Roman is tijdloos feest van taal
Oom Mesdags schaduw
Floortje Peneder vocht
moedig zonder zeuren
McCarthy's hop paardje hop
Boeken
DONDERDAG 31 MAART 1994
23
David Bisson Evangeline de
Schonen. Het kind achter de
deur. Het verhaal van de 12-ja
rige David na een jarenlange
opsluiting en mishandeling
door zijn moeder. Uitg. Ambo.
19.95.
Amy Bloom. Kom tot mij
Verhalen waarin de schrijfster
de lezer meeneemt naar 'de we
reld van ogenlijkschijnlijk nor
male gezinnen' en 'de verbor
gen intimiteiten van huwelijk
en overspel'. Bloom, geboren ip
New York. werkt als psychothe
rapeut. Uitg. Nijgh Van Dit-
mar. 32,50.
Carmen Martin Gaite, Spaan
se vrouwen, bewolkte luchten.
Een gepassioneerde correspon
dentie tussen twee Spaanse
vrouwen. Uitg. Arena, gebon
den, 54,90.
Josien l aurier. Het zal de lief
de wel zijn Roman over ver
liefdheid van de schrijfster die
vorig jaar opviel met een de
buutroman over een gerefor
meerde jeugd: Een hemels
meisje. Uitg. Arena, 36.90.
Ronald Vonk, Dode meisjes-
/Quintana Roo. Detective-ach
tige novellen, die zich afspelen
op mysterieuze en exotische ei
landen. Vonk. geboren 1957, is
bioloog. Uitg. Arena, gebonden,
34,90.
Patrick Modiano. Het circus
komt voorbij. Liefdesgeschie
denis tegen de achtergrond van
het Parijs van de jaren zestig.
Uitg. Meulenhoff, 34,90.
John Grishams
filmscenario's
THRILLERS
RECENSIE KOOS POST
John Gnsham, Achter gesloten deuren
A W Bruna Uitgevers, 34,90
Hollywood heeft John Grisham
aan het hart verpand. Filmma
kers vechten om zo te zeggen
om zijn boeken. Maar wat wil je
ook? Elk verhaal levert en span
nend scenario met zeer veel ac
tie op. Ook bij het lezen van
Grishams jongste boek Achter
gesloten deuren (The Pelican
Brief) ontkom je nauwelijks aan
de indruk dat hij filmmensen al
aan de slag zag. toen hij zijn
verhaal uit zijn tekstverwerker
tikte.
De basis wordt gevormd door
een spectaculair, maar nogal
onwaarschijnlijk gegeven. Maar
wel met veel gehol en gedraaf
en legio dodelijke slachtoffers.
Bijna bij bosjes vallen de doden.
Alleen de hoofdpersoon blijft
ongedeerd. Een juridische stu
dente. Uiteraard een opvallende
schoonheid. Gespeeld door Ju
lia Roberts in de in allerijl door
Alan I. Pakula gemaakte film. In
het boek is de beeldschone stu
dente merkwaardig genoeg de
enige die in de betreffende pa
pcrassen kan ontdekken dat de
plotselinge dood van twee' rech -
ters van het Hooggerechtshof
geen toeval is. Er zit een geraffi
neerd complot achter De jon
gedame zet haar gedachten en
conclusies op enkele velletjes A
4.
De rest van het verhaal is in
feite niet meer dan een verbe
ten jacht op die paar papiertjes
Iedereen die in de weg loopt,
wordt gedood. Tijd om zich te
vervelen krijgen de lezers niet.
John Grisham zorgt voor talrijke
pittige surprises, die in de bio
scoop weer het nodige spekta
kel zullen opleveren. Natuurlijk
wordt het complot ontrafeld. En
worden de intriganten achter
haald. Dat weet je al bij het Ie
zen van de eerste bladzijde.
Maar Grisham maakt het hoe zó
levendig, dat je er niet over pie
kert het boek opzij te leggen.
Thomas Rosenbooms 'Gewassen vlees' trekt lezer magistraal de 18de eeuw in:
In de stroom van boeken die jaarlijks over ons wordt uit
gestort is er een enkele keer hèt boek, dat die stroom
voor ongeveer een maand stagneert. Men spreekt van
een literaire gebeurtenis. Welnu dat boek is Gewassen
vlees van Thomas Rosenboom (1956). Deze historische
roman voert je 732 pagina's lang mee met de kolderieke,
poëtische, sadistische, perverse en duivelse belevenissen
van de Friese burgemeesterszoon Willem Augustijn van
Donck.
De toon wordt al gezet in de
Proloog, die met de veelbeteke
nende titel 'Verkeerde natuur'
de introductie vormt van het le
ven van Willem Augustijn. In
deze proloog schildert Rosen
boom ons in een werkelijk su
blieme stijl een winlertafereel
voor ogen, waar je niet alleen
vol bewondering en vol van ge
moedsaandoeningen naar kijkt,
maar waar je vrijwel onmiddel
lijk in wordt opgenomen.
Zo varen vrij in het eerste
hoofdstuk met Willem Augus
tijn van Donck per trekschuit
het achttiende-eeuwse Wor-
kum binnen. Oudjaar 1748...'Als
een tor kroop het Workumer
trekschip langs de aarden wal.'
Zittend in het roefje wordt de
hoofdpersoon door allerlei ge
moedsaandoeningen overval
len. De tocht eindigt in een
huilbui om zijn lief, Catharina
Saffraan.
Willem Augustijn blijkt een
overgevoelig, modieus, labiel,
lui, naar liefde hunkerend deca
dent ventje te zijn, dat als bal
juw van Hulst zijn dagen in
Workum en omstreken in ledig
heid doorbrengt in afwachting
van de bevrijding van de Zuide
lijke Nederlanden. Behalve door
'Zijne ed.'. zijn vader, wordt hél
leven van Willem Augustijn be
paald door Catharina. de knecht
Perk (en Judith), de meid Bintje,
boer Bertijn en diens zoon Abe
(en Jeltse), Bergsma en Dorrius
(de uitvinder van witte suiker).
De suiker fungeert als metafoor
van het leven. Maar ook zijn
'Suikertje' Catharina is een illu
sie. Zoals alle liefdes - mede
door toedoen van Willem Au
gustijn - in dit boek mislukken.
In elk van de drie delen waar
uit dit vuistdikke boek is 'opge
bouwd geeft Rosenboom in een
'Repertorium' een historische
context aan hel verhaal. Een
weergaloos staaltje van acht
tiende-eeuwse geschiedschrij
ving (Oostenrijkse Successie-
-oorlog 1740-1748). Maar los
van de historische feiten, los
van het achttiende-eeuwse de
cor. leest is dit boek in zijn the
matiek en in de beschrijving
van het doen en laten van Wil
lem Augustijn tijdloos.
Achterlast
Hartverscheurend is de een
zaamheid van Willem Augus
tijn, zijn hunkering naar erken
ning en liefde van zijn vader.
Uiterst komisch is zijn hooghar
tig handelen tegenover boer
Bertijn (o.a. tijdens een
dampartij). Buitengewoon hila
risch zijn de beschrijvingen over
de 'achterlast' van de hoofdper
soon, die voortdurend een plek
zoekt om met zijn onafscheide
lijke klisteerspuit zijn darmen te
Na een stilte van bijna acht jaar is Thomas Rosenboom magistraal terug met een kloeke, historische roman van 732 pagina's.
foto roland de bruin/gpd
reinigen. Het wemelt van gede
tailleerde beschrijvingen over
het 'vlees'; over eten, poepen,
zuipen, neuken en kotsen. Zelfs
de toegang van de doopsgezin
de kerk krijgt het uiterlijk van
een anus.
De titel Gewassen vlees is ont
leend aan de valkeniers. In het
boek geeft het de verhouding
tussen de zoon en de vader
weer. De zoon die hunkert 'naar
uw aas, maar altijd was het
krachteloos, leeg, gewassen
vlees: de honger bleef)' Gekookt
vlees dat geen voedende delen
meer bevat.
De vader heeft een jongen ge
adopteerd en met dezelfde na
men als zijn zoon laten dopen.
Deze 'Tweede' kleeft als een
schaduw aan de zoon. Schitte
rend zijn de parallellen die rond
dit thema door het bock zijn
vervlochten. Bij voorbeeld die
van de paarden Luctor en
Emergo.
De hoog giechelende of hui
lende Willem Augustijn kan met
aan zijn* noodlot ontkomen.
Zijn lot wordt voltrokken in het
bevrijde Bergen op Zoom. Een
weergaloos Felliniaanse slot van
een magistraal boek dat op bij
na elke bladzijde onvergetelijke
staaltjes van woordkunstenaar
schap laat zien. Want bovenal is
dit boek een feest van taal.
Thomas Rosenboom, Gewas
sen vlees. Querido, 65,=.
JEUGDBOEKEN RECENSIE
CASPER MARKESTEUN
Vivien Alcock, De aanklacht tegen Anna
Coman Vertaling Huberte Vriesendorp
Uitgeven) Fontein, 28.50
Robbert Leeuw, Kromme tenen Uitge-
venj Wildeboer, 21.50
Kromme tenen, hel nieuwe
boek van Robbert Leeuw,
wordt aanbevolen voor 'vanaf
10 jaar'. Dat klopt voor wat be
treft de gehanteerde taal. Geen
lange zinnen, weinig moeilijke
woorden, korte verhalen. Een
behoorlijke lezer uit groep ze
ven of acht moet het boek zon
der moeite kunnen lezen. Het
klopt ook voor wat betreft de
onderwerpkeuze van de verha
len. De ik-figuur kijkt daarin
terug op zijn jeugd. Hij is in
veel verhalen niet ouder dan
een jaar of zeven, acht. Rob
bert Lec'uw weet de gebeurte
nissen die indruk hebben ge
maakt op de ik-figuur aantrek
kelijk te beschrijven. Zo goed
dat ook de oudere lezer Krom
me tenen zal weten te waarde
ren.
Een verhaal als 'De Wurmen'
bij voorbeeld is ondanks, of
juist dank zij de nogal triviale
zaken die erin worden ver
haald, voor veel lezers herken
baar en humoristisch. 'Ik had
jeuk in mijn kont. Allemachtig,
wat had ik een jeuk in m'n
Jpnt. Werkelijk, ik had nog
nooit zo duidelijk gevoeld dat
ik een kontgat had.' Een beetje
Wurmen, gejeuk
en clubrituelen
smerig is het verhaal ook ver
derop wel. maar daar ontkom
je niet aan bij de beschrijving
van dit soort irritante proble
men, die je in het algemeen in
kinder- en jeugdboeken bar
weinig tegenkomt.
Niet alleen hierdoor is Krom
me tenen een verademing.
Rohbert Leeuw weet in zijn
verhalen, die vaak niet langer
zijn dan enkele bladzijden,
perfect de herinneringen aan
'toen' op te roepen. Hoe het
was om te leren fietsen, vaders
irritatie bij het aanmaken van
de kolenkachel. soldaatje spe
len niet de vriendjes, het loge
ren bij de diverse opa's en
oma's: Het roept bij mij even
zoveel glasheldere herinnerin
gen op. Een aantal verhalen zal
ook bij de jongere lezer her
kenbaar zijn. andere maken
zichtbaar hoe het in een nog
niet zo lang vervlogen verleden
was. De uitdrukking 'In de be
perking toont zich de meester'
is op deze verhalen in ieder ge
val van toepassing.
Dat geldt minder voor het
nieuwe boek van Vivien Al
cock, De aanklacht tegen Anna
Coman. Anna woont bij haar
oma, omdat haar vader en
moeder lang geleden bij een
ongeluk zijn omgekomen.
Oma Coman vindt dat ze Anna
eigenlijk een beetje te be
schermd heeft opgevoed. Anna
is vriendelijk, meegaand, ge
voelig en vrij gemakkelijk te
beïnvloeden. Zeker door de
overheersende en sluwe Lindy
Miller, die Anna alleen maar
gebruikt. Dankzij haar komt
Anna bij de geheime club van
De Maskers komt.
De inwijding bij het geheime
genootschap gaat met de ge
bruikelijke rituelen gepaard.
De eed van trouw, straf op ver
raad en opdrachten uitvoeren
om er echt bij te horen. Dat
gaat Anna al snel te ver. Zij
neemt het op voor de jonge
Peter Elkin die door de oudere
Maskers wordt getiranniseerd.
Dat komt haar duur te staan,
want zij moet voor de recht
bank van De Maskers verschij
nen om te worden berecht.
Door steun van de oude vriend
Tom en door Lindy die haar
stiefvaders hulp inroept, loopt
alles met een sisser af.
Alcock laat wel zien hoe dit
soort 'clubrituelen' tot exces
sen kunnen leiden, maar de
thematiek is toch te mager om
het tot het eind toe echt span
nend te houden. Door allerlei
zijlijntjes probeert de schrijf
ster de aandacht vast te hou
den die juist daardoor ver
slapt. Enige beperking ware
beter geweest.
ken hebben met 'de nieuwe
Faulkner'. Mij zegt dat niks,
want behalve dat er in Amerika
al veel nieuwe Faulkners rond
lopen, had het meeste van die
ouwe zuipschuit beter niet ge
schreven kunnen worden. Om
maar te zwijgen over het werk
van zijn vermeende literaire na
zaten.
Als ik de Amerikaanse lof
trompetten goed beluister dan
gaat de lezer aldaar nog steeds
op zijn kop staan van een all
American story met veel Blut
und Boden. Al de mooie paar
den dat zeker kwaliteiten qua
uitwerking heeft, is zo'n van-
dik-hout-zaagt-men-planken
verhaal. Behalve dat de Mexi
caanse messen vervaarlijk blik
keren en het bloed je bij gevolg
tot aan de kuiten in de cowboy
laarzen staat, vliegen je de ko
gels om de oren.
Sterker nog, ze worden met
de gloeiend hete loop van een
revolver uit een dijbeen ge
brand. Au!, dat doet pijn. Tot
overmaat van ramp is er ook
nog de smart van die grote on
mogelijke liefde, omdat dat zo
hoort en omdat een simpele
jongen nu eenmaal niet trou
wen kan met de dochter van
een rijke haciendabezitter. Deze
en andere Hollywood ingredi
ënten zijn nog net te pruimen
voor iemand die vroeger 'Am
Fuss der blauen Berge' naspeel
de in het dorpsplantsoen. Maar
echt onpasselijk word je toch
van 'al de mooie paarden' die
hop paardje hop in dit Marl-
boroland rondlopen, vooral van
het oeverloze gelul erover.
In de Nederlandse vertaling
heeft dit boek inderdaad wel
iets van die in het Duits nage
synchroniseerde cowboyserie
uit de vroege jaren zestig. De
dialogen zijn door het hoge ma
chogehalte ronduit stupide, de
sentimenten simpel, de perso
nages karikaturen, de plot voor
spelbaar en de vertaler weet net
als toen niet eens het verschil
tussen een pistool en een revol
ver.
Wat dit boek node mist,
wordt echter een beetje gecom
penseerd door de stijl die Cor-
mac McCarthy bezit. Hij schil
dert de landschappen waar zijn
helden doorheen rijden werke
lijk met fonkelende metaforen,
maar dat is te mager. McCarthy
had mij op zijn minst paarden
liefhebber moeten maken, in
plaats daarvan kan ik geen knol
meer zien.
Corman McCarthy.
BOEKEN RECENSIE
BERT KUIPERS
Corman McCarthy, Al de mooie paarden.
Vertaald door Ko Kooman Arbeiderspers,
29.90.
Begin dit jaar werd met veel
tamtam een boek aangekon
digd dat in Nederland een reve
latie had moeten worden. De
uitgever sprak in een aanbeve
lingsbrief aan de boekbespre
kers zelfs van een 'eeuwigheids
ervaring'. Maar al het kabaal ten
spijt, wie het boek ter hand
neemt stuit na een paar pagi
na's lezen al meteen op een cli
chématige western, waarin
rechtgeaarde cowboys avontu
ren beleven in Gods own coun
try. De grote Arrterikaanse
openbaring draagt de foeilelijke
titel Al de mooie paarden en is
een roman van ene Cormac
McCarthy.
Nooit van gehoord, zult u
zeggen. Inderdaad, de auteur
heeft zich altijd schuil weten te
houden in een achterhoek van
Texas, waar hij zich met verve
bezig schijnt te houden met ra
telslangen, en schrikt u niet:
schrijven. Dat zullen we weten
en dus moeten we ons weer wijs
foto Marionettunger laten maken dat we hier te ma-
Prachtige eerste roman van Tonnus Oosterhof:
BOEKEN
RECENSIE ROB VOOREN
Tonnus Oosterhof, Het dikke hart. De Bezige Bij, 24,50.
In een brief aan zijn moeder schrijft de dan al
geesteskranke Groningse schilder Gerrit van Hou
ten in 1892: „Lieve moeder, Toch staan de bomen
hier anders in de wei dan in Den Haag en Frank
rijk, als ik denk aap Daubigny. Corot of Maris. Ze
houden elkaar met hun takken meer vast. De tak
ken staan niet vrij in de bomen. Ze zijn meer
puntig. Dan de sloot met de witte stekeltjes lucht
in het water spiegelend als afgebladderde verf. Ik
heb het getekend met alleen maar geel aan mijn
kwast. Maar later de schaduwen turkoois maar
het water was vuil. Later nog eens met geoxy-
deerd rood en lichtbruin."
Deze passage is, meen ik. een beschrijving van
Van Houtens 'Bosgezicht', dat de omslag tooit
van Het dikke hart, een semi-biografische roman
van deze vergeten schilder door Tonnus Ooster
hof. Gerrit van Houten was een neef van de be
faamde zeeschilder uit de Haagse School H.W.
j Mesdag, en die onherroepelijke familieband is
bepalend voor, leven en werk van de jonge, beïn
vloedbare kunstenaar. Hij wordt geobsedeerd
door zijn verlangen de realiteit op het doek te
krijgen en mogelijk nog meer door angst voor de
I invloed van zijn gigantische oom.
In een prachtige sfeerbeschrijving van de jaren
rond de eeuwwisseling geeft Oosterhof zijn visie
aan de hand van enkele periodes op de opkomst
en neergang van de talentvolle jonge kunstenaar.
|die niet opgewassen blijkt tegen de overheersen
de schaduw van oom Mesdag. De taal waarin de
auteur een buitengewoon trefzeker beeld schept
van de kunst en het wankele leven van Van Hou
ten is van een dichterlijke, creatieve soberheid.
Licht, kleuren en schaduwen overheersen, met
zonderlinge, maar rare beeldspraak. De ope
ningszin is al een juweeltje: ,,De regen langs de
lange ramen gooide zilvergeld met handenvol
naar binnen."
Zo zijn er meer beknopte, maar haarscherpe
vergelijkingen: „Van het Martinikerkhof staken
een paar vrouwen over in zwarte kleren, net vlie
gen op hun achterpoten." (blz. 41). Of deze: „De
rode stoel had het moeilijk onder Mesdags ge
wicht." (blz. 44). En een pagina eerder: „Bij de
Steentilpoortbrug lag een witte klipper uit Enge
land. De golfjes omstreek waren zwartblauw als
de lakklep van een pet." Een boek om uit te blij
ven citeren, dat begrijpt u al.
Niet minder fascinerend is de onderkoelde, bij
na humoristische beschrijving van Gerrits toene
mende waanzin, vooral in brieven geuit. Geleide
lijk verdwijnt de ongelukkige schilder in de sche
mer van zijn gekte en daarmee uit beeld. Des te
navranter is het, dat oom Mesdag in het boek hel
ler dan ooit uit de schaduw van zijn neef op
doemt in een vermakelijke schets van een exposi-
tiereis naar Boston, een Fictieve reis, dat wel.
Oosterhofs verhaal is gebaseerd op feiten, maar
„de ware historie en dit verhaal zijn van elkaar
gescheiden door een dikke wolk leugens," zegt de
auteur in een nawoord. Die verdraaiing is een
verfraaiing van de werkelijkheid, een ironisering
van leven en noodlot, die Van Houten van de
waanzin had kunnen redden. Maar dan was dit
wondere boekje nooit geschreven.
Op 9 februari 1993, een maand voor haar dood, gaat Floortje Peneder
naar fotograaf Philip Mechanicus. 18 februari ziet ze het resultaat: „Su-
pertje mooi. echt zo ontzettend mooi gewoon!"
OMSLAGFOTO PHILIP MECHANICUS
„Hoi!" is de eerste aantekening
die de twaalfjarige Floortje Pe
neder in mei 1989 in haar dag
boek maakt. Om op 12 augustus
te moeten vervolgen met de
mededeling dat ze in het zie
kenhuis ligt met leukemie. Haar
moedige strijd die ze 2 maart
1993 moest opgeven is het
hoofdmotief van de aangrijpen
de notities en de gedichten die
Floortje Peneder naliet Het Dag
boek van Floortje Peneder. Het
was één van haar laatste wen
sen dat deze gebundeld en uit
gegeven zouden worden.
Vanaf het „Hoi, ik ben
Floortje Peneder'in mei 1989
tot het „Flapoor is voor Hans en
Hennie" uit haar Testament
van 27 februari 1993 (wat bete
kent dat haar slaapkonijn voor
haar ouders is), ben je intens
meq gaan leven met dit begaaf
de, verstandige kind dat uitein
delijk moest zwichten voor het
onvermijdelijke. Zonder verbit
tering. haast met filosofische
berusting, beseffend dat ze
stierf juist op het moment dat
het volle leven voor haar had
kunnen beginnen.
In het voorwoord wordt in het
kort het verloop van de ziekte
geschetst. Geboren 26 juni
1977, Acute leukemie geconsta
teerd in augustus'1989. Periodes
in het ziekenhuis wisselden af
met kuren thuis. Soms was er
hoop, had ze een paar goede
maanden, kon ze zelfs op va
kantie en redelijk de lessen aan
het gymnasium volgen. Maar in
januari 1993 was de ziekte on
omkeerbaar teruggekeerd, en
Floortje stierf 2 maart 1993.
Wat haar dagboek zo treffend
maakt is de bijna nuchter-reële,
in ieder geval nooit sentimente
le of klagerige toon. Als die zou
dreigen vermaant zij zichzelf
(dec. '90): „lk stop nu en ga
even flink medelijden met me
zelf hebben.'' Wanneer de
kwaal is teruggekomen, augus
tus '91, schrijft ze: „HET!! is te
rug!!! Dat betekent weer kaal,
weer een jaar school missen,
weer een bolle kop, weer overal
niet-hegrijpend medelijden,
weer al m'n, net opgebouwde,
zelfvertrouwen de grond in,
weer al die tijd thuis, weer al die
tijd misselijk.''
Naast verslagen van gewone
'meidenlol' staan ook ijzing
wekkende notities over bijvoor
beeld het gruwelijke verblijf in
de 'beenmergbox', een grote
perspex bak. Veel vertelt
Floortje ook over haar ouders
en haar twee jaar oudere zuster
Geertje. Ze houden allemaal
zielsveel van elkaar, maar zoals
altijd veroorzaken langdurige
ziekte en ongemakken irritaties
en zelfs wel eens verdrietige ru
zies. Ook daarover bericht
Floortje oprecht en zonder zelf
bedrog.
In mei 1992 fantaseerde ze er
al over: „Ik wil graag een heel
mooi boek hierover schrijven."
Het is gebeurd. Haar dagboek
aantekeningen, invallen, stukjes
en de gedichten zijn versche
nen. Floortjes moedige strijd is
niet vergeefs geweest en haar
grootste wens is vervuld. Zij zal
ongetwijfeld veel lezers diep
weten te ontroeren.
Het Dagboek van Floortje Pe
neder, Nijgh Van Ditmar,
27,50. De gelden die voortvloei
en uit de publikatie van het
boek en donaties vormen het
startkapitaal van het fonds ter
ondersteuning van het onder
zoek en de verzorging van kin
deren met kanker: Stichting
Floortje Peneder, Postbus 5193.
1410 AD Naarden.