Overspannen
docenten
in de leer
Stolwijkse kaas
ZATERDAG 12 FEBRUAR11994
„De gedachte die jou zo belemmerde is nu meegenomen door de zee. De zee neemt ze allemaal mee." Leerkrachten op ontdekkingsreis.
FOTO ANNETTE VLUG
Twee kilometer buiten XANDRAFE"E'
het plaatsje Lochem
ligt het
on tspann i ngscen trum
'Ruighenrode',
verscholen tussen het
woud van de
Achterhoek. De plek
waar overspannen
leerkrachten weer tot
zichzelf kunnen
komen. Met overdekt
zwembad, bubbelbad
en sauna en faciliteiten
voor massage.
Maar er wordt ook
hard gewerkt om er
achter te komen wat
de docent(e) nodig
heeft om de draad
weer op te pakken.
Het ontspanningscentrum Ruig
henrode boert goed. Er wordt
een nieuwe unit bungalows ge
bouwd, die zo te zien voor de zomer klaar is.
Hier komt een volwassen park waar week
eind-arrangementen de gasten rust, natuur
en een goed gevulde maag bieden.
In één van de zalen van 'Ruighenrode' is
een groepje leerkrachten achter tafeltjes bij
een. Trainster drs. Elly Rijdes zit klaar om het
gezelschap mee te nemen op ontspannings-
reis.
„Ontspan. Zorg dat de voeten goed op de
grond staan en ga nu overal de spanning uit
het lichaam halen. Zorg eerst dat de ademha
ling diep in de buik zit. Vijf tellen inademen
en vijf tellen uitademen." De meesten heb
ben dan al hun ogen dicht. „Nu neem je eerst
je linkerhand en laat de spanning er uit stro
men. Laat je hand maar rustig hangen. Ver
volgens voel je de spanning in je rechterhand
en laat de spanning daar gaan. Hetzelfde doe
je met je benen, je schouders, je middenrif.
Laat de spanning die je voelt, los. Nu je ge
zicht. Voel de spanning in je wangen en laat
't gaan. Ook bij je wenkbrauwen zit spanning
.en die laat je los. Nu je zo heerlijk ontspan
nen bent, neem ik je mee naar een warme
dag aan de zee. Je voelt de zon, die je ver
warmt en het zeewater dat kabbelt om je be
nen. Je schrijft met een stok een gedachte die
je steeds maar bezighoudt in het zand. En
kijk wat die gedachte voor je wil doen. Er
komt een golf, en die spoelt de gedachte uit:
De gedachte die jou zo belemmerde, is nu
meegenomen door de zee. Vervolgens doe je
dat met gedachten waarvan je maar niet los
kunt komen. De zee neemt ze allemaal mee.
Daarna geef ik jullie tien tellen de tijd om
weer rustig hier terug te komen."
Lerares Jolanda Smit (41) bekent na afloop
van de ontspanningsoefening dat ze geen ge
dachte in het zand heeft geschreven. „Ik had
ze gewoon niet. Dat komt omdat ik de afgelo
pen twee dagen hier zo intensief heb ge
werkt. Ik ben helemaal leeg. Maar dat geeft
me juist een goed gevoel."
Begeleiding
Het Landelijk Centrum Stressmanagement,
waarvan het hoofdkantoor is gevestigd in
Utrecht, richt zich op voorkomen en bestrij
den van stress in het onderwijs. Het begeleidt
langdurig zieke leraren en leraressen, die
weer aan het werk willen. Het centrum geeft
ook-groepsgewijs trainingen in scholen om
teams te leren stress te onderkennen en er op
een gezonde wijze mee om te gaan. Daar
naast zal vanaf dit jaar voortaan maandelijks
in het Lochemse 'Ruighenrode' drie dagen
training en ontspanning worden geboden
aan docenten die door hun werk zijn opge
brand. Bezoek aan de sauna en een massage
sessie vormen onderdeel van het trainings
programma.
Trainster Elly Rijdes, pedagoge en werk
zaam bij het Algemeen Pedagogisch Studie
centrum (APS) in Utrecht, kent de onderwijs
wereld van verschillende kanten. Ze heeft
een universitaire opleiding, stond voor de
klas, en heeft zich ingezet voor leerlingenbe
geleiding; Na zes intensieve jaren, is ze offi
cieel NLP-trainer, wat staat voor Neuro Lin
guïstiek Programmeren. „Dat is hetzelfde
waar Emiel Ratelband met zijn boek en het
lopen over vuur zo bekend mee is geworden.
Alleen, ik gebruik het geheel anders. Emiel
Ratelband laat mensen hun grenzen over
'Tijd': de grote vijand in het onderwijs
schrijden op een spectaculaire manier. Dat
doe ik juist heel bewust niet omdat ik vind
dat je daar niets mee opschiet. Ik gebruik wél
hetzelfde principe: uitgaan van de beleving
van ervaringen, maar ik laat de mensen en
hun persoonlijkheid zoals die is. Ik laat men
sen ook hun grenzen die ze hier mee naar
toenemen overschrijden, maar dan gerela
teerd aan alledaagse ervaringen. Ik leer ze om
ervaringen die ze dwars zitten op een andere,
positieve manier te beleven."
Tijd als vijand
Een van die ervaringen is dat leraren die
langdurig onder hoge werkdruk staan, tijd als
hun grote vijand beschouwen. Ze hebben
nooit genoeg tijd, het ontbreekt hun altijd
aan de ruimte om alles te doen wat ze zich
zelf ten doel hadden gesteld. Rijdes leert daar
anders over te denken. „Tijd is je grote
vriend. Hij blijft je altijd trouw en hij zal je
nooit verlaten. Hij gaat wel rustig door, altijd.
Je kunt je grote vriend daarin volgen." Daar
hoort bij, dat leerkrachten die overspannen
raken, vaak te hoge eisen aan zichzelf heb
ben gesteld.
Daarover kan lerares Jolanda Smit meepra
ten. Ze is vanaf de herfstvakantie ziek thuis.
Het ging niet meer, ze raakte volkomen over
haar toeren. „Ik kreeg 's zondags al een wee
en misselijk gevoel in mijn buik omdat ik 's
maandags weer naar school moest. Tegen de
tijd dat de vakantie voor de deur stond, was
ik compleet op. Zó verschrikkelijk moe... En
dan die hoofdpijnen. Altijd een weekeind vol
hoofdpijn."
Haar overspannenheid ziet ze als een com
binatie van factoren. Maar de allerbelangrijk
ste vindt ze zelf dat ze te lang heeft vastge
houden aan te hoge verwachtingen van haar
klas. „De leerlingen van nu zijn niet meer de
leerlingen van tien jaar geleden. Wat ik toen
met een klas kon bereiken, lukt nu niet meer.
En dat heb ik mezelf niet willen toegeven."
Ze studeerde Duits en haalde daarna haar
onderwijsbevoegdheid. Als kersverse docente
begon ze op een school voor lager beroeps-
onderwijs. Na twee-en-een-halfjaar maaktp
ze de overstap naar de MEAO (parttirpe) en
in 1980 begon ze (ook parttime) op een
MAVO-HAVO. Kort daarna kreeg ze een 18-
urig lespakket aangeboden op de MEAO.
De eerste verschijnselen van werkstress de
den zich bij haar voor toen drie jaar geleden
de school in een fusie betrokken raakte. Ze
was er haar carrière begonnen met zo'n 150
leerlingen in totaal. Door de fusie kreeg ze te
maken met 900 leerlingen, en sinds een nog
recentere fusie met 2500. „Ik begon in een
jong en enthousiast team: ik was toen zelf
ook jong. Nu is iedereen bij ons zo rond de
veertig of ouder. Er leeft niet meer zoveel en
thousiasme als vroeger."
Tja, je staat voor de klas en als je naar de
toekomst kijkt zie je geen, of weinig andere
mogelijkheden dan louter les blijven geven.
Dat-voelt als een zware druk."
Ik word nu ook veel geconfronteerd met
privé-situaties van leerlingen waar ik tien jaar
geleden nooit mee te maken had: problemen
van moslim-meisjes, gokverslaving, pogingen
van leerlingen om zelfmoord te plegen. Ik
neem dat allemaal mee naar huis, ben daar
dan over aan het nadenken, en kan het ge
woon niet goed van me afzetten."
De grootste klap kwam toen ze hoorde dat
ze vanaf het nieutoe schooljaar naast Duits
ook Engels moest gaan geven. „Ik had wel
eens gezegd dat wanneer er uren over waren,
ik best Engels er bij wilde doen. Maar dat was
lang geleden. Opeens had de directie voor
het nieuwe schooljaar besloten mij in te
schakelen voor Engels. Maar ik heb daar geen
bevoegdheid voor, en ik spreek het alleen op
vakanties."
Gelukkig is mijn man docent Engels. Met
hem heb ik weekeinden achtereen zitten oe
fenen en lessen voorbereid. Maar ik was er zó
verschrikkelijk gespannen -door dat het in de
eerste de beste les al helemaal fout ging. Een
leerling vroeg wat het woord regel in het En
gels is. Ik kon er met de beste wil van de we
reld maar niet opkomen. Opeens werden de
leerlingen voor mijn gevoel heel vijandig te
gen me. Het maakte me ontzettend onzeker
voor de klas en dat werd ik zelfs ook in mijn
eigen vak Duits..."
Haar bedrijfsarts adviseerde haar een tijd
thuis te blijven. In de krant van de onderwijs
bond ABOP las ze een advertentie over het
kuuroord voor overspannen leraren. De di
rectie van haar school was bereid een deel
van de kosten de trainingen kosten in to
taal 1875 gulden te betalen. Een sociale
verzekeringsinstelling nam het andere deel
op zich. Ze is na afloop van de trainingen po
sitief. „Het heeft me geholpen in te zien waar
mijn problemen liggen. Ik zal minder perfec
tionistisch moeten worden en moeten uit
gaan van wat ik zélf kan."
Leraar Ron Donkers (49 jaar) beschikte
over onuitputtelijke energie. Althans, dat
dacht de directie van zijn school. Zijn hele
onderwijsleven volgde Donkers in de
avonduren cursussen en bijscholing. Naast
lesgeven op de MTS (7000 leerlingen, ruim
200 leraren) in technische vakken, nam hij er
allerlei taken bij. Begin vorig jaar merkte hij
dat het allemaal niet meer zo lekker ging.
„Ik werd verschrikkelijk moe, voelde dat de
rek eruit was en raakte daardoor heel ge
spannen. Ik dacht: ik moet nu echt gas gaan
terugnemen. Ik ben op. Ik heb toen een brief
gestuurd aan de directie met het verzoek mij
alleen nog maar les te laten geven en mijn
andere taken aan een ander over te dragen."
Er is nooit een duidelijke reactie van de di
rectie gekomen.
Een maand later werd Donkers getroffen
door een lichte hartaanval. Onderzoek wees
uit dat er geen lichamelijke oorzaken waren.
Door de stress raakte zijn hart verkrampt.
„Als je dat hoort, schrik je je natuurlijk te
pletter. Ik ben veel te lang te zwaar belast ge
weest."
Nadat hij ziek thuis bleef, heeft hij nooit
iets vernomen van de directie. „En dan
breekt een hele sombere, donkere tijd aan. Je
wereldje wordt erg klein. Na een poos ga je
voorzichtig weer wat ondernemen. Ik ben
collega's gaan bezoeken die in 't zelfde
schuitje zaten. Ik kreeg van iemand de tip om
bij het plaatselijke Groene Kruis een cursus
stressbeheersing te volgen
Toen las hij in de liant over het bestaan
van het Landelijk Centrum Stressmanage
ment. Hij kaartte het aan bij de geneeskundi
ge dienst, die de schooldirectie bereid vond
de kosten op zich te nemen.
Over een paar weken begint Ron Donkers
weer met lesgeven, een paar uur in de week.
„Ik ben me er de afgelopen dagen in de trai
ningen bewust van geworden dat ik te veel
van mezelf, en ook van de leerlingen heb ge
ëist. Ik denk dat ik ze in de les veel te vaak
overvoerde met informatie. Ik neem mezelf
voor eens wat vaker mijn mond te houden
als ik voor de klas sta. De confrontatie met de
stilte aangaan. Kijken wat dan gebeurt."
Eisen
Over een maand wordt in Lochem een terug-
kom-dag gehouden waar de leerkrachten
kunnen vertellen hoe het ze in de tussenlig
gende periode is vergaan en wat ze van het
'kuuroord' hebben geleerd. Iedereen stelt
zich voor de komende tijd een gericht en
vooral concreet doel voor ogen. Jolanda Smit
heeft zich voorgenomen iedere ochtend wan
neer ze de krant op bed heeft gelezen een
taak te verrichten, zoals bijvoorbeeld een las
tig telefoontje of de afwas.
Trainster Elly Rijdes: „Er zijn altijd leer
krachten die ongelooflijk veel doen binnen
de school. En dat zijn degenen die door nie
mand worden beschermd. Ze hebben een
verwachtingspatroon gecreëerd. Dus als er
iets moet worden gedaan, wordt dat hun ge
vraagd."
Een mate van stress, stelt ze, is nodig om
tot prestaties te komen. Maar wanneer stress
de overhand krijgt, gaat het fout. „Het onder
wijs vind ik niet ziekmakend. Maar het is wel
een plek waar mensen die niet geleerd heb
ben goed met werkdruk om te gaan, vast lo
pen. Daar komt bij dat leerkrachten absoluut
niet gewend zijn om kritisch naar zichzelf te
kijken. Ze moeten altijd op de ander, de leer
lingen, letten."
„Vroeger telde voornamelijk de kwaliteiten
van iemand voor de klas. Nu kom je er daar
niet meer mee. Je moet tegenwoordig een
scala aan vaardigheden in huis hebben om je
in je werk staande te houden. De generatie
leerkrachten die al langer in het vak zit, heeft
dat nooit geleerd.
(Om reden van privacy zijn de namen van de
leerkracl i ten gefi ngeerd).
Stolwijkse kaas, daar ben ik dol op.
Belegen Stolwijkse kaas, niet te jong
en niet te oud, er is weinig wat
daaraan tippen kan. Ik weet niet
wat ze ermee doen; het is gewoon
een Hollandse boerenkaas. Of het
nu komt door speciale Stolwijkse
koeien, of door een patent van Stol
wijkse boeren, in ieder geval is Stol
wijkse kaas onvergelijkbaar. Ik koop
het iedere week.
Voor onze taal is Stolwijkse kaas niet erg
belangrijk, voorzover ik weet. Maar ik
heb er wel iets geks door meegemaakt. Ik
zal proberen het uit te leggen. Stolwijkse
kaas is een heel gewone benaming, zou je
zeggen. Ik kan dat duizend keer zeggen en
ik weet op de markt bij de kaasboer precies
wat ik hebben wil. Totdat ik bij de kaas-
kraam sta en aan de beurt ben. Dan kan ik
er ineens even niet opkomen. Ik sta te hak
kelen, en moet dan maar omschrijven wat
ik wil hebben. Van die boerenkaas uit... Hoe
heet het ook alweer?Van die kaas die ik
iedere week heb. Dat laatste maakt het er
niet beter op: als je het iedere week koopt
en nog steeds niet weet hoe het heet, moet
je wel heel onnozel zijn. Soms heb ik geluk
en zie ik zo'n kaas liggen. Dan kan ik hem
aanwijzen en rustig zeggen: 'Geeft u maar
een pondje van die daar'. Maar als ik hem
niet zo gauw zie liggen, en dus moet zeggen
wat ik wil, dan gaat het mis. Het is me
meermalen overkomen dat ik in arremoe
maar wat anders aanwees, een middelmatig
kaasje, dat niet kan tippen aan mijn Stol
wijkse kaas. En het gekke is: zodra ik weg
ben en weer naar huis fiets, dan schiet het
me weer te binnen. Juist, Stolwijkse kaas, zo
heet dat. Ik ben dan geneigd om terug te
gaan en triomfantelijk te roepen: 'Ik weet
het weer, het was Stolwijkse kaas die ik had
willen hebben!' Maar ik doe het niet, want
ze houden me daar toch al voor een onno
zelaar. Bovendien ben ik bang dat ik het op
nieuw niet zal weten als ik daar weer sta.
Want het is iedere week hetzelfde liedje.
Thuis weet ik het nog en kan ik het zo zeg
gen, bij de kaasboer weet ik het niet, en
daarna weer wel. Ik heb wel eens een spiek
briefje gemaakt, of het in de palm van mijn
hand geschreven, zodat ik stiekem even kon
kijken.
Ik heb dat niet altijd gehad. Er is een tijd
geweest dat ik zonder blikken of blozen,
zonder het zweet in mijn handen, gewoon
Stolwijkse kaas kon kopen, net als iedereen.
En het gekke is, dat het ook weer overgaat.
Na jarenlang tobben met spiekbriefjes en
onderweg oefenen (steeds, van voordeur tot
kaaskraam, bij jezelf zeggen: Stolwijkse
kaas, Stolwijkse kaas, Stolwijkse kaas...), is
het een half jaar geleden ineens, van de ene
week op de andere, overgegaan. Tegen
woordig heb ik er geen moeite meer mee.
Zonder hulpmiddelen kan ik nu zomaar
Stolwijkse kaas kopen. Ik flap het er nu zo
uit, zonder problemen.
Maar het verbaast me wel. Ik begrijp er
niets van, waarom ik soms bij bepaalde
woorden, in bepaalde situaties, er niet op
kan komen. Ik kan dan van te voren al zeg
gen dat ik er straks, en daar, niet op kan ko
men. Een hele tijd geleden heb ik dat gehad
met de naam van de filosoof Wittgenstein.
Ik had verschillende boeken van hem gele
zen, ik kon de titels zelfs noemen, ik kon
vertellen dat hij had samengewerkt met
Bertrand Russell en dat hij overleed in 1951,
en zo nog wat meer. Maar als het eens no
dig was, kon ik prompt niet op zijn naam
komen. Dat heb ik jarenlang gehad, totdat
het op een gegeven moment ineens over
was. Tegenwoordig kan ik weer zonder
mankeren de naam Wittgenstein zeggen.
Dat is natuurlijk allemaal erg persoonlijk.
Waarschijnlijk heeft iedereen wel van
die namen waar je steeds niet op kunt ko
men. Je weet niet waarom. Misschien moet
ik wel bij de psychiater op de divan om daar
te ontdekken dat ik diep in mijn hart de be
geerte heb de dochtervan de kaasboer te
verkrachten, of dat ik in mijn onderbewuste
Wittgenstein associeer met mijn vader die
ik als een moderne Oedipus uit de weg wil
ruimen. Zonder divan zal ik er wel nooit
achterkomen. En het is net niet belangrijk
genoeg, want verder ben ik tamelijk nor
maal, geloof ik.
Tegenwoordig heb ik weer zoiets met een
dorpje even bezuiden Zwolle, waar goeie
vrienden wonen. Ik ben er al vaak geweest.
Maar als ik u moet vertellen hoe dat dorpje
heet, moet ik de Bosatlas pakken, want ik
kan er even niet opkomen.