De baas is gepromoveerd tot Grote Ziekmaker Wat ik ga doen, is zwart werken. Ja, ik weet hoe ik ze ga terugpakken Binnenland Een molen van moeheid Gevangen in een web Dertig jaar nachtmerries Uitgeknepen en afgevoerd Vijfjaar leven is weg Vergaderen over paperclip Brug °Pen v001 één jacht Zo'n kantooijuf Al die werkende vrouwen Welk recht op werk? Een gouden baas in stofjas Ik ga zwart werken Ik vertel alles aan God 4 WOENSDAG 13 APRIL 1994 MAN Werkenden wijzen voorerf chefs aan als veroorzaker van werkstress Werkend Nederland ziet zijn chef als ziekmaker. Bijna de helft van de werknemers die vorig jaar hebben meege daan aan de enquête over stress (deelnemers waren le- zers van deze krant en een reeks andere regionale bla- den) wijst bij het aangeven van oorzaken van lichamelij- ke klachten en gebreken naar het management van zijn bedrijf. 'De baas' heeft als stressfactor 'slechte werkom- standigheden', 'slechte beloning' en 'weinig vrije dagen' ingehaald. Een op de tien chefs werkt zijn ondergeschik ten zelfs met agressief of grof optreden richting ziekbed. „Het management wordt in het algemeen op grond van es verkeerde eigenschappen op zijn positie benoemd", denkt onderzoekster Marja Schouten. leiden fred v Erg gezellig kan het niet zijn op de doorsnee Nederlandse werk vloer. De werkende bevolking in de door reorganisaties over hoop gehaalde bedrijven dampt van de stress. En volgens de dertienduizend Nederlandse werkers van wie de enquêtepa gina's zijn uitgeplozen, ligt dat belangrijke mate aan 'gebrek aan sociale ondersteuning' en 'slechte organisatie van het werk'. De baas heeft het duide lijk gedaan, is een stressfactor van jewelste. Leidinggevenden slagen er niet in om een goede samen werking te bewerkstelligen op het werk, vinden bijna 5.500 van de 13.000 onderzochte wer kenden. Nooit eens een compli mentje en steeds maar weer die puur resultaat-gerichte benade ring sloopt de motivatie van het personeel. Onderlinge ruzies met een collega worden afge poeierd met 'zijn jullie nu vol- twee weken vakantie, dan ben je het wel vergeten.' Schijn-op- lossingen die de problemen al leen maar vergroten en de loper naar de Ziektewet en WAO uit rollen. Vrouwen in lagere posities, zoals inpaksters en caissières, worden door hun chef aange sproken met 'lekker wijffie' en vernederd met schuttingtaai en seksuele toespelingen. Pure in timidatie, zegt Schouten. Een caissière biecht op dat ze in de Ziektewet is gegaan nadat haar chef haar had verteld dat zij 22 jaar al en al oud voor het vak te duur werd en te veel eisen stelde. „Hij moest me altijd hebben, niets deed ik goed. Hij was zo op zoek naar een reden om me te ontslaan dat ik bang werd dat hij iets in mijn jaszak zou stoppen om me van diefstal te beschuldigen. Toen heb ik me ziek gemeld." Hogerop gaat het strategi scher, maar niet minder hard, zegt Schouten. Functionerings gesprekken waarop de werkne mer nu eindelijk eens zijn zegje wil doen over de organisatie van het werk, monden veelal uit in eenzijdige beoordelingen waar mee de chef de werknemer in zijn hok terugzet. Gevolg: op kroppen van onvrede, stress. Complot Als zo veel mensen het zeggen, moet het zo zijn, zegt Schouten. Er zou immers een nationaal komplot van werkende krante lezers nodig zijn om de chefs ten onrechte dit stempel op te drukken. Uit een lezersbrief: 'Het ene moment zegt mijn baas dit, het volgende moment dat. Dan is de ene klus absoluut het be langrijkst en dan opeens weer wat anders. Dat geeft enorm veel onrust en onzekerheid.' „Hoe groot de druk ook", zegt Schouten, „een chef moet prio riteiten stellen en de druk weg nemen bij de werknemers." De geënquêteerde managers zien zichzelf duidelijk minder als een probleem. Ze zeggen: geef me maar een mannetje meer, dan lost de stress zichzelf op. Ze voelen niet veel voor stresstrainingen door experts van buiten, die ze beoordelen als dure pottenkijkers. Schou ten: „Dat mannetje erbij, dat is natuurlijk zo. Het management zou meer tijd moeten krijgen voor managementtaken. Maar op managementplekken moe ten dan ook echte managers ko men. Nu zijn de meeste chefs en managers benoemd op grond van hun vaktechnische kwaliteiten. Maar een goede techneut is meestal niet ook een goede manager". Produktie „De leidinggevenden schieten duidelijk te kort", zegt Schou ten. „Het lijkt het tijdperk van de manager met al die studen ten bedrijfskunde. Maar dat soort opleidingen besteedt vooral aandacht aan de beleids matige kant van leidinggeven, niet aan de psycho-sociale kant. Een te groot deel van de mana gers heeft alleen oog voor de produktiekant van het werk en geen antenne voor sociale on vrede." Dat tien procent van de ba zen zijn medewerkers onder het oog van de collega's afsnauwt en reprimandes geeft, is volgens Schouten geblunder dat alleen maar negatief uitpakt. Vooral vrouwen voelen zich machte loos tegenover bruut gedrag van hun baas. Mannen vechten meer terug, vrouwen raken va ker depressief en krijgen licha melijke klachten en angstgevoe lens. Mannen depersonaliseren, zoals dat heet, en reageren met cynisme over het waardeloze bedrijf en die zak van een baas. De vrouw wordt somber en zakt in omdat ze het gevoel heeft het toch te verliezen, de man trekt zijn masker wat hoger op en neemt een extra slok jenever. „Maar beiden worden via ver schillende wegen uiteindelijk even ongezond door stress", zegt Schouten. Een opvallende uitzondering de oudste werkende tussen 55 en 65 jaar. Die groep lijkt zo gepokt en gemazeld in het zenuwencircuit dat ze maar weinig last van stress hebben. „De zwakkeren zitten al lang in de WAO", zegt Schouten. Voor vrouwen tussen 55 en 65 geldt dat niet. Die heb ben uitzonderlijk veel stress klachten. Familiesfeer De managers zelf kampen ook met stress, de mannen even vaak als de vrouwen. Of er een essentieel verschil in aanpak is tussen mannelijke en vrouwelij ke bazen ten opzichte van hun personeel wordt uit de enquête niet helder. Schouten: „Maar vooral in kleinere bedrijven lij ken vrouwen het beter te doen, doordat ze meer een familie sfeer weten te scheppen, waarin minder hiërarchisch wordt ge werkt. In grote bedrijven is de bedrijfscultuur zo sterk dat dat effect vervalt". Schouten beveelt stress managementtrainingen aan, waarop wordt geleerd op een positieve manier aandacht te besteden aan stress. „Een manager moet het welzijn van zijn mensen voor ogen staan en hij moet dat ook laten merken. Maatregelen nemen om het werk te verlichten, als dat kan. Vaak wordt dan al beter ge werkt. zelfs al is er niet eens werkelijk effect van de maatre- gel." De enquête is geen harde me ting. De antwoorden van men sen ademen vooral hun zelf beeld, hoe ze zichzelf zien. Schouten: „Een psychologische maat voor een harde jongen of meisje bestaat niet". Opvallend is dat heel veel Ne derlandse werknemers in weer wil van de ondraaglijke stress gewoon tevreden zijn over hun baan. Schouten: „Kennelijk vin den mensen het óók prettig om te klagen". Aan de enquête over stress werd eerder aandacht besteed in de kranten van 8 en 9 april Morgen: Tegen sommige stress helpt zelfs geen bio-energetisch vingerven. Stress heeft vele kanten, zo bleek bij lezing van de vele honderden persoonlijke brieven die deelne mers aan de enquête meestuurden met het vragen formulier. Vaak waren het hartekreten over het werk, maar soms ook over hele aspecten van hun bestaan. Een bloemlezing. f „Ik heb mijn hele leven hard gewerkt en ik heb daar nooit moeite mee gehad. Maar als je je leven zo inricht dat er geen ruimte over blijft om onverwachte problemen op te vangen, dan loop je vast. Ik werk fulltime, en daarbij heb ik nog eens vier kinderen die op school zitten. De maatschappij van deze tijd verwacht dat je ook wat voor de school doet, voor de sportclubs van de kinderen, voor de kerk en voor vrijwilligerswerk. Zo staatje agenda zeven dagen in de week van 's morgens vroeg tot 's avonds laat vol. Dit is vol te houden totdat er problemen komen op je werk of in je gezin en dan heb je niet de ruimte om dit rustig op te lossen. In mijn geval kreeg een van mijn kinderen ernstige leerproblemen doordat hij woordblind is. En hier ging het mis! Gesprekken op school, met deskundigen etc. Alleen 's nachts heb je tijd om over dit probleem na te denken met als gevolg dat je steeds moeier naar je werk gaat en veel hoofdpijn hebt. Je komt in een molen terecht van steeds meer problemen die je door je vermoeidheid niet meer aankunt. Er is geen arts die je kan helpen. Ik heb van alles gedaan om van deze stress-situatie af te komen maar tot nog toe val ik steeds weer te rug. Ik ben soms te moe en te trillerig om op mijn benen te staan. In bed liggen kunnen we. allemaal maar dat heeft absoluut geen zin, en rust houden ook niet want je bent alleen maar met jezelf be zig waar je steeds beroerder van wordt." „Mijn man werkte eerst als plaatwerker bij een garagebedrijf. Doordat de zaak nu gaat inkrimpen is mijn man als receptionist aangesteld. Daar hij altijd met zijn handen heeft gewerkt en ge hurkt onder auto's, valt het hem zwaar om nu met zijn hoofd te moeten werken. Dit gaf hij aan, maar hij moest het maar probe ren en had geen andere keus. Zijn hoge bloeddruk is weer opge lopen. In de loop van de dag voelt hij de druk in zijn hoofd toene men, gaat zelfs slecht zien en komt met een opgeblazen hoofd thuis, chagrijnig en uitgeblust, waar ik hem eerst moet laten bij komen. Hij bedient de computer, de telefoon en staat lastige klanten te woord. Hij voelt zich hier niet happy bij. Hij zit gevan gen in een web, want zijn baas is niet voor rede vatbaar. Waar leidt dit heen?" „Mijn vader wilde dat ik timmerman werd. maar ik was niet sterk en zager tegenop. Voor straf moest ik kleermaker worden. In 1947 ben ik op een kleermakersbedrijf gekomen. De kleermaker was zeer agressief, vooral tegen mij, en die man heeft mij tien jaar lang gepest en getreiterd. Het ergste was dat de anderen ook bang voor hem wa ren! Ik heb er een syndroom aan overgehouden. Heel vaak ben ik 's nachts weer op die werkplaats, waar hij dan weer aan het treiteren is. Dan word ik angstig en bezweet wakker, en dat al meer dan der tig jaar later. In 1971 belandde ik in de WAO. „Ik ben ruim vijftien jaar lang werkzaam geweest als manager van een dienstverlenende organisatie. De werkdruk werd daar steeds verder opgeVoerd, wat resulteerde in werkweken van zeven tig uur. Begin '90 belandde ik oververmoeid in de Ziektewet en daarna werd ik afgevoerd naar de WAO. Afgekeurd op chronische vermoeidheidsverschijnselen, het burn-out-syndroom. Volledig op gebrand dus. Het bedrijf is op dezelfde voet doorgegaan, waarna vervolgens nog twee managers zijn afgebrand. Het materiële gewin was voor het bedrijf belangrijker dan de gezondheid van de werk nemers. Tot mijn schande en grote spijt ben ik er te laat achter ge komen waar de grenzen van mijn lichaam lagen. Mijn gezondheid is verwoest, en dat alleen omdat ik een hoge arbeidsmoraal en een hoog verantwoordelijkheidsgevoel had. Van het bedrijf hoor ik niets meer. Ik ben immers uitgeknepen en niet meer van nut." „Ik werkte bij een confectieatelier waar de werkdruk erg hoog was. Tijd voor pauzes of een praatje was er niet. Je mocht geen lid zijn van een vakbond, en als je dat wel was werd je zo gepest dat je wel ontslag nam of ziek werd. Iemand was gewond geraakt door een gevallen schaar - er werd een pleister opgeplakt en daarna moest verder worden gewerkt. De werkneemster moest er 's avonds bij de dokter drie hechtingen in laten zetten. Zelf kwam ik na een bedrijfsongeval ziek thuis. Er is nooit naar mijn herstel gevraagd, ondanks het feit dat ik nog vaak heb gebeld over fout ingevulde formulieren enzo, want dat soort pesterijen kwam er nog achteraan. Ik heb er drie jaar gewerkt en zit nu twee jaar thuis. Er is vijf jaar van mijn leven ontnomen, en dat gun ik niemand. Stress kan lekker zijn, maar de stress die ik heb overgehouden gun ik niemand." „Bij ons is onder de collega's alles bespreekbaar. Maar wij heb ben een directie die dol is op vergaderen en het bedenken van werkgroepjes. Over iedere paperclip wordt bij wijze van spreken nog vergaderd. Als bij mij sprake is van stress dan komt dat doordat ik me erger aan die tijdverspilling. Interessant lopen doen met een mapje onder je arm en ondertussen het werk aan een ander overla ten. Er zijn mensen die heel hoog zijn ingeschaald en waar weinig of niets uitkomt." ,Ik ben voor mijn werk vaak onderweg en vooral in de zomer heb ik grote moeite met de overvolle wegen. Vaak rijd ik over de Schie- brug en die gaat dan vlak voor me open om één jachtje door te la ten. Die mensen hebben vakantie en ik moet naar mijn werk. Dat geeft stress, hoor. Het alsmaar meer aantrekken van toeristen, nog vollere wegen, dat is niet meer terug te draaien. Dan denk ik vol deernis aan mijn kleinkinderen die moeten verder leven in een ver pest landschap. Het veroorzaakt alleen maar stress, al die volle we gen." ,,'s Avonds werk ik bij een schoonmaakbedrijf. Dan schaam ik me vaak Nederlands te zijn. Zo'n kantoorjuf zegt dan bijvoor beeld: 'ik heb liever dat jij mijn kamer doet, want ze (een mede lander) stinkt zo'. Nou, ze zou zelf ook stinken als ze zo hard moest hollen. Met oudejaarsdag moest ik ook werken, de hele dag. Het eigen personeel kreeg oliebollen en een borrel en een hele grote doos voor de feestdagen. Wij mochten limonade drin ken in onze eigen tijd en na het feest moesten we de rommel op ruimen. Het is voor veel mensen niet duidelijk dat alle werk be langrijk is, van hoog tot laag. Ik krijg nooit waardering, nooit een kerstpakket of een kaartje als ik ziek ben. En als je veel zegt kun je gaan. Er zou meer waardering moeten komen, vooral voor mijn buitenlandse collega's, want ze hebben het heel moeilijk. Ik heb menig traantje zien vallen van onmacht tijdens het schoon maken van een ander z'n vieze WC." „Voor ons kan de hele regering ophoepelen, want ze zorgen al leen maar voor zichzelf en daar krijgen wij stress van. Ze hadden al die uitkeringen niet moeten geven, want ze dachten dat het na '45 wel kon, dat ze geld zat hedden. Aan die gescheiden vrouwen moe ten ze ook geen uitkering meer geven, dan blijven ze wel bij elkaar. Nu krijgen ze in de maand meer geld dan wij die zich rot hebben gewerkt voor weinig geld. En al die vrouwen die werken en voor hun kinderen laten zorgen, dat snap ik ook niet. Wij hebben voor onze kinderen gezorgd en daar is tenminste nog wat van terechtge komen. Die hebben zelfs nog gestudeerd ook al was er geen Ritzen. Ze vechten het nu maar lekker uit, maar dat Nederland naar de ver dommenis gaat dat is zeker vroeg of laat. Daarom zit half Neder land met stress met de bazen van de fabrieken erbij." „Wij zijn een ouderpaar van 70 plus en maken ons ernstige zor gen om onze zoon. Hij is erg introvert, stil, te zacht, murw geslagen door alle teleurstellingen en het enigste wat hij zegt is: 'Ik dacht dat ik recht had op werk'. Dat staat nota bene in de Grondwet! Hij heeft toch altijd zijn best gedaan. Diploma's halen is hem gelukt, die krijg je niet cadeau. Hij heeft op kamers gewoond, wij hebben hem dus niet thuisgehouden. Hij heeft nu een mooi flatje in de grote stad, maar ik vind het niet goed als ze de hele dag zonder werk zitten. Wij sparen momenteel wat voor zijn oude dag want hij bouwt mo menteel niets op en onze krachten nemen immers ook af. Wij heb ben van grote instanties geen hoge pet meer op, te vaak hebben wij geen antwoord ontvangen. Onze zoon heeft ook vaak geen ant woord ontvangen op sollicitaiegesprekken." „Ik heb een gouden baas. Een man die, ondanks een omzet van drie tot vier miljoen gulden per jaar, nog rustig op z'n klompen en in een stofjas rondloopt. Hij zet zich tachtig uur per weck in voor zijn bedrijf en zijn personeel, en motiveert ook mij daar door. Een baas die over allerlei problemen wil en kan praten, dus ook privé en financieel. Bovendien ben ik de hele dag buiten en werk ik met mensen en heb ik thuis een heerlijk privéleven, kortom: ik ben een gelukkig mens!!!" Omdat ik alleenstaand ben betaal ik veel loonbelastingen hou ik maandelijks maar achthonderd gulden over om te eten en kleren te kopen. Dan blijft er toch weinig over want een mens wil ook wel eens ergens naartoe maar dat kan ik bijna niet. Ik werk natuurlijk niet bij het Rijk. want dan zou ik zeker vierhonderd gulden per maand meer verdienen. Dat verschil is gewoon belachelijk. Ze wer ken bijna niet. ze worden niet moe. ze komen bijna uitgerust thuis. Zeker weten. Dat wilde ik u nog even mededelen. PS. Maar deze jongen is niet gek. Wat ik ga doen is zwart werken, heel veel zwart werken. Want als ik wil kan ik er heel veel bijverdie nen en daar kunnen ze niets aan doen, hoe streng de controles ook zijn. Ja, ik weet precies hoe ik ze ga terugpakken. „Wat ik doe om stress te voorkomen? Ik vertrouw op God. h tuurlijk maak ik me zorgen over dingen, over de toekomst, oi geld, maar ik blijf er niet in steken. Ik geloof dat God voor ons zorgen. Iedereen probeert zich zo goed mogelijk te beveiligen teg alles. Nou, dat lukt toch niet. Maar bij God ben je veilig. Alles wj ik me zorgen over maak, of wat me stress geeft, ook ae stress v mijn werk, vertel ik aan God. Ook al word ik werkloos, ook al is geen geld meer voor uitkeringen, dan geloof ik dat (iod in alles voorzien. Dit is niet een zweverig geloof, ik heb dit zien gebeur bij veel mensen die ik ken."

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1994 | | pagina 5