ultuur&kunst
bk
'Guus kan jaar vooruit'
'ewondering
Forse stijging toneelbezoek
Vrolijke
feestband
in de Waag 3^=rusA> LEIÜüE JAZZWEEK
Bijzonder concert met smeuïge zang
DONDERDAG 13 JANUAR11994
BjHMMaa^srnwirnrrniiiiw^^s- inm AGENDA
n Itsfsan Met.
Nostalgisch jazzmiddagje senioren bij Quintus
Op de avond van de kroegen
tocht is het voor de bands de
kunst om zoveel mogelijk men
sen, zolang mogelijk vast te
houden. Het merendeel van de
bezoekers pakt één biertje en
drie nummers en vervolgens de
jas om in de volgende kroeg dit
patroon te herhalen. De bands
hebben dus nogal wat concur
rentie van elkaar te verduren.
Mr. Boogie Woogie The Fires-
weep Bluesband had zich dui
delijk voorgenomen geen ge
noegen te nemen met dit soort
kortstondige bezoekjes van het
publiek. De mensen proberen
vast te houden door er een feest
van te maken luidde het devies.
Hun werkwijze bleek succesvol:
eenmaal over de drempel van
de Waag, leek er geen weg meer
terug. Gepakt door de opwin
dende boogie woogie-ritmes en
de meeslepende blueslicks ver
gat je eenvoudig, dat er nog 43
bands in de stad zich het zweet
op de rug stonden te spelen.
Heel aantrekkelijk bij de band
was hun vrolijke uitstraling. De
zes leden maakten er inderdaad
een feest van. Stilstaan bij de
'Firesweeps' was er dan ook niet
bij. Daarbij zetten ze ook nog
een gedegen stuk muziek neer.
Bluesschema's hebben hun
eeuwigheidswaarde reeds lang
bewezen en konden ook hier
niet stuk. Over de schema's
heen klonk een scheurende sax,
bluesharp of piano voor steeds
weer een uit de tenen gespeelde
improvisatie. De opbouw van
de muziek was herkenbaar:
vanuit het bijna niets werd
voorzichtig een solo ingezet en
langzaam maar zeker uitge
bouwd tot een enorme climax.
Eenmaal op het hoogtepunt
aangekomen viel de muziek
met een klap stil, om vervolgens
aan een nieuwe opbouw te be
ginnen.
Heel eigen aan de muziek was
het pianospel van Mr. Boogie
Woogie himself. Van links naar
In deze rubriek komen al of
niet bekende
streekgenoten aan het
woord die hetzij direct
hetzij zijdelings met kunst
en cultuur te maken
hebben. Ze praten over een
kunstuiting of een
voorwerp waaraan ze
bijzondere waarde
hechten. Van de snuifdoos
van oma tot het
grijsgedraaide muziekstuk
en alles wat daar tussen zit.
Vandaag spreekt Daniël
Tavenier, kunstenaar in
Noordwijk en docent aan
de Nieuwe Kunstschool in
Voorhout, zijn
bewondering uit voor
stokvissen. „Die vis is heel
ontroerend zoals het daar
hangt."
Ik heb lang
nagedacht wat ik
zou kiezen. Ik heb
veel bewondering
voor de bijbel. Maar
dat vond ik te abstract. Zo ben
ik uitgekomen op deze
stokvissen die hier in mijn
atelier hangen. Het is
gedroogde kabeljauw. Ik zie het
als symbool. Ook voor het
christelijk geloof hoewel dat er
niet heel dik in zit. Ik vind een
vis een heel kwetsbaar dier. Het
is heel ontroerend zoals het
daar hangt. Dat klinkt
misschien wel raar voor een
Katwijker maar zo voel ik dat.
Ik heb al vaker vissen gebruikt
in mijn werk. Ik heb een tijd
doorgebracht in een Katwijkse
rokerij. Toen ik zag hoe het licht
speelde op die malaelen op de
hank, dat was zo mooi. Ik was
er helemaal stil van. Het gaf me
een vonk en die is een jaar
blijven branden. Een hank is
Katwijks dialect. Het betekent
ruimte waar iets te drogen
hangt. Ik weet niet eens hoe je
het spelt. Misschien moet er
nog wel een 'g' in.
Ik heb die vissen uit Noorwegen
waar ik twee maanden ben
geweest. Ik ben helemaal geen
reiziger. Ik heb genoeg aan mijn
atelier. Maar ik heb iets met
Noorwegen. Vroeger schilderde
Meeste groei bij HNT Den Haag
gens een woordvoerster te ma
ken met twee succesvolle voor
stellingen, Dood van een han
delsreiziger van regisseur Peter
de Baan (artistiek leider van het
theatergezelschap) en de pro-
duktie De dood en het meisje
van regisseur Marcelle Meule-
man. In totaal telde het RO in
het afgelopen kalenderjaar
73.652 bezoekers. In 1992 waren
dat er 69.182.
Ook Toneelgroep Amsterdam
wist meer mensen te trekken.
Het bezoek nam in 1993 met
ruim 5 procent toe.
Theater van het Oosten kreeg
het afgelopen kalenderjaar 15
procent meer mensen naar een
voorstelling. In 1993 werden
23.500 bezoekers geregistreerd,
ten opzichte van 20.300 in 1992.
Zakelijk leider Helga van Bem-
mel, kan de stijging niet verkla
ren. „Dat moet je aan het pu
bliek vragen."
ling instrumenten samen met
de bijna onhoorbare basluit en
violone maakten het concert
wel bijzonder, maar toch ook
weer niet zó interessant dat je
er de hele avond naar zou kun
nen luisteren. Ook al werd er
steeds intenser gemusiceerd, de
zeventiende eeuwse Engelse
muziek van componisten als
Henry Purcell en Matthew Loc
ke lijkt wel in pasteltinten ge
schreven te zijn. Als luisteraar
wil je ook wel eens wat fellere
accenten. Gelukkig fleurde de
zang van bassist Mitchel Sand
ler het geheel danig op. Vooral
zijn uitvoering van Purcells
'When Night her purper Veil'
maakte op mij diepe indruk.
Met een warm, haast smeuïg
stemgeluid betoverde hij de
zaal. De koude rillingen liepen
mij herhaaldelijk over de rug.
Het leek wel of je naar een
sprookje aan het luisteren was
met alle verschrikkingen die
daaraan te pas komen en met
als moraal: word nooit de slaaf
van je verliefdheid.
verleden. Dat mis ik. Dat stukje
Lofoten deed me denken aan
het vroegere Katwijk. Misschien
was ik wel op zoek naar mijn
wortels in dat dorpje.
Ik kwam daar in contact met de
oudste visser. Zo'n man die
altijd heeft gevaren. Je zag de
zee in zijn ogen. Hij sprak een
paar woorden Engels en ik
kende geen Noors. Toch
hadden we, met handen en
voeten, een heel goed
Van hem kreeg ik mijn eerste
stokvis. Die grote extmplaren
kreeg ik van een invalide
zeeman. Hij heeft me helemaal
voorgedaan hoe je stokvis kunt
prepareren en liet me zijn
netten en gereedschap zien.
Iedereen vindt het een walgelijk
ding en zegt dat het stinkt. Maar
als je kijkt hoe dat licht er op
valt, dat zilverige van die
schubben. Dat wil ik als
bewondering omhoog schuiven.
Geen diamant maar
zo'n ouwe stinkende
stokvis. Dat vind ik
leuk. Ik hoop dat ik
met schilderen zo ver
kom dat ik het licht,
dat zilverige van die
vissen op het doek
weet te vangen.
Het gaat goed met het toneelbe
zoek in Nederland. Een telefo
nische rondgang langs de grote
gezelschappen, leert dat de be
zoekcijfers in 1993 ten opzichte
van het jaar ervoor, enorm zijn
gestegen. Bij Het Nationale To
neel in Den Haag nam het aan
tal bezoekers in 1993 ten op
zichte van '92 met bijna 30 pro
cent toe. Een sterke toename
was er ook bij Het RO Theater
in Rotterdam, Het Zuidelijk To
neel in Eindhoven, Theater van
het Oosten in Arnhem en To
neelgroep Amsterdam.
De stijging bij Het Nationale
Toneel is onder meer te danken
aan de produkties Moortje van
regisseur Hans Croiset en King
Lear, waarin de cabaretier Freek
de Jonge meespeelde. In cijfers
uitgedrukt kwamen in 1992,
78.639 mensen naar een voor
stelling van het Haagse toneel
gezelschap kijken. Voor het ka
lenderjaar 1993 zijn dat er
100.000, zo blijkt uit een voorlo
pige schatting.
Het Zuidelijk Toneel in Eind
hoven noteerde een stijging van
ruim 13 procent. Sinds de
komst van artistiek leider Ivo
Hove, vier jaar geleden, is een
stijgende lijn te bespeuren, zegt
een woordvoerster van-het ge
zelschap. „Hove heeft produk
ties een vast kwaliteitskeurmerk
gegeven. Mensen vertrouwen
daarop." Een topproduktie qua
bezoekers in 1993 was Hamlet
(32.000 bezoekers). In cijfers
uitgedrukt gingen het afgelopen
jaar 83.666 mensen naar een
voorstelling van Het Zuidelijk
Toneel. Het jaar daarvoor waren
dat er tienduizend minder.
Bij het RO Theater in Rotter
dam was de stijging iets lager
dan bij Het Zuidelijk Toneel, 9
procent. De toename heeft vol-
Opmerkelijk waren ze wèl, de
diverse leden van de gambafa
milie! Grotere en kleinere
'beenviolen' die van donker
ronkend tot zacht snerpend
konden klinken. Deze verzame-
ik al Vikingschepen. Vorig jaar
kreeg ik heel plotseling een
uitnodiging en ik ben er naar
toe gegaan. Ik ben doorgereisd
naar een dorpje in het zuidelijke
-puntje van de Lofoten. Ik heb
daar veel gekeken naar vissers.
Dat dorpje was echt een
verstilde vissersplaats. Van mijn
grootvader hoorde ik verhalen
over het vroegere Katwijk. Dat is
niet meer want ze zijn hier niet
zo zuinig geweest op het
Mr. Boogie Woogie en zijn Firesweeps zetten ook nog een gedegen stuk muziek neer. foto jan holvas
rechts en van hoog naar laag
dansten de vingers lenig over de
toetsen. Daarbij nam hij ook
nog het grootste deel van de
zangpartijen voor zijn rekening
en deed dat bepaald niet onver
dienstelijk.
In deze bezetting verleende
de formatie al voor de vierde
keer haar medewerking aan de
Leidse Jazzweek. Voor de trou
we bezoekers van de kroegen
tocht zijn ze een begrip en gis
teravond toonden ze wederom
aan dat dat niet ten onrechte is.
Rijen grijze hoofden prik
ken ijverig in het appelge
bak met slagroom. Wie
rook heeft de geur van ver
schaald bier verdrongen.
Brandende waxinelichtjes
benadrukken de huiselijke
sfeer. Behoedzaam laat een
vrouw zich neer in haar
stoel om meteen weer op
te veren. Haar zitplaats is
oud en afgeragd en de ont
brekende stukjes hout
prikken onplezierig aan de
billen. Drie stoelen verder
vindt ze meer comfort. So
ciëteit Quintus bood giste
ren een ongewone aanblik.
De vereniging had haar
deuren geopend voor het
eerste concert voor oudere
jazzliefhebbers tijdens de
Leidse Jazzweek. En dat
was voor alle partijen wen
nen.
LEIDEN LETTY STAM
Twee grijsgclokte dames vallen
op de achterste rijen stoelen
neer. „Dit is een goeie plaats",
zegt de één. „Dan heb je niet zo
veel last van de boxen." Studen
ten spoeden gedienstig toe met
koffie, taart en een grote slag
roomspuit. De dames zetten bij
gebrek aan een tafeltje het ont
bijtbord met gebak op hun
schoot. Dan volgt een moeilijk
balanceren van het koffiekopje
in de ene hand en de suiker en
melk in de andere.
Terwijl ze daar druk doende
mee zijn, is wethouder Steven
de Vreeze het podium opge
klommen. Hij vertelt dat de
Quinten speciaal voor deze ge-
„Dit is muziek uit mijn jeugd", vertelt een bezoeksteraan de jazzmiddag bij
nieuws. En zeker na de bevrijding kon je het veel horen op straat."
legenheid de ruimte hebben ge
schilderd. Het is dat De Vreeze
het zegt want voor de niet-no-
toire bezoeker is die inspanning
niet af te lezen. De wethouder is
blij met dit jazzconcert voor ou
deren en verwijst nog even naar
1993, het Jaar van de Oudere,
waar de gemeente volop aan
heeft meegedaan. „Anders niets
van gemerktbromt een grijs
hoofd.
De Quintus Jazzband opent
de middag. „Dit is muziek uit
mijn jeugd", vertelt een bezoek
ster met stralende ogen. „Je
speelde die op een grammofoon
met zo'n slinger eraan om hem
op te winden. Jazz was toen iets
nieuws. En zeker na de bevrij
ding kon je het veel horen op
straat. We dansten erop. De
Amerikaanse soldaten brachten
die muziek mee. Heerlijk want
in de oorlog had je alleen mafar
die Duitse schlagers en Zarah
Leander."
In de pauze begint het pu
bliek heen en weer te drentelen:
naar de bar, het toilet of een be
kende. Het afstapje naar de
gang is voor velen een onaange
name verrassing. Een dame met
een verse watergolf in het grijze
haar opent de wc-ruimte. Haar
mondhoeken gaan veelbeteke
nend omlaag: ze is een schóne-
te omgeving gewend. Een ande
re vrouw vat het wat laconieker
op. „Een wat natte bedoening
daar", meldt ze eenmaal terug
in de zaal.
Borrelglas
Ook aan de bar gaat het anders
toe dan de bezoekers gewend
zijn. „Ik kreeg wijn in een bor
relglas", vertelt een vrouw maar
laat het zich niet minder sma
ken. Na het huisorkest van
Quintus is de beurt aan de Ori
ginal Evergreen Jazzband. De
mannen spelen vloeiend en
swingend dixie-muziek. Voeten
tappen het ritme mee en na el
ke solo volgt een warm applaus.
Spoedig wiegen ook de boven
lijven heen en weer.
Verbaasd en geamuseerd
slaan de Quintusleden in de
zaal het enthousiasme gade. Al
spoedig klappen ook zij en als
John Lennons 'When I'm 64'
weerklinkt, zingen ze uit volle
borst mee. De verbazing groeit
als de 84-jarige Guus van Hees
Quintus. Jazz was toen iets
foto jan holvast
letterlijk het podium op wordt
gehesen. Het publiek reageert
razend enthousiast op deze
jazzveteraan. Niet verwonderlijk
want de zaal blijkt vol fans.
„Guus zit in hetzelfde huis als
wij", verklaart een vrouw de op
winding. „Zie je al die grijze
koppies? Die komen allemaal
uit de seniorenflat Schouwen-
hoven."
Van Hees kent de tekst van
het eerste nummer niet meer
helemaal uit het hoofd maar
babadababt zich er aardig door
heen. „Hij heeft zo'n lekkere,
groggy stem", zegt een bezoek
ster. De klarinettist klimt van
het podium om de oude mees
ter met de band te vereeuwigen.
In het tweede en meteen laatste
nummer 'Shine' geeft Van Hees
de jonkies een indruk van zijn
kunnen tijdens zijn gloriejaren.
Hij krijgt een staande ovatie. De
trompettist tilt de kleine man
die moeilijk uit de voeten kan
van het podium. Hij laat het
zich stralend welgevallen. „Zo",
vat een een bezoekster samen.
„Daar kan Guus weer een jaar
op vooruit."
The Spirit of Gambo met: Freek Borstlap,
Christine Brelowski en Geesje Liedmeier,
viola's da gamba M m v. Mitchel Sandler,
bas, David van Ooijen, theorbe, Maggie
Urquhart, violone en Rien Voskuilen, or
gel Gehoord 12/1 in de Taffehzaal, Lei
den.