6,2: Alleen Afrika 'verdient' nog ontwikkelingshulp Belangrijke koerswending voor Franstalig Afrika Feiten &Meningen Burgemeester hoort geen stemadvies te geven POSTBANK DONDERDAG 13 JANUARI 1994 Nederland heeft lesje geleerd van 'gevalIndonesië „Misschien is Indonesië wel beter af zonder ontwikke lingshulp", zei de Nederlandse premier Lubbers onlangs tussen neus en lippen door. Het heeft de laatste jaren meer mensen verbaasd dat de Indonesisch-Nederlandse relatie is opgebloeid sinds de archipel botweg elke cent ontwikkelingsgeld uit het oude moederland weigert. De export van Indonesische produkten naar ons land steeg de eerste helft van 1993 met 20 procent en omgekeerd zelfs met 70 procent. DEN HAAG MARGREET VERMEULEN De slopzetting van de hulp heeft Nederland geen windeie ren gelegd. Maar ook Indonesië is gebaat bij groeiende handels cijfers die bij voorbeeld de op bouw van een exportindustrie mogelijk maken. Daar zit meer toekomst in dan in een jaarlijks terugkerende, statische zak met geld waarvan de helft sowieso in Nederland besteed moet worden. Het 'geval' Indonesië toont aan dat ontwikkelingshulp niet (meer) functioneert als smeer middel voor het Nederlandse bedrijfsleven, wat je daar ook van mag vinden. „Bedrijven kij ken gewoon of iets bedrijfseco nomisch relevant is. Zo niet, dan stappen ze er niet in ook niet als er subsidies lonken. Subsidies zijn niet doorslagge vend", aldus R. Tjeerdsma, se cretaris van de Vereniging van Nederlandse Ondernemers (VNO). Zachte dood De VNO verwacht dat ontwik kelingshulp in de vorm van ex portsubsidies aan het Neder landse bedrijfsleven een zachte dood sterft. Overheidssteun is in strijd met alle afspraken die worden gemaakt over de vrij making van de wereldhandel, want met export-subsidies be voordelen landen hun 'eigen' bedrijfsleven. Hoe dan ook, in plaats van een afhankelijkheids relatie waarbij Nederland de geldstroom beheert, stuurt en desgewenst afknijpt hebben ex-kolonie en ex-kolonisator nu een gelijkwaardige verhouding. Indonesië kan de inkomsten uit de handel met Nederland naar eigen goeddunken besteden. Dat had tot onmiddellijk gevolg dat vrijwel alle ontwikkelings projecten werden stopgezet, indonesië vond ze blijkbaar niet de moeite waard om ze uit ei gen zak te betalen. Dan dringt de vraag zich op hoe zinvol hulp in de vorm van pro jecten is: een uitgavepost op de begrotingOntwikkelingssamen- werking van 1,1 miljard per jaar. „We moeten er van af. Het is post-koloniaal om overal maar waterleidinkjes aan te leggen en ambtenaren te stationeren bij overheden van ontwikkelings landen. Met alle respect voor de mensen die vol goede bedoelin gen aan het werk zijn. Maar het is gefröbel in de marge", aldus Tjeerdsma. Door de bank genomen flopt éénderde van de projecten. Éénderde loopt matig en één derde is een succes. In Afrika liggen die percentages ongun stiger: de helft mislukt, een kwart slaagt en nog eens 'n kwart loopt matig. Projecthulp Het karakter van projecthulp is de afgelopen pakweg 15 jaar enorm veranderd. Het komt niet of nauwelijks meer voor dat Philips met hulpgelden dure medische high-tech-apparatuur mag leveren aan ziekenhuizen in de Derde Wereld. Zo'n pro ject komt alleen een elite ten goede. Bovendien staat zulke gevoelige apparatuur binnen de korste keren kapot in een hoek, omdat niemand het ding kan repareren. Ook zal niemand het anno 1993 nog in zijn hoofd te halen om Aziatische boeren met hulpgeld te voorzien van Nederlandse drachtige vaarzen, zoals in 1978 in Sri Lanka gebeurde. Na 3 jaar was de helft van de koeien dood. De andere helft was on vruchtbaar, kampte met long problemen en uierontstekingen of leed gewoon onder de hitte. In plaats van het project af te blazen mocht een boer in Leeuwarden nieuwe stallen le veren, een andere leverde de mestverspreiders en weer een andere fabrikant zag hier een markt voor zijn hekwerken. Pas in '86 werd het project stopge zet. Witte olifanten De dominantie van het bedrijfs leven is inmiddels verdwenen, maar het is niet gezegd dat er geen nieuwe 'witte olifanten' (mislukte hulpprojecten) bijko men. Zo zijn er grote twijfels over het aanbod van de Neder landse regering aan PLO-leider Arafat om met 40 miljoen bij te dragen aan de aanleg van een haven in de Gazastrook. Dat aanbod lijkt meer ingegeven door de Nederlandse handels geest dan door de behoefte van de Palestijnen aan een eigen haven. Terug naar het 'geval' Indonesië dat op Ontwikkelingssamen werking wel eens een 'blessing in disguise' wordt genoemd: een tegenvaller die achteraf een ze gen blijkt te zijn. Het besefis doorgedrongen hoe bescheiden de rol was die Nederland in Indonesië eigenlijk speelde en dat Nederland zich tot Indo nesië verhoudt als de muis tot de olifant. In Nederland wordt Indonesië nog steeds als een ontwikke lingsland gezien. Maar Indone sië is uitgegroeid tot een regio nale machtsfactor in politieke zin, die zijn economische tenta kels al uitstrekt tot Latijns-Ame- rika. Indonesië gaat Suriname immers 'helpen' bij de ontwik keling van het tropisch regen woud, wat dat ook moge bete kenen. Azië Misschien is het tijd dat Ont wikkelingssamenwerking niet alleen Indonesië, maar op ter mijn héél Azië van de lijst schrapt. Ontwikkelingshulp is immers bedoeld voor landen die niet op de 'normale' manier aan geld kunnen komen, anders gezegd die niet bij een bank kunnen lenen. Dat geldt voor grote delen van Azië (en ook voor Latijns-Amerika) niet meer. Azië is juist de motor van de wereldeconomie. Minister Pronk gruwt van de ge dachte. „Azië is het werelddeel waar de meeste armen wonen. Daar heb ik mee te maken". 'i, Een vluchtelingenkamp midden in de droogte van Ethiopië. Een r lingenstromen. Maar op zijn departement wordt al wel over de toekomst gefilosofeerd. „Over een jaar of 10 is de hulp uitsluitend gericht op Afrika", voorspelt een top ambtenaar. Hoebink verwacht dat moment binnen een jaar of 5,6. „Je moet India en Bangla desh nog een aantal jaren hel pen bij de armoedebestrijding in bepaalde regio's. Verder maakt ik een uitzondering voor drie straatarme landen: Nepal, Bangladesh en Bhutan. De rest kan zich over een jaar of wat zelf bedruipen. En op Peru en Bolivia na, kunnen we ons straks ook terugtrekken uit La tijns-Amerika. Ze hebben daar genoeg kapitaal van buiten landse investeerders en de We reldbank". Hoewel Pronk er niet van wil weten om zich alleen op Afrika te richten, verschuift het zwaar tepunt in zijn begroting wel langzaam in die richting. De kortingen die Pronk de afgelo pen jaren moest doorvoeren kwamen voor rekening van Azië en Latijns-Amerika. En de gel den die Pronk overhoudt door het 'geval' Indonesië worden nu gebruikt voor noodhulp. Nood hulp komt voor 90 procent te recht in Afrika. In 1992 kregen Azië en Afrika nog ongeveer evenveel hulp vanuit Neder land. Dit jaar krijgt Afrika 559 miljoen: dat is meer dan dan Azië (234 miljoen) en Latijns Amerika (261 miljoen) bij el kaar. Goed doen Wie het in Nederland over ont wikkelingshulp heeft heeft het over 'goed doen'. Het is haast ongepast om over het Neder landse belang van de hulprela tie te spreken. Dat is opmerke lijk voor een land waar de ont wikkelingshulp in de jaren '50 begon als een vorm van export bevordering en emplooi voor de Nederlanders die in Neder- lands-Indië tropische deskun digheid hadden opgedaan. Daar werden destijds geen doekjes om gewonden. Anno 1993 staan officiële docu menten van het ministerie bol van het humanitaire motief. In werkelijkheid is dat maar een Minister Pronk. klein onderdeel van het ontwik kelingsbeleid. Om die reden zei oud-minister De Koning on langs: „Ontwikkelingshulp ont neemt ons het zicht op de ma cro-economische werkelijk heid". Het eigenbelang van Nederland blijkt uit twee nieuwe, belangrij ke motieven om hulp te geven: het milieu- en het vluchtelin genvraagstuk. Het milieuvraag stuk maakt inmiddels officieel onderdeel uit van het ontwikke lingsbeleid. Het vluchtelingen vraagstuk (nog) niet, maar het is duidelijk dat de hulp aan Oost- Europa wordt opgeschroefd in de hoop eventuele vluchtelin genstromen te voorkomen. Ook van de noodhulp voor Afrika wordt in stilte op een dergelijke zegenrijke werking gehoopt. Hoewel het de vraag is of je met noodhulp vluchtelingen uit So malië, Eritrea en Ethiopië te genhoudt. LONDEN RICHARD DOWDEN THE INDEPENDENT Een van de sterkste nog be staande verbanden tussen Afrika en Europa is gisteren verbroken toen Franstalig Afrika zijn valuta, de CFA, voor het eerst sinds zij 45 jaar geleden werd inge steld, devalueerde. Tijdens die periode zijn andere Afrikaanse valuta ingestort of vertegenwoordigen zij nog maar een fractie van hun waar de. Maar 14 Franstalige Afri kaanse landen en Equatori aal Guinea, dat sinds 1983 mee doet konden al die tijd reke nen op een stabiele, inwisselba re munt die gekoppeld was aan, en ondersteund werd, door de Franse schatkist. De waarde van de munt van de Communauté FinancièreAfricaine (Afrikaanse financiële gemeenschap, CFA) was, toen hij in 1948 werd inge steld. 50 CFA-franc tegen één Franse franc. Sinds gisteren is de Franse franc 100 CFA-franc waard. Het besluit om te devalueren is genomen door functionarissen van de lidstaten van de ge meenschap, die in de Senegale se hoofdstad Dakar een ont moeting hadden met vertegen woordigers van het Internatio nale Monetaire Fonds (IMF). Verwacht wordt dat de devalua tie in de armste landen het hardst aankomt. De stap bete kent dat het Franse Afrikabeleid verschuift ten koste van de voormalige koloniën en in de richting gaat van een meer pragmatische, commerciële be nadering. Het kan een vérzwak- king betekenen van de relaties tussen Europa eri Afrika. De Franse steun voor de CFA, de munt van enkele van 's we relds armste landen, zoals Mali en Niger, toonde op een prakti sche manier de opmerkelijk duurzame verbintenis tussen Frankrijk en zijn voormalige Afrikaanse koloniën. Zelfs nu nog geeft Frankrijk bijna 10 keer zoveel uit aan hulp aan de lan den ten zuiden van de Sahara als bijvoorbeeld Groot-Brittan- nië. Daar komt voor de Franse schatkist nog eens 6 miljard gul den in 1990, het meest re cente cijfer bovenop voor het in stand houden van de CFA. Afrikaanse landen die de CFA benutten, kregen gemakkelijk buitenlandse valuta en waren tot op bepaalde hoogte regio naal geïntegreerd. Ook in niet CFA-landen, zoals in Ghana, is de munt gewild. De hoge vaste wisselkoers betekende dat Fran se importen relatief goedkoop waren Gabon verbruikt per hoofd van de bevolking bijvoor beeld meer champagne dan Zweden. Voor landen met wei nig export, zoals Burkino Faso en Senegal, was de hoge wissel koers zeer voordelig. Landen die de CFA-franc gebruiken Maar voor landen als Ivoorkust, die goederen exporteren die minderwaard worden, was de hoge wisselkoers een ramp. Toen halverwege vorig jaar ge- n devaluatie verdwenen e geldbedragen naar het buitenland. Devaluatie zal de armsten het hardst treffen en veel Afrikaanse regeringen heb- ruchten begonnen te circuleren ben gewaarschuwd voor beroe ring onder de bevolking. Zij hebben de Wereldbank en do norlanden om speciale hulp ge vraagd om de gevolgen te ver zachten voor de stedelingen en de armen. De Franse zakenwereld profi teerde duidelijk van de CFA. In vesteringen uit andere landen werden erdoor ontmoedigd. Volgens de voorzitter van de club van Franse investeerders in Afrika zal de devaluatie de le vensvatbaarheid van 15 procent van hun dochterondernemin gen in gevaar brengen. Maar het grootste voordeel voor Frankrijk, of in ieder geval de Franse president, was politiek. Met 14 Afrikaanse landen die zich aan Frankrijk vastklamp ten, kon het land beweren nog steds een wereldmacht te zijn. Toch verklaart een zelfverhef fende visie onvoldoende de bui tengewone relatie tussen de Franse regering, en met name president Mitterrand, en de Franstalige Afrikaanse leiders. Die was vaak direct en persoon lijk en ging langs het Franse mi nisterie van buitenlandse zaken heen. Vele jaren stond de zoon van de president, Jean- Christophe Mitterrand aan het hoofd van het Franse Afrika beleid, een snufje familiepoli- tiek dat door Afrikaanse leiders werd gewaardeerd. Een waarde ring die soms werd omgezet in bijdragen aan de verkiezings campagnes van Franse politieke partijen. Aan dit systeem komt nu een einde. Sinds rechts in Frankrijk in maart de verkiezingen heeft gewonnen, heeft de regering in Parijs een nieuwe, hardere hou ding ten opzichte van Afrika aangenomen, zonder speciale behandeling voor de oude vrienden. In een recente be leidsverklaring werd openlijk gesteld dat van nu af aan de be langrijkste voorwaarde voor hulp was dat de ontwikkelings landen hun economie in orde brengen. Frankrijk staat erop dat de hulp concrete resultaten oplevert. Met name het IMF en de We reldbank hebben aangedrongen op devaluatie van de CFA. De Franse regering is het dilemma van tussen vrienden te moeten kiezen keurig uit de weg gegaan met de aankondiging dat de be slissing aan de 14 regeringen was. Tegelijkertijd heeft Parijs gezegd die landen te zullen be lonen die structurele economi sche veranderingen doorvoeren via programma's die zijn goed gekeurd door het IMF. Het IMF zou echter geen programma goedkeuren voor landen met een kunstmatig hooggehouden wisselkoers. Daarna was de de valuatie slechts een kwestie van tijd. VERTALING: LUUTJE NIEMANTSVERPRIET WIM STEVENHAGEN -P/\S$eW£A£6eiP:. L wr KieMAjjp p/we Kiev EÊwetf. opqemvieN WÉTKIPZem ALS pjJKVef^iweiMcq^Kj TT7T-,T °°K K)00,T 01WS&M 5MPÖT KV/VÉR oHDeirVÉ/ VAM Ve OVfifc5TR0/Hinê ie ras op of je yl cf Te eui/we/u - DEN HAAG GUS SCHREUDERS JURIDISCH MEDEWERKER Enkele burgemeesters hebben de i van hun gemeenten opgeroepen niet op de Centrumdemocraten te stemmen. Deze burgemeesters als laatste Cees Goekoop (WD) van Leiden grepen hun traditione le nieuwsjaarstoespraken aan om de bur gers op het hart te drukken gebruik te ma ken van hun stemrecht, maar vooral geen stem uit te brengen op partijen die vooroor delen verkondigen en racisme aanwakke- Het is de vraag of deze stemadviezen in overeenstemming zijn met de rol van de burgemeester als door de Kroon benoemde, boven de politieke partijen staande verte genwoordiger van de gemeente. Staatsrech telijk roepen de uitspraken op zichzelf geen probleem op. Uit geen enkele bepaling van de Gemeentewet vloeit voort dat een burge meester niet publiekelijk zijn afkeer van een bepaalde partij zou mogen ventileren. Juri disch zijn er dus geen bezwaren tegenin de brengen. Een andere kwestie is of een partijpolitieke stellingname van een burgemeester ver standig is met het oog op zijn positie als overheidsorgaan. Zolang de Centrumdemo craten niet door de rechter tot verboden vereniging zijn verklaard, mogen zij mee doen aan de verkiezingen en zonder belet sel verkiezingscampagne voeren. Het is in de eerste plaats een zaak van de andere po litieke partijen om de CD inhoudelijk te be strijden. De Groningse hoogleraar staatsrecht mr. D.J. Elzinga noemt de deelname van burge meesters aan de verkiezingscampagne on gewenst. De overheid moet zich niet met de inhoud van de gedachtenwisseling bemoei en en kan beter geen stemadviezen geven, meent hij. De burgemeesters beschouwen zichzelf vaak als boven-partijdig, omdat zij zijn belast met de procedurebewaking. Ook Elzinga meent dat de bestrijding van de Centrumdemocraten zich op politiek ni veau moet afspelen. Hij vreest een soort glijdende schaal. Een volgende stap zou kunnen zijn dat de burgemeesters zich ke ren tegen de Staatkundig Gereformeerde Partij wegens het weren van vrouwen bij de kandidaatstelling. Veel minder bezwaar zou er zijn tegen een dergelijke stellingname door wethouders, die immers zelf politieke figuren zijn die deelnemen aan de verkiezingscampagne. Een wethouder kan veel meer dan een bur gemeester vanuit de eigen politieke achter grond optreden. Het is overigens niet uitzonderlijk dat bur gemeesters politieke standpunten naar vo ren brengen. De vorige week overleden ex- burgemeester van Gorinchem, ridder Van Rappard, was hier befaamd om. Beter ver gelijkbaar met de huidige anti-CD-acties van enkele burgemeesters, is het pleidooi dat de huidige Commissaris van de Konin gin in Flevoland, Han Lammers, indertijd als burgemeester van Almere heeft gehou den voor een verbod van de CD. Lammers wees er toen op dat zowel burge meesters als gemeenteraadsleden een eed afleggen op de Grondwet. Handhaving van de Grondwet betekent volgens Lammers ook dat CD-aanhangers uit de raad moeten worden geweerd. De activiteit van de Cen trumdemocraten staat op gespannen voet met artikel 1 van de Grondwet dat iedere vorm van discriminatie verbiedt. Na de vorige gemeenteraadsverkiezingen hebben 400 advocaten zich gewend tot de burgemeesters van gemeenten waar CD-le- den in de raad waren gekozen. Zij achtten het de grondwettelijke plicht van de burge meesters niet mee te werken aan de instal latie van deze raadsleden, omdat hun eed op de Grondwet bij voorbaat meinedig zou zijn, namelijk in strijd met artikel 1 van de ze wet. Meineed kan echter uitsluitend ach teraf wordep vastgesteld. Er was dus geen juridisch houdbaar argument om de beëdi ging te verhinderen. Ook het. weren van CD-leden uit raadscommissies was niet mogelijk, omdat deze evenredig r worden samengesteld. De burgemeesters hebben wel c het optreden tegen racistische uitlatingen in raadsvergaderingen en ordeverstoringen. Ook dit is echter juist een argument voor politieke terughoudendheid van de burge meesters. Verder hebben gemeenten een taak bij de bestrijding van rassendiscrimi natie met bestuursrechtelijke middelen. Politieke bestrijding van een racistische partij als de CD is echter geen bestuursaan- gelegenheid, maar hoort plaats te vinden in de politieke arena, die benoemde over heidsfunctionarissen beter kunnen mijden. Althans, zolang de rechter geen verbod heeft uitgevaardigd. Daling hypotheekrente. De rente van de Postbankhypotheken is gedaald en is nu vanaf t rol bij Rente 2 jaar vast: 6,2% 6,5%) Rente 5 jaar vast: 6,4% 6.7% Rente 7 jaar vast: 6,5% 6,8%) Rente 12 jaar vast: 6.9% 7,2%) De rentes gelden voor hypotheken met gemeente garantie en maandbetaling (tussen haakjes staan de ef fectieve rentes vermeld). Voor spaarhypotheken geldt een 0,2% hogere rente. Wilt u meer weten over de Posthankhypotheken? Bel gratis 06-0400 voor de folders over hypotheken of haal deze op het postkantoor.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1994 | | pagina 2