Moord Mexicaanse
presidentskandidaat
brengt nieuwe crisis
Wiarda's kopr
rolt het eerste
Leider Sikhs boet schrobbend voor zonden
Feiten &Meningen
Politiek moet
politie in de
gaten houden
VRIJDAG 25 MAART 1994
NIEUWSANALYSE
De afgelopen maanden hebben de politie
commissarissen van Amsterdam, Rotter
dam, Utrecht en Den Haag de politiek
meermalen de waarheid gezegd. De bestrij
ding van de criminaliteit zou door tegen
werking uit de politiek onvoldoende van de
grond komen. Nu blijkt dat de politiecom
missarissen elkaar en hun eigen dienders in
de weg zaten. Een onafhankelijke commis
sie velde gisteren een vernietigend oordeel
over de heren, en dan vooral over de meest
spraakmakende onder hen, de Amsterdam
se korpschef Nordholt.
Door laksheid en competentiekwesties in
de top van hel politie-apparaat en tussen
verschillende korpsen onderling is een suc
cesvol team rechercheurs opgedoekt, con
cludeert de commissie-Wierenga. Het IRT
Noord-Holland/Utrecht boekte goede re
sultaten en ging nergens over de schreef,
maar werd in feite geofferd aan de ego's van
politiechefs die samen het team moesten
'runnen'. Nordholt liet zich volledig leiden
door de adviezen van zijn hoofd justitiële
bedrijfsvoering, commissaris Van Riessen,
die volgens de commissie al begin vorig jaar
vond dat het IRT moest worden opgeheven.
Het rapport: ,,De hoofdcommissaris had
veel onheil kunnen voorkomen, maar
doortastend optreden is achterwege geble
ven".
Een recherchedienst ligt nu in puin, repu
taties zijn geschonden. Tot grote vreugde
van crimineel Nederland rolden de
korpschefs Wiarda (Utrecht) en Nordholt de
afgelopen maanden meermalen vechtend
over straat. Veel kansrijk onderzoek naar de
georganiseerde zware misdaad was de nek
omgedraaid. Maai" uiteindelijk zijn ook de
bewindslieden van Justitie en Binnenlandse
Zaken, Flirsch Ballin en Van Thijn, in een
gure wind komen te staan. Waarom Lieten
ze het zo ver komen? Fladden ze dan geen
zicht op de stammenstrijd die onder de po
litiekorpsen woedde? En waarom grepen zij
niet in?
De commissie-Wierenga constateert:
„Sommige politiechefs meten zich een po
sitie aan die hel uitoefenen van gezag over
de politie bemoeilijkt". De leidinggevenden
binnen de politie namen een houding aan
die van weinig respect getuigde voor de be
voegdheden van het Openbaar Ministerie.
„Een ongewenste ontwikkeling", aldus de
commissie die verder aantekent dat de ver
antwoordelijke ministers Van Thijn en
Hirsch Ballin zelf de politiechefs die ruimte
hebben gegeven.
„Het is zelfs nog erger", stelt WD'er Dijk
stal. „De democratische controle op het po
litie-apparaat ligt eerst bij de burgemeester
en gemeenteraad. En die controle is al zeer
gebrekkig. Daarom hebben wij tegen de
nieuwe politiewet gestemd. De gemeente
raden hebben onvoldoende zicht op de
praktijk. Het wordt nog moeilijker als meer
dere korpsen in een regio moeten samen
werken. De Tweede Kamer en de betrokken
ministers staan op te grote afstand."
De Kamer heeft het onheil voor een groot
deel over zichzelf afgeroepen. Toen ge
meente- en rijkspolitie fuseerden in 25 vrij
zelfstandige korpsen, deed het parlement
vorig jaar bewust afstand van zijn directe
invloed op het reilen en zeilen van de poli
tie. Daar waren ook wel goede argumenten
voor: regionale politiekorpsen met een ei
gen budget zouden de criminaliteit veel ef
ficiënter kunnen bestrijden. Waar de crimi
naliteit de grenzen van de regio over
schreed, zouden verschillende korpsen
moeten samenwerken, zoals in de vijf IRT's.
Maar deze IRT's gaan over de gemeente
grenzen heen en dat levert problemen op
voor de democratische controle, vinden
vrijwel alle grote politieke partijen. Ze wor
stelen met het probleem dat het nog een
lastige zaak kan worden greep te houden op
een regionaal korps dat zich over meerdere
gemeenten (en gemeentebesturen) uit
strekt. Zouden de korpsbeheerders en poli
tiecommissarissen niet als koninkjes gaan
regeren?
Dat laatste is in Amsterdam en Utrecht
gebeurd. Amsterdammers heersten over de
Utrechters en deden net alsof ze wisten hoe
het moet. Dat moest leiden tot problemen
in het prestigieuze project IRT.
DEN HAAG PAUL KOOPMAN
Luis Donaldo Colosio
tijdens een bijeen
komst van de PRI.
FOTO ANP
De woensdag vermoorde presidentskandidaat Luis Donaldo Colosio moest voor de regerende PRI
de armen in Mexico aan zich binden. Hij had daarvoor de achtergrond en de uitstraling. Kort voor
de moordaanslag voerde hij nog campagne in een arme buurt in de grensstad Tijuana, waar hij de
mensen betere gemeenschapsvoorzieningen beloofde. De aanslag schokte Mexico, dat net een
opstand van indianen in het zuiden aan het verwerken is, en waar een groeiende beweging is die
een schoonmaak eist van het fraudegevoelige verkiezingssysteem.
Sinds de scheidende president Carlos
Salinas de Gortari hem vorig jaar no
vember persoonlijk als zijn beoogde
opvolger had aangewezen, wierp de
44-jarige Colosio zich op als voorstan
der van eerlijke verkiezingen.
Maar de scepsis bleef. De nipte en
verdachte verkiezingsoverwinning
van Salinas in 1988 waardoor de
Institutionele Revolutionaire Partij
(PRI) de macht behield die zij sinds
haar oprichting 65 jaar geleden kreeg
ligt nog vers in het geheugen.
Enkele uren voor de dood van Colosio
keurde het Mexicaanse parlement
een nieuwe wetgeving goed waarin
ondermeer de verantwoordelijkheid
over de organisatie van de verkiezin
gen uit handen van het ministerie van
binnenlandse zaken wordt genomen
en waarin een speciale aanklager
wordt aangesteld die fraude zal on
derzoeken.
Colosio werd door veel PRI-functio-
narissen beschouwd als de man die
met zijn eenvoudige afkomst stem
men onder de armen kon trekken.
Zijn gehele jeugd was Colosio arm ge
weest en voor zijn studie was hij af
hankelijk geweest van beurzen en fi
nanciële hulp door derden. Voor zijn
kandidatuur leidde Colosio het groot
schalige solidariteitsprogramma van
de regering, waarin afgelegen plaat
sen werden aangesloten op het we
gen-, elektriciteits- en waternet. Kriti-
ci deden het drie miljard kostende
programma af als een publiciteits
stunt om het imago van de PRI op te
krikken.
De moord is door de presidentiële ge
zant en voormalig minister van bui
tenlandse zaken Manuel Camacho
Solis een bedreiging voor de demo
cratie genoemd.
Camacho was afgelopen november
verbijsterd dat Salinas hem niet had
genoemd als presidentskandidaat
voor de verkiezingen in augustus. Hij
liet zeer sterk doorschemeren dat hij
de vruchten van zijn populariteit zou
kunnen plukken en zichzelf kandidaat
zou kunnen stellen als niet bepaalde
politiek hervormingen werden door
gevoerd.
Wettelijk gesproken zou hij zich na
mens de PRI zelf kandidaat kunnen
stellen. De partij heeft tot een maand
voor de verkiezingen op 21 augustus
de tijd om van kandidaat te verande
ren. Of hij zou zich kandidaat kunnen
stellen voor bij voorbeeld de kleine
Groene Partij, of misschien een alli
antie kunnen aangaan met de belang
rijkste opppositiepartij, de Partij voor
Democratische Revolutie (PRD),
waarvoor een populaire linkse kandi
daat, Cuauhtemoc Cardenas, zijn
kandidatuur al heeft aangekondigd.
Camacho voert op het ogenblik on
derhandelingen met de opstandige
indianen van het Zapatistisch Natio
naal Bevrijdingsleger in San Cristobal
de las Casas en verklaarde te vrezen
dat de moordaanslag het vredespro
ces in gevaar zal brengen. Een van de
eisen van indianenleider subcom-
mcindciteMzxcos, wiens optreden de
campagne van Colosio compleet
overschaduwde, was het aftreden van
Salinas of een verandering van de
wetgeving zodat eerlijke verkiezingen
worden gegarandeerd.
Ook kan de moord op Colosio de eco
nomie van Mexico schaden doordat
investeerders worden afgeschrokken.
Op 1 januari tekende Mexico samen
met de Verenigde Staten en Canada
het Nafta-akkoord dat van de drie
landen een vrije handelszone maakt.
De moord op Colosio stort Mexico,
anders een stabiel land in het onrusti
ge Zuid-Amerika, in de derde politie
ke crisis dit jaar. In januari rebelleer
den de indianen in de zuidelijke staat
Chiapas tegen de regering in reactie
op het Nafta-akkoord. Kort daarna
werd 's lands vooraanstaandste ban
kier ontvoerd.
MEXICO-STAD AP-IND
Hfi
CDA-fractieleider Brinkman
moet zich destijds hebben geër
gerd aan de manier waarop zijn
politiewoordvoerder Koffeman
in de publiciteit figureerde als
'iemand die op de hoogte was
van corruptieperikelen' bij de
Amsterdamse politie. Brinkman
riep Koffeman bij zich en vroeg
naar daadwerkelijke bewijzen.
Zo niet, dan wilde Brinkman er
niets meer over horen. Koffe
man is sindsdien uit de publici
teit verdwenen. Maar de interne
CDA-correctie maakt duidelijk
hoe groot de zorg daar is over
de CDA-bewindsman op justi
tie, minister Hirsch Ballin.
Over Hirsch Ballins positie zal
in het politieke debat worden
beslist. Dat kan ook het geval
zijn voor de andere hoofdrol
spelers in het IRT-spektakel, on
der wie de Amsterdamse procu
reur-generaal Van Randwijck.
Hij was als procureur-generaal
verantwoordelijk voor de onor
thodoxe wijze waarmee een
kleine IRT-afvaardiging on
der leiding van een officier van
justitie een crimineel de kans
gaf op grote schaal in drugs te
handelen. Van de aanvankelijke
opzet om zo een echte drugba
ron te pakken, kwam niets te
recht.
Bij de overdracht in juli 1993
van Utrecht naar Amsterdam,
was niet over de gewraakte me
thode met de informant gerept.
Daar kwam de nieuwe Amster
damse IRT-chef Van Kastel door
eigen onderzoek beetje bij
beetje achter. Zijn bevindingen
gingen via Nordholt naar de
Amsterdamse hoofdofficier van
justitie Vrakking. Beiden aarzel
den niet en wilden geen verant
woordelijkheid voor de werkwij
ze met de informant dragen.
Toch zou uiteindelijk niet de uit
de hand gelopen opsporings
methode het IRT de kop kosten,
maar vooral een rel binnnen het
Openbaar Ministerie die tot gis
teren binnenskamers bleef.
Een week voor de opheffing van
het IRT door de burgemeester,
korpschef en hoofdofficier in
Amsterdam, kwamen de hoofd
officieren van de vier bij het IRT
betrokken ressorten (Alkmaar,
Utrecht, Haarlem en Amster
dam) bijeen. Vrakking wilde de
kwestie van de informant be
spreken en stelde voor de ope
ratie met de informant stop te
zetten. Hij stuitte op onbegrip
bij zijn collega's die geen be
zwaren tegen de operatie zagen.
Na een ferme woordenwisseling
verliet Vrakking kwaad de ver
gadering. Later hief hij samen
met Nordholt en Amsterdams
burgemeester Van Thijn het
team op. Het drietal wilde 'geen
verantwoordelijkheid dragen'
voor de gehanteerde opspo
ringsmethode. Procureur-gene
raal Van Randwijck, die niet in
greep tijdens de hete sessie van
zijn hoofdofficieren, wordt in
het justitiële circuit sindsdien
'Van Rampwijk' genoemd.
Na de onverwachte opheffing
van het IRT, waarover geen
consensus bestond tussen de
oudé en de nieuwe leiding (lees:
Amsterdam en Utrecht) begon
het te 'zingen'. Menig recher
cheur die een jaar of vijf IRT in
het vooruitzicht had, iets wat
door extra beloning al gauw
duizend gulden per maand-
scheelt, zag deze fraaie toe
komst de grond iri geboord.
Vooral in de kleinere korpsen,
waar rechercheurs met veel
egards afscheid van de collega's
hadden genomen en waar de
verlaten bureaus reeds waren
herverdeeld, kwamen gefrus
treerde ex-IRT'ers terug op hun
oude post. Er werd binnen de
betrokken politieregio's zelfsl'""
een commissie ingesteld diepn
begeleiding van de voormalig0'1
IRT'ers naar hun oude stek aI
moest regelen. p
De frustratie heeft menig re-1
chercheur tot boude bewerirfsl
gen aangezet. Plotseling gingje
geheime werkwijze van het IF
waar rechercheurs slechts hef
hoognodige mochten weten,Be
het team parten spelen. Niet 0
zelden stuitten de 'gewone' ri
chercheurs van de betrokken"-
korpsen op hun IRT-collega'ip
van wie ze niet wisten waarnP'
ze bezig waren. Ongemoeid öl,
laten drugtransporten en puilr
kift leidden tot geruchten ova^
corruptie bij de Amsterdam-F-
mers, die doorgaans toch al tl
'arrogante kwasten' worden l)er
schouwd in politieland. L
'Zingen', heet dat bij de politij
Een gerucht over corruptie r.
wordt een bewering over corr
ruptie, zonder dat iemand we
waar het uiteindelijk vandaan'
komt en of het waar is. Er zoiL
den achttien gevallen van con
ruptie bij de Amsterdamse po -
tie zijn. Toen dit ter ore kwan
van Haarlems regiochef StraC
stapte deze linea recta naar cL
Amsterdamse korpsleiding. 1L
onderzoek bleken de achttien c
zaken deels oud, deels uit deL
lucht gegrepen. Toch ging heL
zingen door en bereikte via e['
Utrechtse korpschef Wiarda i
de vakbondsvoorzitters Van L
Duijn en Kruizinga de kranten
De rel rond het IRT was verv<j,e
gens voor heel Nederland te L
volgen. En met de installatie
van de commissie Wierenga
gisteren met haar rapport
kwam, begon het aftellen voc
de afrekening. De VVD heeft
een publiek debat aangekon
digd over de IRT-affaire.
In de Tweede Kamer ziet met
name de oppositie in de affai
een prachtkans om de eerstv
antwoordelijkejustitieminist
Hirsch Ballin nog eens flink K
door het slijk te halen. Dat ksL
nooit geen kwaad zo vlak voo
de verkiezingen. Met name d^
WD probeert op voorhand h|
vuurtje hoog op te stoken. |r
Hirsch Ballin is immers ook i]
de prominente nummer driep
deCDA-kandidatenlijst.
Zo mocht WD-kamerlid Dijk;
stal gisteren in het NOS-jour-f
naai roepen dat Hirsch Ballin^
verantwoordelijk is voor de c'
puinhoop, hetgeen afkeuring-
verdient, en 'zou kunnen uit-r
monden' in een motie van af^
keuring. Dijkstal wekte daarb|
de indruk dat hij het rapport r
van de commissie-Wierengal'
had gelezen, maar dat was nity
het geval. Hij herhaalde een-je
voudig wat hij ook al eens in ii
nuari heeft gezegd. Ook WD}]
fractieleider Bolkestein was 1<*|
ter stemming aan het kwekeik
toen hij gisteravond zei dat
Hirsch Ballin moet aftreden
blijkt dat hij nalatig is geweest
Een uitspraak van het kaliber
'als het regent word ik nat', v
Of Wiarda en Nordholt onge-jJ
schonden uit de politieke dis
cussie komen hangt ook af vêP
wat er met de andere hoofdrl
spelers gebeurt. Maar als er
koppen rollen, gaat die van vf
arda het eerst. Hij wordt toch'1
gezien als een belangrijke aaïï1
stichter in het tumult rond he
IRT. Dat hij is blijven volhoud6
nooit de Amsterdamse korps!
ding van corruptie te hebben/
beschuldigd, heeft vanaf het f
gin, behalve de Utrechtse butj
gemeester mr. Ivo Opstelten,
vrijwel niemand willen gelovtr
DEN HAAG HANS LEBER t
TACO SLAGTER
THE INDEPENDENT
Ooit was hij een van de machtigste po
litici van India. Maar de laatste acht we
ken is Buta Singh langs de Sikh-tempels
van Noord-India getrokken om vloeren
te vegen, de vaat te wassen en schoe
nen te poetsen. Om zijn nek hangt een
bordje met de tekst 'God, vergeef mij. Ik
ben een zware zondaar'.
Singh onderscheidt zich van andere
tempelmedewerkers doordat hij wordt
begeleid door paramilitaire bewakers
met .semi-automatische geweren en na
zonsondergang vertrekt in een gereed
staande auto met kogelvrij glas.
Singh heeft deze vernedering tot giste
ren moeten doorstaan, de dag waarop
hij mocht terugkeren naar zijn mooie
bungalow in New Delhi. Daar kan hij
bijkomen van het harde werk en zich
toeleggen op een nieuwe politieke car-
Zijn medegelovigen hadden hem in de
ban gedaan omdat hij onder premier
Indira Gandhi had gediend als minister
van binnenlandse zaken. En dat nadat
het leger in 1984 de Gouden Tempel
van Amritsarhet heiligste bede
vaartsoord van de Sikhs had bele
gerd. De aanval, die aan zevenhonderd
mensen het leven kostte, leidde tot de
moord op Gandhi op 31 oktober 1984.
Singh beweert dat zijn geweten hem
negen jaar lang heeft gekweld. Op 27
december viel hij uiteindelijk voor Sikh
priesters op de knieën en vroeg hen om
vergiffenis. De politicus was niet direct
bij de massaslachting in Amritsar be
trokken, maar had arbeiders in over
heidsdienst haastig opgedragen de
schade aan de Gouden Tempel te repa
reren. De Sikhs hadden dat graag zelf
willen doen.
„Ik aanvaard nederig de religieuze straf
om mij van mijn zonden te bevrijden",
verklaarde Singh kleintjes nadat de
priesters het vonnis hadden uitgespro
ken. Gewoonlijk worden berouwvolle
Sikhs die worden beschuldigd van 'reli
gieus wangedrag', berispt met een boe
te van een paar honderd rupies. Singh
niet. Hij moest gaan schoonmaken.
Het was zowel een persoonlijke als een
politieke banvloek. Geen enkele Sikh
mocht zijn voedsel met Singh delen, en
priesters traden met tegenzin op op de
bruiloft van zijn zoon en de begrafenis
van zijn moeder. Bovendien wilden ra
dicale Sikhs hem vermoorden en raakte
hij de politieke steun onder de boeren
van de deelstaat Punjab kwijt.
Behalve voor zijn politieke zonden werd
Singh ook bestraft voor zijn bedrog. De
religie van de Sikhs verbiedt de gelovi
gen hun haar te knippen of daar op een
andere manier mee te 'knoeien'. De 60-
jarige Singh heeft dat taboe doorbroken
door zijn baard te verven.
Voor deze uiting van ijdelheid werd de
politicus gedwongen zijn 56 dagen van
vernederende arbeid af te sluiten met
het schrobben van het enorme, witmar
meren plein rond de Gouden Tempel.
Het plein zindert in deze tijd van het
jaar van de hitte, en wat er nog aan verf
over was in Singhs baard zal waar
schijnlijk wel door het zweet zijn weg
gespoeld.
NEW DELHI* TIM McGIRK
VERTALING: LUUTJE NIEMANTSVERDRIET
WIM STEVENHAGEN