ERDA6S
BIJVOEGSEL
De kick van het vliegtuigspotten
T
ZATERDAG 9 APRIL 1994
De 'spotter'. Meteen
scanner aan het oor, een
verrekijker voor de ogen,
een fotocamera om de nek
en pen en papier in de hand
staat-ie langs de vliegvel
den. Weer of geen weer, hij
drukt zijn neus tegen de
hekken om vliegtuigen te
'verzamelen'. De spotter wil
zestuk voorstuk 'gezien'
hebben. En voor die ene
ontbrekende 'kist' reist-ie
desnoods de halve wereld
over.
Vliegtuigspotter!. „Als ik een toestel zie dat ik nog niet eerder heb gezien, gaat mijn bloed sneller stromen.'
FOTO UNITED PHOTOS DE BOER POPPE DE BOER
MAARTEN KUIPER
I erwijl op de zompige akker een
I shovel de planken weghaalt waar-
JL. over een dag eerder de restanten
van de KLM Cityhopper zijn afgevoerd, trekt
een stoet auto's langzaam over de Aalsmeer-
derweg bij Schiphol. Gezinnen met kinderen,
oudere echtparen en managers met lunch
pauze turen, zoals het ramptoeristen be
taamt, naar de plek waar op Tweede Paasdag
vlucht KL 433 eindigde.
Aan de andere kant van de weg gaat het
dagelijkse leven weer zijn gewone gang. Alsof
er niets is gebeurd, kiest om de paar minuten
met donderend lawaai een vliegtuig het
luchtruim. Nagestaard door honderden ogen.
Op de inmiddels landelijk bekende parkeer
plaats draait de patatkraam op volle toeren.
Zon en vliegtuigen hebben, naast de ramp
toeristen, weer tientallen spotters naar de
plek gelokt.
„Spotters!?! Welnee!". Anton Vosse (31)
maakt een wegwerpgebaar. „Daar staan hele
maal geen spotters. Als die kisten langsko
men, zitten ze al veel te hoog. Je kunt ze nau
welijks meer lezen. En als ze nog niet van de
grond zijn, staat er een hek. Dan kun je ze
niet eens platen. Op die parkeerplaats staan
alleen maar dagjesmensen, die nog geen
Boeing-747 van een Fokker Friendship kun
nen onderscheiden.
Vosse hangt een stuk verder op de Aals-
•meerderweg uit zijn autoraampje. Hij vertikt
het om op de speciaal daarvoor aangelegde
parkeerplaats te gaan staan. Hij is een 'echte'
spotter. Die laat zich niet aan banden leggen,
maar kiest zijn eigen stekje, met het beste
uitzicht. Als het moet in een akker en nèt
voorbij dat bordje 'verboden toegang'. Vosse
staat dan ook op een stuk weg dat alleen toe
gankelijk is voor werknemers van de luchtha
ven en de brandweer. „Ik sta toch niemand
in de weg."
Een gesprek met de Amsterdamse spotter
is niet makkelijk. Anton Vosse gebruik een
spotterstaaltje dat doorspekt is met Engelse
woorden en met uitdrukkingen als 'kist'
(vliegtuig), 'platen' (fotograferen) en 'regi'
(registratienummer). Bovendien grijpt hij
voortdurend naar zijn verrekijker. „Een Nor
thwest 747. De N522US. Die had ik nog niet",
glundert hij als er een rood-grijs toestel
langsdendert.
Hij noteert het registratienummer in een
dik, versleten 'spottersboek' dat op het dash
board ligt. Op de lege stoel van de bijrijder
liggen binnen handbereik een verrekijker,
luchtvaartscanner en fotocamera. Het zijn de
attributen van de ware spotter, de vlieg
tuigliefhebber die ieder toestel ten minste
één keer in zijn leven 'gezien' en genoteerd
wil hebben.
'Het is alsof je een vis vangt. Maar dan beter'
„Ik krijg daar een kick van", zegt hij op de
vraag die velen stellen. „Als ik een toestel zie,
dat ik nog niet eerder heb gezien, gaat mijn
bloed sneller stromen. Het is iedere keer een
kleine overwinning. Alsof je een vis vangt.
Maar dan beter."
„Ik weet dat ik nooit alle toestellen zal kun
nen zien, daarvoor zijn het er te veel. Maar
persoonlijk kan ik daar mee leven. Ik ken ook
spotters die dat niet kunnen. Die moeten
kost wat kost dat ene ontbrekende vliegtuig
zien. En reizen daar dan ook de halve wereld
voor over. Zo fanatiek ben ik niet."
Verzamelwoede
Het 'spotten' (waarnemen) van vliegtuigen is
afkomstig uit Groot-Brittannië en dateert uit
de Tweede Wereldoorlog. De Britten, die
toen nog niet over radar beschikten, wapen
den zich tegen de Duitse bombardementen
door overal langs de kust waarnemingspos
ten in te richten. Alle waargenomen (spotted)
vijandelijke formaties werden gemeld aan het
hoofdkwartier van de Royal Air Force.
Na de oorlog is het spotten uitgegroeid tot
een hobby, die ook overwaaide naar het Eu
ropese vasteland. De verzamelwoede van
'waarnemingen' heeft inmiddels duizenden
Nederlanders aangestoken en na de Britten
zijn de Nederlanders zelfs de grootste en fa
natiekste spotters ter wereld. Ieder zichzelf
respecterend Nederlands vliegveld heeft in
middels een eigen spottersvereniging een
soort fanclub en er zijn zelfs al Nederland
se Kampioenschappen spotten. Een van de
opdrachten daar: het herkennen van vliegtui
gen aan hun registratienummers.
Globaal zijn er binnen de spotters-gelede-
ren twee soorten te onderscheiden: de civiele
spotter, die voornamelijk geïnteresseerd is in
de burgerluchtvaart, en de militaire spotter.
Tussen de twee groepen gaapt doorgaans
een diepe kloof. Veel militaire spotters zien
de burgerluchtvaart als iets minderwaardigs.
Maar ook andersom is er weinig kruisbestui
ving.
Frustratie
René de Zeeuw is zo'n civiele spotter die van
gecamoufleerde toestellen niets moet heb
ben. „Ze zijn mij veel te klein. Voor mij is het
een straaljager, meer weet ik er ook niet
van."
De Zeeuw staat geparkeerd in de kapotge-
reden berm van de Vijfhuizerweg, met uit
zicht op de toestellen die landen op de Zwa-
nenburgbaan. Twee tot drie keer per maand
komt de 26-jarige Numansdorper (ten zuiden
van Rotterdam) naar Schiphol. De elektro
technisch tekenaar zit zonder baan, dus het
kan. De meeste toestellen die landen, keurt
hij geen blik waardig. „Bijna alle KLM-kisten
heb ik al gezien. Die Cityhoppers soms wel
drie tot vier keer per dag. Alleen de nieuwste
KLM Boeing-737 heb ik nog niet."
De Zeeuw probeert op één dag zoveel mo
gelijk toestellen te 'zien'. Hij staat er dan ook
van vroeg tot laat. Signaleert hij een nog niet
eerder gezien toestel, dan kruist hij het aan in
een speciaal boek met voorgedrukte registra
tienummers. Honderden pagina's met alleen
maar cijfertjes. Ook hij beseft dat hij ze nooit
allemaal van een kruisje zal kunnen voorzien.
„Ja, dat is frusterend", geeft hij toe. „Maar
daar staat tegenover dat de vreugde heel
groot is als je zo'n ontbrekende kist opeens
wél een keer ziet. Dan kan je dag niet meer
stuk." Vandaag gaat het met de score rede
lijk. „Een DC-9 van Finnair die ik nog niet
had en een Toe-154M van Aeroflot. De RA-
85710. En een Northwest Boeing-747. De
N522US." Het toestel dat ook Vosse gelukkig
maakte.
Waarom hij nou al die vliegtuigen wil zien,
ook als ze uiterlijk precies gelijk zijn en alleen
een andere 'regi' hebben, kan hij niet uideg-
gen. „De meeste mensen vinden het maar
raar, dat weet ik. Maar zo vind ik iemand die
postzegels verzamelt ook raar. Je hebt al die
postzegels in een boek en bladert er maar
wat in."
Archief
Bladeren doet hij zelf ook, maar dan in zijn
archief met inmiddels honderden foto's
(„Anderen hebben er tienduizenden"). Hij
maakt een foto van ieder type vliegtuig van
een maatschappij. Dus niet ieder toestel
„Een KLM-747 ziet er nou eenmaal uit als
een KLM-747..." Als hij een foto niet heeft, is
dat jammer. Hij zal niet snel van een andere
spotter een foto kopen van het ontbrekende
toestel. „Ik koop alleen als ik hem zelf hem
gezien."
De Zeeuw is zoals veel spotters een globe
trotter. In eigen land ben je immers al snel
uitgekeken. Regelmatig gaat hij naar het bui
tenland. Vorige week was hij nog op He
athrow en Gatwick en vorig jaar bezocht hij
de Verenigde Staten, het Mekka van de lucht
vaartliefhebber. „Je kon daar echt ieder toe
stel dat je zag noteren. Honderden per dag.
En in Miami stonden allemaal oude DC-4's
en DC-6'en. Je mocht zelfs over het vliegveld
lopen, tussen de toestellen door." De reis
naar de VS werd georganiseerd door Scram
ble uit Hoofddorp, de grootste vereniging van
spotters in Nederland. Ook organiseert deze
Dutch Aviation Society drie keer per jaar een
beurs in 'De Deining' in Hoofddorp, waar
naar hartelust foto's en dia's kunnen worden
gekocht en geruild. Daarnaast staat in Aals-
meerderbrug de Luchtvaart Hobbyshop, met
alles wat het spottershartje begeert
Het dikke maandblad 'Scramble' staat vol
met voor de spotter onmisbaar nieuws. Op
vallend zijn opnieuw de ellenlange rijen regi
stratienummers. Daarnaast bevat het infor
matie over crashes (neergestorte vliegtuigen).
trips ('triptease'; verslagen van buitenlandse
reizen, met zoveel mogelijk registratienum
mers op een rij natuurlijk), movements (vlieg
bewegingen), militaire oefeningen, vlieg-
shows en exchanges (uitwisselingsbezoeken
van squadrons: altijd leuk om exotische toe
stellen te zien).
En natuurlijk advertenties. Zoals: „Ik ben
op 18 oktober mijn spottersboekje met veel
nummertjes verloren in de buurt van de
vliegbasis Leeuwarden. Wie heeft het gevon
den?" Andere adverteerders, die minder
principieel zijn dan De Zeeuw, proberen een
foto te bemachtigen van dat ene toestel dat
ze nog niet hebben kunnen fotograferen.
Weer anderen zoeken reisgenoten voor een
trip naar het buitenland.
In dat buitenland hebben de Nederlandse
spotters overigens geen al te beste reputatie.
Vooral de militaire spotters, vaak tieners,
staan bekend als fanatiek en brutaal. In lan
den waar ze niet bijzonder happig zijn op
pottekijkers kan dat problemen opleveren.
Regelmatig worden Nederlanders opgepakt
omdat ze staan te spotten waar dat niet mag,
en in sommige landen is dat binnen een
straal van enkele kilometers rond een vlieg
veld.
Zo hebben Nederlandse spotters in het
Oostblok, maar ook in Griekenland, maan
denlang achter de tralies gezeten op beschul
diging van spionage. En zelfs in België raken
ze nog regelmatig hun fotocamera kwijt aan
de Rijkswacht, omdat ze 'per ongeluk' het
bordje 'verboden toegang' over het hoofd
hebben gezien.
Op dit moment zitten flink wat militaire
spotters in het voormalige Oost-Duitsland.
Ze maken van de Paasvakantie gebruik om
daar de laatste Russische toestellen te zien
vertrekken. Het verdwijnen van het IJzeren
Gordijn heeft een Luilekkerland geopend
voor de spotters. Massaal bestormen ze de
onontgonnen vliegvelden. Filmrolletje na
filmrolletje wordt volgeschoten met Russi
sche en Oosteuropese toestellen, die de
meesten tot nu toe alleen in boeken hebben
gezien. Ook de nummers worden genoteerd,
in weerwil van de wetenschap dat de Russen
de onhebbelijke gewoonte hebben die af en
toe te veranderen.
Na het uiteenvallen van de Sovjetunie zijn
ook "trips' naar Russische 'velden' mogelijk
geworden. Bovendien schieten overal nieuwe
nationale en particuliere luchtvaartmaat
schappijtjes uit de grond, die tot vreugde van
de spotters ook af en toe Schiphol aandoen.
Want hoe exotischer het vliegtuig, hoe beter.
Maar het einde van de Koude Oorlog
bracht ook slecht nieuws voor de spotters.
Amerikanen, Canadezen en Britteh trokken
zich massaal terug uit Duitsland, met mede
neming van hun toestellen. Begin dit jaar
sloeg het noodlot voor de spotters ook in Ne
derland toe. Honderden stonden buiten de
hekken van vliegbasis Soesterberg en pinkten
een traan weg toen de laatste drie F-15 Eagles
van de 32nd Tactical Fighter Wing aan de ho
rizon verdwenen.
'Waarom zou je...?'
Op Schiphol, waar iedere drie minuten een
toestel aan de horizon verdwijnt, staat langs
de Kaagbaan een auto met Duitse nummer
plaat en Lufthansa-sticker. Het vermoeden
dat het hier om een globetrottende Duitse
spotter gaat, wordt niet bevestigd.
Stuttgarter Thomas Wentz blijkt voor zijn
werk in Nederland te zijn en heeft van de ge
legenheid gebruik gemaakt om eens een kijk
je te komen nemen op de plek waar de City
hopper is neergestort. „In Bild Zeitung stond
dat het een Fokker-100 was. De kranten we
ten er zoals gewoonlijk weer niks van."
Wentz is geen spotter, wel een kenner. Hij
reist veel en regelmatig gaat hij kijken op
vliegvelden.
Het spotten is aan Wentz niet besteed.
„Staan er dan nummers op?" Foto's maken
hoeft voor hem ook niet. „Waarom zou je fo
to's maken als je boeken kunt kopen waar al
die vliegtuigen al in staan?" Kijken volstaat.
Alleen is dit plekje daarvoor niet zo geschikt,
zegt hij, wijzend naar een hek dat hem het
zicht op de baan ontneemt.
De Duitser staat vlak voor het niet-publie-
ke gedeelte van de Aalsmeerderweg. Hij hui
vert voor het verbodsbord dat spotter Vosse
wèl trotseerde. Als echter Nederlander na
Nederlander gewoon doorrijdt, besluit hij het
er toch op te wagen en zet zijn auto in bewe
ging. Het geluid wordt overstemd door een
vliegtuig dat ronkend het luchtruim kiest.
Een Cityhopper Saab 340. Hetzelfde type dat
aan de andere kant van de weg neerstortte.