'Het lijkt
hier wel een
doorgangshuis'
T
Jarenlang hebben de bewoners van Leiden-Noord geprobeerd het voor
elkaar te boksen: een voorziening voor ouderen in de wijk zelf, een
bejaardenoord. Want mensen, die al vijftig, zestig jaar in Noord wonen,
hebben er geen trek in om op hun oude dag over de stad verspreid te
worden. Dat het uiteindelijk 3,5 jaar geleden een experiment werd,
waarbij ouderen in hun eigen huis die hulp krijgen die ze nodig hebben in
plaats van in één van de Leidse verzorgingstehuizen, daar waren de
bewoners van Noord best tevreden mee. Maar de laatste paar weken
rommelt het binnen het prestigieuze Project Zijloever. De hulp deugt in te
veel gevallen niet, zegt de één. Gelogen, roept de ander.
Ruzie over
Project
Zijloever
„In het weekeinde is alles hier
dicht. En als je dan geen bezoek
krijgt..." FOTO LOEKZUYDERDUIN
ANNET VAN AARSEN
I wee weken geleden stapte de
I Stichting tot Exploitatie van Be-
«JsL jaardencentra (SEB) op omdat ze
niet meer met Thuiszorg Groot Rijnland wil
de samenwerken. „Twee van de tien keer
gaat er iets mis", zegt SEB-directeur Frits van
Oosten, tevens directeur van verzorgingste
huis Rijn en Vliet. ,,We zijn nu 3,5 jaar bezig,
nu mag het niet meer zo. vaak fout gaan als
de mensen op hun alarm drukken of in de
zorg overdag. Daar moet een oplossing voor
komen. Maar nu de provincie geen andere
oplossing wil dan het contract met Thuiszorg
aanhouden, doen wij het als SEB niet meer.
Wij willen die verantwoordelijkheid niet
meer dragen."
Bij het Wijkkomitee Plan Noord hebben ze
zo hun twijfels over dé uitspraken van Van
Oosten. „Het nieuwe middel in een ordinaire
machtstrijd", zeggen ze daar. Voorzitter J.
van der Blom: „Meneer Van Oosten heeft die
klachten gewoon opgeschroeft. Hij is bepaald
geen vriend meer van ons."
'Collega' ome Joop Vervoorn, een krasse
zeventiger die bij velen bekend staat als de
'burgemeester van Noord': „Die grote stroom
klachten is uit de duim gezogen. Van Oosten
wil op deze* manier alles te zeggen krijgen.
Hij wil samen met de andere verzorgingste
huizen Thuiszorg buiten spel zetten. Ik daag
hem uit om zelf nou eens een project als
Zijloever op te zetten in Zuid-West. Zelf, dus
niet met de verpleegkundigen en verzorgen
den van Groot Rijnland. Het Project Zijloever
loopt als een trein. Natuurlijk gaat er wel
eens wat mis, maar dat gebeurt overal. Ook
in verzorgingstehuizen.
Op hun ziel getrapt
De ouderen hebben, zeggen de twee leden
van het Wijkkomitee, niet te klagen over de
kwaliteit van de zorg. Soms komen de mede
werkers van Groot Rijnland een paar minu
ten te laat op hun afspraak, „maar dan is het
bij de afspraak ervoor een beetje uitgelopen".
Ome Joop heeft zorgen. „Die uitspraken, die
mogen gewoon niet. Zo breng je het project
in gevaar. Je merkt het aan de mensen die
het werk doen. Die zijn op hun ziel getrapt."
Of het schort aan de professionele hulp,
zoals de SEB zegt, is inderdaad de vraag.
Twee Zijloever-klanten, die wel willen praten,
wekken vooral de indruk van hun hulp te
verwachten dat die hun huis precies zo be
stiert, zoals ze het vroeger zelf gewend waren.
Zij zijn van de generatie 'proper boen werk',
krijgen de kriebels als de ramen niet smette
loos zijn. Zij vinden al snel dat huishoudelij
ke werkzaamheden met de Franse slag wor
den gedaan. Niet perse omdat ze moeilijk
willen doen, maar omdat ze nou eenmaal
niet zo snel aan veranderingen wennen. En
dan is het vervelend als ineens iedere week
een andere medewerker van Thuiszorg op de
stoep staat.
Daar is bijvoorbeeld een 77-jarige me
vrouw, nierpatiënte en slecht ter been, die
sinds drie jaar in een serviceflat in Zijloever
woont. Op zich had de vrouw, die uit angst
voor 'ellende' anoniem wil blijven, geen pro
blemen met de hulp van Thuiszorg Groot
Rijnland. „Ik heb een schat van een meisje
gehad, maar dat is voor een paar maanden
vertrokken naar Egypte. Zo lang zij weg is,
krijg ik nu iedere keer een nieuw persoon
over de vloer. Het lijkt wel een doorgangs
huis. Laatst kwam er één om kwart over tien.
Die is op de stoel blijven zitten tot ik om
kwart over twaalf weg moest. Toen is ze pas
gaan werken. En toen ik drie kwartier later
terug kwam, was ze al vertrokken."
Ze heeft er spijt van, van haar beslissing
drie jaar geleden om in Zijloever te gaan wo
nen. Eenzaamheid, gebrek aan aanspraak, is
het grootste probleem. „Ik heb me ingeschre
ven voor een bejaardenflat in Robijnzicht",
zegt de vrouw. „Ik hoop echt dat het snel
lukt. Voor mijn part was het aanstonds. Ik
bén niet ontevreden hoor, ik mopper alleen
een beetje."
Ze komt nauwelijks meer buiten de deur.
De bijeenkomsten in een zaal in Zijloever
vindt ze maar niks „omdat iedereen daar
over elkaar loopt te roddelen". In het begin
schoof de vrouw nog wel eens aan bij de eet
tafel, maar ook dat doet ze niet meer. „Ik
vind het eten niet lekker, behalve de stamp
potten. Misschien ben ik wel een beetje raar
hoor, andere mensen eten het wel."
„Ik had het nooit gedaan als ik het van te
voren had geweten. Ik zit zó in de knoop met
mezelf', zegt ze. En dan begint ze te huilen.
„In het weekeinde is alles hier dicht. En als je
dan geen bezoek krijgt... Meestal komt mijn
jongste zoon op zondagochtend. Maar afge
lopen weekeinde kwam hij niet. Zit ik de hele
dag te wachten, in plaats van dat hij even
belt... Ik zie zó tegen het weekeinde op. Als ze
nu die tent eens opengooiden..."
Zware klus
Mantelzorg, zoals het met een duur wooord
heet in het hulpverlenerscircuit, is één van de
belangrijke peilers van Project Zijloever. Fa
milieleden, vrienden of buren zijn vooral be
langrijk als het gaat om emotionele opvang.
Dat is meteen ook één van de zwakke plek
ken van het project. De begeleiding van ou
ders of grootouders in namelijk een zware
klus, zegt directiesecretaris A. Claassen van
Thuiszorg Groot Rijnland. „Mensen doen
vaak wat voor andere mensen omdat ze er
iets voor terugkrijgen. Maar als die wederke
righeid gaat ontbreken, als je als zoon of
dochter niet veel meer terugkrijgt, dan be
staat het gevaar dat je afhaakt. Daar moeten
wij dan zo goed als het kan op insprin
gen."
Hij kent gevallen van grote eenzaamheid.
„Eén van onze cliënten is doof en blind. Deze
persoon krijgt drie keer in de week een ge-
zinsverzorgende over de vloer en dat is alles",
geeft hij als voorbeeld. „Ik denk niet dat
Thuiszorg ook maar enige bijdrage kan leve
ren om die eenzaamheid te doorbreken. Die
illusie heb ik niet, maar ik geloof ook niet dat
een situatie als deze in een verzorgingstehuis
zal veranderen. Daar leven ook mensen in
volstrekte eenzaamheid, eenzaamheid die je
met alle professionele hulp die er is, niet kunt
bestrijden."
Levensverhaal
Een 83-jarige dame die in een flatwoning in
de Rondedans woont, komt op dit moment
ook niet meer de deur uit. Een paar weken
geleden ging ze door haar rug, een week gele
den stootte ze haar grote teen. Nu zit ze op
de stoel voor het raam, met haar voet op een
bankje. Ze maakt een opgewekte indruk, van
eenzaamheid wil ze ook eigenlijk niets horen.
„Ik vermaak me wel, ik lees graag." Maar met
het bezoek is ze blij, ze vertelt gelijk haar hele
levensverhaal. Over het huis aan de Heren
singel, waar ze 43 jaar heeft gewoond, over
haar betrekking bij een doktersgezin in
Oegstgeest, over de stadhuisbrand, over de
kinderen en de kleinkinderen, over een brui
loftsfeest dat ze vanwege haar kwetsuur heeft
moeten missen („Ik was ook bang dat ze daar
geen lift hadden, dus ben ik maar niet ge
gaan") en over het leven in het nieuwe huis
je.
„In het begin heb ik dagen zitten huilen",
zegt de dame. Ze mist de drukte aan de He
rensingel, waar anders dan in de Juliana-
straat de hele dag wel wat viel te zien, ze mist
de meubels die ze niet kon meenemen om
dat ze te groot zijn voor het twee-kamerflatje.
„Maar ik kon niet aan de Herensingel blijven,
het ging gewoon niet meer. Nu is het een stu
dentenhuis", zegt zé. Aan de andere bewo
ners van de galerij heeft ze niet veel aan
spraak. „Ik zie ze wel eens langs lopen en dan
zwaaien we naar elkaar. Af en toe een praatje,
verder gaat het niet. Hier beneden is elke dag
iets te doen, maar ik kom er niet zoveel.
Kaarten kan ik bijvoorbeeld niet en dan laten
ze je niet meedoen. Vanmorgen was er volks
dansen, maar dat lukt me ook niet meer. En
zingen, dat kon ik vroeger heel goéd, maar
mijn stem is verdwenen. Het gaat allemaal
voorbij."
Ze wekt de indruk dat ze zichzelf wel redt.
Het alarmeringssysteem heeft ze nog nooit
gebruikt, ook niet toen ze door haar rug ging
en op de grond viel. „Het is me toch zelf ge
lukt om in mijn bed te komen, Het moet wel
heel hard nodig zijn, wil ik er iemand bij ha
len", zegt ze. Maar ook zij is niet tevreden
over de hulp van de gezinsverzorgende. Het
zelfde probleem, de twee hebben een ver
schil van mening over wat schoonmaken is.
„Het is echt hopeloos", zegt de 83-jarige.
„Een heel aardige vrouw hoor, maar ze doet
maar wat. Nu heb ik een plumeau gekocht
voor de schilderijen en daar stoft ze ineens
alles mee af. De kasten, de tafelpoot... Ik zeg
er maar niets meer van want dan krijg ik al
leen maar kwade gezichten. Zelf ben ik altijd
ontzettend precies geweest. Ze is veel ziek en
dan komt er telkens weer een andere hulp."
Toch wil ze niet weg uit Leiden-Noord. „Zo
lang het kan, blijf ik liever op mezelf. Ik wil
niet naar een verzorgingstehuis. Want dan ga
je wel heel snel achteruit."
Meting
Sociologen van de Rijksuniversiteit van Gro
ningen leggen op dit moment de laatste hand
aan een rapport over het Project Zijloever.
„Een belangrijk onderdeel van dat rapport is*
een meting naar de kwaliteit van het pro
ject", zegt directeur A. Verlaan van de Stich
ting Ouderenwerk. „Groningen heeft vooral
gekekén naar de vijftien zwaarste gevallen, de
groep meest hulpbehoevende mensen." Di
recteur A. Berkhout van Thuiszorg Groot
Rijnland: „Als je goed kijkt naar die groep
mensen, kun je eigenlijk geen andere conclu
sie trekken dan dat voor deze cliënten een
verpleeghuis de beste plek is. Het gaat me
wel aan het hart. Mijn medewerkers zijn op
geleid om verzorgingshuisklanten te helpen,
maar zij moeten bij die groep aan de slag
met verpleeghuisklanten."
„Maar de 24-uurs hulp is nu goed gere
geld", zegt ze. „De klachten die de SEB naar
voren brengt, als zouden we te laat of niet re
ageren wanneer klanten alarm slaan, stam
men van een jaar, anderhalf jaar terug. Dan
moeten we de hand ook in eigen boezem ste
ken. Thuiszorg heeft toen gezegd 24-uurs
hulp aan te kunnen, maar dat was op dat
moment niet zo. Inmiddels zijn die proble
men verholpen." Thuiszorg Groot Rijnland
gaat straks met de Stichting Ouderenwerk
verder met het Project Zijloever. Er wordt een
nieuwe stichting opgericht, die het project
gaat begeleiden en de subsidies van de pro
vincie ontvangt. Daarmee is de wens van Van
Oosten, dat drie verzorgingstehuizen garant
zouden staan voor hulp buiten kantooruren
en dat Thuiszorg overdag aan de slag zou
blijven, aan de kant gezet.
En dat is een ontwikkeling waar Ome Joop
Vervoorn en J. van der Blom van het Wijkko
mitee tevreden mee zijn. Van der Blom: „We
hebben als wijk vanaf het begin al gezegd dal
we Van Oosten niet wilden." Hij meent dat
vanaf het moment dat Leiden-Noord met de
gemeente en de provincie in de slag ging
voor een voorziening, de wijk weerstand on
dervond van de verzorgingstehuizen. Zo
meldde Van Oosten in 1987 dat hij een uit
breiding van het aantal verzorgingstehuizen
in Leiden onnodig vond. En begin dit jaar gaf
hij te kennen, met negen andere verzorgings
tehuizen alarmeringsregelingen en thuiszorg
zelf te willen gaan doen, omdat de oudere
van tegenwoordig het liefst zo lang mogelijk
zelfstandig blijft.
De beschuldigingen van het Wijkomitee,
dat Van Oosrcn en de directies van andere
verzorgingstehuizen het Project Zijloever al
tijd hebben dwarsgezeten, wijst de vroegere
SEB-directeur van de hand. „Joop Vervoorn
zegt dat ik tegen het Project Zijióever ben.
Dat klopt niet. Ik heb me indertijd als eerste
uitgesproken vóór het inleveren van zestig
bedden bij de verzorgingstehuizen. Zolang er
dan tegenoverstond dat er iets met zorg thuis
gedaan zou worden en dat er niet een verzor
gingstehuis oude stijl zou komen te staan in
Noord. Met het project zaten we goed, maar
nu, na 3,5 jaar, zijn er nog steeds te veel
klachten. Daar houd ik aan vast. Het ligt niet
aan de medewerkers van Thuiszorg die bij de
mensen thuis komen. ZIJ werken hard. Waar
het wel precies aan ligt, ik weet het niet. We
hebben als SEB alleen geconstateerd dat het
zo niet gaat."
Ome Joop Vervoorn, de 'burgemeester van Noord': „Die grote stroom klachten is uit de duim gezogen."