Cultuur Kunst
Speciale uitgaven vol bitterzoete poëzie
^ewondering
NSO en Viersen
begrijpen Strauss
Vlotte vertolking Offenbach
door Hoofdstadoperette
99
Eigen opera Odeon Zwolle
Theater Instituut verwerft collectie-Weber 'Directeur Stedelijk schendt museumcode
Verbazing over aankoop Fuchs
10 DONDERDAG 20 JANUAR11994
FILM
yi "3 LVC draait Ossesio-
I J ne van Luchino Vis
conti waarin de regisseur
broeierige passie in een
morsige herberg filmde.
BOEKEN
yt vl'ln zijn nieuwe ro-
11 man 'Terwijl Enge
land slaapt' wint David
Leavitt op alle fronten van
Stephen Spender.
Honderdste sterfdag Piet Paaltjens met tentoonstellingen herdacht
recensie susanne lammers
let Nederlands Studenten Orkest 1994
i.Lv. Lawrence Renes met werken van
/"an Oosten, Rachmaninov en Strauss. So-
sten: Frank Peters (piano) en Saskia Vier
en (viool). Gehoord: 19/1 Stadsgehoor
zaal Leiden.
'Square' betekent niet alleen
vierkant, maar ook burgerlijk.
De filmmuziek die Roel van
Oosten schreef voor het Neder
lands Studenten Orkest, lichting
1994, is ritmisch okee, maar
weinig indrukwekkend. Zenuw
achtig, gejaagd, een synthesi
zer-geluid. En hard. Het effect
was een soort doorgelopen bon
te was.
De mogelijkheden van het or
kest kwamen wat beter uit de
verf met de Rapsodie, voor pia
no en orkest, op een thema van
Paganini van Sergei Rach
maninov. De vertolking van de
ze variatie-reeks met het karak
ter van een piano-concert leed
ook aan een teveel aan volume,
en zo nu en dan aan een gebrek
1 aan balans. Dat dit beter te ver
teren was, was niet in de laatste
plaats te danken aan de virtuo
siteit van Frank Peters.
Hoe anders was 'Ein Helden-
leben' van Richard Strauss!
Door de enorme bezetting niet
direct een stuk dat vaak ge
speeld wordt, laat staan in Lei
den. Strauss schreef 'program-
ma-muziek' en ook dit werk
beeldt het nodige uit. De held
staat voor de componist zelf, en
zijn 'Gefahrtin' voor zijn vrouw
Pauline de Ahlma. Een niet bijs
ter sympathieke dame overi
gens, maar wel aanbeden door
Strauss. Verbeeld door een
viool, wijst zijn muze de held
het juiste pad. Door Saskia Vier
sen gespeeld op een wijze zoals
Strauss dat ongetwijfeld be
doeld heeft: zo lyrisch, zo per
fect.
Helden strijden en componis
ten liggen in de clinch met de
kritikasters. Valse krengen van
houtblazers verstoren de idylle
en doen de componist zijn iro
nie verzaken voor spleen. Tot
dat hij zichzelf hervindt en de
strijd aangaat, met grof geweld.
Hier was het loeiende volume
op zijn plaats. In de 'Friedens-
werke' mag de componist dan
ook van zijn roem genieten, en
citeert uit eigen werk. Volgende
aanvallen van zijn vijanden kan
hij naast zich neerleggen, mede
door de steun van zijn muze.
Hier bleek ook zonneklaar dat
een 'amateurorkest' tot veel in
staat is. De dirigent, het orkest
en vooral Saskia Viersen hebben
Strauss' fijngevoelige humor be
grepen en vorm weten te geven.
De Hooigracht, de Nieuwe Rijn, de Haagsche Schouw, de
Vink. Zomaar wat plaatsen in de bitterzoete poëzie van
theologiestudent Piet Paaltjens, het pseudoniem van de
latere dominee Frapois HaverSchmidt. Op 19 januari
1894 maakte hij op 59-jarige leeftijd in een zwartgallige
bui een eind aan zijn leven. Dat fëit wordt de komende
tijd op verschillenden manifestaties herdacht.
leiden emiel fangmannHaagse Letterkundig Museum
en in de Leidse universiteitsbi-
Van Rob Nieuwenhuys' studie bliotheek zijn speciale tentoon-
De dominee en zijn worgengel stellingen te zien. Onder meer
verschijnt een herdruk. In het verschijnt een speciale uitgave
zwolle npaAangezien Opera Forum veran
dert in de Nationale Reisopera,
is het volgend seizoen daar
niets van te verwachten. Odeon
neemt daarom het heft in eigen
hand.
De stichting 'Spanga het Ver
ona van Weststellingwerf is na
tionaal en internationaal be
faamd om de jaarlijkse produk-
ties in de open lucht. Er is daar
om besloten tot samenwerking.
Gezamenlijk wordt de produk-
tie 'Ariadne auf Naxos' van Ri
chard Strauss gebracht. Uitge
gaan wordt van drie voorstellin
gen in Odeon en zeventien ifeis-
voorstellingen. De première is
naar verwachting dit najaar.
Schouwburg Odeon in Zwolle
gaat in samenwerking met de
Stichting Spanga uit het Friese
Weststellingwerf een eigen ope-
ra-produktie opzetten. De kos
ten worden geraamd op bijna
750.000 gulden.
Grote opera's kunnen in de
Zwolse schouwburg niet staan,
vanwege de omvang en de kos
ten. Maar sinds Odeon is ver
bouwd kunnen er wel kleinere
opera's gebracht worden. Dit
seizoen zijn in Zwolle dan ook
drie opera's te zien. Maar om
dat de belangstelling voor opera
toeneemt, wil Odeon meer.
Francois HaverSchmidt op latere leeftijd.
van zijn nog steeds veelgelezen
bundel 'Snikken en grim
lachjes'. Die schreef 'de bleke
dichter met zijn verzen vol
Weltschmerz' in de Leidse Stu
denten-almanak, voordat de
zwaarmoedigheid in zijn latere
domineesjaren toesloeg. Haver
Schmidt bundelde ook verhalen
onder de titel 'Familie en ken
nissen'(1876).
Speciaal is de nieuwe uitgave
van 'Snikken en grimlachjes'
(1*867), die thuisdrukkers uit de
Leidse regio hebben gemaakt.
Elke private press heeft een deel
van de bundel gedrukt, in ve
schillende lettertypes en op ve
schillend papier. De 'hapklare
brokken' werden door de Com
missie Ad Hoe Herdenking Ha-
verschmidt (CAHHH) verdeeld.
Het resultaat werd gebonden
tot een unieke en vermoedelijk
straks onbetaalbare bibliofiele
bundel 'Snikken', de bundel
waarin alle bekende gedichten
van Paaltjens staan. R. Breugel-
mans en K. Thomassen - van
private presse De Uitvreter -
schreven er al over in de jongste
aflevering van het onlangs ver
schenen tijdschrift Nieuwe Let
terkundig Magazijn.
Al drie jaar geleden gaven de
private presses van de Stichting
Drukwerk in de Marge blijk van
hun speciale belangstelling voor
Paaltjens. Zij deden dit met de
unieke uitgave 'De Polyglotte
melkboer'. Daarin was de Im
mortelle met de beginregel 'Wel
menigmaal zei de melkboer des
morgens tot haar meid/de
stoep is weer nat' in zo'n ne
gentig talen en dialecten te le
zen. Er haddden evenzovele
drukkers, elk op hun eigen wij
ze, aan gewerkt. Delen uit de
Melkboer zijn ook op de ten-
Een beeld aan de Klikspaanweg in Leiden herinnert nog aan 'Piet Paaltji
toonstellling in de Leidse uni-
versiteits bibliotheek te zien,
naast andere speciale uitgaven
en natuurlijk een ongebonden
uitgave van de nieuwe 'Snikken
en grimlachjes'.
In het Haags letterkundig
museum is de tentoonstelling
uitgebreider. Daar zijn bundels,
manuscripten van gepubliceerd
en ongepubliceerd werk, teke
ningen, foto's, een videoportret
en ander materiaal. De tentoon
stelling gaat ook nog naar
Leeuwarden, waar Haver
Schmidt in 1835 werd geboren.
Aan de bibiofiele uitgaven
van de 'Melkboer' en 'De Snik
ken' nam onder anderen Leide-
naar Jacques de Coo met zijn
Clipeus Pers deel, de woord
voerder van de horeca en cul
tuurpartij Leiden Weer Gezellig
(LWG). ,,LWG heeft gezorgd dat
bij de Honderdvijfitgste geboor
te van Paaljens in Leiden aan de
Hooigracht de Immortelle IX
werd aangebracht. We hebben
hem pas nog keurig opge
poetst." Op 't hoekje van de
Hooigracht/En van den Nieuwen
Rijn,/Daar zwoer hij, dat hij zijn
leven lang/Mijn boezemvriend
zou zijnd En halverwegen tus-
schen/De Vink en de Haagsche
Schouw,/Daar brak hij, zes we
ken later zoowat,/Den eed van
vriendentrouw. In Leiden herin-
ARCHIEFFOTO LOEK ZUYDERDUIN
nert ook een beeld aan de Klik
spaanweg (bij de Ster-flat) en
een steen op de eerste verdie
ping van het adres Hogewoerd
56 aan de dichter. Daar woonde
hij in zijn studententijd van
1852 tot 1856 boven een dood
bidder.
HaverSchmidt in de Marge.
Tot 10 februari in de Leidse
Universiteits Bibliotheek, Wit
te Singel.
Tentoonstelling Frapois Ha-
verSchmidt/Piet Paaltjens in
het Letterkundig Museum,
Prinses Irenepad 10, Den Haag
van 21 januari tot en met 20
maart, geopend: di t/m za XO-
17 uur, zo 13-17 uur.
amsterdam
Het Theater Instituut Nederland heeft de collectie
geluiddragers en bijbehorende afspeelapparatuur
van de Amsterdamse architect en verwoed verza
melaar Ernst Weber (1918-1983) verworven. Tot
de verzameling behoren ruim 3.000 geluiddra
gers, waarvan rond 2.700 78-toerenplaten. Ook
omvat zij 225 fonografische rollen. De kracht van
de verzameling is volgens het Theater Instituut in
Amsterdam dat zij zeer veel Nederlands repertoi
re en Nederlandse artiesten bevat. Zij geeft dan
ook een representatief beeld van de uitgebrachte
opnamen in Nederland tussen 1890 en 1956.
Het Theater Instituut heeft een groot gespecia
liseerd geluidsarchief, waarin ook al andere nala
tenschappen zijn opgenomen, zoals die van Wim
Kan, Jaap van de Merwe en Frans Halsema.
In deze rubriek komen al of
niet bekende
streekgenoten aan het
woord die, hetzij direct,
hetzij zijdelings met kunst
en cultuur te maken
hebben. Ze praten over een
kunstvoorwerp, een
kunstuiting waaraan ze
bijzondere waarde
hechten. Van de snuifdoos
van oma tot het
grijsgedraaide muziekstuk
en alles wat daar tussen zit.
Vandaag spreekt Ingrid
Moerman, conservator van
de historische afdeling van
het Stedelijk Museum De
Lakenhal, haar
bewondering uit voor
naaidozen. ,,Ikheb er
negen. Dat is genoeg. Ik wil
er bij mij thuis geen
museum van maken."
Het was heel
moeilijk voor mij om
een keus te maken
uit alle dingen die ik
bewonder. Ik ben
nogal een verzamelaar dus er is
keus te over. Het zijn
uiteindelijk de naaidozen
geworden. Daar heb ik ook een
Heine verzameling van. Hoe dat
zo is gekomen? Misschien heb
,ik onbewust compensatie
gezocht voor het feit dat ik
vroeger op school helemaal niet
kon handwerken.
Vanaf de derde klas kregen
meisjes handwerken. Maar ik
kon er niets van. Ik weet nog dat
de nieuwe juffrouw van de
derde klas tegen een andere
juffrouw zei: 'Dat meisje van
Moerman is niet helemaal bij
hoor'. Ze dacht dat ik debiel was
omdat ik niet met naald en
garen kon omgaan. Maar ik had
allemaal negens op m'n
rapport, behalve voor
handwerken. Dat was een zes
minnetje. Ik vond het gewoon
verschrikkelijk. Later wilde ik
ook naar het gymnasium omdat
je daar niet hoefde te
handwerken.
Misschien dat ik door de afkeer
die ik er vroeger van had later
naaigerei ben gaan verzamelen.
Het is begonnen met
vingerhoedjes. Van het een
kwam het ander. Eerst kwamen
er naaldenkokers bij. Op een
gegeven moment wil je iets
compleet hebben. Dan kom je
Rudi Fuchs, directeur van het
Stedelijk Museum in Amster-
dam, heeft beslotén om voor
enkele honderduizenden gul
dens een werkstuk van Donald
Judd aan te schaffen. Dit heeft
grote verbazing gewekt bij mu
seum Boymans-van Beuningen
dat een bijna identiek kunst
werk van Judd in bezit heeft.
Volgens het Rotterdamse muse
um schendt Fuchs met zijn
aankoop een code in de muse
umwereld, namelijk dat musea
niet eikaars collecties mogen
nabootsen.
Fuchs wil het werk hebben
voor zijn eigen, thans lopende
tentoonstelling van Judd. Hij
heeft daarop contact opgeno
men met de bekende Ameri
kaanse kunstenaar met het ver
zoek een bijna identiek werk
stuk aan elkaar gekoppelde,
aluminium platen naar Am
sterdam te laten transporteren.
Eerder had Fuchs van Boymans
te horen gekregen dat het mu
seum het kunstwerk van Judd
voorlopig niet kan uitlenen. Het
museum wil het werk pas na 28
februari afstaan, omdat het deel
uitmaakt van een tentoonstel-
ling.
„Ik vind de aankoop van
Fuchs onzinnig. Ik begrijp best
dat museumdirecteuren een
complete collectie in huis willen
hebben, maar zo'n grote aan
koop doen, terwijl er al een der
gelijk werk staat in Nederland,
vind ik onzinnig," zegt Jaque-
line Rapmund, wetenschappe
lijk medewerkster van de afde
ling Moderne Kunst van Muse
um Boymans- van Beuningen.
Fuchs heeft de reputatie
nogal kwistig met geJd om te
springen. In het Haags Ge
meentemuseum liet hij grote
schulden achter. In het Stedelijk
Museum moet de keuze van
Fuchs dan ook eerst door een
Commissie van Advies en daar
na door de gemeenteraad wor
den goedgekeurd. Woordvoer
der Bertheux van het Stedelijk
verwacht echter dat de raad zal
instemmen met het voorstel.
Hij wil niet zeggen wat de
aankoop kost. Het soortgelijke
werk in Boymans, dat dateert
uit 1984, kostte een half miljoen
gulden. Een bedrag van deze or
de van grootte lijkt een enorme
aanslag op het aankoopbudget
van het Stedelijk dat anderhalf
miljoen gulden per jaar be
draagt. Van dit bedrag moeten
bij voorkeur tientallen aanko
pen worden gedaan.
Bij de naar schatting vijfhon
derdduizend gulden voor het
kunstwerk van Judd zijn nog
niet de transportkosten gere
kend. Het kunstwerk, dat uit
Duitsland moest komen, is zo
groot en zwaar dat er een spe
ciale vrachttruck i
den.
Bertheux van het Stedelijk:
,,Het is Fuchs beleid om het to
tale werk van een kunstenaar te
willen presenteren. Het stuk dat
we willen aankopen, comple
teert de twee andere werken
r moet rij-
van Judd die we al in huis heb
ben: het houten object dat onze
vorige directeur heeft aange
kocht en een kartonnen muur
reliëf, een schenking van Judd.
De nieuwe aankoop laat een
geheel andere kant van de Ame
rikaanse kunstenaar zien. Een
volledige weergave van een
kunstenaar heeft een grote cul
turele waarde en de aainkoop is
dus geen geldsmijterij. Boven
dien is de kleurstelling van het
aluminium werk van Judd dat
wij willen héél anders dan het
werk van hem dat in Boymans
staat".
Over het feit dat de aankoop
niet origineel is omdat er ook
al werk van Judd in Den Haag,
Amsterdam en het Kröller tylül-
lermuseum staat zegt Ber
theux: ,,De collecties van de
musea van Judds werk zijn zeer
verschillend van aard".
Donald Judd kreeg in oktober
1993 de Sikkensprijs. De prijs is
bestemd voor kunstenaars, ar
chitecten en instellingen in wier
werk, kleur zich op karakteris
tieke en creatieve wijze mani
festeert. Ter gelegenheid daar
van wijdt het Stedelijk Museum
nog tot en met deze week een
tentoonstelling aan het werk
van de Amerikaan.
Het werkstuk van Judd in
Boymans staat tot 28 februari
op de tentoonstelling Vormge
ven aan Veelzijdigheid, een se
lectie uit de aanwinsten uit de
periode van de vertrokken di
recteur Wim Crouwel.
vanzelfbij de naaidoos uit.
Ik heb er nu negen. Dat mag je
wel een verzameling noemen,
maar het is niet zo dat ik er nu
steeds meer wil hebben. Als ik
een naaidoos zie die ik te duur
vind, kan ik er ook heel goed
aan voorbij lopen. Ik vind het
wel leuk om ze te hebben, maar
negen is eigenlijk wel genoeg. Ik
wil er bij mij thuis geen
museum van maken.
iDe meeste heb ik gekocht van
particulieren, maar ook wel op
een veiling. Deze hier, dat vind
ik eigenlijk een afgrijselijk
doosje. 'Souvenier' staat op het
dekseltje. Heel lelijk. Maar de
inhoud is prachtig, uitgevoerd
in parelmoer.
Deze hier is ook heel mooi. Alles
zit er in: kluwenhoudertjes, een
vingerhoedje, naaldenkussens,
een schaartje, een priem. Er
zitten ook twee odeurflesjes bij.
Dat is wel bijzonder, die zitten
niet in elke naaidoos.
In sommige naaidozen kom je
ook een rijgnaaldje tegen met
aan het eind een oorlepeltje.
Dat is een heel klein lepeltje die
werd gebruikt om oorvet uit het
oor te pulken. Oorvet gebruikte
men om de draad vettig te
maken zodat die gemakkelijker
door het oog van de naald was
te halen.
Ik heb één doos, die is op zich
niet zo bijzonder, maar voor mij
persoonlijk heel speciaal. Het is
een oude legerdoos. Er zat niets
meer in, maar een vriend heeft
er een interieur met een
spiegeltje ingemaakt.
Oorspronkelijk zat er ook een
naamplaatje op de deksel. Die
vriend heeft voor mij een
nieuw, messing plaatje
gemaakt, in de vorm van een
schildpad - ik spaar ook
schildpadden -, met mijn
initialen er in gegrafeerd.
Daardoor is het voor mij een
heel bijzondere doos geworden.
Wat ik het meest bewonder is
eigenlijk het vakmanschap
waarmee ze gemaakt zijn.
Gebruiken doe ik het naaigerei
uit die dozen niet. Ik weet er
intussen wel mee om
te gaan. Na m'n
schooltijd ben ik gaan
breien en ik kan ook
wel ergens een zoom
in maken. Die
juffrouw van vroeger
moeten I
j mij e
foto loek zuyderduin
i Jacques Offenbach. Solisten
o.a.: Stan Lambrechts, Arnold Bezuyen,
Carla Vermeer, Jeannine Geerts. Ton Hof
man en Jacco van Renesse. Muzikale lei
ding-, Walter Althammer. Regie: Carl van
der Plas. Gezien: 19/1, schouwburg, Lei
den.
De Hoofdstad Operette heeft
zijn Leidse publiek een genoeg
lijke avond bezorgd met de in
het Nederlands gesproken en
gezongen operette van Offen
bach. Soms echter miste ik het
frans dat een zoveel vloeiender
uitspraak heeft dan het Neder
lands. Over het algemeen ten
minste, want wat Carla Vermeer
(Métella) en Jeannine Geerts
(Gabrielle) met haar zuidelijk
accent aan rappe
bare dictie presteerden verdient
alle bewondering.
'La Vie Parisienne' gaat over
de pikante roep die het negen-
tiende-eeuwse Parijs bij de bui
tenlanders had. Een Zweedse
baron (plus echtgenote) wil wel
eens (zonder haar) de bloeme
tjes buiten zetten en wordt
daarbij door een stel Parijse flie
refluiters in de maling geno
men. Uiteindelijk krijgt hij niet
waarop hij had gehoopt maar
desondanks heeft hij zich koste
lijk geamuseerd.
Het fantasievolle decor was
een beetje in de Art Déco-stijl
gehouden met krullen als van
de Parijse metro ingangen. Te
gen die achtergrond speelde
zich in een vlot tempo en met
veel vertoon van vaak letterlijk
schitterende kostuums de han
deling af.
Niet alle personages waren
even vlot of gevat. De Zweedse
baron (Stan Lambrechts) bij
voorbeeld bewoog zich wat uit
drukkingsloos over het toneel
en was lang niet altijd goed te
verstaan, ook als het orkest
zacht speelde. Mijn grootste be
wondering ging uit naar een
rasartieste als Jeannine Geerts;
Wanneer zij op het podium ver
scheen kon je je ogen niet van
haar afhouden. Bovendien was
zij als enige zanger in staat om,
in de pas te blijven wanneer de
dirigent en zijn orkest er weetf
eens flink de vaart in zetten.
Walter Althammer joeg zijn
beperkte muzikale troepen in
de orkestbak aan tot intens en»
meeslepend spel. Offenbach
zou met welgevallen op deze
vertolking kun