Arie Lagendijk: altijd bezig met 'de volgende dag' «*.a w,'Jk Pakt nationale amateurtitel wijk is kampioen i Nederland. Hol d-trainer Melbi loen feliciteert Lagendijk. FOTO LOEKZUYDERDUIN Van het landskam pioenschap van Katwijk heeft hij ei genlijk nauwelijks genoten. Zoals hij ook eerder nooit lang stil bleef staan bij successen van de door hem getrainde ploegen. Er komt altijd weer een volgende dag, een volgen de wedstrijd, een nieuw sei zoen. En dan moet het team van Arie; Lagendijk weer preste- Het voetballeven van Arie La gendijk staat in het teken van continuïteit. De technisch manager van Katwijk weet de prestaties van de dag van nu te waarderen, roemt de groep en hoofdtrainer Kees Guyt voor het feit dat Katwijk, ondanks al le tegenslagen in de vorm van blessures in het begin van dit seizoen, weer zo aardig mee doet. Maar houdt zichzelf, met z'n complete trainersstaf, nu wel al druk bezig met de toe komst. De naam van Katwijk moet immers over (pak 'm beet) vijf jaar nog steeds in het linkerrijtje van de eerste klasse terug te vinden zijn. Pas dan zal Arie Lagendijk tevreden op zijn werk in en bij Katwijk terugkij ken. Hoewel: ook dan komt er een volgende dag, een volgen de wedstrijd, een nieuw sei zoen. Nieuw seizoen Voor de oud-voetballer van DOS en UVS is de jaargang 1993-1994 met recht een nieuw seizoen. Na zeventien jaar als hoofdtrainer op de bank te hebben vertoefd, bezet de 45- jarige Leidenaar tegenwoordig op wedstrijddagen een plekje op de tribune. De hoofdtrainer van toen is tegenwoordig tech nisch manager. Een titel, met bijbehorenduitgebreid taken pakket, die hem door Katwijk is aangeboden. Toen de vereni ging vernam dat Lagendijk het als hoofdtrainer voor gezien wilde houden, werd hem on omwonden te kennen gegeven dat Katwijk de man die de club (mede) in de zaterdagtop had gebracht, liever niet zag ver trekken. Die wens van de algemeen amateurkampioen van Neder land over het seizoen 1992- 1993 is volledig in vervulling gegaan. Lagendijk, die het na al die jaren een goed idee vond om te stoppen omdat hij 'eigenlijk wat vaker thuis wilde zijn', is nog steeds bijna dage lijks op sportpark De Krom te vinden. „De constructie werkt", luidt zijn antwoord op de vraag of zijn nieuwe functie hem be valt. „Dat is het belangrijkste. Mede daardoor heb ik het ook nu uitstekend naar m'n zin bij Katwijk." Afkeer Lagendijk heeft er altijd al een hekel aan gehad dat juist zijn naam steeds weer viel als de successen van Katwijk aan de orde kwamen. De Leidenaar heeft daar nog immer een ge zonde afkeer van. „Een trainer alleen kan helemaal niets", zo luidt ongeveer zijn motto. „Zonder goede spelersgroep, trainersstaf en begeleidings groep, medische begeleiding, bestuur en sponsors kom je nergens. Zonder de steun van de leden van de vereniging be reik je ook niets. En zelfs als aan die voorwaarden is vol daan, ben je er nog niet. Pas als al die groeperingen elkaar on derling in hun waarde laten, de samenwerking goed is, pas dan mag je als club aan mooie din gen, aansprekende prestaties gaan denken." Lagendijk als teambuilder. Het is werk dat hem ligt. Arbeid die door hem ook op De Krom is verricht. Zo'n vijfeneenhalf jaar geleden begon hij aan het 'karwei Katwijk'. De vereniging was net naar de tweede klasse gepromoveerd en had bij de besprekingen met Lagendijk de intentie uitgesproken de eerste klasse te willen halen. Een uit daging die Lagendijk aantrok. Zoals hij ook bij zijn vroegere clubs (bij Quick Boys en Rijns- burgse Boys met succes, bij UVS zonder, omdat die vereni ging hem niet het gewenste vertrouwen schonk) had ge daan, zette Lagendijk eerst de organisatie op poten. De trainersstaf bijvoorbeeld. Lagendijk hécht aan een staf waarin zinnig over voetbal wordt gepraat. En vooral eer lijk. „Als je op de bank zit, krijg je hoe dan ook een gekleurd beeld. Het is dan een voor waarde dat er mensen om je heen zijn die verstand hebben van voetbal, die je kan vertrou wen en die eerlijk hun mening geven. Dat houdt je als trainer scherp. Je bent gedwongen om over alle zaken na te blijven denken, je voorkomt dat je door bedrijfsblindheid fouten gaat maken." Hoe sterk Lagendijk aan zo'n staf hecht, werd dat eerste jaar al direct duidelijk. Hoewel het budget dat voor trainers was uitgetrokken al lang en breed op was, haalde Lagendijk toch Cees Duprie (nu tweede trai ner, vorig jaar nog tekenend voor de analyses van de tegen standers) naar De Krom. Om dat te bereiken leverde de Leid- se oefenmeester een deel van zijn eigen salaris in. Apart Ook het opbouwen van een elf tal is een vak apart, zo kan La gendijk uren achtereen doce ren. „Je mag de identiteit van een elftal, van een club nooit geweld aandoen. Maar je mag 'wel proberen invloed uit te oe fenen, waardoor je op termijn hetdoel bereikt dat je na streeft." Kortom, op zoek naar ver sterking van Katwijk belandde Lagendijk niet bij vier, vijf 'gladde gasten die wel even vertellen hoe het moet', maar bij spelers die bereid waren om zonder morren hard te werken. „Op zo'n manier maak je de groep zo degelijk, zo volwassen, dat er ook plek wordt gecreëerd voor minder voorspelbare spe lers. De sociale controle, het evenwicht is dan zo sterk, dat je geen problemen hebt met aparte spelers die wat extra's brengen. Spelers die je in een elftal natuurlijk ook altijd nodig hebt." In het eerste jaar traden met Lagendijk drie nieuwelingen tot de gelederen van Katwijk toe. Marco van der Plas had zich bij Quick Boys en Rijnsburgse Boys al op niveau bewezen. Doelman Teun van Duyvenbo- de (KRV) en Henk Langemaat (MVKV) nog niet. Lagendijk: „Teun had ik drie jaar eerder zien spelen, in een wedstrijd te gen Rijnsburgse Boys. Hij had toen zo'n indruk op me ge maakt dat ik hem gewoon moest hebben. Langemaat heb ik drie keer gezien. Hij was bij MVKV middenvelder, soms spits. Goed inzicht, kopsterk. En zijn uitstraling sprak me zeer aan." Niet ten onrechte. Van Duy- venbode en Langemaat vorm den al snel (en vormen nog steeds) vaste waarden in het team van Katwijk. Zoals Lagen dijk en zijn staf er toch een handje van hebben goede keu zes te maken. Lagendijk, die in zijn eerste jaar de huidige hoofdtrainer Kees Guyt bereid vond om nog even door te gaan met voetballen, haalde later onder meer Johan de Kroon, Leon Meijs, Henry Pouw, Edwin Verhoogt, Marco de Rid der en Hans Zwaan naar Kat wijk. Stuk voor stuk beeldbepa lende spelers, weet Lagendijk, die de komst van Zwaan naar De Krom 'het laatste stapje' noemt. „Het enige dat Katwijk op dat moment nog miste. Sco rend vermogen. Een speler die er vijftien per seizoen intrapt. Toen was Katwijk echt klaar voor de eerste plaats. Al bood Zwaan natuurlijk geen garantie dat het echt zou gaan lukken." De nieuwelingen kwamen telkens in groepjes van twee, drie. „Meer kan echt niet. Je moet blijven waken over de identiteit van de club. Je mag het trouwe supporters het ook niet aandoen dat ze op de tri bune aan hun buurman moe ten vragen 'wie dat nu weer is." Aanwinst Kenneth Braaf van Zwart Wit '28 is dit seizoen de laatste, ver rassende aanwinst die door de trainersstaf werd ingepast. Het eveneens nieuw gekomen tweetal Johan Vogelaar en Stefan Roodakkers kreeg vooraf te horen dat er enig geduld diende te worden opgebracht. Maar dat een plaats in het keurkorps op termijn zeker tot de mogelijkheden behoort. „We hebben op dit moment een paar dertigers in de ploeg. Tussen nu en twee, drie jaar verder moeten die plekken worden opgevuld. Daar moetje tijdig op inspelen. Daarbij is het voor een elftal enorm be langrijk dat je een goede bank hebt. De zag je vorig jaar. Of het nu Edwin Verhoogt, Dennis Jan Mieras of Leen van der Ma- rel was: ze speelden als inval lers wel een doorslaggevende rol." Het spreekt voor Lagendijk vanzelf dat juist die spelers meer aandacht krijgen. „Zij vinden dat ze er bij hangen, wij vinden dat ze erbij horen. Je kan wel zeggen dat daar enige spanning tussen zit." Terug naar de nieuwelingen. En de zaken waarop door La gendijk wordt gelet. „Voorop staat dat de techniek, de snel heid bij die jongens aanwezig moet zijn. Daarbij letten we ook op het karakter van de spe lers. Hoe is een speler ten op zichte van zijn teamgenoten, tegenover de scheidsrechter? Hoe reageert hij op aanwijzin gen van de -trainer? Allemaal dingen die je meeneemt, om dat het karakter van de nieuwe speler niet mag botsen met dat van de groep, met de identiteit van Katwijk. Maar dat neemt niet weg dat er vaak nog veel werk moet worden verricht voordat een nieuweling echt in Katwijk een kan meedraaien." Waarmee Lagendijk is aan beland bij het naar Nederland se amateurbegrippen unieke spelletje van Katwijk. Een spel letje dat bij balverlies wordt ge kenmerkt door een ijzersterke discipline, de wil om de bal met z'n elven zo snel mogelijk weer te heroveren. Terwijl bij balbe zit het veelal slechts een keer raken van de bal, de steeds weer terugkerende driehoekjes en het optimaal benutten van de vrije aiimte opvallen. Lagendijk: „We hebbèn de eerste jaren op de trainingen veel aandacht besteed aan het verbeteren van de individuele techniek van de spelers. Drib belen, drijven, passen en trap pen, het inspelen van ballen, °<H van Mare» «Ba», dl<, 21 juni 1993 Opnieuw was het zaterdag (19 juni) groot feest in Katwijk. Na Quick Boys in 1992 veroverde de W Katwijk de nationale amateurtitel. Dat lukte andere clubs uit eenzelfde gemeente nog nooit in de 25- jarige historie van de strijd om de landstitel. hun capaciteiten optimaal be nutten. Maar vooral: omdat ze vertrouwen hebben in die speelwijze." Een speelwijze, waarin de laatste man per definitie voor z'n verdediging uitspeelt. Bij balverlies zorgt hij via 'doordekken' naar het midden veld voor druk en pressie, zet hij de tegenstander vast. Bij balbezit functioneert hij als ex tra aanspeelpunt op het mid denveld, waardoor een mid denvelder kan doorschuiven naar de spitspositie. Het spelletje werd door La gendijk al in zijn eerste jaar in Katwijk geïntroduceerd. In de derde wedstrijd om precies te zijn. Katwijk had de eerste twee duels (tegen SSS en Capelle) verloren, waarna Lagendijk be sloot het 4-4-2 te verruilen voor 4-3-3 (in de loop der jaren uit gebouwd tot 3-4-3, soms 2-4-4) 'om de balverlies-situatie beter te kunnen controleren'. Eet1 kwartier voor tijd stond Katwijk in dat duel (tegen Excelsior Pernis) nog met 3-1 achter. Ui teindelijk wonnen de oranje- -zwarten met 4-3, werd beslist op de ingeslagen weg door te gaan en werd dat seizoen met promotie naar de eerste klasse afgesloten. Het debuut in de hoogste af deling leverde een zevende plaats op, waarna de competi tie twee keer als runner-up werd besloten, voordat in 1993 alle titels werden gepakt die er te veroveren waren. Lagendijk: „Succes is vaak van wat kleine zaken afhankelijk. Van een goe de wedstrijdanalyse, die je net die twee, drie punten extra op levert. Of van, zoals in dit geval, het toch nog winnen van een wedstrijd die je aan het verlie zen bent. Of ik dat systeem zelf heb verzonnen? Nee, natuurlijk niet. Je moet je in de voetballe rij niet wijzer voordoen dan je bent. Alles wat jij bedenkt, is vaak al dertig keer eerder be dacht. In dit geval door Rob Baan, een naar mijn mening zwaar onderschatte trainer. Hij werkte toen nog bij Sparta. Ik ging daar met Cees Duprie vaak kijken en zag dat hij laatste man Piet Wijnberg steeds voor z'n verdelging liet spelen. Dat projecteer .je dan op je eigen elftal en dan besluit je dat eens te proberen." Eer Het tekent de persoon Lagen dijk dat hij ook in dit geval de eer niet naar zich toetrekt. Waar hij aan de ene kant in het gesprek telkens weer de nadruk legt op de inbreng van alle an deren binnen de vereniging, moffelt hij aan de andere zijde z'n eigen aandeel in het succes weg. Niet zo vreemd dat spe lers, in de basis of niet, trainers, bestuursleden en sponsors met Lagendijk weglopen en hem in wezen 'verboden' nu al van De Krom te vertrekken. Al was het alleen maar met het oog op morgen. Met het oog op die volgende wedstrijd, dat nieuwe seizoen. binnenkant voet. Niet te hard, niet te zacht. In combinatie met conditie- en krachttrainin gen leidt dat tot een hogere handelingssnelheid aan de bal. En natuurlijk hebben we veel aan tactische oefenvormen ge daan. Positiespelletjes, drie te gen één, vijf tegen twee. En dat dan weer gekoppeld aan wed strijdsituaties, waardoor de spelers vertrouwd raakten met de looplijnen en de veldbezet- ting." Het duurde enige tijd voordat het effect van al die trainingsar- beid zichtbaar werd. Lagendijk: „Dat is een heel proces. Na een half jaar zag je het langzaam komen. Maar ook daarna gin gen er wedstrijden voorbij waarin er van al die trainingen helemaal niets terug te zien was." Geduld Wat geen probleem was voor Lagendijk c.s. Want: „Je moet geduld opbrengen. Je moet spelers de gelegenheid geven in zo'n speltype te groeien. Als je een speler, een spelersgroep dat krediet geeft, is bij zo'n groep ook het vertrouwen aan wezig dat het gaat lukken. Neem nu het feit dat we al ja ren achterin één-op-één spe len. Iedereen zegt dat dat niet kan. En eigenlijk kan het ook niet. Iedereen kan in sommige situaties zien dat verdedigers van Katwijk op individuele kwaliteiten de mindere zijn van hun tegenstander. En toch werkt het. Omdat de spelers

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1993 | | pagina 41