'Willeke staat
goed op adem'
'Dit is de kroon op mijn werk als fotomodel'
Ik kon gelijk doorlopen'
Marktkoopman met twee petten op
Het Gesprek van de Dag
Jeugdloon: tweede baan
om uit te kunnen gaan
ENSDAC 30 MAART 1994
23
Leidse Irene van der Laar naar Miss Universe-verkiezing
Zuid-Holland heeft de mooiste vrouw
van Nederland. Het 25-jarige Leidse fo
tomodel Irene van der Laar mag naar de
Miss Universe-verkjezingen in Manila.
In het Oranje Hotel in Noordwijk werd
zij gisteravond tijdens een live-uitzen
ding van Veronica als de mooiste en in
telligentste gekozen uit twaalf schonen
uit alle provincies van Nederland.
Als de uitslag bekend wordt gemaakt,
breekt de winnares in tranen uit. Even
later, terwijl ze een spoortje mascara
wegwerkt: ..Ik had wel gedacht dat ik bij
de laatste drie zou eindigen, maar nee.
dit toch niet. De andere elf waren stuk
voorstuk fantastische meiden. Bij vorige
verkiezingen heb ik wel gehoord dat ze
elkaar het licht in de ogen niet gunden.
Maar hier was dat gelukkig niet zo. Dit is
de kroon op mijn werk als fotomodel.
We zien wel wat er allemaal van komt."
Na twaalf promotiefilmpjes vol Bountys-
stranden, na voor Veronicaanse begrip
pen verrassend zedig badpakwerk, na
sullige vragen van presentator Mark
Klein Essink als 'Hoe diep wil je gaan
voor je carrière?', na veel armgezwaai
van de regisseur, is eindelijk het beslis
sende moment daar. Dat Irene zal win
nen wordt al voorspeld door Marion van
der Valk. In haar hotel in Akersloot zijn
de dames een week lang verwend. ,,Die
maakt een goeie kans", zegt Marion, ter
wijl ze een teugje van haar champagne
neemt „Irene is een heel sympathiek
meisje. En het zou ook wel eens leuk zijn
als er nu niet weer een blond meisje
won. Of ik zelf zou willen meedoen? O.
dank u. Ik zie er misschien nog wel goed
uit, maar ik heb al vijf kinderen, hoor. En
zoals u weet is het bij de Van Öer Valken
werken geblazen.
Irene van der Laar wordt na de uitslag
omstuwd door fotografen. En door de
verliezers, die wel zoveel vrouw zijn dat
ze de winnares feliciteren met een stra
lend gezicht. Maar als de camera's even
niet op hen zijn gericht, zie je de wangen
toch een beetje in huilstand gaan. De
ouders van Irene zijn tijdens de uitzen
ding vanuit het Oranje Hotel gewoon bij
de televisie gebleven. Volgens Irene heb
ben ze niet zoveel affiniteit met dit soort
dingen, maar hebben ze haar wel alle
vrijheid gegeven. Toen ze hoorden dat
hun dochter had gewonnen, zijn ze
ijlings naar haar toe gegaan. De winna
res geeft haarvader een vriendschappe
lijke por als hij opmerkt dat hij niet wist
dat er nog elf anderen meededen. „Nee,
hoor, dat wist ik echt niet", zegt hij. ,,Ik
heb er maar een gezien."
Presenteren
Irene, die op geroutineerde wijze de pers
te woord staat, wil dolgraag een pro
gramma presenteren voor de televisie.
Als het aan Veronica-bons Joop Daal-
meyer ligt, zijn daar zeker mogelijkhe
den voor. „Hier deed ze het erg goed.
Maar ja. hoe ze het doet in een show is
natuurlijk weer wat anders. Je moet echt
open en spontaan kunnen lopen voor de
camera. En - gelooft u mij - dat is echt
erg moeilijk. We zullen zien." Irene
denkt zelf ook aan een amusementspro
gramma. Maar waarom niet eens een
keer iets zwaarders? Daalmeyer: „Ik weet
het niet. Het zou voor ons imago mis
schien niet slecht zijn."
Couturier Frans Molenaar, die in de jury
zat, is zeer gedecideerd over zijn keuze
voor Irene. „Ze heeft een professionele
uitstraling maar ze moet nog wei een
paar pondjes kwijt. De jury heeft haar
unaniem uitverkozen. Én terecht. Ze
heeft klasse. Iets professioneels. Dat
knalde er bij bet filmpje meteen uit. Ze
kan zo op de voorkant van de Vogue."
Irene ging op haar zeventiende al naar
Tokio als fotomodel. „Ik weet nog dat ik
vanaf de vliegtuigtrap riep wie er nu
thuis moest afwassen. Ik heb door mijn
werk vaak gelogeerd in hotels en zo.
Meestal alleen. En dan kun je je op den
duur natuurlijk wel aardig redden. Dan
leer je wel praten. In het buitenland
wordt alles veel grootser aangepakt. Je
wordt als jong fotomodel vaak behoorlijk
verwend. Maar na de vierde trip naar
Barbados, denk je: zo. en nu gaan we ge
woon aan het werk. En dat kan ik net zo
goed in Holland doen. Het is allemaal
heel betrekkelijk".
Mark, de vriend van Irene, vindt dit „een
interessante ontwikkeling." Hij is niet
bang dat hun leven ingrijpend zal gaan
veranderen door deze uitverkiezing. Ire
ne slaat een arm om hem heen. „Zo",
zegt ze, „en nu gaan we feesten."
CEESVAN HOORE
Nu de kaal geschraapte vloerbe
dekking voor de bank is vervan
gen door nieuwe gekromde
tenen blijken nog steeds zeer
schadelijk is het tijd voor een
nietigende evaluatie van het
zangspektakel dat we afgelopen
zaterdag via de televisie kregen
voorgeschoteld. Want het uit
verkozen lied voor het Eurovisie
Songfestival klinkt toch nergens
naar? Hebben we in Willeke Al-
berti een keer een zangeres van
allure, moet ze dit mediokere
deuntje ten gehore gaan bren
gen. 'Waar is de zon?' heet het.
Nou beste luisteraars, die laat
zich voorlopig niet meer zien,
als u het ons vraagt.
Zangpedagoge Th. Ekker-Van
der Pas uit sloeg de schrik om
het hart toen ze zondagochtend
haar video-apparaat inschakel
de. Ze had zich nog zo verkneu
keld op een lekker uurtje Neder
lands songfestival. „Maar het
geheel was erbarmelijk", klinkt
het een dag later. „De liedjes
waren niet best en dan druk ik
me nog voorzichtig uit. Ach, dat
heb je nu eenmaal met dat Hil-
versumse gedoe. Vriendjespoli
tiek hè. Ik heb veel leerlingen in
de lichte muziek. Ik zei van te
voren tegen ze: die componist
doet mee, dus die componist
wint. Schimscheimer bedoel ik.
Je moet in dat kleine wereldje
zitten als componist, anders
kom je niet aan de bak. Ach, dat
liedje van Paul de Leeuw vond
ik nog wel een leuk liedje. Maar
dat won niet hè?"
Gelukkig zorgde de zang van
Willeke nog voor een licht
puntje. Ze kwinkeleerde toch als
een jonge nachtegaal, nietwaar?
„Nou", riposteert de zangpeda
goge, „technisch gezien kan ik
zeggen dat er hier en daar wel
wat aan ontbrak. Van tevoren
dacht ik nog: leuk, dat kan ze
vast wel. Maar dat viel tegen.
Willeke haalde sommige noten
niet. Misschien lag het ook wel
aan de liedjes. Die waren niet
allemaal geschikt voor haar.
Maar haar vader was echt een
veel betere zanger.".
Haar collega. L. Stevens-Ridder
hof uit I-eiden, is wat gematig
der in haar oordeel. „Maar ik
heb de uitzending dan ook niet
gezien. Mijn voorkeur gaat uit
naar een ander genre. Klassiek.
De zang in lichte muziek en
klassiek kun je niet goed verge
lijken. Al moet ik wel zegggen
dat er heus technisch goede
zangers en zangeressen zijn in
het lichte genre. Willeke Al bert i
bijvoorbeeld. Ze zingt op een
goede manier. Ze staat goed op
de adem en klinkt goed in het
masker."
Pardon? „Haar ademhalings
techniek is goed bij het zingen
en ze zingt niet achter uit di#
keel." Dat vindt zangepedagoge
L. Emmink uit Alphen ook.
„Maar ook ik heb de uitzending
niet gezien. Het interesseert me
geen bal. ik ben voornamelijk
geïnteresseerd in klassieke mu
ziek. Bovendien, wat Nederland
de laatste jaren presteert bij het
songfestival is van zo'n slecht
niveau. Daar verandert Willeke
Alberti niks aan. Ook al zingt ze
goed en heeft ze een voortreffe
lijk inlevingsvermogen. Ze
meent tenminste wat ze zingt."
En wat zingt ze ook alweer? Pre
cies: 'Waar is de zon?'
HERMAN JOUSTRA
Het minimumloon kan op de
helling, vindt menig politicus.
En als het aan staatssecretaris
Yvonne van Rooy van economi
sche zaken ligt moet het jeugd
loon maar meteen worden
meegenomen. I let is goed voor
de economie, zo meent ze, als
jongeren naar prestatie worden
betaald. Maar levert het de BV
Nederland echt zo veel op en is
het jeugdloon wel zo'n vetpot
als deze Benjamin van het kabi
net suggereert?
Irma Philippo (20), Andrea den
Edel (20). MariëUe Bavelaar 19)
en Gerard Siere (20) uit Leiden
verdienen alle vier het mini
mum. Ze werken via het Jeugd
werkgarantieplan (JWG) bij res
pectievelijk het Holtland-colle-
ge. de openbare bibliotheek, de
universiteit en de belasting
dienst.
Alle vier verdienen ze rond de
duizend gulden per maand. Ze
wonen thuis en betalen maan
delijks 450 500 gulden kost
geld aan hun ouders. Met de
rest van het loon voorzien ze in
hun levensonderhoud, maar
bekostigen ze ook opleidingen.
Ze volgen scholing of willen
daar weer mee beginnen. Ge
rard Siere die nu bij de belasting
werkt gaal een opleiding perso
neelswerk volgen, Andrea den
Edel wil baliemedewerkster
worden en volgt al een cursus.
Irma Philippo volgt administra
tieve opleidingen en MariëUe
Bavelaar wil kleuterleidster wor
den.
De een komt makkelijker rond
dan de ander, voor geen van al
len is het een vetpot. „Maar hel
is wel meer dan een uitkering
en het is heel goed om ervaring
op te doen", is het unanieme
oordeel. Gerard Siere heeft in de
avonduren nog een tweede (bij-
)baantje. „Ik ga graag uil. Som
migen redden dat met 25 gul
den op een avond. Ik niet."
Via het JWG zijn in Leiden on
geveer 50 jongeren aan het
werk, uitsluitend in de non-pro-
fitsector. Dat is ongeveer een
kwart van degenen die er voor
in aanmerking komen. Taalpro
blemen en het vooruitzicht op
ander werk zijn redenen waar
om het tot zo'n kleine groep be
perkt blijft, vertelt Anita van
Zeijl van de stichting Weerwerk
die in loeiden het JWG uitvoert.
En hoewel het om een relatief
kleine groep jongeren gaat. ftia-
ken zij wel een heel groot deel
uit van alle werkende jongeren
met minimumloon.
Jaap de Bruijn van de FNV-jon-
geren schat dat ongeveer vijf
procent van de jongeren met
een volledige baan het mini
mum krijgt. Meestal degenen
met afgebroken opleidingen die
afhankelijk zijn van uitzendbu
reaus of het Jeugdwerkgarantie
plan. Toen De Bruijn voor het
eerst hoorde dat Van Rooy iets
aan de jeugdlonen wilde doen
dacht hij serieus even dat ze
een verhoging in petto had. „Ze
wilde dat er meer naar prestatie
zou worden betaald, vandaar."
RUDOLF KLEUN.
foto holvast/mark lamers
eindelijk komt een jongen naar
het loket toegewandeld. Hij
krijgt zowaar hartelijke felicita
ties omdat hij geslaagd is voor
hetrij-examen.
digt de supermoderne, hydrau
lisch geveerde en van alle mo
derne snufjes voorziene wagen,
een waarde van enkele tonnen.
Daar steken de verhalen over de
marskramers uit de middeleeu
wen, de standwerkers van wel
eer en de zwemmers die er nog
altijd zijn maar schril tegen af.
Trouwens, in zijn hele doen en
laten heeft Chris Verplancke,
met zijn ultra-moderne equip
ment, zijn goed geoutilleerde
pakhuis en zijn bovenmodale
Duitse auto, meer weg van de
snelle en geslaagde zakenman
dan dat hij beantwoordt aan het
romantische beeld dat veel
mensen nog altijd hebben van
de 'ouderwetse' marktkoop
man. Hij praat over bedrijfsma
tig calculeren, centrum-mana
gement, de sociale aspecten van
het marktgebeuren en branche
vervaging. Zo? Wordt het brood
op de markt tegenwoordig op
die manier aan de man ge
bracht?
Hij glimlacht. „Ja, zo werkt het
ook bij ons. De tijd is natuurlijk
voorbij dat er op de markt maar
wat werd aangerotzooid. Dan
kan misschien over de grens bij
Luik nog, maar niet hier. Liet is
de wet van de grote getallen. De
jongens die meegaan met hun
tijd verdienen een goede boter
ham, er zijn er die het hoofd
maar met moeite boven water
kunnen houden en er gaan er
helaas koppie onder. De verza
kelijking heeft ook op de markt
toegeslagen. Gelukkig merkt het
publiek daar weinig of niks van.
De buitenkant blijft onveran
derd gezellig. Maar dat gaat niet
vanzelf. Waarom denk je dat ik
naast mijn werk zoveel moet
vergaderen?"
Rest de vraag: wat is nou een
meeloper? Verplancke: „Een
koopman die op de bonnefooi
komt. Als er plaats is, mag hij
staan. Zo niet, dan heeft hij
pech." Een een zwemmer? „Ie
mand die geen kraam heeft,
maar zijn spullen op de grond
uitstalt. Een stille kramer is een
koopman die niet mag roepen
en een standwerker daarente
gen iemand die zijn waar juist
wel verbaal mag aanprijzen. Of
die benamingen nog actueel
zijn? Natuurlijk. Wat dacht je."
echts tevreden klanten bij de balie van het gemeentehuis
zo'n honderdvijftiendui-
d inwoners zou je verwach-
- dat Leiden tot de categorie
~e ïeenten behoort waar de in
ters zich volgens de consu-
itenbond bijzonder veel er-
2ii aan de lange wachttijden
gemeentelijke loketten,
ners, uit een test ter gele
van de jubileumuitzen-
g van 'Ook dat nog' conclu-
rde de consumentenbond
het niet best is gesteld met
tfliandelingvan paspoort-
vragen, het afhalen van rij
wijzen en woonvergunningen
iet aanvragen van uittreksels,
^ra een gemeente meer dan
.000 inwoners telt.
doordeweekse ochtend bij
palies van de Leidse afdeling
2j,.gerzaken leert echter anders.
jhts tevreden klanten komen
:jrp'. En als er al iets valt aan te
(rken, zeggen zij 'dat de ba-
cjnedewerkers er ook niets aan
Jnen doen'. Geen of nauwe-
wachttijden en een aardige
tandeling, is de conclusie,
ar goed, er staan dan ook
nvelijks mensen te wachten.
heb hier nog nooit proble-
n gehad", zegt Leidenaar
JackKeijer, sinds kort terug in
zijn geboortestad. „Maar mis
schien krijg ik ze nu." I lij heeft
zich aan het loket vervoegd voor
een bijzondere opdracht. Zijn
dochtertje moet worden inge
schreven om op die manier de
Nederlandse nationaliteit te
krijgen. Probleem is dat ze acht
weken geleden in Engeland ter
wereld kwam (waar Jack toen
woonde),-dat zijn vriendin En
gelse is en dat Jack niets anders
bij zich heeft dan het geboorte
bewijs.
„De loketmedewerkster is haar
chef maar gaan halen", zegt
Jack, die nu op een bankje zit te
wachten. „Ze zei dat ze mijn
dochter alleen kan inschrijven
als ze was bijgeschreven op het
paspoort. Maar dat is niet ge
beurd, toen we uit Engeland
vertrokkep. Ik dacht dat een ge
boortebewijs voldoende was.
Mijn naam staat er immers
op..." Ook de chef kan Jack uit
eindelijk niet helpen. Hij ver
wijst de niet meer zo kersverse
vader naar het Engelse consu
laat (adres wordt meegegeven)
om zo het reisdocument in orde
te krijgen. „Ze zijn hier heel
hulpvaardig", zegt Jack. „AUeen
heb ik het idee dat ik een beetje
in een cirkeltje ben terechtgeko
men."
„Ik kom hier eigenlijk nooit",
zegt een Leidse. „Maar nu is
mijn toeristenkaart verlopen.
Nee hoor, ik ga niet op vakantie.
Maar ik wol geld van mijn boek-
kie halen en dat gaat niet zon
der geldig identiteitsbewijs." Ze
is tevreden, ze was gelijk aan de
beurt. „Ik denk dat je zo tegen
de middag misschien even
moet wachten. Want dan zal
het wel iets drukker zijn."
„Laatst was ik in Den Haag om
een nieuw paspoort te halen",
zegt Bonnie Bakker, Haagse.
„Daar duurde het toch wel
even." Wat ze doet in Leiden?
„Ik moet iets halen voor mijn
zus, een bewijs van uitschrij
ving. Ze is net naar Londen ver
huist. Ik ben wel tevreden over
hoe het hier gaat. Ik kon gelijk
doorlopen."
Ook een student uit Arnhem
kan niet anders concluderen
dan dat „de wachttijden nul
zijn". „En ze proberen hier heel
aardig te doen", zegt hij. „Dat
was even anders dan in Arn-
Over meelopers en
standwerkers. Van
zwemmers en stille
erramers. Al eeuwen lang
de markt niet meer weg
te denken uit het
k straatbeeld. En naar
verwachting zal dat zo
lijven ook. Sterker nog,
n diversiteit neemt het
Marktwezen alleen maar
d«pe. Op het Gesprek van
Dag elke woensdag een
]5rtret van de ambulante
F handel in Leiden en
Omgeving. Wat doen de
(ooplui, waar komen ze
indaan en waar gaat het
net de handel naar toe.
Ook de neveneffecten
komen aan bod. In
aflevering 1 aandacht
e voor De Poorter, alias
^Chris Verplancke. Een
larktkoopman met twee
petten op.
loropgesteld, hij heeft het
(oit geambieerd. Het één
jch het ander. Dag in dag uit
bchtend om half vier opstaan,
als zijn vader Johan dat als
sirktkramer altijd was gewend,
!k de jonge Chris Verplancke
|>eger helemaal niets. En vier
'er per week tot 's avonds laat
et een stropdas om achter de
rgadertafel zitten, strookte
entertijd ook bepaald niet
et de ideëen die hij op de
nstacademie van het leven
d. Toch doet hij op zijn veer-
jste niet anders dan uitgere
id die dingen waar hij in zijn
Van marskramer tot zakenman. Chris Verplancke voor zijn ultra-modeme wagen op de markt in Oegstgeest. foto hielco kuipers
jeugd ver afstand van nam.
„Maar ach, je kent dat wel. Zo
rol je er in, en voor je het in de
gaten hebt, weet je niet anders
meer."
Chris Verplancke staat op de
markt in Leiden, Leiderdorp,
Zoeterwoude, Oegstgeest en
Pijnacker. Begon bij zijn broer
om een paar centen bij te ver
dienen, en doet in brood, koek
en aanverwante artikelen, zoals
zijn vader dat z'n leven lang
deed. Daarnaast is hij ook
steeds vaker te zien in een an
dere rol. Sinds vier jaar is hij
voorzitter van de vereniging
voor Ambulante Handel in Lei
den en omgeving. Een functie
die steeds meer aandacht vergt
en tijd opslokt. „Soms voel ik
me een halve politicus. Ga ik
van de ene wethouder naar de
andere. Hier kijk, de post van
één dag. Maar goed dat ik niet
kan stilzitten. Deze stapel werk
ik door op mijn vrije zondag,
achter dit bureau. Kan ik me
rustigconcentreren."
Hij is een drukbezet man. Die
met moeite een uurtje vrijmaakt
voor een gesprek, die zich vaak
pas om elf uur 's avonds en na
weer een vergadering met een
marktcommissie thuis alleen
achter een biertje terugvindt
om de andere ochtend weer om
half vier uit de veren te moeten.
„Ik hou van gezelligheid, van
een café om met de boys van de
markt lekker door te zakken.
Maar het komt er de laatste ja
ren steeds minder van. Wat dat
betreft is de charme van vroeger
er een beetje af."
Hij haast zich te zeggen dat dit
uiteraard niet geldt voor de
markt in al zijn andere facetten.
„Waarom denk je dat ik dit
werk nog steeds doe? Prachtig
man. De tijd vliegt, een dag is
zo voorbij. Op straat direct con
tact met je klanten, dat is het
natuurlijk helemaal. Een heel
verschil met een gewone bakker
of slager die zich toch vooral
achter de schermen beweegt
om zijn tent draaiende te hou
den. Ik kan ook mijn mond niet
houden. Dus dat komt goed uit,
in zo'n kraam."
Nou ja, kraam. Het rijdende
vlaggeschip van De Poorter mag
die naam die is ontleend aan
de Burchtpoort waar z'n pa ooit
begon eigenlijk niet meer
hebben. Pas drie maanden gele
den aangeschaft, vertegenwoor-
hem. Daar was het echt be
roerd, de laatste keer dat ik er
was. Maar ja, toen had Vitesse
net verloren en misschien wa
ren ze daarom wel chagrijnig."
Maar al zijn de loketmedewer
kers in Leiden wél aardig, de
jongeman komt liever toch niet
te vaak aan het gemeentelijke
loket. „Die formulieren hè. Het
is altijd wat onhandig. Het lijkt
er op of je altijd net de verkeer
de papieren bij je hebt."
„Nummer 36", roept de mede
werkster achter loket 3 (onder
andere rijbewijzen). „Heeft nie
mand dat nummer?" Ze laat de
beurt niet voorbij gaan en uit-
De loketten bij de afdeling burgerzaken? Daar kun je meteen doorlopen.
van der Laar mag Nederland vertegenwoordigen tijdens de Miss Universe- verkiezingen. foto hol
vast/mark lamers