Uitdaging voor de banketbakker^^ 'Het is een groeiend seizoen' Trauma Persoonlijk Ei Miljoenen chocolade-eieren van de lopende band SASKIA STOEtINGA Nienke Sanders (produkt- ontwikkeling) en Alex Stu- vel (verkoopleider) beken nen het eerlijk: ze kunnen geen ei meer zien. Ze zijn bijna vergelen dat het nog Pasen moet worden. En eigenlijk zitten hun gedachten alweer bij sinterklaas en kerst. De eerste offertes voor deze feesten zijn al de deur uit. Toch is Pasen voor het tweetal nog niet helemaal afgerond. Hoewel de produktielijn nu - veertien dagen voor Pasen - stil ligt, kan het gebeuren dat ze morgen ineens alle zeilen bij moe ten zetten, omdat de supermarkten schreeuwen om meer eieren. „Een droom misschien, maar toch moet je er rekening mee houden. We zijn erop in gesteld om dan onmiddellijk weer cho colade te kunnen maken." Een droom die - even geleden intus sen - al is uitgekomen: die van wijlen de heren Barents, de Rot en Nieuwen- huizen. Zij richtten vanuit het niets in 1907 het bedrijf op onder een naam die ze ontleenden aan de eerste letters van hun achternamen: Baronie. Anno 1994 staat de onderneming te boek als de grootste chocoladefabriek van Neder land. De drie zouden zich in hun graf omdraaien als ze hoorden van module displays met produktconcept. Het is dè term die veel bij Baronie wordt ge bruikt in verband met Pasen. Dit jaar is de display op de paas- markt geïntroduceerd. Een stevige stel lage in fraaie kleuren, waarin de paas eieren volgens de jonge verkoopleider uitstekend uitkomen. „Het handige van zo'n display is dat het overal in de winkel kan worden neergezet. Geen schap of kast hoeft te worden ontruimd voor deze tijdelijke artikelen. En het aardige is dat ze volledig gevuld met de mooiste chocolade kunnen worden be steld. Een uitkomst voor supermarkten en de kleine winkel." Minder Voor de grootste paasomzet bij Baro nie, die ook de merknamen Tjoklaten De Heer voert, zorgen de eieren. „Je merkt duidelijk dat de economie min der is. De luxe paasfiguren doen het niet meer zo goed." Reeds in juni liggen de eerste 'be monsterde' offertes in de bus van de grootwinkelbedrijven en de horeca. In hoog tempo houdt Stuvel zijn verkoop praatje: „Behalve een folder, sturen we ook eieren mee. Als je over eieren praat moet je ze zien, voelen en ruiken. An ders kun je geen oordeel vellen. Ik durf rustig te zeggen dat we een kwalitatief hoogwaardig produkt verkopen." Aan vulling van Nienke Sanders: „En dat hoogwaardige heeft alles te maken met het cacao-gehalte. Hoe hoger het be standdeel cacao, hoe beter het eitje smaakt. Met hoog bedoelen we meer dan 38 procent cacao." Stuvel schaart onder de kwaliteit ook het aantal en gewicht in verhouding tot de prijs. „Voor drie tot vier gulden krijgt de con sument 28 eitjes van 7,3 gram. De exemplaren die onder het gewicht zit ten komen absoluut niet in het zakje terecht, die zijn er op de lopende band al tussenuit gevallen." De beste eitjes van Baronie, de eitjes met de meeste cacao dus, zitten in doorzichtige blokbodem zakken. De wat mindere, meestal met de merk naam De Heer, in pretzakken en net ten. Tjoklat is voor de horeca. Sanders: „Toch let de consument niet zo op dat cacaogehalte. Zoetwaren zijn impuls aankopen. Een kleurig net met rode, blauwe en gestippelde eitjes doet het vaak beter, dan een sjiek zakje met 'softe' eitjes. Soft slaat op het wikkeltje - staniol -, dat wij dit jaar in pasteltin ten hebben uitgebracht. Je kunt overi gens niet zomaar een wikkeltje om een eitje doen. Een melk-eitje moet altijd in blauwachtige tint zitten. Dat is de klant gewend." In oktober ruikt de fabriek al naar chocolade. De eerste massieve eitjes rollen dan van de band. Die zijn het langst houdbaar. Gevulde eitjes onder de naam cappucino, mocca, rum, amandel, advocaat volgen een maand of twee later. Sanders: „Deze eitjes zijn de laatste jaren erg populair aan het worden. De grootste troef in Nederland is overigens nog steeds het praliné-ei." Bij de export van deze speciale eitjes naar China en Japan bleek Baronie ver keerd te zitten. „Japanners en Chine zen houden niet van praliné. Rum of advocaat moet erin zitten. Terwijl in Saudi-Arabië de likeur-eieren weer streng worden geweerd. Zo is er met elk land wat." Twee weken voor Pasen: de produktie ligt stil. De winkels zijn bevoorraad. Miljoenen paaseieren van 'Baronie' en haar nevenmerken passeerden de lopende band. In het hoofdkan toor (Alphen aan den Rijn) van Nederlands grootste chocoladefabriek worden alweer plannen gemaakt voor iets nieuws in '95: een eitje met een nog hoger cacao-gehalte. 'Klanten willen met Pasen steeds meer' SASKIA STOEUNGA. Volgens de Nederlandse Banketbakkers Ondernemers Vereniging is hij een voorloper. „Je moet zijn etalage eens zien. Zó creatief, zó feestelijk. Paul Frank uit Blaricum biedt een compleet paaspakket en dat wil de consumentvan vandaag", aldus directeur Kiebert van deze overkoepelende organisatie. Wa t biedt een banketbakker die trendsetter wordt genoemd met Pasen? rote opgedirkte eieren met lucht gevuld, verko pen niet meer." Banketbakker Paul Frank, gevestigd in Blari cum, ziet een duidelijke ver schuiving. Of beter gezegd: trend. „Pasen is een familiefeest aan het worden met het accent op de brunch. Kleurrijke gedekte tafels met sandwiches in haan- vorm, zoete hapjes, eieren van de kip en chocolade, paastaarten en witte wijn." Zo ziet de etalage van zijn win kel er ook een beetje uit. Geen mens die daar zomaar aan voor bij loopt. Zelf heeft Frank meer oog voor de acjiterzijde van zijn pand. De bakkerij grenst aan het erf van een boerenbedrijf. Je staat hier oog in oog met darte lende lammetjes. „Als dit geen Pasen is?", zegt hij. Toch had banketbakker Frank begin januari, toen hij nog over een besneeuwde weide keek, niet echt een paasgevoel. Maar op dat moment was hij al wel druk doende met de voorbereidingen voor het paasfeest. „Na Kerst heb je eigenlijk alles gehad en gezien. Gelukkig is mijn vak mijn hobby. Overal moet ik inspiratie uit kun nen putten." Zó bedacht Frank de paasbrunch. „Ik merkte de laatste jaren dat mijn klanten steeds meer wilden. De klassieke chocolade eieren en paashaasjes werden nog wel verkocht, maar meer om te verstoppen in de tuin. Leuk voor de kinderen. De klad zat een beetje in dat spul." De banketbakker is toen sa men met zijn vrouw en zijn acht- koppige team aan het denken, bakken en versieren geslagen. „Je moet je onderscheiden, zeker in een gebied waar je je kan on derscheiden. Op het veelzijdige van Pasen valt goed in te spelen. De lente is begonnen, de bloe men lopen uit en als je geluk hebt is het redelijk weer. Dat brengt de mensen in een opper beste stemming." Het thema werd: een complete paasbrunch met de familie rond de klok van twaalf. En wat staat er dan op het menu? Paassalade van celeris, mais, appel, spekjes en eieren. Of pomme Alice nest van alfalfa met eidop tuinkers en roggebrood met Danish Blue. Gevulde maïskip. Kleine kip broodjes gevuld met paté, scones met banketbakkersroom en mousse. En niet te vergeten de taarten, zowel zoete als hartige. Taarten in de vorm van kippen, hazen en hanen. Ook de paas kranstaart en de Charlotte zabajone zijn crea ties van maestro Frank. Volgens Frank moeten er nu met die kleine gezinnen wel vrienden, opa's en oma's worden uitgenodigd. „Om tot een gezel lige club te komen, is twaalf mensen een leuk aantal", al dus de specialist. j Uitdaging Banketbakker blijf bij je leest! „Oh natuurlijk. Ser viezen bak ik niet. Ik denk aan gezelligheid, aan de eetbare dingen. Kijk, ik probeer de een heidsworst te onüopen. De banketbakkerij is nog een zeer traditionele instel ling, die niet verder gaat dar de chocolade eieren en paashazen. Jammer, want je mérkt gewoon dat dé klanten meer willen zoals zoete hapjes, kant en klare sandwi ches, kleine maaltij den, taarten. Dat is voor mij gewoon een specialisatie aan het worden. Patisserie. In België doen ze dat al ja ren. Waarom zou een banketbakker in Ne derland geen uitda gingen mogen heb ben?" Pasen zonder cho colade is natuurlijk geen Pasen. Dat weet Frank als geen ander. Begin februari wordt er begonnen met het gieten van de chocolade in de vormen. „Chocolade is een zeer goed houdbaar produkt. Daarvan kun je voor raad maken. De vrieskasten staan in die tijd vol met halve eieren die moeten worden opge vuld, en de bekende paasfigu ren." Eind januari is Frank dan al met zijn vrouw naar de beurs ge weest om paasattributen en -ver- sieringen aan te schaffen. „Eie ren horen in mandjes. Een kipje op een taart is een 'must'. Om een groot ei hoort een lint." "De ontwerpen voor de choco lade-figuren, de broden en de taarten maakt hij helemaal zelf. „Als ik eenmaal bezig ben, gaat het me makkelijk af. Het is preci- sie-werk. Geen baksel is hetzelf de. Ik doe niet aan massa-pro- duktie. Zo'n 300 tot 400 paasbro- den met noten bakken in de laatste twee weken is echt het maximum." Het koopgedrag is volgens trendsetter Paul Frank veel grilli ger dan jaren geleden. „De jon gere mensen wachten tot de laatste week. En dan willen ze al les in één keer. Kopen voor 200 Paul Frank, trendsetter in de ban- tot 300 gulden is dan echt geen ketbakkersbranche. foto united uitzondering. Dat was in mijn photos de boer poppe de boer vaders tijd - ik ben de derde ge neratie - wel anders. Er waren veel meer bestellingen en alles werd bijna bezorgd aan de keu kendeur. Nu wordt veel meer ge kocht in de winkel. Daar moeten de mensen ook op ideeën ko men. Vandaar deze prikkelende omgeving." Kleren maken de man en tijdens de Pasen des te meer. Zo was het in ver vlogen tijden althans. De hele week in door ma verstelde afdankertjes van je broer rondlopen en dan op zondag op z'n zondags. Op z'rt paasbest heette dat dan. Het voordeel van erkend christelijke feestdagen was destijds dat je behalve op tweede paasdag ook op tweede kerstdag en tweede pinksterdag er op je paasbest mocht uitzien. Dat scheelde dan weer een dag in de week pronken met andermans afgedragen kleren. De jaren vijftig, praat me er niet van. Ze konden het van eieren maken in die tijd. Nog zijn er van die post- idealisten die beweren dat geluk toen nog heel gewoon was. Je reinste ge schiedvervalsing! De jaren vijftig? Hens per week naar het badhuis of in de teil. Dat de hele familie zich in een en dezelfde kuip baadde, gaf niet. Wat van eigen was kon nooit vies zijn, dus ook het badwater van huisgenoten niet, ook al hadden ze bij wijze van spreken de hele dag kolen gesjouwd. Bovendien diende een al te kieskeurige attitude het fami liebelang niet, de gaspenmngen groeiden pa niet op de rug en het wa terleidingbedrijf hoefde ook niet per se nog rijker te worden. En dan, 85 gul den schoon per week was ook zo veel niet. Niet voor niets werden dagelijks de kassabonnen van die ene grootgrut ter geteld, die tien procent voordeel be loofden. Op z'n paasbest, welke kip zonder kop zal die uitdrukking zó vaak heb ben geroepen dat-ie een plaats in Van Dale heeft gevonden? Want er op z'n paasbest uitzien betekende ook de on vermijdelijke gang naar de barbier, wiens tondeuze maar één coiffure ken de: stijl-bloempot. Hoog opgeschoren in de nek. Bovenop strak en nat ge kamd met een scheiding net niet in het midden. Als troost voor een paar weken voor dorpsidioot lo pen, kon er bij die af gekeurde tuinman nog wel een nogablok van af. De sata- nicus was weer aan z'n gerief gekomen en daar had die snoeispecialist ter af wisseling van De Gruyters snoepje van de week best een gul gebaar voor over. Dan was er ook nog de eierboer, die wekelijks langs de deur kwam. De Nul, heette zijn firma. Navraag leerde dat die bedrijfsnaam minder op hemzelf en meer op z'n eieren sloeg. Elke zater dag mocht de man vijf kneusjes voor de zondag leveren. Vermoedelijk hield hij speciaal voor ons die ene geman keerde kip in de ren, die altijd ver keerd aan de leg was. Maar zo rond Pasen werden paasbeste eieren inge slagen. Twee emmers vol. Cholestorol, daar mekkerde in die tijd geen mens over. Met Pasen moesten er eieren worden gezocht, geschilderd en gege ten. Waarom? Traditie, dat was het hele eieren eten. Dagen later had je nog last van die traditie. Op z'n paasbest. Kan die uitdruk king niet voorgoed uit het woorden boek worden geschrapt? En Mijn naam is Haas ook? Het zou de verlos sing zijn van ons paastrauma, date rend van de jaren vijftig. Meneer Van Dale, we wachten op antwoord. GERARD VAN PUTTEN Denkwijzer Stel u voor dat het mogelijk zou zijn om een dag of drit in te slapen en dan te herrijzen, als een nieuw mens Welke eigenaardigheden van uw persoonlijkheid zou i dan kwijt willen zijn? Uw ijdelheid? Uw neiging om altijt maar de aandacht op te eisen? Uw hebzucht, of uw onge voeligheid voor wat er in anderen omgaat? Of uw neiginj tot zelfmedelijden, of tot overdrijven misschien? Of heb u dat soort eigenaardigheden niet? Geldt voor u wat di schrijver/dichter Oscar Wilde ooit eens over zichzelf zei ,,Ik heb dat soort neigingen niet, maar ik voel me in da opzicht wel alleen staan." In een prikkelend-wijs boekje met de titel The Conquest of Happiness (De Verovering van Geluk) schrijft een van de grote filosofen van deze eeuw, Ber- trand Russell: „De meeste men sen klagen wel over hun geheu gen, maar zelden of nooit over hun persoonlijkheid. De per soonlijkheid waarover ze klagen is meestal die van iemand an ders." Interessant is de vraag waarom dat zo is. Waarom we zo scherp de splinter in een ander opmerken, en zo blind zijn voor de balk in ons zelf. Een deel van het antwoord op die vraag is te vinden in de manier waarop de natuur ons in elkaar heeft gezet. Onze zintuigen, zoals ogen en oren, zijn oorspronkelijk bedoeld om de 'buiten'wereld, inclusief de mensen buiten ons zelf, direct te kunnen waarnemen. We kun nen alleen maar onderdelen van onszelf direct met onze ogen zien. Om onszelf helemaal in beeld te krijgen, met name ons gezicht, moeten we gebruik ma ken van technisché hulpmidde len zoals spiegels of camera-op names. Maar we kunnen dat soort hulpmiddelen eigenlijk niet gebruiken zonder ons gangbare gedrag te ontregelen - we moe ten voor de spiegel gaan staan of voor de camera poseren - zodat we ook nog altijd geen goed zicht krijgen op hoe we dagelijks bezig zijn. Wat dat betreft zijn onze oren iets handiger, want we kun nen in principe vrijwel alles ho ren wat we zeggen. Maar, omdat we als we praten dat meestal te gen anderen doen en we tegelij kertijd op een heleboel andere dingen in zo'n situatie letten - zoals de gezichtsuitdrukking van de ander - horen en onthouden we vaak maar heel weinig van wat we uitspreken. Ook hier geldt: willen we een goed beeld krijgen van hoe en wat we uitkra men, dan zijn we op hulpmidde len aangewezen, zoals geluidsop- Kortom: we zien meer van an deren dan we van onszelf zien, en we horen meer van an deren dan we van onszelf horen. Alleen al om die reden is het veel gemakkelijker om kritiek op an deren dan op onszelf te hebben. Maar dat is natuurlijk ook pre cies de reden waarom door ons bekritiseerde anderen vaak rea geren met: 'Kijk jij eerst maar eens naar jezelf voordat je iets van een ander zegt'. Zulke op merkingen hebben meestal hoogstens als effect dat we kwaad of gefrustreerd raken en leiden er zelden toe dat we in derdaad naar onszelf gaan kij ken, ons over onszelf buigen, aan zeifre'flexie' (letterlijk: je over je zelf terugbuigen) gaan doen. Toch is het wat al te gemakkelijk om te zeggen dat we ons een voudigweg verzetten of weer stand hebben tegen zelfreflectie of zelfkritiek. Want op de eerste plaats weten we meestal niet hoe, hebben we weinig of geen ervaring met, en vaardigheid in zelfreflectie. Net als ieder ander gedrag moet ook zelfreflectie ge leerd worden. Probleem is alleen dat er in onze cultuur nauwelijks plaatsen zijn waar we op een vei lige en systematische manier zelfreflectie kunnen leren. In fei te is een van de heel weinige plaatsen waar dat wel kan, de be handelkamer van een psychothe rapeut, maar daar komen we meestal pas terecht als er al pro blemen zijn. Het is bepaald ook niet toevallig dat de belangrijkste psychotherapie-methoden die we tegenwoordig kennen, zijn bedacht door mensen, zoals Sig- mund Freud en Carl Gustav Jung, die vele jaren zeer gedisci plineerd aan zelfanalyse hebben gedaan alvorens hun behandel methoden te ontwikkelen. F reud, bijvoorbeeld, heeft ja renlang vrijwel dagelijks heel nauwkeurig logboek gehouden van zijn eigen gedachten, dro men, fantasieën, gedragingen, lust- en angstgevoelens. En wat hij de ene dag aan eigenaardig heden van zichzelf opschreef, daar reflecteerde hij, boog hij zich de volgende dag vaak weer over. Ook vroeg hij regelmatig aan anderen, collega's, vrienden, om hun reactie erop te geven. Van Freud, Jung en anderen die zich aan zo'n onderneming ge waagd hebben, weten we ook d&t zelfreflectie, het naar jezelf kij ken, niet zonder gevolgen voor ons dagelijks leven kan blijven: het ont-regelt, letterlijk en fi guurlijk, ons gebruikelijke ge drag. Dat weten we overigens ook uit eigen ervaring. Bijvoor beeld, op een zonnige lentedag loopt u op straat en moet een terras voorbij waarop een groot aantal mensen zit dat zich ondei andere vermaakt met het opne men van voorbijgangers. Op het moment dat u voor het terras langs loopt en de blikken op u voelt, gaat u opeens letten op, buigt u zich over uw manier van lopen. Wat gebeurt er dan? Waarschijnlijk is dat die zelfre flectie uw manier van lopen ont regelt: uw tred wordt onhandi ger, minder soepel, of in ieder geval voelt het zo. Het voorbeeld maakt duidelijk dat we niet ob jectief, neutraal naar onszelf kunnen kijken of reflecteren. Wit op zichzelf let, verandert zichzell voor kortere of langere tijd. Ook aan anderen vragen om zich ove ons te buigen en te vertellen wat zij aan ons opmerken, heeft dat effect. Vraag maar eens aan ie mand uit uw directe omgeving wat hij of zij van u vindt, wat voor effect uw gedragingen en reacties in positieve en negatievt zin op hem of haar hebben. Vraag en antwoord veranderen iets aan de omgang tussen u bei den. U kunt niet zonder meer op de oude voet doorgaan. Dat ont regelende, dat doorbreken-van- oude-patronen effect van zelfre flectie is uitermate belangrijk, want het is de voorwaarde voor het ontwikkelen van nieuwe ge dragingen, nieuwe gedragsregels het is de voorwaarde voor zelf vernieuwing. Maar gewoontedieren als we zijn, hebben we de neiging om op alles dat ons uit ons ge wone doen brengt, en dus ook o| zelfreflec tie, met spanning of zelfs angst te reageren. Een van de meest indrukwekkende voor beelden daarvan is voor mijn ge voel het gesprek dat volgens het Nieuwe Testament plaatsvond tussen Jezus en Petrus, kort voor de eerste werd gearresteerd en gekruisigd. Jezus zegt tegen Pe trus dat deze hem na zijn arres tatie zal verloochenen, tegen an deren zal ontkennen dat hij ook maar iets met hem te maken heeft gehad. Petrus ontkent on middellijk in alle toonaarden dal hij zoiets ooit zal doen. Zo'n hef tige ontkenning is typerend voot iemand die weigert om zich ovei zichzelf te buigen en zichzelf de vraag te stellen: 'Zou het waar kunnen zijn dat ik onder bepaal de omstandigheden inderdaad onbetrouwbaar, laf of angstig zal reageren?' Die weigering heeft te maken met de angst om het gangbare beeld dat wij graag var onszelf hoog willen houden, ter discussie te stellen. Jung verge leek dat zelf-beeld ooit met de schaal van een ei. Willen we ons wezen, dat wat binnen in de schaal huist, tot leven brengen, ontwikkelen, dan moet de schaal gebroken, het beeld afgepeld worden. Dat voelt vaak onveilig, kwetsbaar, bloot en daarom heb ben we de neiging zo snel moge lijk een nieuwe schaal rondom die kwetsbare kern op te trekken Het verbreken van de schaal, hel doorprikken van onze buiten kant, moet daarom van jaar tot jaar weer gebeuren. Vandaar mijn paasrecept: kool een ei of wat, nodig iemand waarmee u veilig kunt praten bij u aan tafel, breek de schaal van een ei en maak die handeling toi het startpunt van een gesprek waarin u het verschil tussen uw buiten- en binnenkant uitlegt. De kans is groot dat u als een (wat) ander mens weer opstaat. RENE DIEKSTRA hoogleraar klinische en gezondheidspsychologie

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1994 | | pagina 38