Vrij rijden en goed kopen
'Ik durf nu weer te gaan varen'
De jonge esperantist is een hobbyist
'Moeten rolstoelers maar
rondjes blijven draaien?'
Vliegverbod aan zee?
Het Gesprek van de Dag
„WOENSDAG 2 FEBRUARI 1994
Pechvogels
Je hebt mensen die niet
voor het geluk in de wieg
zijn gelegd en soms de
raarste dingen meema
ken: pechvogels dus. Het
Gesprek van Dag bombar
deert met een zekere re
gelmaat een regiogenoot
tot 'Pechvogel van de
week'.
Het Leidsch Dagblad ver
rast de uitverkorene met
een mooie slagroomtaart
van banketbakkerij Van
Dam. Vindt u dat uzelf
voor deze eervolle vermel
ding in aamerking komt,
twijfel dan niet om met
ons contact op te nemen.
Ook mag u familieleden,
vrienden of buren voor
deze prijs nomineren. U
kunt bellen tijdens de
werkdagen van 8.30 tot
16.30 uur op het nummer
071-356440. Ook kunt u
schrijven: Leidsch Dag
blad, t.a.v. Het Gesprek
van de Dag, Postbus 54,
2300 AB Leiden.
Ze waren er snel bij, de makers
van het KRO-programma 'Ook
Dat Nog'. Afgelopen vrijdag
opende het het Regionaal Pa
tiënten/Consumenten Platform
Zuid-Holland Noord zijn nieu
we vestiging in de meelfabriek
aan de Leidse Oosterkerkstraat,
zondag zwaaide Frenkel Frank
met de uitnodiging voor het
openingsfeest. ,,Niet toeganke
lijk voor lichamelijk gehandi
capten", meldde hij. „Maar er is
voldoende parkeerruimte. Moe
ten die rolstoelers dan buiten
rondjes blijven rijden?"
Pijnlijk, zeggen ze bij het pa
tiëntenplatform, heel vervelend.
Het stond inderdaad op de uit
nodiging voor de opening. Zes
treden voor de ingang, niet
goed toegankelijk voor lichame
lijk gehandicapten. Thea Pieter-
se van het platform: „Maar er
stond ook dat er assistentie aan
wezig was en dat we hoopten
dat toch ook gehandicapten
de opening zouden ko-
We hadden twee sterke
ingehuurd om ze des
noods naar boven te helpen, al
kunnen we ons voorstellen dat
gehandicapten dat eigenlijk ver
velend vinden. We hebben spe
ciaal op de uitnodiging gezet
dat het trapje maar zes treden
telt. Sommige mensen kunnen
niet een hele trap aan, maar wel
een paar treden."
„Natuurlijk vinden we het heel
vervelend dat we geen rolstoel
ingang bebben. Het probleem
is: we zitten in een oud gebouw.
We zijn als organisatie afhanke
lijk van subsidies. En al hebben
we wel gekeken naar de moge
lijkheden, we hebben geen geld
om een rolstoel lift te kopen.
Dat kost 25.000 gulden en dat
kunnen we ons niet veroorlo
ven. Zeker niet omdat we niet
weten wat er met de meelfa
briek gebeurt, omdat we niet
weten hoe lang we hier mogen
blijven zitten. We hebben ook
nog met een aannemer bekeken
of we een rolstoelbaan zouden
kunnen aanleggen. Maar dat
bleek niet mogelijk."
Een beetje goedkoop vinden de
medewerkers de actie van Ook
Dat Nog wel. „Het enige wat
werd gezegd is 'ha, ha, ze zijn
niet toegangkelijk. Moeten die
gehandicapten zeker rondjes
rijden over de parkeerplaats'. Ik
vind dat een beetje scoren over
de ruggen van gehandicapten
heen", zegt Pieterse. „Ook Dat
Nog zegt bureaucratie aan te
willen pakken en dat vinden wij
een goed streven. Maar wij zijn
als patiëntenplatform absoluut
niet bureaucratisch.
Op de opening waren overigens
geen rolstoelers aanwezig. De
twee sterke mannen hoefden
niet in actie te komen.
Katwijkse visser overleeft ijskoud avontuur
Soms schrikt hij nog wel eens
wakker maar varen durft Kat-
wijker Cees van Dijk nog steeds.
Eind deze maand, begin volgen
de maand stapt hij weer op, op
de trawler SCH 303 Ariadne. Als
hij dan tenminste hersteld is
i de kwaaltjes die hij aan het
incident overhield. Cees van
Dijk klapte, naar nu bekend is
geworden, een paar weken gele
den overboord toen de Ariadne
i de Shetland-eilanden op-
stoomde naar de visgronden.
Door de stevige deining maakte
de trawler een onverwachtse
slinger, toen Van Dijk op het
achterdek met een visbord be
zig was. Hij zwiepte met visbord
i al overboord.
Na een verblijf van naar schat
ting zo'n dertig minuten in het
ijskoude water, kon hij wonder
boven wonder weer aan boord
worden getakeld. De omstan
digheden waren slecht, behalve
ijskoud water kreeg Van Dijk te
maken met metershoge golven
als gevolg van een straffe wind.
„Af en toe word ik nog met
angstzweet wakker", zegt Van
Dijk. „Maar het slijt wel. Eerst
durfde ik niet eens meer te gaan
varen, nu heb ik er wel weer zin
in. Het gaat redelijk goed. Ik kan
mijn arm nog steeds niet om
hoog krijgen maar dat moet
met wat therapie snel zijn ver
holpen en er zou nog vocht
achter mijn longen zitten. Ik
weet niet alles meer. Die laatste
vijf minuten in het water ben ik
helemaal kwijt. Ik weet niet
eens meer hoe ik die reddings
boei heb omgekregen."
Plotter
Schipper Hans van der Plas van
de SCH 303 reageerde ade
quaat. Op het moment dat het
sein 'man overboord' werd ge
geven, liet hij gelijk een merk in
de plotter zetten zodat de posi
tie van de drenkeling direct kon
worden bepaald. 60.24 NB, 0.33
WL, weet hij nog. „We zijn di
rect in tegenovergestelde koers
gaan varen", zegt hij. „Maar het
weer was slecht, het manoeu
vreren daardoor moeilijk. We
konden toch betrekkelijk dicht
in de buurt komen." Uiteinde
lijk ontdekte de stuurman Van
Dijk in het water. Er werd een
reddinsgboei overboord ge
gooid en een rubberbootje met
twee man erin te water gelaten.
Van Dijk werd zo snel mogelijk
aan boord gebracht waarna hij
na een koude douche naar het
Gilbert Bain Hospital in Lerwick
gebracht.
Escape from death, meldde The
Scotland Times de volgende dag
in een groot bericht op de voor
pagina. Dat hij aan de dood is
ontsnapt, beseft Van Dijk - al
dertig jaar op zee - heel goed.
„In het ziekenhuis hebben ze
gezegd dat de meeste mensen
het maar tien, veertien minuten
uithouden in dat ijskoude wa
ter", zegt hij. „Het was drie gra
den boven nul. Maar het scheelt
als je geestelijk een beetje rustig
blijft."
Gevoelloos
„Zie datje die laarzen, het olie-
pak en je trui uitkrijgt. Hou je
rustig. Op je rug zwemmen dan
verspil je niet zo veel energie",
waren zijn eerste gedachten,
eenmaal in het water. „Nader
hand ben ik richting schip gaan
zwemmen, op mijn rug zag ik
alleen maar lucht en water. Bo
vendien kreeg ik het zo al snel
heel koud. Ik heb me dus omge
draaid en ik ben richting schip
gaan zwemmen. Ik zag ze eerst
nog een verkeerde koers varen,
maar gelukkig draaiden ze bij.
Anders hadden ze me nooit ge
vonden. Die laatste minuten
verloor ik alle gevoel in mijn ar
men en benen."
Vrijdag gaat Van Dijk het zie
kenhuis in. Een operatie aan
zijn arm, die hij eerder had uit
gesteld. „Ik heb nu de tijd. Bo
vendien kan ik mijn arm nu so
wieso niet gebruiken door die
spierontsteking. Binnenkort ga
ik gewoon weer varen."
Een brand heeft zo zijn voordeeltjes
In de nacht van 23 januari
brandde het filiaal van de Di
gros in het winkelcentrum van
de Leidse nieuwbouwwijk de
Stevensbloem vrijwel volledig
uit. De oorzaak: een aangesto
ken en vervolgens uit de hand
gelopen brandje in een vuilcon
tainer. De schade: een bedrag
van ruim vier miljoen gulden.
De verdere gevolgen: een pene
trante geur van verschroeid
kunststof die, anderhalve week
na dato, gelijk een stinkende
deken nog altijd hangt over en
dwars door winkelcentrum de
Stevensbloem. Met als 'episch'
centrum natuurlijk de geblaker
de resten van de Digros zelf.
Wie zich daar per ongeluk over
de drempel waagt om stiekem
een kijkje te nemen, kan
meteen naar de stomerij. In zijn
geheel.
Maar voor de kooplustige uit de
wijk die zich aan de stank wil
onttrekken is er nu een oplos
sing. Aangedragen door....jawel,
de Digros zelf. Sinds vorige
week vrijdag rijden er bussen
van de Stevensbloem naar het
filiaal van de grootgrutter aan
de Langegracht. Rechtsstreeks
en om het kwartier. Tussen 10
uur 's ochtends en 16 uur 's
middags. Gratis en voor niets.
De garantie voor goed kopen
gaat hier wél degelijk verder dan
de deur.
Afgelopen maandagmiddag.
Tijd 13.30 uur. De animo voor
het vrije ritje is niet bepaald
groot te noemen. Zes volwasse
nen en een kind. Het bejaarde
echtpaar gaat al voor de tweede
keer boodschappen doen in de
stad. Waarom zo veel moeite als
Albert Heyn dichtbij huis ge
woon open is? „Meneer, het
scheelt alleen op een heel bruin
al veertig cent", zegt de 81-jari
ge Leidenaar, nog kwiek ter
been. „Dus u begrijpt wel hoe
belangrijk dat voor ons oudjes
Stormlopen
Chauffeur Van Cassel beaamt
dat het die dag niet bepaald
stormloopt op zijn wagen. Hij
neemt welgeteld twee mensen
en zijn bijrijder Van Duyvenbo-
den - die normaal bij de Digros
op emballage werkt maar nu als
extra service van de zaak de
boodschappen en wandelwa
gentjes de bus in en uit tilt -
mee terug naar De Stevens
bloem. „Maar", zo zegt de door
de NZH voor drie weken bij de
Digros gedetacheerde busvete-
Bus 99 met chauffeur Van Cassel e
/vas stil op de maandag.
'aan, „het is vandaag natuurlijk
vasdag. Geen koopjesdag. Dat
vas vrijdag. Toen heb ik samen
-net mijn collega een mannetje
of 400 vervoerd. En volle tassen,
hoor. Daar kan ik van getuigen.
Plus een prima sfeer aan boord.
Want zonder uitzondering vin
den de klanten lijn 99 een posi
tief idee van de Digros.
„En daar", zo benadrukt direc
teur Schrik van het regionale
hoofdkantoor in Lisse, „daar
t het ons toch vooral om. De
idee aan de klant. Of dat geld
kost, zo'n buslijn? Ach, het as
pect geld is, bij alle malheur
rond die brand, niet zó interes
sant. Je kan van mij aannemen
dat de Digros heus goed is ver
zekerd. Dat wij mensen op deze
manier gratis naar de stad bren
gen? Mooi toch, dan doen we ze
een dubbel plezier. Overigens
heb ik er vorige week vrijdag
maar eentje direct rechtsaf zien
gaan op de Langegracht. De rest
ging zo de winkel in. Ook dat
valt dus wel mee."
Nood winkel
Lijn 99 rijdt nog anderhalve
week vrij rond. Dan moet de
noodwinkel van de Digros er
staan op het veldje schuin te
genover het winkelcentrum.
Degene die vanaf dat moment
vanuit de Stevenshof naar de
Langegracht wil, dient gewoon
weer zijn strippenkaart tevoor
schijn te toveren.
Goede kans trouwens dat Van
Cassel afstempelt. Lijn 15, zijn
vaste lijn, loopt via de Stevens
bloem naar de Langegracht...
Leidenaar
Schulp in zijn
vliegshop. Ui
teraard van de
zaak is hij voor
stander van het
vliegeren op het
strand. Op spe
ciale stukken.
FOTO
HENK BOUWMAN
Moet vliegeren op het strand
verboden worden? Die vraag is
weer actueel nadat een Lisse-
naar het afgelopen weekeinde
op het strand van Noordwijk de
macht over zijn speeltuig ver
loor, in aanraking kwam met
een aangespoeld stuk hout en
zijn been brak. Nog een geluk
dat er ter plekke weinig wande
laars waren. De gevolgen had
den ernstiger kunnen zijn.
De gemeente Zandvoort heeft
intussen een verbod ingesteld.
Andere kustplaatsen, waaron
der Katwijk en Noordwijk, over
wegen hetzelfde te doen. Leide
naar Schulp hoopt evenwel dat
het getij in deze keert. Ten goe
de van de vliegerij.
Vreemd mag dat niet heten.
Schulp is namelijk eigenaar van
de Vliegshop in Leiden, een
winkel die de snel aan populari
teit winnende tweelijnige he
melbestormers verkoopt. Hij
onderkent de gevaren die deze
ziedende en zoevende luchtsui-
zers vooral in handen van dilet
tanten kunnen zijn. Deson
danks is zijn oplossing een een
voudige.
„Geef deze snel groeiende tak
van sport zijn eigen stuk
strand", reageert hij. „Dan zijn
we overal vanaf. Ik bepleit dat
voor elke gemeente aan de kust.
Moet toch niet moeilijk zijn.
Het strand is groot genoeg".
Zolang de discussie voortduurt,
raadt Schulp - die het aantal be
zitters van dit type vlieger in de
regio schat op zo'n 1000 - zijn
clientèle aan om uit de buurt
van zonnebaders en wandelaars
te blijven. „Een paar honderd
meter lopen en je hebt het
strand voor je alleen", verzekert
hij steevast zijn kooppubliek.
Verder bestrijdt hij als zou een
algemeen verbod op handen
zijn. „Puur stemmingmakerij.
Neem een gemeente als Kat
wijk. Daar zijn ze helemaal niet
tegen. Kan toch ook niet als je
drie vliegers in je wapen hebt
opgenomen."
Maar meneer Schulp toch. Het
wapen van Katwijk - van 24 de
cember 1817 om precies te zijn
- is toch een schild van zilver
beladen met een St. An-
drieskruis van lazuur. Patroon
van de vissers.
Foutje, bedankt.
AD VAN KAAM
Hij sprak vloeiend Esperanto. Je
zou zweren dat hij er vandaan
kwam.
Een moment is er de schrik van
'wat krijgen we nu?' Dan barst
er een brede glimlach in het
voor even versteende gezicht
van Danny ten Haaf, de Oegst-
geester voorzitter van de Neder
landse Esperanto Jongeren.
„Die ken ik nog niet, maar de
grap maakt het probleem
meteen duidelijk: veel mensen
nemen het Esperanto nog
steeds niet serieus. Er bestaat
weerstand tegen. Een aantal
mensen is op zich wel geïnte
resseerd in talen, maar dan
moet het praktisch nut daarvan
wel aantoonbaar zijn. Ze willen
het bijvoorbeeld kunnen spre
ken op vakantie."
„Of een taal moet commercieel
nut voor ze hebben", zegt
Jeroen Balkenende, de Leidse
penningmeester van de NEJ en
net als Ten Haaf werkzaam als
natuurkundige op het Kamer-
lingh Onneslaboratorium. „Be
drijven vragen naar kennis van
bijvoorbeeld het Engels. Niet
naar het Esperanto. Vanwege
twee economische grootmach
ten, Amerika en Engeland.
Vroeger waren Latijn en Grieks
de talen. Over vijftig jaar is dat
misschien Japans.
Goed, geen aantoonbaar nut
dus. Dat is één. „En men kent
de taal niet, dus zal het wel niks
zijn, zo luidt de heersende opi
nie. Men vindt het vreemd. Dat
is waar wij tegen op moeten
zien te boksen. Als ik zou zeg
gen dat mijn lievelingssport
kaatsen is, zou de reactie het
zelfde zijn", zegt Balkenende.
En zo is er sprake van een
vicieuze cirkel. Men heeft geen
interesse omdat de taal geen
aantoonbaar praktisch nut heeft
en omdat men geen interesse
heeft, kent men de taal niet en
beschouwt men het Esperanto
als iets vreemds. Iets onwerke
lijks."
Achterhaalde droom
Zo wordt er ook vaak aangeke
ken tegen de esperantisten. Dat
zijn idealisten die niet met bei
de benen op de grond staan, zo
luidt al jaren de algemene opi
nie. Esperanto is een achter
haalde droom. Ooit, in 1887,
ontwikkelde een zekere Zamen-
hof de taal Esperanto achter de
Danny ten Haaf en Jeroen Balkenende zijn esperantist. „Onze taal zal altijd hetzelfde blijven."
schrijftafel. Hij droomde er van
Babylonische spraakverwarrin
gen, en de daaruit voortvloeien
de misverstanden, ruzies en
oorlogen voorgoed uit de we
reld te bannen. Met een taal die
iedereen gemakkelijk zou kun
nen leren. Een taal met simpele
regels. Wat is er terechtgeko
men van die idealen? Welke rol
spelen de nieuwe-, de jonge es
perantisten?
„In deze tijd van 'no nonsens' is
de houding van de esperantist
anders", bekent Ten Haaf zon
der enige schroom. „De mees
ten voelen nog wel wat voor het
ideaal, maar denken nu ook wat
meer in termen van praktisch
nut. Wij kunnen reizen met het
Esperanto. Ontmoeten mensen
in andere landen die Esperanto
spreken. Dus dat praktische nut
op vakantie bestaat wel degelijk.
Alleen weten de meeste mensen
dat niet. Maar hoe dan ook, de
jonge esperantist is nu meer
een hobbyist dan een idealist.
Er zijn ook verschillende hobby
clubjes. Van Esperanto-postze-
gelverzamelaars, Esperanto-
fietsers, Esperanto-zendama-
Nagenoeg anoniem
Besloten clubjes. Daar blijft het
bij. De esperantisten leven bijna
in het verborgene, nagenoeg
anoniem, in Nederland. Zo
heeft de NEJ slechts vijfenze
ventig leden en ongeveer hon
derddertig donateurs. Ze trek
ken bovendien maar bitter wei
nig publiciteit. En wereldwijd?
De schattingen van het aantal
esperantisten lopen uiteen van
een paar miljoen tot twintig
miljoen, inclusief de mensen
die nergens lid van zijn en door
zelfstudie de taal leerden. Maar
je hoort er weinig van. Juist dat
verborgene doet het ergste vre
zen voor de toekomst van de
taal. Cultuur en taal horen toch
bij elkaar, beïnvloeden elkaar?
En zonder eigen cultuur blijft
het Esperanto toch een echte
kunsttaal, in de zin van kunst
matig, niet echt? Een taal die al
tijd hetzelfde zal blijven, onbe
weeglijk?
Nee dus, zegt Ten Haaf. „I let
Esperanto kent wel degelijk een
eigen cultuur, een cultuur die
bloeit. Films, muziek, literatuur,
alles wat je ook bij ander cultu
ren tegenkomt. Natuurlijk kent
het Esperanto diverse cul
tuuruitingen. Al was het alleen
al door de diverse vertalingen.
Het Oude Testament was het
eerste wat in het Esperanto
werd vertaald. Shakespeare is
volop vertaald. Dat geldt voor
een groot deel van de wereld
literatuur."
Ten Haaf schrijft vervolgens een
gedicht van Marsman op het
FOTO HENK BOUWMAN
bord. In het Esperanto.
Flamo
Saumas mateno
kaj miafaira rido
trinkas el l'egaj teleroj
de l'cielo kaj tero
l'apalan tagon
De vertaling? „Vlam of vuur is
de titel", zegt Ten Haaf. „De
ochtend schuimt en mijn vurige
lach drinkt uit de grote borden
van de hemel en de aarde de
opalen dag. Zoiets. Geen ge
dicht is letterlijk te vertalen. Je
hebt te maken met ritme,
vorm...Een vertaling is in wezen
weer een beetje een nieuw ge
dicht. In dit geval in het Espe-