Archeologen kunnen maar niet vergeten 'Thuisbehandeling huidziekte ideaal' Wi Wetenschap Vaders meer pijn bij bevalling dan moeders Meer centra nodig Voorvaders apen gevonden in China Inzicht in leefwijze demente bejaarden IJDAG 15 APRIL 1994 REDACTIE SASKI/ Vrouwen stellen zich een bevalling niette rooskleurig voor. foto I UTRECHT ANP Vrouwen stellen zich een bevalling niet te rooskleurig voor. Dat concludeert de vroed vrouw en sociologe L. van der Hulst na een onderzoek over de ervaring van pijn bij be ivallingen. Die bleek de vaders vaker tegen te vallen dan de moeders. Bij haar onderzoek waren 49 vrouwen en 49 mannen betrokken die binnen een etmaal na de (normale) geboorte van hun kind een vragenlijst invulden. De pijn viel 28 vaders en 16 moeders tegen en 18 moeders en 16 vaders mee. Slechts 9 ondervraagden meldden „zeker" een wens tot pijnstilling te hebben gevoeld en 16 „enigszins". Zelfs bij 27 van de 44 ou ders die zeiden dat de pijn was tegengeval len was die behoefte niet opgekomen. Er was wat dit betreft nauwelijks verschil tussen mannen en vrouwen. Datzelfde geldt voor de beleving van de bevalling: 86 pro cent vond die (heel) positief.- Van der Hulst ziet er weinig heil in een ranglijstje te maken waarin pijn bij de be valling wordt vergeleken met pijn bij ernsti ge ziekten of bij voorbeeld bij botbreuken. Volgens haar gaatjiet om een creatieve pijn die beter vergeleken kan worden met het „afzien" van sporters. In landen als Amerika wordt veel vaker pijnbestrijding toegepast dan hier, vaak via een infuus in de rug (epidurale anesthesie). Volgens Van der Hulst leidt dat tot onnodi ge medicalisering en bevallen in het zieken huis. In Nederland loopt het percentage geboor ten waarbij epidurale anesthesie wordt toe gepast per ziekenhuis uiteen van 0,2 tot 14,6. Gezien de grote verschillen vindt Van der Hulst dat er richtlijnen moeten komen, „opdat de pijngevoeligheid van de profes sionele hulpverlener? niet als maatstaf gaat functioneren". Vrouw wordt sneller zwanger van minnaar BRIGHTON THE INDEPENDENT Een vrouw die ontrouw is heeft meer kans zwanger te worden van haar minnaar dan van haar vaste partner. Volgens een onder- zoek komt dat doordat ze een ander soort orgasmen krijgt. De orgasmen die vrouwe lijke zoogdieren krijgen tijdens seks met een 'niet-reguliere' partner houden het m sperma vast. Bovendien gedroeg deze ver andering zich tijdens perioden van ontrouw de zich 'vijandig' tegenover het sperma van de reguliere mannelijke partner. Volgens dr. Robin Baker van de universiteit j van Manchester stoten vrouwen altijd een deel van het sperma van hun partner uit. Gemiddeld wordt ongeveer 35 procent bin nen een half uur na de zaadlozing uitgesto ten. Maar de hoeveelheid hangt af van het patroon van vrouwelijke orgasmen. Orgas men die van een minuut voor de zaadlozing of tot 3 kwartier daarna hun hoogtepunt bereikten, leidden ertoé dat een groot deel van het sperma werd vastgehouden. Het ontbreken van een orgasme of een orgasme langer dan een minuut voor de zaadlozing door de man had tot gevolg dat weinig sperma werd vastgehouden. Baker heeft samen met zijn collega Mark Bellis de 'zaadlozingsgegevens' van 35 stel len geanalyseerd. De omstreden theorie over zwangerschappen van ontrouwe vrou wen komt voornamelijk voort uit onderzoe ken van mussen. De vrouwtjesmussen raak ten eerder zwanger van een niet-reguliere partner dan van een reguliere partner. Musea doen het, monumen tenzorg doet het en nu moe ten ook archeologen het gaan doen: selecteren. Bewa ren wat de moeite waard is voor het nageslacht en de rest van de Nederlandse his torie laten verpieteren. An ders kan het echt niet, want er is te weinig geld, zo jam merde het ministerie van welzijn, volksgezondheid en cultuur (WVC) drie jaar gele den al in het Deltaplan voor Cultuurbehoud. Een verhaal over de moeilijkheden van het kiezen. De archeologen selecteren al ja ren, maar de druk van het minis terie om verantwoord, strategisch te kiezen wordt steeds groter. De archeologen moeten kiezen op grond van beleid, maar ze kunnen dat niet. Nu niet en ook niet in de toekomst. Het onderzoek waarop Bert Groenewoudt afgelopen woensdag promoveerde, bevestigt deze angstige vermoedens alleen maar. En ook het symposium van de Rijksdienst voor het Oudheids- kundig Bodemonderzoek over 'verantwoord vergeten' heeft van daag ook weinig hoopgevends op geleverd. „Er is in het verleden nauwelijks over dit soort zaken nagedacht. Iedereen was als een idioot bezig om te redden wat er te redden viel. Als er één procent gered is van wat er bedreigd en vernield is, hebben we geluk gehad," vertelt Groenewoudt. De archeoloog heeft becijferd dat sinds 1950 de helft van de archeologische resten in de bodem is vernietigd. De oor zaak daarvan is de in Europa nog steeds onovertroffen Nederlandse bouwwoede. „Er is niemand die zich wat aantrekt van de archeo logische verwoestingen, die daar- gaan. Omdat het Slechts een kwart van wat zich onder de grond bevindt, zo'n 30.000 archeologische vindplaatsen, is bekend. Maar van deze plaatsen zijn weer niet genoeg gegevens voorhanden om ze te beoordelen op belangrijkheid, aldus de archeoloog. foro anp sluipenderwijs gebeurt, omdat het toch niet te zien is. Terwijl het gaat om unieke monumenten. Net zo uniek als de middeleeuwse handschriften in de Koninklijke Bibliotheek. Alleen als daarvan de helft in vlammen opgaat, roept ie dereen moord en brand." Wie echter in Nederland niet weet wat er in de grond zit, wie niet met indrukwekkende cijfers en ta bellen over de brug komt, mag niet meepraten, laat staan meebe slissen, is de ervaring van Groene woudt. De archeologen kunnen dit soort feitjes niet even ophoes ten, dus gaan veel ondergrondse monumenten in de spreekwoor- staat. We kunnen niet voor een delijke rook op. Slechts een kwart boekenkast gaan staan, de kapotte van wat zich onder de grond be- boeken eruit gooien en de collec- vindt, zo'n 30.000 archeologische vindplaatsen, is bekend. Maar van deze plaatsen zijn weer niet ge noeg gegevens voorhanden om ze te beoordelen op belangrijkheid, aldus de archeoloog. „Het is prachtig om allerlei mooie uitgangspunten, regeltjes criteria aanvullen. Ik vrees dat de verantwoordelijke instanties zich dat niet realiseren. Als aan ons ge vraagd wordt, maak even een keu ze in dat en dat gebied, dan is dat onmogelijk." Hebben de archeologen dan de afgelopen honderd jaar niets uit gevoerd? Jawel, zegt Groene- lectie, maar in de praktijk werkt woudt. Grote delen van Neder- het dus gewoon niet. We kunnen land zijn in kaart gebracht, alleen niet zoals monumentenzorg door moeten de witte vlekken op die een grachtenpandje heen wande- kaart op een rijtje worden gezet, len om te kijken hoe het erbij Alles wat ontbreekt aan kennis over de pjaats en de mogelijke be woners in de geschiedenis moet worden genoteerd. Met zo'n lijst zou er een begin kunnen worden gemaakt met verantwoord selec teren. Vervolgens moeten de vindplaatsen worden onderge bracht in categorieën, zodat er tel lingen en schattingen mee kun nen worden uitgevoerd. Daarmee kunnen allerlei ambtenaren mee om de oren worden geslagen als ze het zoveelste gebied bestem men als woon- of bedrijfslocatie. Hoeveel vindplaatsen wettelijk beschermd zijn, moet eveneens worden onderzocht. Wat het ef fect van de beschermende maat regelen is ook. Groenewoudt is ook benieuwd naar het aantal in ternationaal waardevolle vind plaatsen dat wordt bedreigd in 'nat Nederland'. En datzelfde geldt voor het tempo waarin ar cheologische momenten aftake len. Het uitvoeren van de verlang lijst van Groenewoudt is kostbaar en kost bovendien veel tijd. Stel dat al het voorgestelde onderzoek kan worden uitgevoerd, dan nog is niets zeker. Het aantal toevals treffers in de archeologie is te groot, blijkt bijvoorbeeld uit de laatste spectaculaire vondst in Amsterdam: het kasteel van de 'Heeren van Aemstel'. Volgens Groenewoudt zijn er al lerlei manieren om 'kijkoperaties' in de grond uit te voeren, maar dan nog weet niemand honderd procent zeker wat er in de grond zit. „Dat weet je pas als je de boel van onder tot boven opgegraven hebt. Dan kun je denken: wat is dat voor geklungel? Maar het kan gewoon niet beter met de huidige archeologische kennis en de Ne derlandse bodemgesteldheid. De moraal van het verhaal is dat je dus niets vanachter je bureau kunt beoordelen. Beleid of niet, selecteren of niet, je zult toch het veld in moeten gaan, echt de proef op de som moeten nemen, om te kijken of een vindplaats de moeite waardis." Psoriasis is een chronische huidziekte die niet te genezen is. Wel komt er een stroom nieuwe middelen op de markt die het le ven van de psoriasispatiënt draaglijker ma ken. Sinds kort bestaat de mogelijkheid een belichtingsapparaat in het huis van de patiënt te plaatsen. De patiënt wordt niet meer belemmerd door reistijden en ope ningstijden van het ziekenhuis en volgt aan de hand van een schema de thuisbehande ling. De laatste jaren kan de patiënt kiezen uit een scala van behandelingsmethoden. Niet alleen hormoon-, antraline- en teerzalven, maar ook vitaminepreparaten, celgroei- remmende- en homeopatische middelen komen steeds meer op de markt. Maar het beste medicijn is volgens dermatoloog Remme, verbonden aan het Zeewegzie kenhuis in Umuiden, nog steeds: zon, zee en rust. Zonlicht heeft een gunstige wer king op psoriasis. Waarom is niet bekend. De ziekenhuizen zijn daarom begonnen lichtbronnen na te bootsen: de zogenoem de fotochemotherapie. In combinatie met tabletten die de huid lichtgevoeliger ma ken, bootsten de ultraviolette stralen de zonnestralen na. Voor veel patiënten is de ziekenhuisbehandeling een praktisch pro bleem, omdat de behandeling meerdere malen per week moet worden ondergaan. Niet in alle gevallen gaan werkgevers ak koord met de 'patiënt die in werktijd her haaldelijk naar het ziekenhuis moet. Ideaal Sinds kort kunnen psoriasispatiënten de lichtbehandeling thuis ondergaan. F. Kos ter uit Maassluis is sinds 1974 getroffen door psoriasis. Na allerlei kuren en zalven bleek alleen de lichttherapie zijn klachten te kunnen verminderen. Dit betekende drie keer per week naar het ziekenhuis in Schiedam. Koster: „De thuisbehandeling is voor mij ideaal. Ik kan er onder gaan staan ik zelf wil en de privacy is veel groter." Koster heeft het geluk dat zijn ver zekering 90% van de kosten wil betalen. Voor een kuur van acht weken moet 1250 gulden worden neergeteld. Een leverancier komt daarvoor het apparaat thuisbrengen en haalt het na de kuur weer op. Gemid deld heeft een psoriasispatiënt twee tot drie kuren per jaar nodig. De thuisbehandeling wordt echter nog lang niet door iedere verzekeraar vergoed. Zorgverzekeraar Spaarneland in Heemste de betaalt de kosten van de thuisbehande ling gedeeltelijk. Zorgverzekeraar Zorg en Zekerheid in Leiden zegt wel een deel van de kuurreizen te vergoeden, maar ziet nog geen nut in de financiering van de thuisbe handeling. Dermatoloog Remme reageert nogal te rughoudend op de thuisbehandeling. „Hoeveel zelfdiscipline kent een patiënt die van zijn ziekte hoopt te genezen? Deze therapie is secondenwerk. De kans is groot dat de patiënt er toch even iets langer on der blijft staan in de hoop sneller van zijn klachten af te komen. Dan is het te laat. Komen ze na een paar jaar weer bij me te rug met nieuwe huidklachten." Voorzichtig Koster vindt dit onzin. Hij wordt goed be geleid door zijn dermatoloog en een ver pleegkundige die kennis van zaken heeft. Koster meent dat hij zelfs te voorzichtig is. „Je gaat toch geen risico's nemen?" Reneé van den Berg-Tap, coördinatrice van de thuisbehandeling, zegt landelijk tweehonderd patiënten in eerste instantie persoonlijk en vervolgens telefonisch te hebben begeleid. „Goede begeleiding is het belangrijkste. Ik heb tot nu toe niet de ervaring dat de patiënten te lang onder het apparaat staan. Het gaat in samenspraak met de dermatoloog. De patiënten voelen een verbranding aan hun huid. Die kennen hun huid als geen ander." Nederland heeft ten min ste acht dagbehandelings centra nodig voor psoria- sis-patiënten. Er is nu één centrum voor mensen die lijden aan deze chronische huidziekte. Zij zijn vaak meer gebaat bij behande ling in een dagcentrum dan bij behandeling in een ziekenhuis. Dit stelt de dermatoloog D. de Hoop in zijn proefschrift waarop hij op 29 april promoveert aan de universiteit van Utrecht. De meeste psoriasis-pa- tiënten moeten zich laten opnemen in een zieken huis. De rest behelpt zich thuis met een vervelende zalftherapie. Aan beide mogelijkheden kleven vol gens De Hoop bezwaren. Patiënten die thuis blijven, moeten de discipline op brengen zich twee keer per dag van top tot teen in te smeren met een stinken de, zichtbare zalf. Opname in een ziekenhuis duurt gemiddeld zes weken. (De promovendus heeft de nieuwste mogelijkheid op dit gebied: een lichtcabine thuis, niet in zijn onder zoek kunnen opnemen - red). Dagbehandeling van acht tot tien weken is vol gens De Hoop een geschik te tussenvorm onder meer omdat het dagelijkse leven van de patiënt met per week drie behandelingen gemiddeld elk al ont wricht wordt. Naast een intensieve medische be handeling is er ook psy chologische begeleiding. De mensen kunnen ook lotgenoten ontmoeten. Volgens de promovendus wordt hierdoor het gevoel van eigenwaarde versterkt Psoriasis is een niet besmettelijke, erfelijke huidziekte, die bij ongeveer 400.000 mensen in Nederland voorkomt. De meest voorkomende vorm van psoriasis kenmerkt zich door rode plekken, veelal bedekt met een zilverwitte schilfering. De oorzaak van de ziekte is nog steeds niet bekend. Wel is bekend dat het om een erfelijke aandoe ning gaat. Vrouwen en mannen hebben evenveel kans om psoria sis te krijgen. De ziekte is ook niet leeftijdsgebonden. De plaatsen op het lichaam zijn voornamelijk op de plekken met een dunne huid: ellebogen, knieën, oren en het hoofd. Bij meer dan de helft van de patiënten treden na gelafwijkingen op, waarbij in het ergste geval de nagels kunnen uitvallen. LONDEN DPA Amerikaanse onderzoekers hebben in het zuidoosten van China fossiele tanden en kaken gevonden die een nieuw licht kun nen werpen op de ontwikkeling van de pri maten, waartoe apen en mensen behoren. Dat staat in de jongste uitgave van het Brit se wetenschappelijke tijdschrift Nature, dat gisteren is verschenen. De resten stammen waarschijnlijk uit het Midden-Eoceen, 45 miljoen jaar geleden. De speurders identificeerden op de nieuwe vindplaats al vijf nieuwe primatensoorten uit dat tijdperk. Uit heel Azië zijn tot dus verre slechts acht soorten van vergelijkbare ouderdom bekend. Enige vondsten vertonen overeenkomsten met soortgelijke resten die in Europa en Amerika gevonden zijn. Van grote betekenis lijkt een vondst die de onderzoekers 'Eosi- mias' doopten. Die draagt de kenmerken van een oorspronkelijke vertegenwoordiger van de echte apen en lijkt daarmee een di recte voorvader van de mensapen en de Roken maakt niet rustig BRIGHTON THE INDEPENDENT Rokers die beweren dat sigaretten hen hel pen tegen stress en angst worden misleid. Roken is zelf een belangrijke oorzaak van stress, zo blijkt uit een onderzoek. De accu- te onthouding van nicotine die rokers tus sen hun sigaretten door ervaren, is een be langrijke bron van stress die nog bovenop de emotionele en andere factoren komt waar de roker volgens zichzelf gespannen van raakt. Dr. Andy Parrott van de psychologische faculteit van de Oostlondense universiteit heeft 105 rokers bestudeerd. Zij waren voor het roken meer gespannen dan gemiddeld, maar waren na een sigaret nog even ge spannen als gemiddeld. „Roken maakt hun toestand gewoonweg normaal", aldus Par rott, „het is een mythe dat roken hen rusti ger maakt." Uit een ander onderzoek bleek dat men sen die met roken waren gestopt na een half jaar zonder sigaretten minder gespan nen waren dan toen ze rookten. Volgens dr. Rob Briner van het Birkbeck College in Londen is het idee van 'stress' een moderne mythe waardoor een miljoe nenindustrie in behandelingen daartegen heeft kunnen groeien. Mensen denken dat stress slecht is voor hun gezondheid maar het verband tussen stress en slechte gezondheid is helemaal niet overtuigend. Stress is een weinig pre cieze term die in de medische wereld wordt gebruikt wanneer men emoties omschrijft als boosheid, frustratie en depressie, aldus Briner. NUMEGEN ANP Demente bejaarden overlijden ongeveer vijf jaar eerder dan gezonde leeftijdgenoten. Dementie komt meestal rond het 76ste le vensjaar aan het licht. De ziekte duurt ge- middeid zeven jaar, waarvan de demente bejaarde zo'n twee jaar doorbrengt in een verpleeghuis. Dat blijkt uit een onderzoek van twee Nij meegse wetenschappers, psychogeronto- loog drs. J. Ekkerink en verpleeghuisarts drs. R. Koopmans. De wetenschappers pro moveren 18 april aan de Katholieke Univer siteit in Nijmegen op het onderzoek. Het is het grootste onderzoek dat ooit in Neder land onder verpleeghuispatiënten is uitge voerd. De promovendi onderzochten 890 patiën ten van het Nijmeegse verpleeghuis St. Joachim en Anna in de periode 1980 - 1989. In de groep zaten tweemaal zoveel vrouwen als mannen. Van de demente bejaarden leed 44 procent aan de Ziekte van Alzhei mer, 20 procent aan Multi-Infarct Demen tie (MID), 10 procent aan een combinatie van beide ziekten. De rest was dement ge worden door andere oorzaken. Uit het onderzoek is naar voren gekomen dat mannelijke demente bejaarden mobie ler, lichamelijk beter en agressiever zijn dan vrouwelijke patiënten. Vrouwen blijken va ker depressief te worden. Alle demente be jaarden kregen in de loop van de ziekte last van bijkomende gezondheidsproblemen, zoals urine- en luchtweginfectics, obstipatie (verstopping) ofdoorligplekken. Vermage ring, uitdroging of een Tongontsteking blij ken in veel gevallen de doodsoorzaak te zijn. Vrijwel alle onderzochte bejaarden gebruik ten extreem veel medicijnen bij opname in het verpleeghuis. Deze hoeveelheid kon na opname behoorlijk worden verminderd. Bijna driekwart van de onderzochte groep bleef wel steeds kalmerende middelen ge bruiken. Volgens de promovendi zal het uitgebreide onderzoek in de toekomst gebruikt worden om hulpverleners en familieleden van de mente bejaarden inzicht te geven in het verloop van de ziekte. Zo kan aan de hand van het onderzoek vastgesteld worden of het nog zinvol is een demente bejaarde over te plaatsen naar een verpleeghuis. Ook is meer duidelijkheid te geven over de le vensverwachting.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1994 | | pagina 9