Sinds die dag heb ik altijd verdriet' Kawi Smit' heet tegenwoordig Karin van Katwijk In hoger beroep zes nvaanden geëist na drama Northgodreef ten bemin de school binnenliep,d° mZSZ?*"! °"'ICW'"°' -- - tllig van het in hotvoir^„ r misschien onwel 'sje is gisiern^idtfug^adiier- t'.mn ln ^et Ri'nlands7eehos- 'm n Kahvljk. Hei zwaar li-' e'klnHerfeM5ljik«eha,,t|i- e kind Is Inmiddels overge- H naar hel Juliana Kinder- Mhuis in Hen Haag. De "e" van de vondelinge nf derwagen. Omdat ^^ulw^heVlii'iï'aai; n'oe<,cr m^hle iKEt' T*TJ«°<Ï- Toe,, gebouw gevésiigde'reviSfflte'-' T° 8C.ïyomen- 'oen we ook .centrum, schonE niemand véei eonnP?,!'nand aan,rofren' be- aandacht aan haar. f".", ,^e aan een opzettelijke Om kwart voor één werd He achlerlaiing ie denken. Dal Idee 'wandelwagen met he, InmW ff VerSW( door »>et feil dm dels huilende kind door een ken^r"!' flwa8en Primaire za- llaa"8eiroffeti bi) de anmveSn e" "jeukpoeder - schennlno30 T de Klnderbe- scherinlng en de omcier van justitie. Die vonden een plekje voor hei meisje. Fen tehuis voor 22 juni 1993 Een naar schatting driejarig meisje is achtergelaten in het Rijnlands Zeehospitium in Katwijk. Het zwaar lichamelijk en geestelijk gehandicapte kind is overgebracht naar een kinderziekenhuis in Den Haag. Verschillende mensen meldden zich later aan om 'Kawi Smit' te adopteren. NE NIEUWENHUUSE CONNY SMITS M e heet tegenwoordig j i Karin* van Katwijk en ze woont in een aagse tehuis. Het Katwijkse ndelingetje Kawi Smit werd jelopen zomer gevonden in n wandelwagentje in de hal n een Katwijkse school. Veel eegouders meldden zich ontaan, maar voorlopig zal meervoudig gehandicapte :uter ter observatie in Sand- ighe in Den Haag moeten ïjven. „Als Kawi alleen ver- rgd moet worden en weinig mg kan geven, dien je dat ekomstige ouders mee te de- ;t gaat inmiddels goed met :t vondelingetje. Het zwaar estelijk gehandicapte meisje ld na een weekje ziekenhuis Sandhage geplaatst. Daar rblijft ze met vijf andere kin- ren en twee a drie verzorgers een ruimte die zoveel moge- c als normale woonkamer is gericht. Gedurende zes landen wordt Karin geobser- erd om te bekijken hoe ze "bh in de toekomst zal ontwik- otilen. eé-,En ze heeft het hier prima lEBar haar zin", aldus Hans Kruikemeier, hoofd van de af deling observatie. „Ondanks haar lage ontwikkelingsniveau geniet ze van dingen, dat zie je duidelijk. De eerste tijd hier heeft ze wel erg moeten wen nen. Ze huilde toen veel, ge woon uit onbekendheid met al le nieuwe ervaringen. Of ze ook huilde omdat ze haar moeder miste, weten we niet. Maar we weten inmiddels wél dat ze zich niet echt aan iemand hecht." Wie Karin nu bezoekt, treft op de bank in de gezellige huis kamer een uiterst tevreden kindje aan. Met haar nieuwe spijkerboek, vrolijke trui en het haar in twee kittige staartjes, ziet ze er bijna uit als een nor male peuter. Verzorgster Lizan- ne Peskens krijgt haar zelfs even aan het lachen. Echt oog contact maakt ze echter niet, ook herkent ze de verzorgsters niet die dagelijks met haar be zig zijn. Zichzelf voortbewegen kan ze niet. Gepureerd eten moet haar worden gevoerd, ter wijl ze nog steeds drinkt uit een zuigflesje. Verjaardag Karin werd op 21 juni 1993 ge vonden in de hal van de Kat wijkse Mythyl/Tyltylschool De Vierbot. Die datum is nu offi Lizanne Peskens krijgt Karin soms zelfs aan het lachen. cieel de dag geworden dat ze voortaan haar verjaardag zal vieren. Aan de hand van haar gebit is vastgesteld dat ze in derdaad drie jaar is. Dat ze af komstig moet zijn uit het bui tenland, daarover waren de deskundigen het van het begin af aan eens. Een Nederlands kind met een dergelijke handi cap was anders zeker bekend geweest bij de instanties. De politie tast nog steeds in het duister over de afkomst van de vondeling. Een getuige heeft verklaard vlak voor de vondst vafi Karin het meisje te hebben gezien samen met een Engels sprekende vrouw. Dit zou haar moeder kunnen zijn. Omdat de vrouw uit een auto met een Duits kenteken stapte, was het de getuige opgevallen dat ze perfect Engels sprak. De vrouw maakte volgens de getuige ruzie met een man. Het signalement dat door deze ge tuige is gegeven, komt overeen met de beschrijving van de vrouw die het kind met een FOTO DICK HOGEWONING kinderwagentje de school heeft binnengereden. Daarom denkt de politie dat ze inderdaad de moeder is. „Maar", zegt de po- litievoorlichter, „voor ons is de zaak gesloten." Wel meldt hij dat nog steeds regelmatig telefoontjes binnen komen met vragen over de ge zondheidstoestand van Karin. In de sinterklaastijd werden er twee cadeautjes voor de vonde ling afgegeven. Karin zit nu nog middenin een observatie-periode van zes maanden. Een team van spe cialisten, zoals een psycholoog, orthopedagoog, fysio-thera- peut en logopedist, probeert er zo achter te komen wat haar ontwikkelingsniveau is en in welk tempo ze zich nog zal kunnen ontwikkelen. Ook wordt onderzocht wat de oor zaak van Karins handicap kan zijn. Kruikemeier: „We zijn al een heleboel te weten gekomen. Bijvoorbeeld dat ze vroeger waarschijnlijk nooit behandeld is geweest. Er zijn geen medi- cijnresten in haar bloed gevon den en op de oefeningen die ze hier krijgt, reageerde ze eerst heel onwennig. Waarschijnlijk heeft ze vaak op haar rug gele gen, want op de buik wilde ze bij ons aanvankelijk helemaal niet liggen, terwijl ze er later wel snel aan wende." Al met al kun je volgens Krui kemeier concluderen dat het meisje iets meer gericht is ge raakt op de buitenwereld. Ze reageert beter op geluid en wanneer ze wordt aangeraakt. Ook eet ze nu 'met de pot mee'. Gehoopt wordt dat Karin straks haar hoofd betere in evenwicht kan houden en dat ze mis schien ooit in staat zal zijn om zelf te blijven zitten. „Maar al met al zal ze toch altijd op ba by-niveau blijven functioneren. Na zes maanden observatie zullen alle deskundigen samen overleggen welke toekomst er voor haar is weggelegd en waar ze zal wonen." De zorg voor het meisje is erg zwaar en zal alleen nog maar zwaarder worden. Het is echter niet helemaal uitgesloten dat ze toch nog naar een pleegge zin kan. „Ons uitgangspunt is dat een kind altijd beter af is in een gezin, qua warmte, veilig heid en geborgenheid. We pro beren hier wel die situatie na te bootsen, maar we blijven een tehuis. Als er een gezin te vin den is dat kan omgaan met de zware verzorging en de slechte prognose, dan zou dat heel goed zijn. Zo'n gezin moet dan wel goed weten dat het kind zich nooit zal hechten." Meteen na de eerste publika- ties in de krant over de Katwijk se vondeling, meldden zich de ze zomer al diverse pleeggezin nen. De William Schrikker- stichting in Amsterdam, die de voogdij over Karin heeft, neemt uiteindelijk de beslissing over haar toekomst. Teamleidster E. Harwig van die stichting: „Je eist nogal wat van mensen die haar bij zich in huis nemen. Als blijkt dat Karin alleen verzorgd kan worden en weinig terug geeft, dien je dat de toekomsti ge pleegouders mee te delen." DtN HAAG/NOORDWUK 22 oktober 1993 De 46-jarige Noordwijkerhouter die de rij ontzegging van een jaar aanvocht na een ernstig ongeval op de Northgodreef in Noordwijk, stuitte bij het Hof op een muur van onbegrip. De procureur-generaal mr. Wabeke eiste een hogere straf en ook de rechter was verbaasd: „Door uw gedag zijn twee levens verwoest". Met de dienstverlening was de Nootdwl]kcr bonter het eens. De njctttzcggmg leverde echra problemen op, to belofgde zijn advocsab „De bewezenverklaring wqrdt ten volle aanvaard al dus de raadsman „De vorige advocaat heeft nog ,r gevoerd op de schuldvraag, maar dat doe t. Ook de uitspraak voor wat betreft de ,-16-jarige Noordwijkerhouter die gisteren de •oging van een jaar aanvocht na een em- al op de Northgodreef in Noordwijk. «u •I Hnf on een muur van onbeorip. De ik niet. uok ue unspiao* -- - neraal van het Hof, mr. Wabeke. els- n Ook de rech- pleegd. aanvaardt mjjn cllë-" He' de man. „Door alleen om de rijonuet hijzelf Irene Nieuwenhuljse Opa van der Luyt is nog altijd buitenge woon emotioneel als het gaat over het ongeluk, waarbij hij en z'n kleinzoon zwaar gewond raakten. Maar ook het leven van de familiele den veranderde totaal op die fa tale zaterdag. Vader Albert: „Ik wist meteen dat ons leven voor goed kapot was. Mijn vrouw en ik hebben samen de auto wel eens tegen de vangrail willen zetten. Maar je moet verder." Eergisteren is de 6-jarige Albert overleden. Opa en kleinzoon Van der Luyt hadden die middag, zaterdag 4 juli 1992, samen een vogelhuisje gebouwd. Met een slaapkamer en een wc, want volgens Alber- tje hadden de dieren daar drin gend behoefte aan. Daarna wa ren ze naar de duinen gegaan, naar hun geheime hut. „Die kleine maakte hier de dienst uit, hij was een echt bietsertje." In het bos vertelde de toen 5-ja- rige Albert aan opa voor het eerst over z'n vriendinnetje. Over hoe mooi ze was en over haar witte haren. Ze zochten bramen. In z'n ene knuistje hield hij de zure (die waren voor in de pap), in de andere be waarde hij de zoete. Zoge naamd voor de terugweg, maar ze waren zo lekker dat hij ze al op had voordat hij de duinen uit was. Deze tocht werd wreed ver stoord. Op de Northgodreef werden ze om even voor zeven uur bij het oversteken aangere den door een automobilist. „Ik dacht eerst dat iemand met een zware boortol bezig was, toen kwam ik in .een zware golf te recht. M'n benen deden ver schrikkelijk zeer, maar ik dacht steeds aan Albert. Waar is hij, waar is hij, schoot almaar door me heen. Ik zag alleen maar blo*ed bij mezelf. Eindelijk zag ik hem, zo te zien had hij niets, een heel klein schrammetje op z'n kin, maar ik wist intuïtief dat het nooit meer goed zou ko men. Hij lag zo stil. Ik vergeet nooit hoe hij toen naar me keek. Die ogen, die ogen..." De vader van Albertje, de zoon dus van opa, was binnen enkele minuten op de plek des onheils. Het jonge gezin uit Den Bosch logeerde namelijk in het huis van de grootouders, op een steenworp afstand van de fatale plaats. „Ik wist gelijk dat ons le ven kapot was. Je voelt meteen aan dat het gruwelijk mis is. M'n vader en m'n zoon lagen daar. Albertje lag zo stil. Aan va der zag je dat het heel ernstig was, maar omdat hij bij bewust zijn bleef, richtte ik al m'n aan dacht op Albert." Vader Albert (34 jaar) kan zich van die eerste vreselijke minu ten vooral de reactie van de om standers herinneren. „Ik was volledig van de kaart en werd echt knettergek van al die men sen die gewoon stonden te kij ken, ik begreep hun zinloos ge- staar niet. „Het is hier geen the ater", heb ik gegild, „het zijn m'n vader en m'n zoontje." Op de voorruit van de auto zaten de bramen die de kleuter zojuist had geplukt. De politie en de ambulance wa ren snel ter plekke. Vader Albert mocht niet mee in de ambulan ce, waarin z'n zoon werd ver voerd. „Op dat moment vond ik dat vreselijk, maar achteraf be grijp ik het wel. Iedereen was druk aan het werk om mijn kind te redden, van mij hadden ze op dat moment alleen maar last." Éénmaal in het ziekenhuis, wer den zowel de gewonden als de familieleden opgevangen door het traumateam. Het herstel van opa, nu 56 jaar, vorderde uiterst traag. Albert lag acht maanden in coma en verbleef tot aan zijn dood afgelopen woensdag in het Charlotte-Oord in Tilburg. Door zijn lichamelij ke en geestelijke handicap func tioneerde hij op het niveau van een baby van twee maanden. Bij opa is een been geampu teerd, het ander is zwaar be schadigd. Zijn nek is op twee plaatsen gebroken, lekker sla pen is niet meer mogelijk. Na de ziekenhuis-periode ging hij voor revalidatie naar het Kat- wijks Zeehospitium. Hij is nu thuis. Iedereen is vol lof over de zorg in al die instellingen. Ook over de opvang door de Noordwijkse politie. Nazorg is dan ook hard nodig. Want: „Na zoiets ben je niet meer de Louise en Albert van vroeger, je bent nu de ou ders van dat verongelukte jon getje en de schoondochter en zoon van die opa met dat geamputeerde been. Door de omgeving word je steeds terug geduwd in de slachtofferrol. Ei genlijk wil je ook niet verder le ven. We hebben samen de auto wel eens tegen de vangrail wil len zetten, maar je moet ver der", vertelt moeder Louise (29 jaar) over het leven na het on geluk. „Ik ging twee of drie keer per dag naar hem toe. Ik wist dat ik hem kon helpen, soms bij de therapie, soms bij het eten. Hij glimlachte af en toe weer naar me." Thuis bij Albert en Louise in Den Bosch herinnert alles nog aan de tijd voor de fatale klap. De schoentjes staan in de gang, z'n laarsjes hebben een plek in de kast, legoblokjes en knikkers laten zien dat er ooit een vrolijk jochie door het huis banjerde. Zijn slaapkamer is nog volledig ingericht. Ook de afdruk van z'n handjes staan nog op de ramen. Vlak voor het overlijden van haar zoon zei Louise hierover: „Moet ik dan alles uit het verle den uitwissen en opruimen?" De familie klampte zich de laatste maanden aan één ding vast. Albertje had na de coma periode en na een verschrikke lijke lijdensweg met onnoemlijk veel pijn geen last meer van zijn kwetsuren. Hij reageerde posi tief op bepaalde mensen. Op opa bijvoorbeeld. „Als ik bij de jongen was, zei ik: „Geef opa eens een knal voor z'n kanis. Ik geloof dat-ie me dan hoorde, je zag dat hij even trok met z'n mond. Die zin zat nog ergens in z'n geheugen, want dat zei ik vroeger ook altijd tegen hem." Vader Albert vult aan: „We had den vroeger een fantastisch le ventje. Ik had een mooie baan en er lag een grandioze carrière voor me. Ik zou binnen korte tijd afstuderen, ik werkte op een bank. Op mijn werk probeerde ik alles van me af te zetten, maar dat lukte niet, omdat de collega's me anders zijn gaan bekijken. Ik ben mede daarom van baan veranderd. Omdat ik niet constant aan het ongeluk herinnerd wil worden. Maar toch ben ik er nog steeds voort durend mee bezig. Ik probeer weer 'gewoon' te leven, maar dat lukt niet meer. Je bent altijd verdrietig, soms lachje even." Dat duurt echter nooit lang, want ook verder was het leven een aaneenschakeling van el lende en verdriet. Doordat ze veel in contact kwamen met an dere ouders van gehandicapte kinderen, aan wie ze naar hun zeggen veel steun hadden, wer den ze ook weer vaak en heel intensief geconfronteerd met nog ernstiger leed. Tijdens één van hun bezoeken aan het zie kenhuis werd bovendien nog eens ingebroken in hun woning. „Daar kun je dan niet meer te gen. Je hebt er dan even geen zin meer in." Kapot Steeds valt het woord: vroeger, de tijd van voor het ongeluk. „Die dag loopt als een rode draad door ons leven. Vroeger huilde ik nooit, na die dag em mers vol, terwijl Albertje niet meer kan huilen". Vader Albert wil het liefst nooit meer naar Noordwijk. „M'n leven is hier naar de filistijnen gegaan." Sinds het ongeluk is het pas de tweede keer dat hij weer in de woning van zijn ouders komt. Het geluid van de auto's die over de Northgodreef rijden, kan hij niet verdragen. „Als ik hier kom, ben ik bang dat ik die kerel, die ons leven kapot heeft gemaakt, tegenkom. Door dit ongeluk is mijn karak ter veranderd. Vroeger wist ik niet wat haten was, nu haat ik iemand uit de grond van mijn hart." Opa: ,,Als ik mijn verdriet laat overheersen, ga ik dood. Eén keer in de week ging ik naar de kleine jongen. Als ik bij hem vandaan kwam, wilde ik soms zo doorrijden naar Antwerpen, een pistool kopen en die vent, die ons dit heeft aangedaan, voor z'n kop schieten. Maar er zijn ook momenten dat ik hem een stumperd vind." Louise: „Aanvankelijk voelde ik geen wrok. Ik had er geen zin in om negatieve energie aan die man te verspillen, ik had alles nodig om overeind te blijven. Maar toen hij in hoger beroep ging en om strafvermindering vroeg, sloegen bij mij de stop pen door en voelde ik wel haat." De dader, een Noordwijkerhou ter, heeft uiteindelijk in hoger beroep een half jaar gevange nisstraf gekregen, waarvan drie maanden voorwaardelijk. Daar naast is hem twee jaar de rijbe voegdheid ontzegd. Volgens het politierapport reed hij tenmin ste 38 kilometer te hard. De familie heeft de rechtszittin gen steeds bijgewoond. Louise hierover: „Waarom? Ik vond het onverteerbaar dat er over mijn kind en mijn schoonvader zou worden gesproken, waar ik niet bij was. Ik wilde de man die ons dit heeft aangedaan recht in de ogen kijken. Tijdens de rechts zittingen gedroeg hij zich arro gant. Hoe is het mogelijk dat deze man heibel heeft gemaakt over het ongemak van een paar maanden rij-ontzegging? Dat is toch gekriebel in de marge in vergelijking met ons verdriet. Door zijn gedrag hebben wij al lemaal levenslang." Louise en opa van der Luyt „Moet ik alles uit het verleden uit wissen en opruimen. FOTO DICK HOGEWONING

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1993 | | pagina 39