achten op Oscar uit Bosnië Wij zijn soort EHBO voor auto's' Student als privé-chauffeur Het Gesprek van de Dag Theo Bakker Mijn man Walenkamp TERDAG 19 FEBRUAR11994 CHEF GERT VISSER. 071-356439 'egenwacht Martin Alderlieste kiest voor avontuur irtin Alderlieste (30) is we- (wacht bij de ANWB. Hij at over auto's alsof het pa- iten zijn. „Kijk", zegt hij, eestal stel ik eerst snel de gnose en dan ga ik aan het •k." Zijn chef Leen Middag .wel in die medische termi- ogie meegaan. „Wij zijn ei- dijk een soort EHBO, maar ivoor patiënten op vier wie- Want je kunt er niks van gen, hoor. Of je nu een nieu- auto hebt of een oude, pech nt zomaar. Ook bij de nieu- Die hebben vaak kinder- jten." elopen weekeinde heeft de •rst goed geoutilleerde WB Wegenwacht in Badhoe- orp, die Zuid-Holland, Drdholland en Texel bedient, behoorlijk voor de kiezen regen. Het vroor weliswaar ir zo'n graadje of zestien ir de oostenwind maakte kleine Noordpool van onze [wegen. Leen Middag geeft nsen het advies om met dit rt weer toch vooral warme aan te trekken. „We >ben de politie afgestuurd op meisje dat bij een praatpaal nd. Haar vriend wilde ergens in bellen en was toen in de ot gestapt. Ze hadden erop trouwd dat anderen ons zou- n waarschuwen dat ze pech dden. Dat hadden die ande niet gedaan. 'Kom toch, jn vriend zit dood te gaan', het meisje." >n Middag is als chef werk- un op de centrale meldka- ;r. Meestal binnen dus. Maar irtin Alderdieste is dag in dag on the roacl. „De mensen n erg blij als je komt. Dat doet ivel goed, ja. Maar bij mensen nog geen lid van de ANWB kom je toch ook wel agres- tegen. Die moeten dan in- 2 ns 185 gulden betalen in C( lats van de 83 gulden en 25 nt voor het normale lidmaat- iap. Maar ze vergeten dat ze n het hele jaar een beroep op el skunnen doen." ooien nemen we nooit aan. zijn een eerlijk korps. Daar iet je niet aan gaan beginnen, tuurlijk zijn er altijd mensen zeggen: 'Ach, maak het nu tntjes, dan hoef ik morgen :t naar de garage. Dan krijg je ee geeltjes.' Maar dat doen niet. Al onze klanten zijn ons ■*1 sn lief. Of het nu een arme igen is of een rijke bink, ze jgen allemaal dezelfde ser- Iet dat vriesweer krijgen de cu's meestal de eerste klap. „Bij mensen die nog geen lid van de ANWB zijn, kom je toch ook wel agressie tegen." Vooral als het auto's betreft die alleen in het weekeinde worden gebruikt, auto's waarvan de ac cu nooit door het rijden wordt opgeladen. Overal zit water in, ook in benzine en olie. En dat water bevriest bij extreme weersomstandigheden meteen. Laatst, tijdens die strenge vorst, stond ik echt even voor een raadsel. Een volledig bevroren carter, de olie werd er gewoon uitgeperst. Maai-je leert in dit vak wel improviseren. Ik kwam een paar dagen geleden een be vroren benzinepompje tegen. Hoe moest je dat oplossen? Ik heb het ding een tijdje voor mijn uitlaat gehouden en toen was het okay." Gevaarlijk „Dit is natuurlijk best een ge vaarlijk beroep. Je staat dan ook vaak met één oog te sleutelen, en met het andere let je op het langsrazende verkeer. Ik ga nooit lang staan sleutelen op de vluchtstrook, probeer het tot een minimum te beperken. Maar er treedt natuurlijk een soort gewenning op voor dat gevaar. Alleen de afwijkende ge luiden hoor je nog. Bijvoorbeeld als er een vrachtwagen met flapperend dekzeil voorbijraast. Een collega van mij is eens meegesleurd door een loshan gend touw. Niet best. Maar we hebben goed reflectiemateriaal achterop de auto. Nee, geen zwaailampen. Want dan zie je niet goed waar de auto staat. Moet je maar eens opletten: als je zwaailampen in de verte ziet, zie je vaak niet of ze op jouw weghelft staan of op de ande re." „Vroeger was het zo dat de we genwachtauto's vóór de auto van de pechklant gingen staan. Maar vaak deed de verlichting van zo'n auto het niet en dat was erg gevaarlijk. Nu hebben we dus de instructie gekregen om achter de pechauto te gaan staan, zodat het achteropko mend verkeer ons goed kan zien. Maar je kunt nog zo veilig werken als je wilt, er is altijd wel weer een gek die niet oplet, die in zijn auto een sigaret opraapt en dan net even de vluchtstrook meepakt." De chef van Alderlieste weet van dat gevaar mee te praten. „Een van onze mensen heeft zo eens een been verloren. Van achteren knalde er ineens een wagen op de pechauto. De auto van ons stond ervoor en de we genwacht bevond zich tussen die twee auto's. Nog een geluk dat hij een trekhaak had, anders had het hem zijn beide benen gekost. Dat been lag er echt af. De pechklant was ook aangere den en lag te brullen. Hij had al leen zijn been gebroken. Onze monteur was heel nuchter. Hij had zijn been zelf afgebonden met zijn broeksriem." Martin Alderlieste: „Je hebt ook een zekere verantwoordelijk heid voor de pechklant. Mensen gaan meestal meteen staan uit leggen wat eraan mankeert. En daarbij lopen ze zomaar over de doorgetrokken streep heen. Dan neem ik ze eerst even mee naar de kant en zeg ik: zo, vertel het nu maar eens, meneer." „Je komt soms echt voor vreem de situaties te staan en dan niet alleen technisch gezien. Ik heb wel eens een pechauto gehad FOTO BEN DE BRUYN waarin ze allemaal bezopen wa ren. De chauffeur kon niet meer uit zijn woorden komen. Het was in Zoeterwoude en hij wilde dat ik hem naar Amsterdam sleepte. Er was niet tegenop te praten. 'Okay', zei ik. 'Even de sleepkabel pakken'. Toen ben ik achter mekaar weggereden. Je kunt niet met ze gaan redetwis ten want dan wordt het van kwaad tot erger." Aanval „Laatst op de vluchtstrook voor hel Shell-station in Leiderdorp had ik weer zoiets raars. Er stond een auto op de vlucht strook. Toen ik eens keek zag ik dat er een echtpaar in aan het vechten was. Ik liep er voorzich tig naar toe en wat bleek? De vrouw had een hyperventilatie- aanval gekregen en de man was hadr aan het kalmeren. Ik dacht dat ze slaande ruzie hadden. Maar dit zijn uitzonderingen. Ik heb een avontuurlijk beroep maar gelukkig zit dat avontuur meestal in de technische pro blemen die je tegenkomt." CEES VAN HOORE dat u dit artikel onder ogen om half tien zaterdagoch- id. Dan duurt het nog precies dagen en twee uur voordat Idaat Oscar de Graaf uit Lei- n op Schiphol landt. De irijver dezes moest daar even or rekenen, maar Simon de aaf, had het desgevraagd zo zijn mouw kunnen schud- in. „Nog elf dagen en twintig zegt hij donderdagmiddag nhalfvier. „Ik leef nu niet it de dag. Ik leef met het mon is de vader van Oscar en vredestaak van Oscar, die is ilegerd in Vitez vlak bij Saraje- zit er bijna op. Vandaar dat jn vader om de haverklap naar Jij jn klokje tuurt. Dat is nu een- :ei taal het tragische lot van ou- nd ers wier kinderen in het voor- lalige Joegoslavië zijn gele- oe erd, weten hij en zijn vrouw -ei inny. ivefjmag graag naar de foto van zoon kijken die heel strate- sch naast de kleurentelevisie gezet. „Die hebben we laten - laken van een foto uit het al- urn. Hij had toen net zijn op- iding voltooid. Toen was het luk. Dat kan ik nou niet meer ggen." orgen loopt immers het ul- latum aan de Serviërs af en irdt het duidelijk of er lucht- uivallen komen of niet. Dat irhoogt de onzekerheid in hui- De Graaf. Simon probeert ch groot te houden. „Voor een ombardement ben ik niet a ang. Hij zit dan in een schuil- Mder en daar kan een tank .-'erheen rijden, zonder dat er at gebeurt. Nee, waar het mij gaat is of hij naar huis kan. Ifmoet hij misschien wachten >tde bombardementen zijn af topen? Als er gebombardeerd ordt." Is er dit, als er dat. Simon en inny weten niet meer wat ze loeten denken. Want telefoon- erkeer met Vitez is niet moge- ik. „Ja, op papier mag hij één i eer per maand een paar minu ut naar huis bellen", zegt Jen- „Dat had deze week moeten 'jn. We hebben niets gehoord, 'ij zal wel op pad zijn met zijn Nog tien dagen en twee uur en dan is hij weer thuis. Tot zo lang moet het echtpaar De Graaf het met de foto's van Oscar doen. viertonner. Brieven en kaarten bieden evenmin veel troost. Ook het postverkeer met het voormalige Joegoslavië verloopt niet naar wens. Er ligt sneeuw in Vitez, maar wat schrijft Oscar op zijn laatste kaart? Dat het twintig graden boven nul is en dat-ie lekker in het zonnetje ligt. De kaart is dan ook al een week of twee oud, maar hij plofte pas donderdag op de deurmat van de familie De Graaf. 'Er is hier niks aan de hand', staat er ook op de kaart ge schreven. Met een dikke streep onder niks. „Maar ook als hij nu zou opbellen en hetzelfde zou zeggen, geloof ik dat nog niet", zucht Jenny. „Hij wil ons na tuurlijk niet ongerust maken. Dus zegt hij dat soort dingen." De televisie die bijna dag en nacht aanstaat kan de onzeker heid ook niet yvegnemen. Euro- news en CNN, ze leveren snel het laatste nieuws, maar het zijn natuurlijk geen Nederlandse zenders. Dus is er weinig nieuws over de Nederlanders die zijn gelegerd in het voorma lige Joegoslavië. „Maar als er wat gebeurt met de Nederlan ders, als er gewonden zijn bij voorbeeld, kunnen wij meteen naar Den Haag bellen met de vraag of Oscar daar bij zit", zegt Jenny. „Ze kijken het na, en dan krijg je direct antwoord. Zij heb ben daar wél een directe verbin ding met Vitez." Simon en Jen ny de Graaf niet. Wat biedt er dan nog troost? „Al die mensen die vrageruhoe het met hem gaat", zegt Simon. „En die vragen hoe het met ons gaat. Iedereen leeft met ons mee. En met Oscar." Hij weet ook zeker dat Oscar op zijn beurt zich verheugt op zijn terugkeer naar Nederland, op een weerzien met zijn familie en zijn vrienden. Die trekken, FOTO HIELCO KUIPERS gewapend met spandoeken, op 1 maart in groten getale naar Schiphol om Oscar te verwelko men, waar hij om half twaalf 's middags aankomt. „Ook al zegt hij dan niet zo veel, het raakt hem wel degelijk. Wat dat be treft is het precies zijn vader." Jenny haalt nog even een dik boek met foto's tevoorschijn en het kranteknipsel van het inter view met haar zoon in het Leidsch Dagblad. Voorlopig moeten ze het daar nog even mee doen. Hoe lang nog kunt u inmiddels zelf uitrekenen. HERMAN JOUSTRA. Er zwerft een man door de straten van Leiden. Hij pos teert zich langdurig bij koffie shops, scholen, kerken en slij ters. De geheimzinnige zwer ver is zwaar in cognito, maar iedereen die de Leidse politiek volgt, herkent in de notities makende, in een zwarte cape gehulde schim moeiteloos wethouder Walenkamp. Walenkamp is mijn man. Hoe standvastigheid heeft hij niet zijn plan verdedigd om de bin nenstad autoluw te maken. En nu toont hij zich opnieuw een daadkrachtig bestuurder, want hij gaat als eerste de verloede ring van onze stad te lijf. Niet in theorie, nee, hij zwerft, kijkt, loert, noteert, bedenkt gehei me taktieken en trekt ten strij de tegen linke koffie en nog veel meer. Wethouder Walenkamp is op gaan letten en heeft gezien dat 'vrij jonge kinderen' koffie shops bezoeken waar hasj wordt verkocht. Dat kan niet langer 'gedoogd' worden. Te recht stelt hij: „Ik ben bang voor een cultuurtje, waarin je niet normaal bent als je niet mee doet." Wie durft dit soort verschijnselen nog bij naam te noemen en ernaar te streven om in één klap alle 'mee doen cultuurtjes' uit Leiden te ban nen? Walenkamp nestelt zich ook bij scholen. Omdat hij het ver moeden heeft, dat 'vrij jonge kinderen' jaren lang worden geschoold in 'mee doen' aan de samenleving. Geschoold tot weer een volgende generatie burgers die ons systeem in tact houdt van vroeg opstaan, je 'passend' kleden, in de file staan en braaf werken tot er geen AOW meer voor je over is. Walenkamp gaat daar wat aan doen. Bij kerken is zijn zwarte cape eveneens waargenomen. Om dat hij vermoedt dat nog 'vrij jonge kinderen' er worden aangezet tot leven volgens het ouderlijk geloof en niet de kans krijgen uit te groeien tot evenwichtige volwassenen die zelf een levensovertuiging kie zen. Walenkamp vreest dat de jeugd in de kerken verslaafd raakt aan de 'hard drugs' van schuld en boete, aan die ene vlucht uit alle ellende, waar van ze hun hele leven niet meer afkunnen kicken. Ook daar moet wat aan gedaan worden, vindt hij. En tenslotte zijn de slijters in Leiden het voortbestaan van hun nering niet meer zeker. Eerst dachten ze nog dat San- deman persoonlijk zijn handel kwam afleveren. Maar toen de cape bleef staan, wisten ze dat het fout zat. Cape stond daar maar en zette in zijn notitie boekje niet alleen een turfje bij iedere 'vrij jonge bezoeker', maar ook bij elke bezoeker aan wiens hoofd viel af te le zen, dat hij bij de slijter zijn hele leven al kind aan huis is. Walenkamp wil voorkomen dat jongeren 'mee gaan doen' met het cultuurtje waarin al cohol een geaccepteerde her sencelvernietiger is. Hij zou als wethouder ook het liefst zien, dat het hele college, met bur gemeester Goekoop voorop, zich tot geheelonthouder be keerde. De koffieshops, de scholen, de kerken, de slijters, het college, zij alle vrezen de geheime tak tieken die mijn man Walen kamp aan het uitdenken is om ervoor te zorgen dat er in de wereld en om te beginnen in Leiden een cultuurtje ontstaat, waarin het normaal is als je niet mee doet. Het is even voor zeven uur in de ochtend. Paul ketent zijn fiets aan een lantaarnpaal en haalt de autosleutels tevoorschijn. De student stapt vervolgens in de luxe, zeer bovenmodale perso nenwagen en start de motor. Klokslag zeven uur zwaait de deur op nummer 17 open. De bewoner snelt zich naar de au to, groet Paul, neemt plaats op de achterbank en duikt achter zijn ochtendkrant. Vandaag gaat de reis naar Brussel. Het verhuren van chauffeurs tonder auto is in enkele jaren tijd een florerende bedrijfstak geworden. Aan de wieg van het succes stond het bedrijf Rent-a- driver in Den Haag. Begonnen in 1990 en inmiddels het groot ste verhuurbedrijf in de Bene lux, zo wordt trots gemeld. On geveer 100 chauffeurs zoeken via deze Haagse onderneming elke week hun weg door Neder land en omstreken. Rent-a-driver werd opgericht omdat mensen met een top- baan en bijbehorend salaris steeds minder hun tijd willen verdoen met zelf achter het stuur te zitten. „Je neemt toch ook een typiste, terwijl je dat werk eventueel zelf kunt doen", redeneert directeur Floris Wuyers: „Een chauffeur in vaste dienst is niet efficiënt. Die staat te vaak op non-actief en kan ziek worden. Wie met ons werkt, hoeft alleen te betalen als de chauffeur daadwerkelijk no dig is." Netjes Het Haagse bedrijf verhuurt vooral chauffeurs aan topamb tenaren bij de overheid, aan be langrijke zakenmensen en aan de showbizzgezichten. De stu denten die bij het bedrijf zijn aangesloten moeten minimaal een dag per week beschikbaar zijn en netjes gekleed gaan. Netjes, maar niet netter dan de cliënt. „Belangrijk is dat de cliënt de chauffeur kan vertrou wen en dat de bestuurder een solide weggebruiker is. Achterin moet wel gewerkt kunnen wor den." Olaf Kerstens, vijfdejaars rech tenstudent in Leiden, laat zich al vanaf 1989 inhuren als privé- chauffeur. „Eerst voor een Leids bedrijf, Executive Private Chauf feur. Maar toen de initiatiefne mers waren afgestudeerd, heb ben ze de zaak doorverkocht aan rent-a-driver", zegt hij. Als hij werkt, heeft hij vaak vijf rit ten op een dag. De kosten voor de klant bedragen veertig gul den per uur met een minimum van vier uur. Dame In veel gevallen zijn het zaken lui die zich door Kerstens laten vervoeren maai-, zegt hij: „Ik heb ook een dame als klant, die nogal slecht ter been is en zich door mij laat vervoeren in haar Peugeot 205. Dat is echt dank baar werk." Het zijn vaak lange dagen, bijvoorbeeld om twaalf uur 's nachts nog iemand vanuit Groningen naar huis brengen. „In dat soort gevallen slik ik druivesuiker. Een trucje om wakker te blijven. Want je kunt de verwarming niet laag zetten, je kunt niet gaan zeuren." „Van het wachten word je moe. Hoewel je in de tussentijd soms lekker kunt studeren. Dan breng je iemand naar een bedrijf en kan je zelf in de kantine of in een kantoortje achter je boeken kruipen. Bij de korte ritjes is het meestal een goed boek", aldus Kerstens. Rijstijl Te hard rijden doet Kerstens niet. Sowieso is een rustige rij stijl vereist, de klant wil door werken als de auto een bocht neemt. Maar ook op de rechte stukken houdt Kerstens zich bij voorkeur aan de maximum snelheid. „Het is me nooit ge vraagd om 180 te rijden", zegt de Leidse student. „Dat doe ik ook niet want de boete is voor mij. Ik zorg er verder altijd voor dat ik op tijd bij mijn klant ben. Je kunt het natuurlijk niet ma ken om te laat te komen." Discreet blijft hij, die Kerstens. Al hoort hij in de auto vaak be langrijke gesprekken en ver voert hij veelal gewichtige men sen, wat er besproken wordt houdt hij voor zich. „Ik mag niets vertellen, ook niet wie ik vervoer", legt hij uit. „Zelfs on der vrienden houd ik mijn mond." ANNET VAN AARSEN Reacties en suggesties voor "Gesprek van de Dag" Telefoon 071-356441 of Postbus 54,2300 AB te Leiden Bruikbare tips worden beloond met een cadeaubon van 25 gulden.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1994 | | pagina 17