Kees Torn wint overtuigend (52) overleden
Moderne kunst moet het ontgelden in Lakenhal
Frans de Wit aan gevel 'Oudheden'
Cultuur&Kunst
Briër drukt eigen
itempel op Schubert
ndringend concert
oon en Brackman
HAN DAG 21 FEBRUAR11994
CHEF ANNEMIEK RUYGROK, 071 -356472. PLV -CHEF JAN RIJSDAM. 071 -356472
MUZIEK
SUSANNE LAMMERS
Kamerorkest Madngalesco o.l.v.
Bner en Blazersensemble Wind-
Hit 10 o.l v. Ali Groen met werk van
[bert, Poulenc, Handel. Janécek en
Gehoord: 20/2. Lokhorstkerk te
Leiden
>n een frons, als je het pro-
mma van Madrigalesco en
ïdkraeht 10 ziet. Een heel ge-
on programma, alleen die
ifonie van Schubert: hoe zit
met de bezetting? De vijfde
ïphonie schreef Schubert
ir een klein amateurorkest,
nelijk vroeg, beschouwd als
het standbeen nog in de
ittiende-eeuwse traditie, dus:
irom niet.
dadrigalesco begint met het
icerto grosso in g-klein uit
enorme oeuvre van Handel,
raakt op streek met de Suite
strijkorkest van Janacek.
;e Tsjech vraagt het orkest
eens om een imitatie van het
ïeemse Woud, dan weer om
nabootsing van Zuidbo-
mse meertjes, afgewisseld
een boerendansje. Een alt
ist vecht met de vrijpostige
en de celli praten gezellig
de violen.
lazerensemble Windkracht
ertolkt de Suite Frangaise
Poulenc aanstekelijk. Veel
i[ ipo-wisselingen, de slangen-
RECENSIE LI DY VAN DER SPEK
lagconcert door Jacques Zoon, fluit
lernd Brackman, piano. Gehoord
Streekmuziekschool, Alphen aan
den Rijn.
bezweerders roepen de Middel
eeuwen op en Franse boeren
maken een dansje.
Voor de pauze wordt heel ver
dienstelijk muziek gemaakt,
maar pas na de koffie laat Briër
zien wat hij is. Een voortreffelijk
dirigent namelijk. Het doet
deugd iemand eens een eigen
mening te horen verkondigen.
En hoe overtuigend die van
Henk Briër kan zijn, bleek bij de
uitvoering van Schuberts vijfde
symphonie, waarvoor hij Ma
drigalesco en Windkracht 10 sa
menvoegde.
Vaak leunt deze symfonie
meer tegen Mozart en Haydn
en hoor je zo nu en dan eeri tik
je Beethoven en Rossini. Een
Romantische vulling, zeg maar,
in een jasje van klassiekere snit.
Briër vertrok ook in de acht
tiende eeuw, maar hij keerde
niet meer terug. Bij hem ont
wikkelde het stuk zich van klas
siek naar romantisch en daar
door duwde hij het veel meer
naar de kant van Beethoven.
Dat maakte het spannend. Het
allegro en andante kwamen uit
de buurt van Mozart, het
Menuet kroop de Romantiek in
en het allegro vivace bleef daar.
Dat zijn mening door het orkest
gedeeld werd, bleek uit de ver
tolking. Want daarom speelde
het natuurlijk zo goed. Om hem
gelijk te kunnen geven.
LONDEN Rtr/DPA/ANP
MUZIEK
ie rasmusici pur sang speel-
gistermiddag de sterren van
hemel in de Streekmuziek-
doI in Alphen. Voor zoiets
)is hoef je dus echt niet naar
Concertgebouw te gaan,
r Jacques Zoon overigens
solofluitist is.
ryflet een muzikaal gespeelde
[Jate in Bes KV 378 van Mo-
sloeg de vonk al over. De ca
jaar oude Franse fluit (van
lercioux) met een door Jac-
s Zoon zelf gemaakte hou-
kop heeft een prachtige we-
dank in het middenregister
n het hoge register een volle
izende toon, beide met die
te ademende ruis. Zelden
m rde ik zoveel expressieve
nces, en een zo gedoseerd
in ato dat hinderlijk tremule-
vermijdt.
en zeer verrassende Sonate
1 van Bohuslav Martinu
10-1959), waarin zich een
ot drama ontrolt met hevige
issimi om kleine oases van
werkte bijna shockerend.
e pianist Bernd Brackman
bcelde zeer intens en weelde
en evenals Zoon met groot
ittf oei voor passie. Martinu ver
laat de principes van tonaliteit
nooit, 'ieder stijlelement dat
klank en ritme vernielt wijs ik
af heeft hij eens gezegd. Dat
betekent niet dat deze sonate
als zoete koek geconsumeerd
werd.
Zoon en Brackman speelden
zoindringend en overweldi
gend dat de 'Suite Paysanne'
van Béla Bartok te veel werd
voor een doorsnee luisteraar,
want ook hier legde dit tweetal
een felheid en 'bezeten zijn' aan
de dag in de korte agressieve
staccato-achtige delen, afgewis
seld met breed golvende droef
geestige zangen: het spreek
woord 'overdaad schaadt' (een
klein beetje) gold hier weer.
Na de pauze de Sonate 'Undi
ne' opus 167 van Carl Reinecke
(1824-1910), weer een stuk vol
contrasten. Hoe bevlogen er
ook werd gespeeld, oog voor
detail bleef, zo schitterend
hoorbaar in de uiterst lang aan
gehouden zachte slottonen; tot
het laatste toe ijl en hoorbaar, ik
heb dat nog nooit zo subtiel en
verstillend gehoord.
In het bravourstuk 'Mignon
Fantasie' van Paul Taffanel
(1844-1908) droegen de be
werkte thema's uit A. Thomas'
gelijknamige opera de juiste do
sis vuurwerk aan, ook hier weer
op hoog niveau gebracht, dat
zich pas ontlaadde in een staan
de ovatie van de bomvolle zaal.
Jury- en publieksprijs tijdens 16e Leids Cabaret Festival
J Filmregisseur
De zestiende editie van het Leids Cabaret Festival heeft
een origineel talent opgeleverd. Jury- en publieksprijs
gingen (terecht) naar Kees Torn uit Rotterdam. Driemaal,
tijdens de voorronden, halve finale en finale, heeft Torn
een soloprogramma gebracht dat door zijn eigenzinnig
heid spannend en bezienswaardig bleef.
gen voor de jury bij het maken
van een keuze doorslaggevend
zijn geweest, wordt onvoldoen
de duidelijk gemaakt.
Waarom uitgerekend het
Vlaamse duo 'Twee van Zand'
tot de finale is doorgedrongen,
is ondanks enkele loftuitingen
van de jury een raadsel geble
ven. Hun muzikaliteit niet te na
gesproken zit er toch ook heel
wat zweverigs, kinderachtigs en
klungeligs aan hun optreden.
Hadden zij echt meer te bieden
dan hun concurrenten die
moesten afvallen? Waarom bij
voorbeeld kreeg het professio
neel geschoolde trio 'Laterveer,
Feteris en Kloppenburg' geen fi
naleplaats? Is dat de aloude
Kleinkunstacademie-fobie,
waar het Leids Cabaret Festival
al vaker last van heeft gehad?
Nu mag het bij een
amateur-festival best ontbreken
aan een vakkundige presentatie.
Tijdens audities en voorronden
dienen zich echter heel wat
kandidaten aan, die op het po
dium van de 'echte' schouw
burg eigenlijk nog lang niet
thuis horen. Kennelijk is dat
geen bezwaar. Er is immers
geen publiek zo welwillend als
cabaretpubliek dat dit alles met
gul applaus ontvangt. Ook de
Leidse schouwburg zat de afge
lopen week weer bomvol. Keer
op keer hamert de organisatie
van het Leids Cabaret Festival
op de amateurstatus van de
deelnemers. Met andere woor
den: leuk sfeertje, en verder
geen gezeur?! Maar diezelfde
organisatie heeft een impresari
aat dat diezelfde deelnemers
binnen de kortste keren profes
sioneel te gelde maakt. Die
amateur-status is dus maar be
trekkelijk.
Finale van het Leids Cabaret
Festival. Gezien: 19/2, schouw
burg Leiden. Aldaar nog te
zien: 14/4 (herhaling finale
avond inclusief gastoptreden
Lenette van Dongen).
LEIDEN WUNAND ZEILSTRA
Zijn programma is broos, Toms
podiumervaring uiterst beperkt,
dus had er tijdens de finale het
nodige mis kunnen gaan.
Steeds namelijk heeft hij veran
deringen in zijn optreden dur
ven maken. En zijn timing met
vele rustpauzes is af en toe be
hoorlijk gewaagd. Ook al was hij
dus van meet af aan een opval
lende verschijning tijdens het
festival, een gedoodverfde win
naar was hij zeker niet. De sub
tiele, bijna terloopse humor van
Kees Torn en zijn onbevangen
manier van presentatie zijn ont
wapenend. Hij dwingt je om
goed op te letten, want de
meeste grappen worden onver
wachts en zijdelings, zonder
enige nadruk, gemaakt. En daar
zitten prachtige vondsten bij,
zoals bijvoorbeeld een liefdes
gedichtje voor een meisje in de
zaal, in wie hij een studiege
nootje meent te herkennen:'
ontving ik tien cent/voor ieder
moment/dat jij in mijn gedach
ten bent/dan had ik per dag/een
aardig bedrag/en dacht aan jou
uit puur winstbejag.
Had de jury niet Kees Torn
maar Marianne van Wijk tot
winnaar uitgeroepen, dan zou
ook dat te verdedigen zijn ge
weest. Geen gek eindresultaat
van een festival, waar de kwali
teit van de deelnemers soms
mijlenver uiteen loopt. Van Wijk
brengt een goede conference,
waarin boosheid over haar alle
daags getob met de medemens
geestig wordt verwoord en be
zongen. Haar kennissen en haar
minnaar voor één nacht, die
aan de 'kattentest' wordt onder
worpen, krijgen het hard te ver
duren. De selectieprocedure
van het Leids Cabaret Festival
brengt met zich mee, dat na af
loop van de voorronden en de
halve finale alleen iets over de
afvallers wordt gezegd. Daar zit
een nadeel aan. Welke afwegin-
De Britse filmregisseur Derek
Jarman is zondag op 52-jarige
leeftijd in een ziekenhuis in
Londen aan de gevolgen van
aids overleden. Jarman, die be
kend stond om zijn steun aan
de strijd voor de rechten van
homoseksuelen, gold als de ver
uit radicaalste van de nieuwe
Engelse filmregisseurs.
Op het onlangs gehouden
filmfestival in Rotterdam werd
zijn laatste film, Blue, vertoond.
Die bevat een visie van de regis
seur op zijn eigen blindheid als
gevolg van aids. Tegen een
blauwe achtergrond is vijf kwar
tier lang een collage van frag
menten uit gedichten en dag
boeknotities te zien.
Jarman, die in 1986 bekend
maakte dat hij aan aids leed,
begon als kunstschilder en ont
werper van kostuums en de
cors. Hij werkte onder meer
mee aan de films The Devils en
Savage Messiah van Ken Rus
sell. In 1975 was zijn eerste film
te zien: Sebastiane. Het portret
van de beschermheilige van de
homoseksuelen schokte talrijke
kijkers, niet alleen om de dialo
gen in het Latijn, maar ook om
de „grootste opeenhoping van
naakt mannelijk vlees in de ge
schiedenis van de film", zoals
een criticus schreef.
Twee jaar later kwam Jubilee
uit, een visuele mengelmoes
van anarchie, cultuur en sym
boliek. Na de Shakespeare-ver
filming The Tempest werd Jar
man vooral bekend door Cara-
vaggio, waarin hij de schilderij
en van deze Italiaanse kunst
schilder (1573-1610) aan de
hand van diens homoseksuali
teit uitlegde.
De regisseur kreeg voor deze
film de Zilveren Beer op het
filmfestival van Berlijn. Na The
Last of England (1987), The
Garden (1990) en Edward 11
(1991) publiceerde Jarman in
1992 zijn memoires At your
own risk (Op eigen risico), met
als ondertitel Testament van
een heilige.
LEIDEN ONNO SCHILSTRA
Als het aan de 'Vereniging van Belangstellenden
in de Lakenhal' ligt, krijgt de beeldende kunst in
het museum een minder prominente rol. Tijdens
een gistermiddag gehouden symposium over
heerste de mening dat de functie van oudheidka
mer evenveel aandacht verdient als die van
kunsttempel.
De Belangstellenden hadden het symposium
georganiseerd als kroon op de feestelijkheden
rond hun 75-jarig bestaan. Op de discussie waren
zo'n 60* mensen afgekomen, wier gemiddelde
leeftijd niet veel lager lag. De bijeenkomst had
een hoog stropdas-gehalte en de gedebiteerde
meningen waren navenant conservatief. De mo
derne kunst moest het in handen van menige
spreker ontgelden. De ambiance voor het debat,
de bovenverdieping van het museum, had niet
passender gekund: temidden van de 17e eeuwse
schuttersstukken, antieke kasten en heraldieke
symbolen zou je haast vergeten dat de tijd sinds
de dageraad van de Gouden Eeuw niet heeft stil
gestaan.
Onder leiding van voorzitter Dr. H. Heester
mans hielden achtereenvolgens vier sprekers een
inleiding. Andre Coenen, directeur van Research
voor Beleid BV, schetste de financiële perspectie
ven van het museum op basis van bezoekersaan
tallen. De jaarlijkse 35.000 bezoekers zijn meren
deels afkomstig uit de regio Leiden en brengen
zeven ton in kas. Geen vetpot, en daarom, zo
meende Coenen, moet het museum nationaal of
internationaal niet te hoog van de toren blazen,
en zich vooral richten op een regionaal publiek.
Zo bezien kan het museum zich dus beter niet
wagen aan megaprojecten als de Rembrandt-Lie-
vens-tentoonstellingvan 1991.
Kleur
Henriette van der Linden, beter bekend als de
voormalige Leidse wethouder Van Dongen (cul
tuur), vond dat een Stedelijk Museum het visite
kaartje van de stad moet zijn. De museumpresen
tatie zou moeten uitdrukken waar het stedelijke
bestuur zich sterk voor maakt. Als de lokale over
heid integratie van buitenlanders nastreeft, dan
moet de directeur kunst van allochtonen aanko
pen. 'Kleur bekennen', daar gaat het volgens haar
om.
Dr. P.A.W. Zonneveld, Neerlandicus, vond
daarentegen dat er slechts twee criteria kunnen
gelden voor wat een stedelijk museum toont:
mooi of interessant. Mooi, dat is kunst en daarvan
hoef je slechts de topstukken uit de collectie te
presenteren. Interessant, dat is de geschiedenis.
Hij opteerde daarom voor een Lakenhal, waarin
vooral de culturele geschiedenis van Leiden aan
bod komt. Hij kreeg de nodige bijval uit het pu
bliek. Dat gold ook voor de laatste inleider, de
historicus prof.dr. J.C.H. Blom. Hem stond een
historisch museum voor ogen, waarin aan de
hand van voorbeelden de geschiedenis van de ge
meenschap geschetst wordt.
De verkiezingen staan voor de deur, dus voer
den ook verschillende politici vol vuur het woord.
Behalve uitgebreide lippendienst aan het belang
van het museum leverde het echter geen nieuwe
standpunten of financiële toezeggingen op.
En wat vond directeur Jetteke Bollen van dit al
les? De laatste jaren zijn, onder haar supervisie,
de volgens de Belangstellenden zo belangrijke
hutspotten en harnassen steeds meer uit het zicht
gezet, terwijl de hedendaagse kunst nadrukkelijk
gepresenteerd wordt temidden van oude kunst.
'Ik ben het er mee eens dat de historische afde
ling dringend aan revisie toe is,' aldus Bolten. Zij
onderschrijft de visie van Van der Linden dat het
museum een platform moet zijn voor sociaal-cul
turele activiteit. 'Maar wanneer de I-akenhal zich
uitsluitend richt op deze factoren, dan gaat het
voorbij aan de wijze waarop de collectie is ont
staan. De beeldende kunst neemt daarin een
voorname plaats in. Hedendaagse kunstenaars
zoeken, in tegenstelling tot tien jaar geleden,
steeds vaker aansluiting bij het verleden. Daar
voor is De lakenhal een uitnemende plaats en
dat wil ik blijven stimuleren.'
c, iHen en tempeltjes als uitnodiging aan het publiek
ENANNEMIEK RUYGROK
LEIDEN ANP/LETTY STAM
De Nederlandse kunsthandel
is voor wetgeving om de in
voer van illegaal opgegraven of
gestolen kunstschatten aan
banden te leggen. Mr. W.
Bouwman, secretaris van de
Vereniging van Handelaren in
Oude Kunst en eigenaar van
de Algemene Ethnografica- en
Kunsthandel Aalderink in Am
sterdam, zei dat zaterdag in
Leiden tijdens een symposium
over de illegale handel van
kunststukken uit Afrika. Het
congres was georganiseerd
door het Rijksmuseum voor
Volkenkunde in Leiden in het
kader van de tentoonstelling
'Langs de Niger' die tot 9 mei
is te zien.
Met die presentatie wil het
museum het publiek laten
kennismaken met de rijke
Afrikaanse geschiedenis. Ook
hoopt het de discussie over de
gevolgen van de illegale plun
deringen voor Afrika aan te
zwengelen. Door die verboden
schatgraverij dreigt de Afri
kaanse geschiedenis groten
deels verloren te gaan. Veel
landen zijn voor de recon
structie van het verleden voor
het merendeel aangewezen op
archeologisch onderzoek,
want schriftelijke bronnen zijn
er nauwelijks.
Illegaal aan kunst te komen
Kunsthandel:
kunstroof
aan banden
gaat heel gemakkelijk, zo bleek
uit een film van W. van der
Beek op hel symposium. Hij is
hoofd van de faculteit culture
le antropologie van de Rijks
universiteit in Utrecht. Voor
de film was hij als een ware
Sherlock Holmes aan de slag
gegaan om te achterhalen hoe
het gestolen spul in het westen
komt. Als je in een Afrikaans
land wat rondhangt in de lob
by van je hotel, komt al snel
iemand op je af met de vraag
of je geïnteresseerd bent in
kunst. Van der Beek werd
meegenomen naar één van de
vele handelaren. Die had zes
tien mensen in dienst die full
time voor hem aan het spitten
zijn.
Wat ze bóven de grond ha
len, koopt de handelaar en
vervolgens zoekt hij contact
met geïnteresseerden. Kopers
krijgen het advies om het ille
gale kunstvoorwerp in de kof
fer te stoppen, verpakt in veel
kleren. De douane controleert
namelijk alleen de handbaga
ge. Mocht de ambtenaar toch
ergens op stuiten, dan is een
handvol dollars genoeg om de
man of vrouw even een andere
kant op te laten kijken. Soms
lukt het een Westafrikaans
land om illegale kunst te on
derscheppen. De waar krijgt
dan een plaatsje in het muse
um maar ook daar blijkt het
niet veilig. Het komt voor dat
de voorwerpen brutaalweg
worden gestolen, soms met
medeweten en medewerking
van het personeel.
In Nederland is het niet
strafbaar illegaal opgegraven
cultuurgoederen in te voeren
of te verhandelen. De interna
tionale regelgeving die er op
dit gebied bestaat, een Unes-
co-conventie uit 1970, hebben
Nederland en een aantal
Noordeuropese landen nooit
geratificeerd. Nieuwe interna
tionale wetgeving zit er wel
aan te komen, want via de
Unesco-conventie is het bij
voorbeeld niet mogelijk dat
een Afrikaans land zijn gesto
len goederen terug krijgt. In de
nieuwe tekst is daarin wel
voorzien.
Ook de museumwereld is
voor betere wetgeving. Nu al
staan de meeste Volkenkundi
ge musea op het standpunt
dat ze geen illegale kunstvoor
werpen kopen. Ook een ge
schenk waarvan de herkomst
niet honderd procent duidelijk
is, weigeren ze.
Advies: vier Rotterdamse musea moeten samen
ROTTERDAM ANP
Frans de Wit bevestigt zijn hoekstukken aan het Rijksmuseum van Oudheden. Belangstelling had hij genoeg.
van de collectie te komen bekij
ken.
„Een aanwinst voor Leiden",
zo was de algemene mening na-
FOTO'S LOEKZUYDERPUIN
dat de rector magnificus van de stukken officieel waren 'overge- de de schenker, de Vereniging
Leidse universiteit, prof.dr. L. dragen' aan dr. J. Verwers, di- Oud-leiden, 'als een goed huis-
Leertouwer de kunstwerken za- recteur van het Rijksmuseum vader' op de beeldhouwwerken
terdag had onthuld en de hoek- van Oudheden. Verwers beloof- te zullen passen.
De vier gemeentemusea in Rotterdam moeten
worden samengevoegd. Ze moeten een nieuwe
organisatie krijgen, die marktgericht gaat opere
ren. Dat zegt het organisatiebureau Berenschot in
een rapport over de toekomst van de musea: mu
seum Boymans-Van Beuningen, het Maritiem
Museum Prins Hendrik, het Museum voor Vol
kenkunde en het historisch museum het Schie-
landshuis.
Berenschot heeft het rapport gemaakt op ver
zoek van de vier musea, die het onderling niet
eens konden worden over de vraag of, en zo ja
hoe beter onderling kan worden samengewerkt.