Een machteloos bejaardenleger ZATERDAG 8 JANUARI 1994 ster, nu met een paar sinaasappels en drie flesjes shampoo bij de kille entree van een prodoekti (supermarkt) in een nieuwbouw wijk. En maar hopen dat de verkoop van de ze investering Schraalhans even de keuken uit werkt. Sergej en Nina behoren tot de 700.000 Moskouse bejaarden die maandelijks het mi nimumpensioentje in de hand krijgen: 26.320 roebel, een gulden of veertig. Dat ligt ver on der wat in de statistieken het bestaansmini mum wordt genoemd. Het is de helft van het gemiddelde pensioen, en een kwart van een gemiddeld salaris. Sergej's en Nina's zijn er zat in Rusland. In Moskou vind je ze overal op de straten. Bede lend, winkels afstropend op zoek naar het al lergoedkoopste, in de rij bij het Aeroflot-kan- toor om een kaartje voor zoon of dochter te kopen. Baboeska of Dedjoeska zijn er goed voor. Zoals ze binnenshuis goed van pas ko men als oppas, in de keuken, voor de schoonmaak. De 700.000 minimumlijders in Moskou vormen ruim een derde van het totale aantal gepensioneerden in een hoofdstad met tien miljoen inwoners. Een machteloos bejaar denleger van bijna 2,5 miljoen mensen, van wie velen nog maar één wapen hebben: mij meren over de goede oude tijd, toen een be jaarde nog in aanzien stond. Speciale winkels waren er, voor de vetera nen. Voorrangloketten bij de stations. Sana toria, waar vakantie en zorg voor de gezond heid hand in hand gingen. Het is er niet meer of onbetaalbaar geworden. De bejaarde is de klos. De spaarcentjes die zijn pensioen nog wat zouden kunnen aanvullen, zijn wegge- Navrant maar waar: de Nina's en Sergej's zijn nog altijd beter af dan hun generatiege noten in de bejaardentehuizen. Ze staan ten minste nog in het leven, worden gedwongen tot activiteit. Het Dom Prestarjelych is een wachtkamer voor de dood. Niks 'Huize Uit zicht', 'Welgelegen' of'Avondrust'. Geen bil jart-, kaart- of zangavonden. Een russisch bejaardenhuis heeft geen naam, maar een nummer, meer niet. Privacy ontbreekt. De bewoners delen een kamer met drie of vier lotgenoten. Een paar bedden en houten tafeltjes, waar de portretten van dierbaren het Spartaanse interieur opfleuren. „We zouden meer willen, maar we kunnen niet", zegt directrice Loedmila Tsypaklova van verzorgingstehuis nr. 31. Er is geen geld, er is te weinig personeel. Bejaardenverzor ging is een van de slechtst betaalde beroe pen, Moskou zou meer dan 1100 verzorgsters nodig hebben voor de totaal 7000 bewoners van de tehuizen. Er zijn er slechts 711. Even leek er hoop voor het Russische be jaardenleger. Tijdens de verkiezingscampag ne werden gouden bergen beloofd. De ultra rechtse Zjirinovski sprak er schande van dat al die 'moedige mannen en vrouwen die ons geweldige vaderland tot een wereldmacht hebben gemaakt' hun oude dag in armoede slijten. De gouden bergen blijken, wie had anders verwacht, luchtkastelen. Het verkiezingscir cus is voorbij, het stille lijden gaat gewoon door. In Rusland is alles mogelijk, behalve een bejaardenrevolutie. vreten door de inflatie. De bejaarden van het nieuwe Rusland rest weinig meer dan wach ten op de dood. Doen ze dat zelf niet, dan doet hun omgeving dat wel voor hen. Bejaardentehuizen zijn namelijk onge woon en dus schaars in Rusland. Moskou heeft er slechts zeven. De meeste gepensio neerden wonen thuis. Het doma is hun rijk dom. Dat hebben ze overgehouden uit hun arbeidzame leven. Maar omdat de woning nood verschrikkelijk is, zijn de gehuwde dochter of zoon met gezin ingetrokken. En zo wordt de kleine drie-kamerwoning een bron van ergernis, onrust en spanning. Baboesjka is afgeschreven, Dje- doesjka afgedankt. Russen plegen deze woorden voor oma en opa als koosnaampjes voor alle ouderen te ge bruiken. Dat suggereert genegenheid, maar niets is minder waar. Ouder worden, oud zijn, in Rusland is het een regelrechte ramp. Kijk naar bedelaar Sergej in de metrogang bij Park Koeltoeri. Tweeënzeventig, meer dan vijftig jaar gewerkt in de bouw. Z'n pensioen is net voldoende voor huur, gas en licht, brood en melk. De fles wodka ('één per week, echt niet meer') moet uit de barmhartigheid komen. Of weduwe Nina, 69, voorheen verkoop- Nina heeft zo'n inwonend gezin, met twee schattige kleinkindertjes. „Ik zie gewoon dat ze op m'n dood zitten te wachten", zegt ze bitter. Niet alleen vanwege die vrijkomende extra kamer. Vooral omdat, nu de staatswo- ningen tegen lage prijzen door de huurder kunnen worden overgenomen, een eigen huis een aantrekkelijke bron van inkomsten Nina heeft nog geluk. Ouderen zijn de fa voriete slachtoffers voor criminele benden die zich op de lucratieve huizenmarkt heb ben gestort. Een eenvoudig tweekamer-flatje gaat in Moskou gemakkelijk voor 50.000 dol lar van de hand, een vermogen. Die benden wachten niet, zoals Nina's familie, rustig op de dood van de huurster. Nee, die helpen wel een handje. „Mensen worden ontvoerd, gemarteld om een verklaring te tekenen dat ze hun huis overdragen, en verdwijnen vervolgens spoor loos", zegt Moskou's speciaal voor deze mis daadtrend benoemde officier van justitie Tatjana Koeznetsova. FOTO'S CAROLINE SCHRODER

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1994 | | pagina 35