'Ik ben zo ziek van die stomme oorlog' 7 R Onbegrepen ouders lata Filipovic is een van de tiendui- m zenden kinderen van Sarajevo voor wie de zorgeloze jeugd in het voorjaar van 1992 vrijwel van de ene op de andere dag voorbij was. Die plotseling niet meer zoals vroeger met vriendinnetjes buiten in het park kunnen spelen, omdat mannen die ze niet kennen vanuit de bergen boven de stad schieten op alles wat beweegt. Mannen die er niet óm malen onschuldige kinderen te verminken en te vermoorden. Zoals Zlata's boezemvriendin Nina, wier schedel in mei 1992 werd verbrijzeld door een ontploffende granaat. ,,Het was mijn al lerbeste vriendin. Ineens was ze er niet meer. Ik begrijp nog steeds niet waarom. Ze had niemand iets misdaan", zegt Zlata. Zlata heeft achttien maanden lang meege maakt wal vrijwel alle kinderen en volwasse nen van Sarajevo nog steeds moeten door staan. Dagenlange beschietingen, lange nachten in vochtige schuilkelders, sluip schutters, honger, kou en doodsangst. Wat Zlata echter onderscheidt, is dat ze van al die verschrikkingen verslag gedaan heeft in een dagboek. Het dagboek van Zlata is een felle aan klacht tegen een zinloze oorlog die maar niet wil ophouden. Sterrenstatus Zlata heeft inmiddels bijna tegen wil en dank de sterrenstatus bereikt. Haar boek staat al wekenlang nummer 1 in de Franse boeken top-15 en de internationale pers noemt haar de Bosnische Anne Frank. Een bijnaam waar ze trots op is, maar die haar ook angst inboe zemt vanwege Anne's tragische lot. „Ik had het dagboek van Anne Frank gele zen voordat de oorlog begon. Ik bewonder haar heel erg. Toen ik haar dagboek las, dacht ik: zoiets kan nooit meer gebeuren. Maar wat er nu in Sarajevo gebeurt, is bijna hetzelfde. Mensen worden vermoord vanwe ge hun nationaliteit of geloof. Net als Anne Frank kon ik maandenlang niet naar buiten omdat het Qorlog was. Zij zat op zolder, ik in de kelder. Zij noemde haar dagboek Kitty, ik het mijne Mimmy. Maar er is ook groot ver schil: Anne Frank overleefde de oorlog niet. Ik heb geluk gehad", zegt Zlata in het Parijse appartement waar zij en haar ouders tijdelijk onderdak hebben gevonden. Zlata's dagboek heeft haar mogelijk het le ven gered. Dankzij haar dagboek begonnen zich plotseling allerlei mensen voor het lot van de puber uit Sarajevo te interesseren. De Franse uitgever Bernard Fixot kreeg afgelo pen najaar via-via een gestencilde kopie van 'Het dagboek van Zlata' in handen en wilde het uitgeven. Zlata en haar ouders gingen ak koord op voorovaarde dat ze uit de hel van Sarajevo zouden worden gehaald. Na een mislukte poging - de plaatselijke autoriteiten wilden hel, gezin ondanks ge maakte afspraken niet laten gaan - lukte het op 23 december om Zlata en haar ouders uit hun kapotgeschoten woning in het centrum van Sarajevo te halen en onder bescherming van VN-troepen naar het vliegveld te bren gen. Wennen Zlata moet nog steeds wennen aan het idee dat ze veilig en wel in de Franse hoofdstad is. „Ik besef het nog niet echt. Voor mijn gevóel zit ik nog steeds midden in de oorlog. Het is goed uit die ellende weg te zijn, maar ik vraag me iedere morgen, iedere middag en iedere avond af hoe mijn vrienden en familie het maken. Wat doen ze nu, op dit moment? Ter wijl ik hier zit te praten, zitten zij misschien in de schuilkelder of rennen ze voor hun le ven om aan slüipschutters te ontkomen. Dat idee maakt me verdrietig." Veel tijd om te wennen aan het idee dat ze in Parijs is, veilig en ver van het oorlogsge weld, krijgt Zlata ook niet. Ze is bijna iedere dag van 's morgens vroeg tot 's avonds laat bezig journalisten uit alle mogelijke delen van de wereld te woord te staan. En altijd weer gaat het over de oorlog, die verschrikke lijke oorlog die een wreed einde maakte aan haar jeugd en onschuld. „Ik ben zo ziek van die stomme oorlog", zegt Zlata. „En vooral van die stomme politici." Van politiek begrijpt Zlata als dertienjarige niet veel. Ze schrijft het meerdere malen in haar dagboek. Ze begrijpt er echter genoeg van om zeker te weten dat de heren politici - en zij alleen - de verantwoordelijkheid dra gen voor het drama dat zich in Bosnië-Her- zegowina afspeelt. Voor haar gestolen jeugd, voor de dood van heel wat vrienden en ken nissen en duizenden onbekenden. In haar dagboek spreekt ze consequent heel geringschattend over de politici, die ze 'kleuters' noemt. „Politici zijn net kleine kin deren die vechten om speelgoed. Het zijn slechte mensen. Zij hebben de oorlog gewild. En het is hun schuld dat het moorden nog steeds door gaat. De gewone mensen wilden geen oorlog. Voordat de politici met hun ge- Ze is dertien en ziet er uit als dertien, maar zodra ze begint te praten lijkt ze een stuk ouder. Ouder en wijzer en helaas een heleboel illusies armer dan het gros van haar leeftijdsgenootjes. Zlata Filipovic heet ze, en haar wereld staat volledig op z'n kop. Want ze is geboren en getogen in Sarajevo, de stad die nu al meer dan 18 maanden het toneel is van een even gruwelijke als zinloze oorlog. Haar gevoelens over die situatie vertrouwde ze toe aan 'Mimmy', haar dagboek. Die ontboezemingen verschenen onlangs in 9 talen, waaronder het Nederlands, onder de titel 'Dagboek van Zlata'. Sarajevo. Vragende kinderogen bij een poster met een politieke vraag. Zlata Filipovic, de Bosnische Anne Frank' ruzie begonnen, was er geen enkel probleem in Sarajevo. We speelden samen, gingen sa men naar school zonder te weten wie mos lim, Serviër of Kroaat was. Dat was helemaal niet belangrijk." „Sarajevo was een prachtige stad. Niet vanwege de architectuur, maar vanwege de tolerantie die er heerste, omdat zoveel ver schillende mensen er samen leefden zonder te weten wie wat was. Die geest is door de 'kleuters' kapot gemaakt", zegt Zlata fel. Ze is er van overtuigd dat de meeste bewoners van Sarajevo er zo over denken. „Als de politici gewoon de straat op zouden gaan, zouden de mensen hen vermoorden. Ik haat ze." Indrukwekkend Waarom haar dagboek zo'n succes heeft, be grijpt ze niet goed. „Ik denk dat het indruk maakt omdat de mensen er niet bij stil staan hoe een kind de oorlog ervaartzegt Zlata. Dat is echter niet de enigé verklaring. Zlata's relaas over de dreigende oorlog die steeds dichterbij komt en die uiteindelijk haar zor geloze kinderbestaan definitief om zeep helpt, grijpt de willekeurige lezer al snel bij de keel. Alle kranteverslagen van de gruwe lijkheden in Bosnië en zelfs de meest schok kende televisiebeelden maken minder indruk dan het verslag van de oorlog gezien door kinderogen. Zlata's recht-toe-recht-aan schrijfstijl maakt de gruwelen van de oorlog nog gruwelijker dan ze al zijn. Slechts zelden lijkt ze echt wanhopig en uit het veld geslagen. Maar soms wordt het de kleine Zlata te veel. „Mimmy, ik kan er niet meer tegen. Ik heb er meer dan genoeg van... Er is steeds meer kans dat ik mezelf om het leven breng als die stukken stront daarboven of hier beneden me niet voor die tijd al ver moord hebben tenminste. Ik heb zin om te schreeuwen, alles kapot te slaan, te moorden. Ik ben maar een menselijk wezen en heb mijn grenzen", schreef ze op 1 juni 1993 in haar dagboek na een nieuwe serie tegensla gen en moordende beschietingen door de Serviërs die zich in de heuvels boven de stad verschanst hebben. „Ik heb ontzettend veel steun aan mijn dagboek gehad. Mijn dagboek is voor mij een soort vriendin geworden die er altijd is, die altijd naar me luistert en me troost. Het is een soort doos waar je allerlei gevoelens in kunt stoppen", vertelt Zlata. Een vriendin die ze de afgelopen weken heeft verwaarloosd. „Ik heb het nu veel te druk omdat mijn boek net uit is. Dat zal nog wel een paar weken zo blijven, maar daarna ga ik weer schrijven." Volgende week is Zlata een paar dagen in Nederland. Ze kijkt er nu al naar uit. Van Ne derland weet ze niet veel meer dan de geijkte klompen, molens en tulpen. En natuurlijk dat het huis van haar grote voorbeeld Anne Frank er staat. Ze hoopt vurig dat er tussen de vele intprviews en televisie-optredens nog even tijd is om het huis van Anne Frank te bezichtigen. „Ik wil de zolder zien waar ze zo lang gewoond heeft en waar ze haar dagboek geschreven heeft. En de boom waar ze zoveel over schreef', zegt Zlata. En ze verzucht: „Bij ons in Sarajevo zijn er allang geen bomen meer. De mensen hebben alle bomen omge zaagd om de kachel te kunnen stoken." Het Dagboek van Zlata; uitgeverij De Boeke rij. ZATERDAG 15 JANUAR11994 D E N K W 1 i J z E 'Denkwijzer' van zaterdag 4 december onder de kop 'Onbegrepen Ouders', heeft René Diekstra honderden brieven van lezers opgele verd. Vanwege de onmogelijkheid de verzoeken om nadere infor matie persoonlijk te beantwoorden, komt René Diekstra vandaag in zijn rubriek uitvoerig terug op dit onderwerp. ensen", schrijft Valentine IV1 Winsey in haar boek Yourself as History, „zijn als ijs bergen. Meer dan 90% van hun leven, van hun ervaringen, her- innneringen en gevoelens, gaat verborgen onder het oppervlak van de zee van alledaagse be slommeringen." Alles wat we van mensen lijken te weten, is wat we zien en horen in onze dagelijkse omgang. Neem bijvoorbeeld onze ouders. Meestal zien we hen als degenen die ons opgevoed en verzorgd hebben, die zich overal mee be moei (d) en, als degenen die de beslissingen voor ons namen en nog altijd vaak willen nemen. Soms zien we ze nog als voor beelden, maar vaker als de oppas voor onze kinderen, als het on vermijdelijke behang bij verjaar dagen en familie-bijeenkomsten, als mensen met wie we vooral over koetjes en kalfjes praten. Vanwege die typische ouder-kind relatie hebben we met hen meestal niet de intieme uitwisse lingen die we met mensen van onze eigen leeftijd hebben. Daar door vergeten we nogal eens dat onze moeders en vaders niet al leen maar familie-functionaris sen zijn. Mensen waar we vanwe ge gezinsbanden gebruik of mis bruik van kunnen maken, maar ook personen met individuele ei genschappen en een geschiede nis die vaak net zo bijzonder en interessant is als die van onze beste vrienden. Met dit verschil dat de persoonlijke geschiedenis van onze ouders een belangrijke bepaler van onze eigen geschie denis is. Het gezegde 'Zeg me wie je vrienden zijn en ik zal zeg gen wie je bent' is simpelweg minder waar dan 'Vertel me net verhaal van je ouders en ik zal je een verhaal over jezelf vertellen'. Dat dit laatste gezegde niet be staat, kan geen toeval zijn. De re den is waarschijnlijk de merk waardige eigenaardigheid die veel kinderen, niet alleen als jon gere maar ook als volwassene, hebben. Namelijk: ze willen lie ver niet op hun eigen ouders lij ken. Sterker nog, veel kinderen schamen zich zelfs minder of meer voor hun ouders. Het is niet voor niks dat, althans in on ze cultuur, tegen iemand zeggen 'Je bent net je moeder' (vader mag ook) gelijk staat aan haar of hem diep beledigen. Hit soort reacties is aan de ene Lf kant natuurlijk te begrijpen als uitingen van onze behoefte om ons los te maken van onze ouders en onze eigen individua liteit te bevestigen. Maar aan de andere kant weerspiegelen ze ook een betreurenswaardige af stand, vervreemding zelfs, tussen generaties. Het is een volstrekte illusie, ook al koesteren we die graag, dat we ons leven zelf wel bepalen. Zowel lichamelijk als psychisch - en ook sociaal - wor telt ons leven en onze persoon lijkheid in die van voorafgaande generaties. Wie zichzelf goed wil leren kennen en respecteren, die zal die wortels moeten leren ken nen en respecteren. Simpel ge zegd: onze zelfkennis hangt voor een belangrijk deel af van hoe goed we met onze voorafgaande generatie, onze ouders dus, ken nis hebben gemaakt. T k hoor nogal eens van mensen 1 wier ouders zijn overleden, dat ze het betreuren zo weinig van hen te weten. Zoals iemand het zei: „Ik heb er eigenlijk nooit echt bij stil gestaan wat voor vra gen ik mijn vader zou willen stel len of hoe ze te stellen." Dezelfde persoon had kort na de begrafe nis van zijn vader voor het eerst gehoord via een oom dat zijn moeder - die 20 jaar eerder was overleden - een aantal jaren in een psychiatrische inrichting had gezeten, waar ze uiteindelijk ook was gestorven. Die onthulling en de daarop volgende naspeurin gen door hemzelf hadden hem drie dingen duidelijk gemaakt. Het eerste was dat er een heel groot en tragisch stuk familiege schiedenis was waar hij niets van had geweten, maar waarvan hij nu begon te begrijpen hoezeer dat de sfeer van zijn opvoeding had beïnvloed. Het tweede was dat de geslotenheid van zijn va der, die hij hem op den duur was gaan verwijten en waardoor steeds meer afstand tussen hen beiden was gekomen, waar schijnlijk voor een belangrijk stuk zelfbescherming was ge weest. Onder andere tegen in tense gevoelens van zelfverwijt en schuld over hoe het met zijn vrouw was gelopen en over zijn mogelijke rol daarin. Het derde was dót de depressies waar hij (de man in kwestie) nu als vol wassene af en toe aan leed, ver moedelijk voor een deel hun wortels hadden in een erfelijk be paalde kwetsbaarheid van moe derszijde. Het was op grond van dat inzicht dat hij opeens bereid was een bepaalde behandeling die hij altijd had geweigerd, na melijk antidepressiva, nu wel te proberen. De meest voor de hand liggen de, hoewel niet heel gemak kelijke, manier om dit soort din gen te voorkomen en om een persoonlijkere relatie met je ou ders nog tijdens hun leven te ontwikkelen - tussen haakjes: een goede relatie met je ouders is een belangrijke indicator van je eigen geestelijke gezondheid - is met hen in gesprek te gaan. Con creter: vraag hen toestemming om zich door jou een paar keer te laten interviewen. Leg uit waarvoor je dat wilt. Benadruk de vertrouwelijkheid van de ge sprekken. Vraag toestemming om aantekeningen te maken, eventueel op band op te nemen. Maak hen ook duidelijk dat zij zelf beslissen of ze ergens wel of niet een antwoord op willen ge- Wat voor vragen te stellen? Op de eerste plaats: verzamel ge woon informatie. Zoals: waar ge boren, wanneer, onder welke omstandigheden (was hun vader bijvoorbeeld in de buurt of was die weg), was het een moeilijke bevalling, waren er complicaties? Vraag naar het huis waar hij/zij woonde. De buurt. De stad. Vraag of het gezin vaak verhuisd is (voor en na geboorte van je va der/moeder), wat de reden daar- Vraag naar hoeveel broers en zussen er in het gezin waren. Veel mensen denken dat ze dit soort zaken wel van hun ouders weten, totdat ze te horen krijgen dat er geen 4 maar 5 kinderen in het gezin waren, dat een al op jonge leeftijd is overleden, maar dat over die tragedie altijd het stilzwijgen in het gezin en naar buiten toe is bewaard. Vraag wat voor bij- of scheld namen de kinderen in het gezin hadden (en eventueel waarom). Vraag met welke broer of zus je vader/moeder het dikst was. Waarom? Met wie speelde hij/ zij in het gezin het vaakst, en met wie buiten het gezin? Vraag naar verjaardagen van de gezinsleden. Vraag naar favoriete spelletjes als kind, naar lievelingsverhalen, - sprookjes, -boeken. Vraag naar gezinsactiviteiten die hij/zij als Idnd fijn vond en Iaat ze gedetail leerd beschrijven. Ga vervolgens over naar vragen over school. Hoeveel jaar naar school en naar welke scho len? Waren de verwachtingen in het gezin op dit punt ten opzich te van jongens en meisjes duide lijk verschillend? Vraag hoe dit door hem, maar vooral haar, er varen is. Vraag naar bijzondere talenten of vaardigheden dan wel handicaps, die hij/zij als kind had en hoe die van invloed zijn geweest. Vraag ook naar training of opleiding buiten school om (muziek, kunst, zondagsschool). Vraag vervolgens naar werk- /loopbaan. Wat waren de ver wachtingen in het gezin ten aan zien van jongens en meisjes? Hoe kwam de keuze voor een be paald beroep/werk tot stand? Wat was zijn /haar eerste baan, hoe was het daar? Wat waren volgende banen, wat voor pro blemen waren daar en met wie? Als hij/zij een baan opgaf, waar om dan? Heeft hij/zij uiteindelijk gevoel gehad werk te hebben dat gewenst was. Wat voor teleurstel lingen zijn in de loopbaan opge lopen en hoe speelt dat nog door? Vraag vervolgens naar vrijtijds- en familieactiviteiten. Wat waren vroeger bijzondere gezins/fami- lieactiviteiten (verjaardagen, hoogtij-dagen, godsdienstige ac tiviteiten)? Ging men als gezin op vakantie? Hoezeer bepaalde godsdienst /religie het gezinsle ven en waarover werd gepraat of kon gepraat worden? Had hij/zij vroeger bepaalde hobby's? Wat deed hij/zij het liefst in termen van uitgaan/amusement. Kreeg hij/zij de kans te reizen en waar naar toe? Vraag vervolgens naar (partner)relaties en huwelijk. Hoe hebben hij en zij elkaar ont moet? Hoe was de verkeringstijd? Wat deed hen besluiten met el kaar te trouwen en hoe oud wa ren ze toen? Ik hoorde onlangs van iemand dat hij bij het stellen van deze vraag de verbazende ontdekking deed dat zijn ouders pas 10 jaar geleden (stiekem) voor de wet getrouwd waren, kort voor zijn oudste zus in het huwelijk zou treden. Daarvoor hadden ze zon der boterbriefje geleefd, omdat zijn vader eerdengetrouwd-was geweest maar uit dat huwelijk was gestapt om met een werk neemster van hem (moeder van mijn patiënt) te gaan samenle ven. Zijn eerste vrouw had echter lange tijd niet in een scheiding willen toestemmen. Vraag ook of ze beiden wel kinderen wilden? Ook zoveel als ze er uit eindelijk kregen? Had den ze meer/minder gewild? Hoe hebben ze het opvoeden van kin deren ervaren? Wat vonden ze het moeilijkste, het leukste? Heb ben ze het gevoel bepaalde 'fou ten' van hun eigen ouders met hun kinderen herhaald te heb ben? Welke? Zijn ze nog bezorgd over hun kinderen? In welke op zichten? Hoe zouden ze de rela tie met hun kinderen voor de toekomst graag zien? Vraag ook (met name aan va der) naar ervaringen - als die er zijn geweest - in militaire dienst. Wanneer, hoelang, wat is blijven hangen, is hij in oorlogssituaties betrokken geweest? Heeft hij het idee dat militaire opleiding/erva ringen van invloed zijn geweest op de rest van zijn leven? Vraag vervolgens naar betrok kenheid bij maatschappelijke, politieke en religieuze organisa ties. Merkwaardig genoeg weten kinderen in dit opzicht vaak maar weinig van wat hun ouders deden en nog doen. Vraag of ze lid zijn van bepaalde organisa ties. Waarom? Wat doen ze er? Hoe belangrijk is dat voor hen? Hebben ze bepaalde idealen- /waarden die ze op deze manier proberen te verwezenlijken? Wel ke? Vraag naar hoe ze hun vrije tijd het liefst doorbrengen. Welke muziek (zangers/bands/orkes ten) ze nu het liefst horen. Waar hun kunstzinnige belangstelling naar uitgaat? Vraag ook welke samenleving/politiek/ gods dienst het meest bewonderen. Waarom? Zijn er politieke of maatschappelijkegebeurtenissen in hun leven geweest die op hen grote invloed hebben gehad/in druk hebben gemaakt? Vraag ook naar hun gezond heid. Hebben ze in hun jeugd aan bepaalde ziektes geleden? Welke? Hoe heeft dat hun leven beïnvloed? Wat is de voornaam ste doodsoorzaak in de familie over de afgelopen 2 tot 3 genera ties geweest? Houdt hen dat be zig? Zijn er gezondheidsklach ten/problemen waar hij/zij zich zorgen over maakt? Heeft hij /zij periodes van neerslachtigheid, angst of andere psychische klachten? Wat voor invloed heeft dat op zijn/haar leven. Zijn zulke klachten ook bij andere familie leden voorgekomen? En tenslotte: vraag naar bij zondere dingen/ervaringen zoals favoriete gezegdes/spreekwoor den in het gezin van herkomst. Naar favoriete verhalen of anec dotes. Naar familietradities. Vraag of er een 'zwart schaap' was in de familie. Of er een 'held' of 'heldin' was. En vraag naar fa miliegeheimen en tragedies en naar wat voor invloed deze op het leven van je ouder(s) gehad hebben. En vraag naar hun hoop en hun zorg voor de toekomst. Als je in het gesprek met je ou ders zover bent gekomen, ver geet dan één ding niet, namelijk hen na afloop te bedanken voor hun vertrouwen en voor de bij drage die ze zo aan jouw inzicht in je eigen leven hebben gege- Thomas Gordon, de bekende 'ouderschaps'promotor, schrijft ergens: „Wanneer mensen ou ders worden, ziet men iets merk waardigs en betreurenswaardigs gebeuren: ze aanvaarden een ftinctie of ze gaan een rol spelen, maar ze vergeten dat ze mensen zijn". Ik voeg daar aan toe dat kinderen in dit opzicht voor hun ouders de belangrijke rol kunnen vervullen van zowel hen als zich zelf daaraan te herinneren. RENE DIEKSTRA hoogleraar klinische en gezondheidspsychologie

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1994 | | pagina 33