Groot-Brittan nië met zorg. China brak de besprekingen tussen de twee landen in februari af toen gouverneur Chris Patten vasthield aan de democratische hervormingen die Peking na 1997 dreigt terug te draaien. China houdt vol dat de hervormingen de in 1984 overeengekomen 'Gezamenlijke Verklaring' van Londen en Peking schen den en dat zij bedoeld zijn om de Britten zelfs na de overdracht een vinger in de pap te geven. Net als hun Chinese collega's in Hong Kong hopen veel rijke Indiase zakenlieden dat de Britten China niet teveel tegen zich in het harnas jagen. „Na bijna een eeuw het eiland zonder enige electorale demo cratie te hebben bestuurd doen de Britten moeilijk vlak voordat zij de macht overdra gen", zegt de hotel- en onroerend-goed- magnaat Hari Harilela, een van de bekend ste Indiase zakenmensen in Hong Kong. Hoewel zij niet graag openlijk een stand punt over de kwestie innemen, sympathi seren veel Indiërs in het geheim met Chi na. De Britse manoeuvres in de naam van democratie doen hen denken aan de kolo niale politiek die leidde tot de tragische op deling van Brits-Indië en de vorming van Pakistan. Harilela, onlangs door Peking benoemd tot adviseur inzake Hong Kong, ziet geen reden waarom de overdracht in 1997 de zakelijke belangen van Indiërs en andere minderheden zou schaden. Volgens hem heeft China herhaaldelijk gegarandeerd dat niet-Chinese ondernemingen in Hong Kong na 1997 beschermd zullen worden. Zijn optimisme wordt gedebld door andere vooraanstaande Indiase zakenlieden in Hong Kong, die geloven dat de communis tische leiders van China pragmatisch ge noeg zijn om de bloeiende economie van het land onaangetast te laten. Volgens Hatim Ebrahim, voorzitter van de Indiase Kamer van Koophandel, kun nen de Indiërs de Chinezen een grote dienst bewijzen, niet alleen door hun zake lijke banden over de hele wereld, maar ook als mogelijke bondgenoot in hun politieke strijd tegen de Britten. Maar niet alle Indiërs zijn zo optimis tisch. Indiase ingezetenen met een pas poort van Britse afhankelijke gebiedsdelen (BDTC) maken zich zorgen over hun toe komstige verblijfsrecht. BDTC-paspoorten worden verleend aan niet-Britse inwoners van Hong Kong. Volgens de Basic Law een door China en Groot-Britannië gezamenlijk opgestelde grondwet voor Hong Kong, zullen BDTC- paspoorten slechts vijftig jaar na de over dracht geldig blijven. Daarna zullen de houders van deze identiteitsbewijzen el ders staatsburgerschap moeten aanvragen. De duizenden Indiërs die al generaties lang in Hong Kong wonen, vrezen nu dat hun kinderen statenloos worden en ner gens terecht zullen kunnen. Zij en andere minderheden als de Maleisiërs, Srilanka- nen en Pakistani's in Hong Kong, hebben tot nu toe tevergeefs geprobeerd het Britse staatsburgerschap te verwerven. Zij be schuldigen de Britten van rassendiscrimi natie. „De zorg van de Britse regering dat zij een toevloed van migranten uit Hong Kong te verwerken krijgt als ze ons allemaal een Brits paspoort geeft, is ongegrond", zegt Jaspal Singh, een Hong Kongse Indiër van de derde generatie. Aangezien hun inkom sten nauw verbonden zijn met de econo mie van Hong Kong, ziet hij geen reden voor Indiërs om te emigreren. Het Britse paspoort is volgens hem slechts een verze kering, mocht er na 1997 iets verkeerd gaan. Maar Indiërs die een winkeltje bezitten of tijdelijke arbeid verrichten in Hong Kong zien ook van Chinese zijde gevaar. Ze zijn bang dat ze na 1997 verdreven zullen wor den door arme Chinezen van het vasteland die op zoek zijn naar een beter bestaan. „We herinneren ons nog heel goed hoe de Noordvietnamezen ons uit Saigon schopten ondanks hun verzekering dat on ze eigendommen en ondernemingen be schermd zouden worden", zegt Sharbu- deen, een kleine Indiase zakenman die in 1976 vanuit Zuid-Vietnam naar Hong Kong kwam. Hij denkt dat de Chinezen armere Indiërs het leven zuur zullen maken, terwijl ze rijke Indiase zakenlieden zullen trachten in te palmen omdat ze hun kapitaal en za kelijke contacten nodig hebben. „Het is ironisch dat juist de minst be voorrechten het meest te vrezen hebben van de overname van Hong Kong door het socialistische China", zegt Nayan Chanda, adjunct-hoofdredacteur van de har lias tern Economic Hm,-ie Volgens hem delen de arme leden van andere minderheidsgroe pen deze vrees met de Indiase armen in Hong Kong.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1994 | | pagina 7