BIJVOEGSEL ZATERDAGS Weinig grip op clandestien kamerverhuur in Leiden 'Bij brand vallen hier twaalf doden' ZATERDAG 12 FEBRUAR11994 Discussie over brandveiligheid laait weer op 'Als hier brand uitbreekt, val len er twaalf doden", zegt de pessimist onder de bewoners van een studentenbuis aan een van de Leidse winkelstra ten. De optimist houdt het er op dat er ('Zolang we gezond zijn, fit, en niet stijf staan van de slaap') ontsnappingsmo gelijkheden zijn. „Gelukkig was ik vroeger op school al tijd goed in apekooien", zegt hij, wijzend op de wankele muurtjes waarlangs hij bij brand moet ontsnappen. „Verzekeringsmannen die hier komen, schrikken zich dood. Maar ja, dan hebben ze al andere panden van de huiseigenaar verzekerd en dan doen ze dit er maar bij", hebben de bewoners begre pen. Toch is er wel wat verbeterd, de afgelopen jaren. Her en der hangen brandblussers in het uit drie huizen en ontel bare gangen en opstapjes be staande pand. En dè meeste brandblussers doen het nog ook. De gasbuizen lopen niet meer zo vreemd als in de tijd dat de eigenaar nog zelf klus te. En de elektrische snoeren liggen niet meer overal open en bloot, zodat het aantal ontploffende lampen is te ruggelopen. Maar waarom heeft de keu ken afzuigkap noch raampje en waar zijn de brandweren de deuren? Daar moet de brandweer toch op letten? „Ach, als die het huis weer eens afkeurt, wordt het ge woon weer doorverkocht en begint de nieuwe eigenaar weer van voren af aan", meldt een van de twaalf stu denten. Alleen het laatste jaar heeft het huis al drie keer een nieuwe eigenaar ge kregen." Daar komt nog bij dat het pand zoveel hoekjes, volge bouwde binnenplaatsjes, wankele muren en dakgoten telt dat brandtrappen 'onmogelijk aan te brengen zijn'; „Het is gewoon een oud rothuis." Een huis ook vol riet (onder de gestucte pla fonds) en hout; sommige ka mers zijn niet meer dan ver edelde dakkapellen. Hoewel de gebreken de nieu we huurder onverbiddelijk tegemoet grijnzen, heeft geen bewoner geaarzeld bij het tekenen van het huur contract: „Je kijkt vooral wie in zo'n pand wonen en of je de kamer kunt betalen." Goedkoop zijn de vertrekjes niet. Voor de piepkleine ka mertjes aan de steegkant, vraagt de eigenaar een hum- van 325 gulden per maand. De luxe kamer aan de voor kant, met dichtgeschroefde ramen, komt op 475 gulden. Net zo duur als de kamers van de Stichting Studenten huisvesting. Maar die lijken wel in orde. Toch willen ze niet klagen. „Hier tegenover hebben ze niet eens touwtjes om via de ramen te ontsnap pen als er brand is", zegt de zolderbewoner. Van de ongeveer duizend bij de brandweer bekende studenten panden in Leiden voldoet de helft 'niet aan de voorschriften van brandveilig heid. Aldus berichtte de brandweer nadat af gelopen zondag twee kamers in een studen- tenpand aan de Vrouwensteeg volledig waren uitgebrand. Opmerkelijker nog was de mede deling dat een groot aantal adressen waar ka mers worden verhuurd, niet eens bekend is bij brandweer en gemeente. Er bestaan in Leiden illegale studentenpanden: huizen waarin veel studenten samenhokken, die niet geregistreerd staan en die zeer waarschijnlijk ook niet voldoen aan de voorschriften van brandveiligheid. De eigenaren van de illegale studentenhui zen verbouwen zonder vergunning en verhu ren hun kamers vaak tegen woekerprijzen. Ze profiteren op een laakbare manier van de ka- mernood in Leiden. Een beter voorbeeld van de gevaren van deze misstand dan de brand in de Vrouwensteeg is nauwelijks te beden ken. Zeven studenten woonden boven café De Pijpenla in een pand, dat nergens als stu dentenhuis geregistreerd stond en dat aan geen enkele eis van brandveiligheid voldeed. Zouden er mensen tijdens de brand op hun kamers zijn geweest, dan hadden die onmo gelijk uit de vuurzee kunnen vluchten. Het bestaan van het illegale circuit is niet nieuw. „Het is er altijd geweest en zal ver moedelijk ook altijd wel blijven bestaan", zegt hoofd T. Rasser van de afdeling bouw en woningtoezicht. „De markt van kamerver- huur is dynamisch, wisselt sterk. Vandaag verdwijnt er een pand, morgen komen er weer een paar bij. Er is bijna geen vat op te krijgen." Hoe weinig grip gemeente en brandweer hebben op de clandestiene studentenpan den, is al eerder gebleken. In augustus 1988 maakte de brandweer bekend dat controles van studentenhuizen zouden worden ver scherpt. Ook toen al werd een aantal van dui zend 'bekende' adressen genoemd waarvan er hooguit honderd waren aangepast aan de veiligheidseisen. Nadien zegt de brandweer nog een paar maal dat er nog honderden panden in Leiden staan die niet brandveilig zijn. Inventarisatie „Geen enkele huisbaas meldt zich vrijwillig, zo erg is het", zegt J. Volker, hoofd preventie bij de brandweer. Het is de brandweer de af gelopen jaren weliswaar gelukt om een lijst van kamerverhuurbedrijven samen te stellen, maar gemakkelijk is dat niet gegaan, en bo vendien lijkt het overzicht niet compleet. „Natuurlijk zitten er goede tussen. De Stich ting Leidse Studentenhuisvestingbi)voorbee\d gaat keurig om met haar panden. Die zijn over het algemeen niet brandgevaarlijk." Veelal moet de brandweer langs andere wegen ontdekken in welke panden studenten wonen. Volker: „Door bijvoorbeeld zelf in burger langs de huizen te gaan en te kijken naar het aantal bellen op de voordeur. Zitten er meer dan vijf, dan weten we vrijwel zeker dat het om kamerverhuur gaat. Wij zijn dage lijks met die controles bezig. Dan zie je op een gegeven moment aan de buitenkant van een woning wel of het raak is." In steeds meer gevallen melden ouders van studenten in welk pand zoon of dochter woont. „Studenten zelf durven niet. Die zijn bang dat ze door de huisbaas op straat wor den gezet, als ze het aangeven. De kamer- nood in Leiden werkt dat illegale circuit in de hand. Huisbazen weten dat elke kamer ge wild is. Huur is gauw verdiend, maar in dure aanpassingen om de kamers brandveilig te Saskia Kellenbach van de Leidse Studentenvakbond weet het zeker:Er zijn heel veel krakkemikkige, vaak illegale studentenpanden in Leiden. Probleem is alleen dat studenten niet durven klagen." Of niet willen klagen, om een wapen in handen te hebben om huurverhoging tegen te gaan. Hoe dan ook, het uitbranden van twee studentenkamers in de Vrouwensteeg heeft de discussie over de brandveiligheid van zulke panden weer doen oplaaien. Het schrikbeeld van de brandweer, een studentenpand in de binnenstad van Leiden staat in brand. Bij deze brand in een pand a 1981 twee echtparen en een tiental studenten op straat te staan. Er vielen geen gewonden. maken hebben ze geen trek. En dus laten ze zich niet registreren." Voor het wegwerken van de achterstand in controles ziet Volker de oplossing in extra menskracht. „Het ontbreekt ons nu aan tijd om alle panden na te trekken. In Leiden zou den we eigenlijk 15 tot 20 man extra moeten hebben." Wat dat betreft kijkt het hoofd brandpreventie met een begerig oog naar Den Haag, waar sinds de brand in zwerverspension De Engel streng gecontroleerd wordt de brandveiligheid van bouwen. Er zijn 45 ambtena ren extra aangesteld, „h Den Haag krijgen huisba zen drie maanden de tijd om de boel in orde te brengen. Overschrij den ze die termijn, dan wordt onmiddel lijk ontruimd. De be woners worden dan tijdelijk ondergebracht in zomerhuisjes." Volker onthoudt zich als ambtenaar van de aanbeveling om het Haagse voorbeeld in Leiden te volgen. „Maar ellendig is het wel dat in Den Haag eerst negen do den moesten vallen voor dat er wat gebeurde." Volgens brandweercom mandant Van Oosten is het aanstellen van extra contro leurs absoluut niet noodza kelijk. „Wij kiezen voor een structurele oplossing, zoals we al jaren doen. Het gaat niet snel maar leidt wel tot resultaten." Tegen de algemene indruk in weigert de commandant te ge loven dat het circuit erg groot is. „De binnen stad telt in mijn ogen zeker niet onverant woord veel brandgevaarlijke panden. Stapje voor stapje slagen wij er juist in de brandvei ligheid te verbeteren. Daar werken we samen met de afdeling bouw- en woningtoezicht hard aan. Feit is dat het aantal kamers wisselt Brandweercommandant Van Oosten. Hij weigert te geloven dat 'het circuit' erg groot is. foto archief en er met enige regelmaat illegale panden bijkomen. Maar ik zou zeker niet willen be weren dat dat aantal zo groot is dat het uit de hand loopt. Integendeel, het aantal illegale studentenpanden is kleiner geworden." Wethouder T. van Rij (PvdA) van volks huisvesting heeft het gevoel dat Leiden de controle op studentenpanden 'steeds beter in de klauw krijgt' „Er is de laatste jaren ontzet tend veel opgeknapt in de binnenstad. Die structurele aanpak werkt goed. Al geef ik toe dat een aantal huisbazen ongrijpbaar blijft. Om dat clandestiene circuit aan te pakken, zou je natuurlijk de controles nog meer moe ten verscherpen. Maar daar hebben we ge woon de mensen en het geld niet voor. Ik denk ook dat het niet nodig is. De kamer- nood neemt langzaam af, er komen minder studenten naar Leiden. De wachtlijsten bij studentenhuisvesting zijn ook bijna wegge werkt. Het is mijn overtuiging dat we studen ten het beste aan een kamer kunnen helpen via die stichting. Dan weet je zeker dat de ka mer aan de veiligheidseisen voldoet." Gemeente en brandweer kunnen nog zo veel panden controleren en inspecteren en huisbazen aanschrijven, het blijft in de prak tijk altijd de vraag of er daadwerkelijk iets verbetert. In historisch panden bijvoorbeeld staat monumentenzorg niet toe dat er ook maar iets wordt vertimmerd. Maar dat is niet eens het grootste struikelblok. Huisbazen verkopen vaak op het laatste moment hun pand, zodat de brandweer met de nieuwe ei genaar weer van voren af aan moet begin nen. Uiteindelijk kan de gemeente een huisbaas dwingen om zijn pand aan te passen. Wet houder Van Rij heeft een vers voorbeeld bij de hand. Afgelopen najaar moesten 34 stu dentes een clandestien pand aan de Hooi gracht verlaten. Dat gebeurde nadat de eige naar had geweigerd de kamers te vergroten i brandveilig te maken. „Dat kostte ons trouwens nog de nodige moeite, want ie dereen vond het zo zielig voor die meisjes. Maar op dat moment vond ik dat we conse quent moesten zijn." Hoofd brandpreventie Volker is minder ge charmeerd van sancties. „Het lokt meestal lange procedures uit. Onze ervaring is dat je beter kunt proberen in goed overleg nog wat voor elkaar te krijgen." Verschillen Over de omvang van het illegale circuit lopen de meningen uiteen. Chef Rasser van bouw en woningtoezicht doet er liever geen uit spraak over. „Over enkele maanden denken we dat aantal boven water te hebben. Door bestanden met gegevens over burgers en huizen te koppelen, moet het lukken om een goed overzicht te krijgen van alle studenten huizen in Leiden, ook de illegale." Een beheerder (die anoniem wil blijven) van veel Leidse particuliere studentenpanden heeft de stellige overtuiging dat het circuit heel klein is. „Ik begrijp eerlijk gezegd niet dat nog zo veel adressen niet in orde zijn. Leiden moet de situatie nu toch wel zo n beetje in kaart hebben. Ze zijn daar al zes of zeven jaar mee bezig. Als de brandweer zegt dat nog zo'n vijfhonderd adressen niet aan de brandvoorschriften voldoen, dan lijkt me dat een erg hoge schatting. Ik ken de markt goed in Leiden. Er zijn niet veel huisbazen meer die de hand met die voorschriften lich ten. Het illegale circuit, zoals dat dan heet, kan niet groot zijn. Ik ken eigenlijk geen lu gubere gasten die willen verhuren ten koste van alles." Maar voorzitter Saskia Kellenbach van de Leidse Studentenvakbond denkt daar anders over. „Dat illegale circuit moet groot zijn. Praat met studenten over huisvesting en je avond is gevuld. Er zijn heel veel krakkemik kige studentenpanden. Probleem is, dat stu denten hun klachten niet uiten." Ongetwijfeld heeft dat vaak met angst te maken om hun kamer kwijt te raken. Maar onverschilligheid speelt ook een rol. zo leert een kort gesprek met enkele studenten bij so ciëteit Catena „Ie bent blij dat je een kamer hebt, dan vraag je je niet af of die kamer wel brandveilig is."

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1994 | | pagina 31