Potentie komt niet uit een potje 'Zo'n auto zetje niet zomaar langs de weg' Jubilerende Citroen is van Hollandse oorsprong 'Gedichten liggen erg diep, meneer' f3* WËËK Het Gesprek van de Dag 'Voor de goede zaak' ZATERDAG 12 MAART 1994 CHEF GERT VISSER. 071-356439 Het Franse automerk Citroen bestaat 75 jaar. En het is niet toevallig dat de reizende ten toonstelling die ter gelegenheid van dit jubileum is ingericht en die de belangrijkste Europe se hoofdsteden aandoet van daag van start gaat in Amster dam. De grondlegger van legen darische ontwerpen als de Deux Chevaux, de Traction Avant, de DS en de BX, is namelijk van Hollandse oorsprong. André Citroen was de zoon van Levi, telg uit een Amsterdams juweliersgeslacht, die rond de eeuwwisseling emigreerde naar Frankrijk. Om zijn naam een Frans accent te geven, voegde André daar een trema aan toe. De puntjes werden voor het la tere automerk al even karakte ristiek als het logo: de dubbele en omgekeerde V, oftewel de double chevron. Daterend nog uit de tijd dat André Citroen in v-vormige tandwielen deed. Na de eerste wereldoorlog bleek al snel dat André de koopmans geest en ondernemingslust van zijn joods-Hollandse voorvade ren had geerfd. Hij onderkende dat de auto als vervoermiddel enorme toekomstmogelijkhe den had en legde zich vanaf dat moment vast op de produktie van het A-type Citroen. De eer ste rolde in 1919 van de band. Vrijwel overal te koop, want An dré Citroen was niet vergeten om intussen een netwerk van dealers op te bouwen. Amster dam kreeg er al een in 1924. Tien jaar later kwam Citroën met de Traction Avant op de markt, een auto die zijn tijd ver vooruit was en die tot 1957 in produktie bleef. Eigen snufjes als de tot dan toe onbekende voorwielaandrijving en een zelf dragende carrosserie zorgden voor een ware omwenteling in de auto-industrie. Zijn naam was gemaakt, maar zijn onder gang tevens ingezet. Want An dré Citroën verkeerde in finan ciële problemen. De uitvinder dacht vooral in het groot en keek daarbij niet op een paar centen. Noodgedwongen moest hij in 1934 zijn fabrieken over doen aan de bandenfirma Mi- chelin. De oprichter zelf werd ordinair bij het grof vuil gezet. En stierf, als een verbitterd man, een jaar later. De successtory van het merk ging echter onverdroten voort. Vlak na de oorlog kwam de Deux Chevaux op de markt, be doeld voor de gewone man en in staat om de diepste karrespo- ren geruisloos verend te nemen. Het buitengewone, hoog op zijn wielen staande model, veroor zaakte een complete cultuur schok. Werd prompt door het publiek omgedoopt tot 'lelijk eendje', maar was al snel ra zend populair. Fietgeen eveneens gold voor de DS, alias 'de snoek'. Opnieuw een Citroën met een bijzondere styling. Het straatbeeld zou, na de introductie in 1955 van dit supergestroomlijnde type van de hand van de Italiaanse ont werper Bertoni, nooit meer het zelfde zijn. Vormgeving en vernieuwing, de double chevron stond en staat nog altijd garant voor fraaie ontwerpen (CX, BX, Xantia) en technische hoogstandjes als bij voorbeeld het hydraulische rem- en veersysteem. 'Je moet er niks aan krijgen', heette het vroeger nogal eens als het ging over een Citroën. Maar dat je in een aparte auto reed, was een ding dat zeker was. En dat is voor de schare echte liefhebbers ook wat waard. AD VAN KAAM Van boven naar beneden: het Type B2 (1921), de Traction Avant (1935), de DS (1956) en de GSA (1980). foto»pr Theo Bakker Grijs gromt. Dat moet oorzaak hebben. Grijs gromt nooit. Want grijs, dat zijn vaders en moeders die vooral willen dat het goed gaat met de kinderen en daar weer de kinderen van. Bovendien, wat nu grijs is, be hoort nog niet tot de genera ties eeuwig ontevredenen die de jaren zestig en zeventig hebben gekend en die grom men tegen 'het systeem' tot le vensdoel verhieven. Grijs van nu is grootgegroeid met ieder dubbeltje tien keer omdraaien. Grijs gromt terecht, dat hun AOW is verworden tot Ach en Wee. Elco is terug in zijn mand ge vlogen. Hij raadpleegt nu de achterban. Wat zal dat beraad opleveren? Hoe zal koudoog de levensavond van Nederland toespreken? Welk dorpshuis zal het podium vormen voor de meest schokkende, alle be staande ideeën en normen tartende toespraak die ooit in de Nederlandse politiek, nee, zelfs in de mondiale politiek is gehouden? Want Brinkman en het CDA zitten lelijk in de tang. Grijs heeft recht op een groter stuk van de koek, maar de koek raakt op. Elco heeft, zo blijkt uit geheime stukken, bij de kopstukken van het CDA een barre optie op tafel gelegd. Eentje, die in één klap een eind maakt aan de vergrijzing van de samenleving. Dat deze dynamisch, zonder grijs blok aan het been verder kan groei en. Op een groene manier ui teraard, want groen is in, grijs Elco gaat tegen grijs zeggen: 'Luister, senioren van Neder land, de bevriezing zoals wij die voorstelden, was niet ge boren uit gebrek aan waarde ring voor wat u hebt betekend voor dit land. U hebt ons land groot gemaakt. U houdt van Nederland, zoals u ook van uw kinderen houdt en van uw kleinkinderen. Maar u weet ook dat datzelfde Nederland, dat uw eigen nakomelingen de ouderenopvang niet meer kunnen betalen. Dat, hoe cru het ook klinkt, uw bestaan niets meer bijdraagt aan de sa menleving die u hebt opge bouwd. Daarom vraag ik u het uiterste offer: treedt terug uit het leven. Zoek de gelukzalig heid van de Heer, die u meer dan wie ook verdiend hebt. Juist nu.' Brinkman zal bij de tekening van zijn ultieme oplossing voor de vergrijzing de vrijwil ligheid benadrukken en schet sen hoe vol warmte de man nen en wouwen worden opge vangen die aan zijn woorden gehoor geven. 'Wat is er mooi er dan na een leven voor de goede zaak er ook nog voor te sterven?' Mannen op leeftijd zullen op hun al tientallen jaren vaste wekelijkse kaartavond tussen twee potjes door elkaar aankij ken en het weten. 'We zijn aan de beurt mannen.' O.k., maar nog één griffie, dan.' Daar rij je richting Rhijnhof. Je bent altijd plichtsgetrouw ge weest, zonder veel te eisen heb je je best gedaan. Dat Elco nu voorstelt jezelf voorgoed weg te cijferen, is veel gevraagd, maar als het beter is voor de kinderen. Bij het afscheid ne men van de kinderen zeggen die dat ze het verschrikkelijk vinden, maar toch ook wel het beste. En als je dan nog een laatste blik naar buiten werpt, zie je dat het leven dynamisch verder gaat en ben je blij. dat jij daaraan jouw laatste steen tje gaat bijdragen. Geslachtsdrift op bestelling: werk een bakje Bulgaarse yo ghurt naar binnen. Probeer het eens met Spaanse vlieg, vis, opi um, of hasj. Of met een aftreksel van gekookte schors van een Afrikaanse boomsoort, het zo geheten yohimbine, en de ver malen hoorn van een neus hoorn. Gegarandeerd dat impo tentie tot de verleden tijd be hoort. Althans dat willen de kwakzalvers - excusez le mot - ons doen geloven. Het kan nog vreemder en weer zinwekkender. De nieuwste mode: zeehondenpenissen uit Canada, verwerkt in zogenaamd potentieverhogende middeltjes. Bedoeld voor de Chinese markt. Een joekel van een markt. Als die handel niet gauw wordt ver boden, mag worden gevreesd voor het voortbestaan van de zeehonden. Misschien dat het wil helpen als nu eindelijk eens wordt aangetoond dat al deze middeltjes niet helpen. Daarbij is niet alleen de zeehond ge baat, maar ook de neushoorn, om nog maar eens een dier- soort te noemen die wordt mis bruikt voor seksuele doelein den. Suggestie „Suggestie speelt een heel grote rol", zegt F. Julsing van de ver koopdivisie van de Nederlandse Vereniging voor Seksuele Her vorming (NVSH). „Alleen het idee dat iets helpt, kan al vol doende zijn. Daarom geeft een huisarts soms ook een placebo als iemand de eerste keer met een lichamelijke probleem komt." In de feitelijke werking van po tentieverhogende middelen ge looft Julsing niet. „Het lijkt mij absoluut niet waarschijnlijk dat lichaamsdelen van dieren van invloed zijn. Dat poeder van neushoorns is wel eens che misch geanalyseerd en daar was niets in terug te vinden. Ik ken de samenstelling van een zee hondenpenis niet, maar net als bij de mens en bij andere dieren zal die bestaan uit een verzame ling spieren en sponsachtig weefsel. Lijkt me dus ook niet van invloed." Ook mevrouw E. van Dorp, van de Stichting Hulpverlening An ticonceptie en Seksualiteit, zet in de nodige vraagtekens bij vermeende potentieverhogende middelen. „Ik weet wel dat van yohimbine bekend is dat het iets doet voor de potentie. Maar ook dat werkt maar in een be perkt aantal gevallen. Dat is we tenschappelijk vastgesteld. En Spaanse vlieg is meer een pep middel volgens mij." „Vis en Bulgaarse yoghurt zijn gewoon gezond om te eten. Als iemand bij mij komt die veel al cohol drinkt en onvolledig eet, wijs ik hem daar op. Gezond eten heeft een positieve invloed op de potentie. Kijk, potentie stoornissen komen regelmatig voor. Het is dan aan ons om na te gaan of daar een organisch lijden aan ten grondslag ligt, of dat het probleem tussen de oren zit. Meestal is dat laatste het geval. Daar zijn geen pille tjes voor, ook al zouden de mensen dat graag willen." Sexshop Desondanks zijn die pilletjes wel te koop. In sexshop Erotic Discount Centre bijvorbeeld aan de Lammermarkt in Leiden. „We hebben niet alleen pille tjes, maar ook zalfjes en drup pels. Een hele rij artikelen, wel een stuk of vijftig", zegt de eige naar. „Er bestaat veel vraag naar potentieverhogende middelen." Maar van een middel waarin zeehondenpenissen zijn ver werkt, heeft hij nog nooit ge hoord. „Dat soort troep zou ik ook nooit verkopen. Dat gaat veel te ver. Als er geen dieren bij betrokken zijn, bij de bereiding van de middelen, heb ik er geen moeite mee. Maar dit is walge lijk. Net als de hoorns van neus hoorns." Bij Erotic Discount Centre ver kopen ze alleen de reguliere pil letjes, zalfjes en drankjes. Maar helpen die middeltjes ook? Daar moet de eigenaar even over na denken, het is per slot van reke ning zijn handel. „Het schijnt af en toe te helpen", klinkt het voorzichtig. „Maar ik ga er van uit dat iemand die echt proble men heeft met de potentie naar de huisarts stapt." Potentie zit niet in een potje. HERMAN JOUSTRA Het speciale Citroën-gevoel gedicht uit mijn hoofd ken? Ia, maar dat is geen gedicht van Sappho. I let is een vers van Jo seph Freiherrvon Eichendorff. Hij heeft het beroemde werk 'Aus dem l,ebcn einesTauge- nichts' geschreven. Het gedicht gaat ongeveer als volgt: „Es gibt kein Vöglein so gemein/ob es spürt geheime Schauer/wenn ussen streift derSonnen- schein/vergoldenet sein Baue- r/und du hasst es vergessen fas t/in deines Kerker spangcn/o, Menschlein dass du FTügel bast, und dass du hier gefangcn."' „Het is het verhaal van een vo gel die opgesloten zit in een kooitje. Die vogel wordt vergele- i met de mens. Die mens zit opgesloten in de kooi van de maatschappelijke normen. Maar ook hij kan vliegen, dat wil zeggen: het leven van alle dag kan ontstijgen. Maar ik lees niet alleen de romantische en klassieke dichters. Ik hou ook van het werk van Bart Chabot en Jules Decider." Snoepen Else Bürer werkt bij boekhandel De Kier. Als er nieuwe bundels arriveren, snoept zij af en toe een versje mee. „Ik hou van het erk van Adriaan Roland Holst en Vasalis. En lean Pierre Ra- vie, die vind ik erg goed. Hij schrijft zo toegankelijk. Vroeger, op school, moest je gedichten altijd gaan verklaren. Dan vroeg de leraar: 'Wat bedoelt de dich ter daarmee?' Ik kan me herin neren dat ik daar niet zo blij mee was. De een haalt dit uit een gedicht, de ander weer iets totaal anders. Soms word ik dooreen versregel geraakt. En dan ga ik meer van die dichter lezen. Maar nooit een hele bun del achter elkaar, dat doe je misschien met proza maar niet met poëzie. Vroeger hadden we in de zaak drie kasten met poë zie. Dat kwam omdat iemand die hier werkte daar veel inte resse in had. Na de verbouwing hebben we nog maar een half kastje overgehouden. Gedichten worden bijna niet verkocht. Ho pelijk trekt de verkoop wat aan in de komende boekenweek." Adrienne Verweij van boekhan del Zandvliet moet bekennen dat ze bijna nooit gedichten leest. „Ik lees de meeste nieuwe kinderboeken die binnenko men. Maar gedichten, nee. Poë zie spreekt mij niet zo aan. Maar ik geloof wel dat er veel achter zit. Dichters schrijven, denk ik, de dingen minder mak kelijk op dan gewone schrijvers. Die hebben een verhaal in hun hoofd en dat vertellen ze. Maar bij poëzie duurt het langer." CEES VAN HOORE Je hebt vandaag de dag allerlei soort 'gevoelens'. Zo zijn daar het 'lente-gevoel', het 'Grolsch- gevoel' en het 'Viva-gevoel, ter men uit de softe sector waarvan iedereen ongeveer de strekking wel begrijpt. Maar niemand kan of wil de betekenis in één woord vatten. Het zweeft een beetje, en zo hoort dat schijnbaar ook. Van tastbaarder, maar dan voor de echte kenner, is het zoge naamde Citroën-gevoel. Dat is nu eens niet een modernisme, maar dateert al van heel lang geleden. Alleen liet de term zich, pakweg dertig jaar terug, nog niet als zodanig herkennen. Toen stonden de liefhebbers van dit Franse automerk, dat sinds zijn ontstaan in 1919 altijd zo vernieuwend aan de weg timmerde, namelijk nog met beide benen op de grond. Ze kochten een Traction Avant, een DS, een Eend of een GS omdat ze de afwijkende vorm geving mooi vonden en de toe gepaste techniek interessant. Meer bijgedachten of speciale gevoelens hadden ze niet. Was het karretje op, dan schaften ze zich blindelings êen nieuwe Ci troën aan. Want als het al voor één merk opging dan was het wel hier: eens een Citroën-rij- der, altijd een Citroën-rijder. Zwak Neem Wil van der Maden. Hij weet niet beter of hij heeft zich zijn halve leven lang in een of ander type Citroën voortbewo gen. Zeventien stuks heeft de Leidenaar er voor kortere tijd bereden of doodgewoon versle ten. Hij heeft ze altijd gekoes terd, hoe oud of nieuw ze ook waren. Maar voor eentje heeft hij een wel heel speciaal zwak. „Die", zegt hij met rotsvaste overtuiging, „die gaat dus nooit de deur uit." Het betreft hier een Traction Avant uit 1953. Een zwarte, zoals de meeste van dat type dat in 1935 voor het eerst het le venslicht zag en meteen een ware revolutie in de autobran che veroorzaakte. „Want wat hij was", legt Wil van der Maden uit, „is waarnaar ze de auto hebben vernoemd. De eerste met voorwielaandrijving dus. Een geweldige ontdekking in die tijd." Eerst even terug naar dat speci fieke Citroën-gevoel. Tastbaar, zoals eerder gesteld? „Ja, heel duidelijk. Ik zou nooit anders willen. De vormgeving, het comfort, de techniek, het apar te. Dat is het wel, zo'n beetje. Anders dan anderen; dat is met Wil en Marjoke van der Maden koesteren hun Traction Avant. „Die gaat dus nooit de deur meer uit", weten ze zeker. foto hielco kuipers Citroën altijd zo geweest. Mis schien dat dat een beetje over slaat naar de rijder. Bij mij al thans wel. Je kan het gerust een passie noemen. Of net zo goed een verdwazing. Daar doe ik niet moeilijk over." Origineel Hij staat daarin niet alleen, ze ker niet als het de oudjes be treft. Er is geen automerk op te noemen dat zijn oldtimers op brede schaal zo gekoesterd weet als juist Citroën. Hier in Neder land alleen al zijn 18 verschil lende clubs met 6500 leden. Die leggen hun hele ziel en zalig heid erin om hun 2CV, DS, YP of Traction rijdend te houden. Het liefst in zo origineel moge lijke staat. Dat is ook het uitgangspunt van Wil van der Maden. Hij kocht •zijn type 11 B in 1972 van een Leidse student en telde 1200 gulden neer voor zijn 'koningin van de weg', zoals de Traction destijds bij zijn introductie wel werd genoemd. „Nog helemaal origineel", wrijft hij liefkozend over de fraaie koplampen. „En geen plekkie roest natuurlijk." Het weer zal op zijn breedge schouderd stalen ros ook geen vat krijgen zolang de auto warm en droog staat. „Ik heb", geeft hij nog eens ten overvloede aan wat nu precies de impactvan zijn passie voor de Traction is, „speciaal een huis gekocht met een garage. Je kunt zo'n auto natuurlijk niet zomaar langs de straat zetten", lacht Wil van der Maden die voor het dagelijks gebruik een BX voor de deur heeft staan. Vult zijn vrouw Marjoke, eveneens besmet met het Citroën-virus aan: „Vroeger stond hij ergens anders in een garage. Maar ik wil hem dichtbij me hebben. Je moet er elke dag even naar kunnen kijken, niet waar." Zegt zoonlief van vijftien desgevraagd nog: „Ja, ik vind het ook wel een aardig ding. Maar hij staat knap in de weg." Vooral nu hij voorlopig 'buiten werking' is. Vijfjaar reed Wil van der Maden 'normaal' in zijn Traction Avant door de stad, voordat de auto op stalling ging en nog slechts voor de dag werd gehaald bij trouwerijen, voor in cidentele ritjes en clubontmoe tingen of gewoon om bij het zonlicht even naar te kijken. „Ik heb hem nu meer dan twintig jaar en er nog nooit iets aan ge had. Een paar nieuwe banden, een accu en een keer de kruis- koppeling, dat is alles. Maar nu moet de motor worden gerevi seerd. Er staat een ton op de tel ler, dus het mag ook wel een keer. Probleem is alleen dat ik zelf niet kan sleutelen. Kan ik hem wel naar een revisiebedrijf brengen, maar dat wil ik niet. Hij moet, ook motorisch, hele maal origineel blijven. Ik zoek dus een mannetje die dat kan en die daar lol in heeft." Hoewel het glimmende zwarte monster er verder perfect uit ziet, taxeert Wil van der Maden de waarde van zijn intussen 41 jaar oude auto niet bijster hoog. „Misschien krijg ik er tien mille voor, of zo. Valt je tegen, hè, voor zo'n oldtimer. Maar dat komt omdat die dingen simpel weg te goed zijn. Er zijn er nog veel te veel. Ik schat in Neder land alleen al zo'n 1200 stuks. Maar geld is niet belangrijk. De mijne gaat voor 30.000 gulden de deur nog niet uit. Of dat soms ook bij het Citroën-gevoel hoort? Ik dacht het wel, hè. AD VAN KAAM De komende boekenweek staat in het teken van de poëzie. 'Wat zegt u? broekenweek? Iets aan uw knie?' Leest u wel eens ge dichten? 'Wablief? Gewichten? Ja, hoor, elke dag in de sport school'. Zo reageert de man in de straat als wij de boekenweek en de poëzie ter sprake brengen. Zeg ge en schrijve één oude man weet een paar versregels te pro duceren. Met zijn vinger verma nend omhooggestoken, draagt hij ze voor: 'Wij zijn zeilend op die wateren/ver van huis en va derland...' De rest van het ge dicht weet hij niet meer. Allemaal niet erg hoopvol dus. Dan maar eens naar de kenners. Naar de boekhandelaren. Die moeten toch wel verstand heb ben van poëzie? Of is het net als met die schoenmaker die zelf met gaten in zijn zolen rond loopt? Meneer Cazemier van de gelijk namige Bruna boekhandel geeft ruiterlijk toe zelden of nooit ge dichten te lezen. Dat is een beetje hetzelfde als een comes- tibleszaak hebben en dan nooit een blikje zalm openmaken. Lijkt ons. Maar er is troost. Op het ogenblik heeft Cazemier een bundel onder handen van ene Johan Rijfkogel. De titel: 'Be jaard in joggingpak'. „Het zijn persoonlijke gedichten die de gang van het leven weerspiege len, de weg naar de ouderdom." Bij Bijbelhuis de Schatkamer treffen we het beter. De eige naar, de heer Noord, leest be hoorlijk veel poëzie, meestal christelijke. Hij is erg onder de indruk van: 'Ik leg de namen van mijn kinderen in Uw han den', een gedicht van Geeskc Wiersma. Hij leest het prachtig voor, plechtig bijna, met een snik in zijn stem. In het vers be veelt een moeder haar kinderen aan in de zorg van de Heer. Hij heeft immers hun lot in han den. Noord: „Ik lees heel veel gedichten. In de winkel verkoop ik ook veel poëzie. Vooral van Nel Benschop. Gedichten liggen erg diep, die komen uit je ziel, meneer.' Bij de socialistische boekhandel Manifest krijgen we wederom iemand aan de lijn die van poë zie houdt. Maarten is zijn naam. Zijn achternaam wil hij liever niet prijsgeven. Gek eigenlijk. Is het een schande om poëzie te lezen? Maarten is erg gecharmeerd van het werk van de Griekse dichte res Sappho van lesbos. „Ik vind dat ze erg treffend schrijft. En ze behandelt onderwerpen die je in de gangbare poëzie niet zo veel tegenkomt, zoals homore laties en relaties tussen vrou wen. Ook ziekte en dood wor den veelvuldig belicht. Of ik een

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1994 | | pagina 17