'Omroep is tegenwoordig paleis van jongelui' 'Ons succes kan geen toeval zijn' Rtv show Vrolijke gekte en rommel op het toneel 'Met lyrisch gedoe kun je niet aankomen' VOENSDAG 26 JANUAR11994 Herman Emmink terug bij de TROS met 'ouderwetse radio De Deurzakkers geloven in hun visie Clemens van Bracht (links) en Willem van Schijndel, alias De Deurzak kers: „Alles zo dicht mogelijk bij huis houden, zo veel mogelijk zelf doen, daar geloven wij in." foto np. ilversum monique brandt Oud plaatwerk' heet zijn programma dat vanaf morgen 27 ja- uari weer bij de TROS via Ra io 2 te beluisteren is, en oud laatwerk, dat zal ook gedraaid /orden. „Het enige radiopro- ramma waar geen CD aan te .as komt", zo omschrijft Her- lan Emmink dit half uurtje ra io van de oude stempel. „Het wordt'een programma net ruis. Tegenwoordig moet lies zo helder mogelijk klinken, ïaar in zo'n ouderwets pro- ramma mag best wat ruis doorklinken. De luisteraar mag •oren dat er een oude lang- peelplaat wordt gedraaid." I De inmiddels 67-jarige Em- jiink met het karakteristieke, •onkerbruine stemgeluid,, werd find december door Ton Daal- uisen, programmaleider radio lij de TROS, benaderd om terug keren bij deze omroep. „Het las een grote verassing, maar ik «oefde niet twee keer na te den- len. Ik houd van mijn werk en t weet dat ik veel luisteraars er ien plezier mee doe. Het is nu yel aanpoten om alle afleverin- en, 15 in totaal, op te nemen doordat ik in februari naar idonesië ga, want ik kom pas -?gen half april terug. Maar ik ne het graag." Herman Emmink draaide van 986 tot september 1992 zijn aiide plaatwerk voor de TROS- aidio, amusementsmuziek uit ae jaren twintig, dertig en veer- ag. Toen de EO en de VPRQ in a992 beiden A-omroep werden, 'ntkwam ook de TROS niet aan aet inleveren van zendtijd. Voor ammink's programma was he- aias geen plaats meer. Hij pre- b-nteerde nog wel het maande- kjkse programma Tulpen uit ^msterdam' voor Radio Neder- buid Wereldomroep, maar aan £ijn activiteiten voor de landelij- te omroep leek voorgoed een «inde te komen. „Tja, het hield {Jp, ik vond het jammer, en het bin bliek met mij. Bij de TROS *jn nog nooit zoveel reacties c]innengekomen op het stopzet ten van een programmma. Lo gisch ook, want waar vind je te genwoordig nog een omroep die iets doet aan amusements muziek uit die jaren? De om roep is tegenwoordig het paleis van jongelui, niemand kent die muziek meer. Vreemd, als je een klassiek componist neemt uit die tijd vindt iedereen het prachtig, maar de amusements muziek is totaal verbannen." Emmink als pleitbezorger van de lichte muziek, het is nooit anders geweest. AI in zijn AVRO-tijd, waar hij in totaal 27 jaar werkte, zorgde de zingende omroeper/presentator met het populaire live-programma Mu zikaal Onthaal dat „de AVRO-. kerk elke zondagochtend vol zat" met liefhebbers van het lichte genre. „Ik wordt weieens aangesproken door jonge men sen die zeggen 'we hebben gele den onder je regime. Altijd naar Wie van de Drie kijken en dan ook nog mee naar de AVRO-stu- dio voor Muzikaal Onthaal'." Ook toen hij in 1982 bij de TROS terecht kwam stond de lichte muziek immer centraal in zijn programma's als Pierewaai en, Te gast bij Herman Emmink en Café Chantant. Emmink ziet zichelf als handelaar in plezier. „Ik heb een winkel, en ik ver koop amusement aan mijn klanten. Heel simpel." In mei is het veertig jaar gele den dat Emmink's omroepcar- rière officieel van start ging, toen hij in 1954 uit 550 sollici tanten werd gekozen om om roeper bij de VARA te worden. Hij was nog niet zolang terug uit Indië, waar hij als jonge sol daat tweeëneenhalf jaar had ge zeten. Daar, op Celebes, had hij het vak geleerd, omdat hij de radio-uitzendingen voor de Ne derlandse strijdkrachten mocht maken. „Alles moest ik daar zelf doen, het programmablad vol schrijven, de orkesten uitzoe ken, de programma's presente ren en het nieuws lezen. Het was een experimenteerperiode, een prachtige tijd." In Nederland verliep zijn ra dioloopbaan aanvankelijke minder voorspoedig. Na een jaar concludeerde de VARA-lei- ding dat Emmink toch niet het juiste VARA-geluid was. Vervol gens stapte hij over naar de AVRO. Daar werd hij bekend door tal van radio-activiteiten en, niet te vergeten, de TV-kwis Wie van de Drie. Bovendien scoorde hij in 1957 zijn wereld hit 'Tulpen uit Amsterdam'. „Het was de gouden tijd voor de radio, de mensen vonden alles even prachtig. Er waren twee zenders, op de één speelde The Skymasters, op de andere het Radio Philharmonisch Orkest. Nu is dat anders, mensen heb ben geen plezier meer in radio. Het is jammer dat die luistercij fers zo kelderen, maar wel lo gisch." In zijn 'nieuwe' programma gaat hij wekelijks aandacht be steden aan een zanger of zange res, instrumentalist of orkest van Hollandse huize. „Dat vind ik wel zo gepast, als ik het over dadig gebruik van de Engelse taal op de radio in beschouwing neem. Het is vreselijk droevig dat in ons land de eigen taal zo wordt verwaarloosd. Ook de uit spraak is vaak om te huilen. Waar hoor je nog een echte, goede rollende r? Bij mij werd- ie er vroeger ingetimmerd, dat is nu wel anders." De platen die hij in zijn pro gramma laat horen komen als vanouds uitsluitend uit zijn ei gen archief. De hele eerste ver dieping in zijn Hilversumse huis staat volgestouwd met platen. „Ik was als kind al gek op mu ziek. Tijdens de oorlog hadden we geen radio, maar wél zo'n oude draaigrammofoon om pla ten op te draaien. Toen begon ik ook te verzamelen, ik was een jochie van een jaar of veertien. Mijn collectie is op alfabetische volgorde gerangschikt. Ik hoef voor de platen die ik wil draaien dus niet naar een onpersoonlijk, computergestuurd archief. Een breed muzikaal scala komt aan bod in Oud Plaat werk. Van zanger Bob Scholte, violist Boris Lensky tot Willeke Alberti, van zanger Dick Doorn en Eddy Christiani tot de Am sterdamse organist Jan Mekkes. Bekende, maar vooral veel ver geten narpen. „Jan Mekkes bijvoorbeeld, zegt misschien alleen Amster dammers nog iets", zegt Em mink, die zelf in de Amsterdam se Jordaan opgroeide. „Ik heb hem goed gekend, hij woonde in de Staalstraat in Amsterdam Mekkes speelde jarenlang het Tuschinski-theaterorgel. Hij heeft ooit eens één langspeel plaat gemaakt met hele mooie melodieën. Zo'n man verdient het om niet vergeten te wor den." rotterdam npa Uit pure liefhebberij begonnen ze twin tig jaar geleden car navalsliedjes en andere meestampers te zingen. En in principe spreken de ras-Bra banders Clemens van Bracht en Willem van Schijndel nog steeds van een hobby, als ze het heb ben over hun gezamenlijke acti viteiten die ze onder de naajn De Deurzakkers ontplooien. „Maar tegelijkertijd zijn we echt een firma. We willen zo veel mogelijk in eigen hand hou den." Uiteraard wordt het twintigja rig bestaan van De Deurzakkers dit jaar gevierd, wat dacht ge? De heren zouden zichzelf ver loochenen als ze geen feestje zouden bouwen. Op stapel staat in elk geval een, althans volgens het duo, opmerkelijke jublie- um-CD. Voor de liefliebbérs: die komt in november uit. Als voor schot daarop hebben Van Bracht en Van Schijndel maar weer eens een carnavalssingle opgenomen. De titel: Moeder, het is weer mis. Clemens: „We zijn als carna valsduo begonnen, dus moeten we die traditie trouw blijven. Maar we zijn al lang geen gele genheidsduo meer. We treden het hele jaar op: met feestrepei- toire. Want feesten zijn er ge noeg." Willem: „Dat we op een gege ven moment hebben besloten het hele jaar op te treden, heeft te maken met onze instelling. Kijk, er zijn genoeg artiesten die alleen met carnaval een plaat maken. Maar als je je op dat carnaval blijft blindstaren, duurt het een jaar voordat je weer naar buiten kan treden. Tegen die tijd zijn de mensen je al lang weer vergeten en staan er ook weer zo veel nieuwe artiesten te popelen." Energie De Deurzakkers zagen een aan tal jaren geleden zelf dat het in feite zonde was zo veel energie te steken in een carnavalsplaat, waarvan het altijd maar weer een kwestie van afwachten was of het een kraker zou worden. „Op een gegeven moment kre gen we door dat we energie aan het vermorsen waren. Toen hebben we de knoop doorge hakt en zijn we het hele jaar gaan optreden. Overal waar feest is. Daarvoor hadden we nooit verder gekeken dan onze neus lang was. Niet zo verba zingwekkend, natuurlijk. We hadden allebei een baan. Heb ben we trouwens nog. Clemens heeft z'n platenzaak in Waal wijk, ik heb altijd als manager en producer bij een platen maatschappij gewerkt. YVe wis ten dus wel iets van de omge ving van het vak, maar het ar- tiestenbestaan zelf: daarvan wisten we niets. Dat leer je pas langzamerhand kennen. Pas met de jaren krijg je door hoe dat web in elkaar zit. Wellicht duurde het bij ons ook wat lan ger, omdat we de optredens naast ons dagelijks werk de den." Ze kregen de tijd mee, dat scheelde een stuk. Clemens van Bracht meent dat er tegenwoor dig meer wordt gefuifd in het land dan vroeger. „Wat had je zo'n vijftien, twintig jaar gele den? Carnaval in het Zuiden en verder had je Koninginnedag en 5 mei. Dat was het. Maar door de gestegen welvaart hebben de mensen meer geld om te fees ten. Je ziet het aan het carnaval dat over het hele land is uitge waaierd. Een teken aan de wand zijn ook de braderieën. Wie had daarvan vroeger ge hoord? Natuurlijk springt de commercie op die behoefte in. Mensen willen het geld laten rollen. Je kunt je afvragen hoe dat komt. Wij voelen er iets ach ter in de trant van: je hebt maar een leven, je moet emit halen wat erin zit. Je kunt vraagtekens zetten bij die ontwikkeling. Er komt zo'n grote nadruk te lig gen op materiële zaken. Het ontaardt veel te veel in ikke-ikke en de rest kan stikken. Je ziet dat zo veel om je heen." In het amusementswezen is het niet anders, zeggen ze uit on dervinding. „De artiestenwereld staat niet los van de rest van de maatschappij. Wat wij hebben geleerd en dat heeft ook met onZe levensinstelling te maken is: blijf vooral jezelf. En wal we zeker proberen en wat we vinden dat wel eens wat meer zo mogen voorkomen is: heb respect voor anderen, voor hun mening, voor hun manier van leven." Hoezeer Van Schijndel ook houdt van polonaises, in het da gelijks leven komt het er vol gens hem op aan om vooral niet met de horde mee te lopen. „Je moet voet bij stuk houden. Vi sie, daarom gaat het. Zelf een ideaalbeeld hebben van wat je wilt zijn en bereiken en je door niemand uit het veld laten slaan. Dat is niet eenvoudig. Te gen de dreiging om te worden meegesleept, moet je je con stant verzetten. Dan leer je te geloven in waar je zelf mee be zig bent." ■De Deurzakkers hebben dat ook niet van de ene op de ande re dag geleerd. Naar eigen zeg gen zijn ze door schade en schande wijs- geworden. „En dan kom je erachter dat het de enige manier is om het lang vol te houden. Kijk maar eens naar de liedjes, waarmee we succes hebben gehad: Zak es lekker door, Het feest kan beginnen. Kan ik effe vangen, Kunnen wij hier overnachten, Doe een stapje naar voren. Een succes kan be rusten op toeval en geluk. Maar zo veel successen en al zo lang, dan is er heus meer aan de hand dan dat er een carnavals bandje zo maar op goed geluk bezig is. Je kunt het zien aan onze optredens. Tussen kerst en oudjaar stonden we met dit re pertoire ergens in Limburg. En wat betreft carnaval: in 1983 hadden we drie optredens, nu hebben we er 25." Moeder het is weer mis moet hun volgende kraker gaan wor den. Namens Clemens zegt Wil lem heilig in het liedje te gelo ven. „Dat is nu weer zo'n liedje waarin je gelooft. Ik hoorde die melodie vorig jaar op het carna valsongfestival van Oss. En ik was er meteen weg van. Het had heel veel mogelijkheden. Met enige aanpassingen in tekst en muziek zou het een lied zijn dat snel door het publiek kon worden opgepakt. Bovendien konden er loopjes in, waarmee blaaskapellen uit de voeten kunnen." De heren zochten contact met de schrijfster van het scho ne lied, Anne van de Steenstra ten. In goed overleg werd beslo ten dat De Deurzakkers aan haar compositie mochten gaan schaven. Clemens: „Vervolgens zijn we er met ons eigen kleine team mee aan het werk gegaan. Ik denk dat in dat kleine team ook een deel van het geheim zit. We werken met maar een paar mensen die elkaar volledig ver trouwen en elkaar door en door kennen. Alles zo dicht mogelijk bij huis houden, zo veel moge lijk zelf doen: we geloven daar- Theaterduo Waardenberg en De Jong: er hilversum herman elzinga Bij de voorstellingen van iu Waardenberg en De Jong ver dient het aanbeveling niet op de eerste paar rijen te gaan zitten. Het theater-duo geeft namelijk aan het begrip 'pu- blieksparticipatie' een geheel eigen invulling. Een nat pak is aj'geen uitzondering, maar net au zo makkelijk verlaat je als toe- 3" schouwer onder het behang- plaksel de zaal. an De schade bleef bij de regi stratie van hun laatste voor in stelling, waarmee ze twee jaar andoor het land trokken en die op de VARA-TV is te zien, re- bc delijk binnen de perken. Er bei wordt wat met water gespet terd en een vervaarlijk op een cci stapel bierkratjes balanceren- ch,de De jong is ook goed voor jhJwat ongemakkelijk gelach. citiMaar zelfs bij de slot-act, co' waarbij twee kistjes tomaten .Ja! tot moes worden geslagen, dai blijven de toeschouwers vrij- J{Jj wel buiten schot, dov Absurdistische humor is öu waarschijnlijk de beste om schrijving voor het type thea- firster dat Waardenberg en De [J^Jong maken. Het programma i™,bestaat uit een aaneenscha- gen keling van maffe acts, zonder dat er van een onderling ver band of thema sprake is. Soms lijkt het of het er om gaat zoveel mogelijk rommel <>p het toneel achter te laten of de oren van het publiek te teisteren met de nodige her rie, maar er zit meer achter de vrolijke gekte van Waarden berg en De Jong. Macht is wel een duidelijk onderdeel van hun shows en dat is meteen al aan het begin van de TV-registratie te zien. Waardenberg neemt steevast de dominante rol voor zijn re kening, terwijl De Jong de schlemiel mag uithangen. Dat wil nog niet zeggen dat Waar denberg en De Jong hierdoor voorspelbaar zijn, want dat is wel het laatste waar het duo van kan worden beschuldigd. Voor de TV-registratie in schouwburg De Kring in Roosendaal werd de voorstel ling enigszins aangepast. Hierdoor was het mogelijk met de camera dicht op de spelers te zitten en zo de zeer fysieke vorm van theater, waarvoor Waardenberg en Dë Jong hebben gekozen, te be nadrukken. De hinderlijke, maar onontkoombare, pauzes waar de toeschouwer in de zaal niet aan ontkomt blijven de 'IV-kijker nu ook bespaard. Hierdoor wint de voorstelling aan vaart en dat komt de spe ciale humor van Waarden berg en De Jong zeker ten goede. Het programma van Waardenberg (links) en De Jong is een aa '1/2 eenschakeling van maffe acts. foto Marco Masini als ambassadeur van modem Italiaans genre Marco Masini: „De nieuwe generatie Italiaanse zangers wijkt op alle fronten af van wat is geweest." aalsmeer npawe generatie Italiaanse zangers wijkt op alle fronten af van wat is geweest. Onze klanken zijn rauwer, de muziek is harder. Dat is niet verwonderlijk, als je bedenkt dat ook wij zijn opgegroeid met de nieuwe Amerikaan se en Engelse muziek. Toch wel daardoor beïnvloed maken wij niet meer sjabloon- achtige Italiaanse muziek maken." In eigen land wordt hij geadoreerd. In Spanje werden zijn twee laatste CD's in korte tijd zo goed verkocht dat 'goud' evenzovele malen zijn deel werd. Maar hier, hier wil het maar niet lukken. „Het is een andere mercato", zegt hij. Een andere markt kortom. „Het Italiaanse lied, ach, dat is voor veel mensen nog: Canzones. Napolitana. Lyrisch. Zoetgevooisde arties ten, ronde klanken, de zon, amore en la dolce vitaMaar als je er een beetje oog voor hebt, weet je dat dit genre niet meer kan in het Italië van vandaag. De situatie politicolo .begrijp je." Z'n nieuwe single heet Tlnnamorerai. Letterlijk vertaald: je zult weer verliefd wor den. Of de inwoner van Florence zelf het werkje representatief vindt voor wat hij nor maal gesproken te vertellen heeft, is de vraag. Uit de tekst spreekt immers niet meteen Marco's politieke engagement. Maar ach, het is een aardige deun en als de interesse in'het buitenland eenmaal gewekt is, wie weet. Het is even wennen aan zijn stem. Maar op grond van zijn succes in het zuiden van Europa, moet hij iets in huis hebben waarmee hij vele mensen kan be reiken.. „Veel mensen hier spreken geen Italiaans. Met het repertoire van gevestigde artiesten is men vertrouwd, maar het is meer de liefde voor de muziek en de klan ken van de tekst dan dat mensen zich voe len aangesproken door de inhoud. De nieu- Walging „Maar nog iets anders speelt een rol. Als je leeft in het Italië van vandaag en je ogen niet in je zak hebt, kun je niet anders dan walging hebben voor wat in de politiek ge beurt en kennelijk al jaren aan de gang is geweest. Ik hoef niet in details te treden. Steekpenningen, schandalen. En de betrok kenheid daarbij van mensen die als leiders zijn aangesteld. De Italianen zijn daardoor zeer geschokt. Er wordt veel over gepraat. En wat gebeurt als over lokale toestanden veel wordt gepraat? Dan ontstaan woorden, uitdrukkingen en begrippen die na verloop van tijd alleen verstaanbaar zijn voor de mensen die weten van de hoed en de rand. Die zaken zijn ook bijna niet te vertalen." „Als tekstschrijver neem je die woorden wel in je liederen op. Want als musicus zit je niet op een eiland, je staat midden in een maatschappij. Wat je maakt heeft beteke nis, in de eerste plaats voor de mensen van wie je vindt dat je de gevoelens moet vertol ken. In mijn geval zijn dat dus de Italianen. Maar wat je dan moet incalculeren is dat buiten Italië niet iedereen onmiddellijk zal begrijpen waar je het over hebt. Natuurlijk kun je ervoor kiezen een internationaal ge makkelijker te vatten repertoire te brengen. Maar ik heb gekozen voor het Italiaanse re pertoire. Uit die traditie kom ik en die wil ik eerbiedigen." Vrijdenker Deze vrijdenker brak pas echt goed doorge broken op het songfestival van San Remo in 1990. Na jaren van studie en geploeter in nachtclubs en discotheken, won hij in San Remo de zogenaamde 'jongerenronde' met het mede door hem geschreven lied Dispe- rato. „San Remo is fantastisch. Het is de gele genheid bij uitstek om te laten zien wat je kan en wat je wil. Het festival bestaat al drieënveertig jaar. Het is een instituut. En wat de grootste attractie ervan is: alles wat media is, kranten, tijdschriften, radio, tele visie is er en volgt wat er gebeurt. En als je goed bent, word je er daar uitgepikt". En dat is precies wat met Marco is ge beurd. Na Disperato volgde al snel een CD, waarvan in een oogwenk zo'n 650.000 exemplaren werden verkocht. Met twee daarop volgende CD's ging het al niet min der hard. Waaruit voorzichtig mag worden geconcludeerd dat Marco Masini met zijn eigen stijl toch de gevoelens van veel Italia nen vertolkt. „Ik wil niet onbescheiden zijn, maar ik denk het ook. Ik ben het trouwens niet alleen die dat doet. Er is werkelijk een nieuwe generatie Italiaanse zangers, jonge mensen die het niet meer kunnen: louter zoetsappigheid." Visie

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1994 | | pagina 8