Merry Christmas...
Schnabbelaars achter het stuur
Veiligheid van pendelbussen laat te wensen over
17
I
ROB VAN DEN DOBBELSTEEN
In de zomer van '89 reden
190.268 Nederlanders per
pendelbus naar hun vakan
tiebestemming. Afgelopen
maanden waren dat er 129.109.
De wintercijfers zijn iets minder
desastreus (van 100.545 naar
93.788), maar de vraag wat er
mis is met het imago van de tou
ringcar dringt zich onwillekeurig
op. Raakt de toerist uitgekeken
op die door geinige chauffeurs
gecultiveerde feestneuzencul-
tuur? Wordt er te weinig comfort
geboden? Of is het eerder de geur
van onveiligheid die er - zeker na
het ongeluk met de bus van Van
Nood bij Lyon - rondom het ver
voermiddel hangt? Joop ter Haar
met grote beslistheid: „Het heeft
met geen van drieën te maken.
Het komt door de negatieve be
richtgeving. Ik word daar als
bonafide busondernemer niet
bepaald vrolijk van."
Joop ter Haar is directeur van
OAD in Holten, het grootste toe-
ringcarbedrijf van ons land.
Daarnaast is hij voorzitter van de
sectie busreizen van het Alge
meen Nederlands Verbond van
Reisondernemingen (ANVR). Een
openhartig type. De opmerking
dat negatieve berichtgeving
slechts de branche njoet worden
verweten en niet de boodschap
per, wordt door hem na enig na
denken beaamd. „Het maakt me
alleen razend dat de vele goede
ondernemingen onder de enkele
slechte moeten lijden."
Verhaal 1
Pendelbus stopt op een parkeer
plaats langs de Autobahn, ergens
onder Frankfurt. Uit een Opeltje
dat vanaf de Nederlandse grens
de hele weg achter de touringcar
heeft aangesukkeld, stapt een
man die naar de passagiers toe
loopt en zegt: Hallo, ik ben uw
nieuwe chauffeur."
Ter Haar: „Zulke dingen komen
voor. Je ontduikt er op eenvoudi
ge wijze de rijtijdenwet mee.
Maar je kunt natuurlijk moeilijk
volhouden dat die chauffeur ok
selfris achter het stuur kruipt, 't
Is een krankzinnige toestand."
En een onveilige. Niemand die
dat ontkent - niemand die er wat
aan doet. Frans Staal, directeur
van NZH-Travel in Haarlem:
„Wat moeten we? Er zijn nauwe
lijks sanctiemogelijkheden. Wij
zijn ooit een ontslagprocedure
gestart tegen een chauffeur die
door de week bij ons op de lijn
dienst reed en van vrijdag- tot en
met zondagavond bij een ander
bedrijf met een touringcar even
op en neer ging naar Oostenrijk
of zo. We hebben de zaak verlo
ren. De rechter vond de door ons
aangevoerde gronden niet
zwaarwegend genoeg om de
man te ontslaan."
Volgens de in transportzaken ge
specialiseerde jurist Han Vallen-
duuk een merkwaardige uit
spraak. De Haarlemmer: „De
rechter had moeten weten dat de
CAO voor touringcarbedrijven
het buschauffeurs verbiedt ne
venbetrekkingen te hebben als
dat de rijtijdenwet in gevaar
brengt." Jacques Stokman, alge
meen secretaris van de werkge
versorganisatie Koninklijk Ne
derlands Vervoer, evenwel: „Zegt
Vallenduuk dat? Dan is hij niet
goed geïnformeerd. Die regel is
er ten behoeve van de flexibilieit
op de arbeidsmarkt afgelopen
zomer uitgehaald.
Waarop de vraag rijst wat be
langrijker is: flexibileit of veilig
heid. Ter Haar nijdig: „De over
heid is onder het moderne motto
vrijheid, blijheid doorgeslagen.
Vergunningen om een toering-
carbedrijf te beginnen, worden
ongebreideld uitgegeven." Staal:
„In twee jaar is het aantal buson
dernemingen in Nederland ge
stegen van 250 naar 475. Met een
beetje leuk verhaal leent de bank
je zo 450.000 gulden voor een
nieuwe bus."
Verhaal 2
Frans Staal: ,,Ik ken een postbode
die de hele week werkt en in de
weekeinden met de touringcar
naar God-weet-waar rijdt en te
rug." Joop ter Haar: ,,Bij leraren
en politie-agenten schijnt het ook
een populair tijdverdrijf te zijn.
En ooit is er zelfs een ambtenaar
van de Rijksverkeersinspectie
achter het stuur van een pendel
bus gesignaleerd.
Schnabbelende postbodes, poli
tie-agenten, lijndienstchauffeurs
en leraren, ze verhuren zich voor
gemiddeld 300 gulden per week-
Dit kerstweekeinde rijden in 400 Nederlandse pendelbussen zo'n 20.000
wintersporters naar de Alpen. Hoe veilig is dat?
„Heel veilig", zegt - met Duitse statistieken in de hand - Jacques Stokman van
het Koninklijk Nederlands Vervoer. Niettemin zijn er twijfels.
Slechte controle op het naleven van de wet op de rijtijden, ongebreidelde
wildgroei van 'mamma- en pappa-bedrijven', politieagenten die in hun vrije
tijd als schnabbel e\>en heen en weer rijden tussen Nederland en Oostenrijk...
Ook bonafide busondernemers geven toe dat het allenwal best beter zou kunnen.
Dat het zelfs beter móét.
Maar: „De overheid geeft ons te weinig steun.
Met de pendelbus op reis. De veiligheidsgarantie staat onder druk, zo blijkt.
FOTO HAN GISKES
einde aan onder meer onderne
mingen die in het jargon pappa
en mamma-bedrijven worden
genoemd. Staal: „Pa werkt door
de week op kantoor en rijdt en
organiseert in het weekeinde. Ma
neemt met een notitie-blokje
plaats achter de telefoon en een
advertentietje doet de rest. Kijk
de kranten er maar op na: er
worden al stoelen aangeboden
voor minder dan 120 gulden. Ne
derland - Oostenrijk vice versa.
Ons basistarief voor een retour
Kirchberg ligt net onder de twee
honderd gulden. Kan niet an
ders. Een chauffeur kost mij per
weekeinde zestienhonderd gul
den."
Ter Haar: „Waar ik me het mees
te kwaad over maak, is het feit
dat wij de overtreders kennen.
Maar signalering heeft geen en
kele zin. Overtredingen zijn
moeilijk hard te maken omdat er
geen behoorlijk opsporings-sys-
teem is. Iedereen weet dat er met
tachografen wordt gesjoemeld,
iedereen weet dat de rijtijdenwet
met voeten wordt getreden.
Maar de overheid doet er niets
aan."
Een somber verhaal. De Rijksver-
keerinspectie heeft te weinig
mankracht: de Stichting Toer Or
dening (STO) (een door werkne
mers en werkgevers zelf opge
richte controle-apparaat) krijgt
'geen steun van de overheid' (Ter
Haar). Staal: „De STO heeft de
STO-pas ingevoerd. Zonder zo'n
ding mag je niet op een touring
car rijden. Het lag in de bedoe
ling dat de passen alleen maar
zouden worden uitgereikt aan
bonafide chauffeurs. Maar intus
sen hebben oproepkrachten op
contractbasis er ook recht op."
Verhaal 3
Schoolreisje. Net uit Alkmaar ver
trokken, maant de onderwijzeres
de kinderen in de bus tot stilte.
Dit op verzoek van de chauffeur
die haar toebromt dat hij de afge
lopen nacht maar twee uur heeft
kunnen slapen en barstende kop
pijn heeft.
Staal: „Zelfs bussen van gere
nommeerde bedrijven kunnen
betrokken raken bij een ernstig
ongeluk. Zie Van Nood. Maar je
moet het niet opzoeken. Wat ik
niet begrijp,.is dat een onderwij
zeres met de klas in een bus gaat
zitten die wordt bestuurd door
een chauffeur die haar doodge-
moedeerd zegt dat hij maar twee
uur heeft geslapen. Uitstappen.
Onmiddellijk. Passagiers moeten
ook zelf hun verantwoording
durven nemen."
Maar dat is moeilijk als bij een
wisselplaats in Lyon het volgen
de gebeurt:
Verhaal 4
Een vloot touringcars stopt bij een
wegrestaurant. Uurtje eten. Na
een rappe hap slapt de chauffeur
van bus 1 als 'nieuwe' chauffeur
naar bus 2, die van bus 2 schuift
op naar bus 3, die van bus 3 gaat
naar bus 4, enzovoort, enzover-
der...
Ter Haar: „Ik weet het, ik weet
het... Komt inderdaad voor. Je
zou toch zeggen dat zoiets via de
tachoschijf eenvoudig te contro
leren valt. Maar dat gebeurt dus
niet. Die schijven worden nooit
met elkaar vergeleken." Staal:
„En als de Rijks Verkeersinspec-
tie het eens een keertje wel doet
en er wordt iets gevonden dan
heeft de rechtbank het zo druk
dat de officier van justitie een
schikking voorstelt. Ik ken een
geval waarin om die reden een
boete van 200.000 gulden werd
teruggebracht tot 50.000."
Wildgroei, gelegenheidschauf
feurs en stuurlui die te lang op
'de bok' zitten. Hoe zit het eigen
lijk met het onderhoud van de
bussen? Staal: „Bij ons gaat een
bus na elke reis op de put. Bij
pappa en mamma-bedrijven is
dat onmogelijk." Ter Haar: „De
STO is onder meer in het leven
geroepen om dergelijke misstan
den te signaleren. Maar als je
geen sanctiemogelijkheden hebt,
begin je weinig." Vallenduuk:
„De STO is een leuk orgaan met
een lam handje. Wil je dit pro
bleem goed bij z'n lurven grij
pen, dan is er maar één oplos
sing: öf de Rijksverkeersinspectie
wordt uitgebreid zodat er beter
gecontroleerd kan worden öf je
geeft de STO meer wettelijke
armslag."
Dat een van die twee mogelijk
heden binnenkort wordt gereali
seerd, lijkt onwaarschijnlijk.
Maar al zou de wetgever de over
treders strenger gaan aanpakken,
is dan het probleem uit de we
reld? Neem alleen al de chauf
feurs van bonafide bedrijven, die
zich te ruste plegen te leggen in
een donker 'hol', dat onder het
passagierscompartiment van de
bus is vrijgemaakt. Slapen onder
die omstandigheden lijkt schier
onmogelijk. Zou een systeem,
zoals dat door de luchtvaart
maatschappijen wordt gehan
teerd, niet veel veiliger zijn?
Chauffeurs stappen uit op vaste
punten, slapen een nachtje in
een hotel en rijden met de vol
gende bus weer verder.
„Te duur", zegt zowel Staal als
Ter Haar. Welliswaar verandert
de mentaliteit van de gemiddel
de passagiers enigszins, maar de
meeste vakantiegangers kijken
toch nog altijd eerder naar de
prijs dan naar de veiligheid. Ter
Haar: „Tsja, en daar moet ik eer
lijk in wezen: we zijn natuurlijk
niet zo gek dat we ons zelf uit de
markt gaan concurreren."
M o tegen Kerstmis trokken ze vroe-
m ger bij de familie Christmas in
Boston de stekker van de telefoon
naar vast uit de muur. Gék werden ze van de
elefoontjes van wildvreemden, die in de gids
ie naam van moeder Mary Christmas echt
laar eigen naam tegenkwamen en het niet
tonden laten om even 'Merry Christmas
fdary Christmas' in de hoorn te roepen,
lij Mary's tweelingzoons Greg en Gary, The
Christmas Twins, is het dezer dagen weinig
rnders. Het hele jaar door is iedereen wel-
com in hun Amsterdamse koffieshop annex
kledingwinkel' Backstage, maar kerst en oud
:n nieuw houden ze strikt voor zichzelf. Kerst
imdat ze „het hele jaar door al mensen en-
ertainen" en oud en nieuw omdat ze dan
ïun verjaardag vieren. De indiaanse twee-
ingbroers kunnen namelijk met recht zeggen
rond de jaarwisseling' te zijn geboren: Gary
twam bijna 63 jaar geleden om vijf vóór
vvaalf ter wereld, Greg om vijf over. Een
tweeling van verschillende jaargangen: een
•ngewoon toeval.
•laar bij Greg en Gary is wel meer onge
woon. Zo heet een cappuccino in hifn zaak
Backstage Foam from Rome, een. espresso
Rot 'n Heavy, een glas melk White from the
Cow en de citroentaart Too Many Calories.
De vensterbank van de koffieshop ligt vol
veelkleurige, zelfgebreide mutsjes. Letterlijk
elk latje en ieder meubelstuk heeft een ande
re kleur. Aan één muur hangen de uitbundig
gekleurde en versierde truien van eigen ma
kelij, een andere muur is behangen met fo
to's uit hun langdurige artiestencarrière. 'On
ze kapsonesmuur', noemen ze hem.
Droomleven
Greg, in Schotse kilten rode borstrok wat uit
bundiger gekleed dan Gary, is het wat stillere
creatieve brein van de twee. Gary wijde
sweater, bruine broek is de praktische
frater, zegt hij zelf. „Zie het maar zo: ik ben
de Hema, Greg is de Bijenkorf." Die kleine
/erschillen in karakter hebben niet kunnen
tegenhouden dat de Christmas Twins hun
hele leven lang bij elkaar zijn gebleven. Op
hun vijfde voerden ze samen al showtjes op
voor vriendjes, familie en bekenden. Latei-
trokken ze als professionele artiesten de hele
wereld door met hun zang-, dans-, muziek
en cabaretshow.
Ooit blondeerden ze op toernee hun kleine,
Een unieke achternaam in de
Nederlandsebevolkingsregisters:
Christmas. En hij komt nog eens twee
keer voor ook. Om precies te zijn: in
Amsterdam. Daar exploiteren de
Amerikaanse tweelingbroers Greg en
Gary Christmas de koffieshop
'Backstage'.
Achttien jaar geleden streken ze hier
neer om er nooit meer weg te gaan.
„Nederland is a big funny village.
Daar zijn wij altijd naar op zoek. Geluk zit
voor ons in de zoektocht naar geluk." Gary:
„Wij zijn indianen. Dat betekent dat we heel
aards zijn, maar ook erg spiritueel. Mensen
vragen wel eens of we door onze carrière rijk
zijn geworden. Nou, ik kan je verzekeren dat
we af en toe nauwelijks weten hoe we de re
keningen moeten betalen, maar toch zijn we
rijk. Geestelijk rijk. We're spiritual millionai
res. Ha ha!"
Dicht bij elkaar
The Christmas Twins (links Greg, rechts Gary). „Eigenlijk zou iedereen zich altjjd zo moeten g
zwarte kuifjes, „gewoon voor de lol". Toen ze
in die outfit optraden in Ivoqrkust, vielen de
aanwezige medicijnmannen slaafs aan hun
voeten. Ze zagen in de tweeling 'zwarte go
den met wit haar'. In Tunesië luisterden ze
een familiefeestje van de minister van finan
ciën op. In het Marokkaanse Tanger speelden
ze „in paleizen uit duizend-en-één nacht", in
(het vooroorlogse) Bayrut dronken ze cham
pagne en aten ze kaviaar in maanovergoten,
zwoele nachten. Gary, met veel pathos: „The
Christmas Twins, bij hun leven al een legen
de!" Een droomleven. Toch streken ze acht
tien jaar geleden neer in Amsterdam, om er
naar eigen zeggen nooit meer weg te gaan.
Natuurlijk, alle volkeren hebben hun negatie
ve kanten, zegt Gary. Ook de Nederlanders.
Hij vindt ze wel eens wat koud, wat ongevoe
lig. „Maar verder zijn ze just great. Toen we
zo'n twintig jaar geleden voor het eerst in
Amsterdam kwamen, werden we op slag ver
liefd op de stad en op de mensen. We zijn in
zo'n zestig landen geweest, maar Nederland
sloeg alles. Vandaar dat we hier zijn komen
wonen. Nederland is a big funny village. Ie
dereen kent iedereen en bijna niemand kijkt
hier vreemd naar mensen zoals wij." Greg:
„In al die tijd hier heb ik me nooit een mo
ment niet welkom gevoeld. Dat is uniek.
Echt, dat kom je nergens anders tegen."
?n als met Kerstmis."
Gary: „Mensen vragen ons: Waarom spreken
jullie na al dielijd hier nog haast geen Neder
lands? Dan zeg ik: Als de Christmas Twins
geen Engels meer spreken, dan verliezen ze
hun humor, hun charme." Greg, quasi ho
nend: „Charme? Heb jij charme?" Gary, qua
si beledigd: „Yes, I'm.charming."Greg steekt
achter Gary's hoofd twee vingers in de lucht
en grijnst een veelbetekenende grijns. Gary
trekt een pruillip.
Zoektocht naar geluk
Opeens stormt Gary naar de deur. „Wacht, ik
moet even een goede vriendin een kusje ge
ven." Op straat valt hij een bejaarde dame
FOTO UNITED PHOTOS DE BOER BABETTE STAPEL
om de hals. „Lieverd, ik heb vandaag helaas
geen tijd voor je", voegt hij haar in gebroken
Nederlands toe. Weer binnen vertelt hij dat
de dame 85 is en net haar broer heeft verlo
ren. „Ik wil haar troosten. Wij behandelen
anderen zoals wij willen dat anderen ons be
handelen. Nou ja, bijna altijd dan. We kun
nen ook heel bitchy zijn. We zijn tenslotte
geen heiligen. Eigenlijk is het heel simpel. Als
we iemand mogen, dan zijn we liefhebbend
en warm. Maar moeten we iemand niet, dan
laten we dat merken ook."
Greg: „Eigenlijk zou iedereen zich altijd zo
moeten gedragen als met Kerstmis. Elke dag
zou zijn magie moment moeten hebben.
„We zijn zonder meer positieve mensen",
zegt Greg. „We geloven niet in negatieve vi
braties. Alles komt ooit goed, daar zijn we
heilig van overtuigd." Gary: „Elke negatieve
situatie is om te zetten in een positieve. En
iedereen is op deze wereld om zijn mede
mensen te helpen, om anderen zich goed te
laten voelen. Zo zien wij dat. Wij zijn sterke
persoonlijkheden, dus vinden we dat we wat
van ons gevoel aan anderen moeten doorge
ven. Sommige mensen kijken daar vreemd
tegenaan. Ze noemen ons 'prettig gestoord'.
Dat vinden we alleen maar fantastisch. Het is
een compliment."
Zijn ze elkaar na al die decennia samen nou
nooit eens zat? Gary: „Nee hoor. En als ik
eens genoeg van hem heb, zeg ik gewoon dat
hij zijn mond moet houden." Greg: „Ha! En
als ik genoeg van hem heb zeg ik dat hij zijn
mond moet houden." De broers grijnzen
breed. Gary: „Binnenkort komen we op de
Duitse TV in een programma over mensen
die al heel lang bij elkaar zijn. En onlangs wa
ren er hier ook cameraploegen uit Ierland,
Wales en Japan. We zijn wereldberoemd bij
alle buitenlanders, tot in Haarlem en Leiden
aan toe!"
Gary: „Zonder gekheid: we hebben een heel
goede relatie, een echte brotherhood."Greg:
„We hebben altijd heel dicht bij elkaar ge
staan, van jongsaf aan. Onze moeder werd er
wel eens gek van." Gary. „We waren nog
geen vijf of ze sloeg aan het roken en het
drinken. Grapje!" Greg: „Mama wilde eigen
lijk meisjes." Gary: „Dat wordt de titel van
ons boek, Mama wanted girls. Ja, we gaan
een boek schrijven. Over alle fantastische ge
wone mensen die we in ons leven hebben
ontmoet. Niet over de sterren die we zijn te
gengekomen, want roem is zo betrekkelijk. Ik
kan morgen dood neervallen en dan hoop ik
dat ik dat ik in de gedachten blijf voortleven
zoals ik was, niet zoals mensen me wilden
zien."