'Verschrikkelijk als feestdagen zo beladen worden' Kerstviering als sleurende familieplicht MARGOT KLOMPMAKER Kerstmis. Met het gezin rond de boom. 'Nu sijt wellecome'. Gezellig met de hele familie, jongen oud. Maar jong wordt ook ouder. En dan kan wat eens leuk was ontaarden in sleur en plicht. Weer met kerst opdra ven bij je ouders. Of voor de zoveelste keer met de kerst dagen je moeder op bezoek. Niet omdat je graag wilt, maar omdat het moet. De ooit zo gezellige, onbekom merde feestdagen worden dan een molensteen om de nek. „We hebben het weer gered. Gelukkig viel het dit jaar wel mee", is de veelzeggende verzuchting. Zijn we nog wel zo wellecome bij elkaar? Oudere mensen ontsteken soms in oprechte boosheid als een kerst zonder kinderen ter discussie wordt gesteld. Een verontwaardigde bejaarde: „Moeten ouderen in de goot worden getrapt? Ik heb weet-ik-hoe-veel jaren klaar geslaan voor mijn kinderen. Is het dan zo veel gevraagd om iets terug te doen?" De jongere generatie reageert schouderophalend. „Het is een behoefte aan valse romantiek. Dat zie je toch aan alles om je heen? Allemaal opgelegde gezelligheid. Vrede op aarde en in onze harten. Aan die schijnheilige onzin doe ik niet mee", reageert Jaap. „De kerstviering lijkt op gevangenschap", zegt Gerard die dit feest in familieverband al lang heeft afgeschaft. „Vroeger kreeg je als gedetineerde een ijzeren bal aan je poten, nu zijn het kerstballen." Het praten over het wel of niet met de familie doorbren gen van de kerstdagen ligt uiterst gevoelig. Er zijn er veel die er hun mond over houden uit angst hun ouders diep te kwetsen. Marc, die elk jaar 'met frisse tegenzin' zijn ouders bezoekt: „Het is een groot taboe om het hier openlijk over te hebben. Er zijn maar weinig mensen die met de kerst hun eigen weg durven gaan. Het hele jaar kun je je aan familieverplichtingen onttrekken als je wilt, maar met de kerst geven de meesten toe." Ook voor sommige ouderen is het in dit opzicht een beladen tijd. Mieke: „Als moeder moet je je aandacht al tijd verdelen over je kinderen. Is de een kwaad omdat je gaat eten bij de ander. 'Gut, ga je nou alweer naar Piet?', krijg je dan te horen. Over kerstdagen kan bij ons geru zied worden tot de paasdagen aan toe." Veel tegenstanders van de plichtplegingen zeggen af te knappen op de soms schijnheilige manier waarop kerst vorm wordt gegeven. Jaap: „Die zogenaamde betrokken heid, twee dagen per jaar.... De plotselinge aandacht voor mensen die eenzaam zijn, honger hebben of midden in een oorlog zitten... Doe het dan het hele jaar, of doe hele maal niks." Wat sommigen vooral tegenstaat is het geregisseerde fa miliegebeuren. „Mijn schoonmoeder begon doorgaans al maanden van te voren te zeuren over de kerstdagen", zegt Gerard. „Vijf jaar lang moest ik eerste kerstdag bij haar aantreden. Dan kwamen alle kinderen samen in het kader van de vredesgedachte. Wat een gotspe. De rest van het jaar lag je met elkaar overhoop, maar eerste kerstdag zat je glimlachend met elkaar op de bank. Het begon al om tien uur 's morgens. Om elf uur wilde je ei genlijk al naar huis, want dan was je met elkaar uitge praat. Maar dat kon niet! Je moest blijven. De dag kroop voorbij." „Na vijf jaar zijn mijn vrouw en ik ermee gekapt. Dat gaf wel kwaaie gezichten, maar dat kon me niets schelen. Ik was dat jaarlijkse verplichte nummer zat. Ik ga tweede kerstdag nog wel naar m'n eigen moeder. Maar dat doe ik omdat ik dat zelf wil, niet omdat zij dat vraagt. Als ik niet zou komen, vindt ze het ook best." „Je hebt vrij, maar eigenlijk ook weer niet", vindt Mare. „Er ligt een stille druk op je om die dagen met je familie door te brengen, ook al ben je liever alleen. Dus ga je naar je familie. En wee degene die dat patroon door breekt." De commercie heeft de afgelopen jaren het kerstgebeu ren flink opgeklopt. Velen ergeren zich aan de manier waarop ondernemers aan alle kanten de 'gezellige' kerst proberen te pushen. „De viering van sinterklaas raakt steeds meer in de verdrukking, terwijl kinderen dit het al lerleukste feest vinden. Die kerstman kan van mij een schop onder z'n kont krijgen", aldus Jaap, vader van twee kinderen. Het schuldgevoel. Ouders zijn soms meesters in het ge ven van een subtiele hint: 'Ach kind, let maar niet op mij. Doe maar lekker waar je zin in hebt. Ik red me wel'. Je moet wel een echte botterik zijn, als je die boodschap niet oppikt. Veel mensen voelen zich aangesproken en doen dus niet waar ze zelf zin in hebben. Theo: „Ik krijg echt last van mijn geweten als ik niet iets met mijn ou ders doe met de kerst. Het liefst zou ik mijn eigen gang gaan, maar dat kan ik niet. Het is een dilemma. Eigenlijk vind ik kerst een echt familiefeest. Maar het zou zonder dat schuldgevoel moeten." (Op verzoek van betrokkenen is in dit artikel niet hun wa re voornaam gebruikt). ILLUSTRATIE INGRID JOUSTRA MARGOT KLOMPMAKER De laatste jaren staat de manier waarop het kerstfeest wordt uitge hold Ekke en Alies Sneller behoor lijk tegen. Niet zo vreemd voor een dominees echtpaar. Het verbaast hen dat veel mensen het kerstgevoel steeds meer zoeken in uiterlijkhe den. Boom met ballen, strikken en glitters, bat terij kaarsjes voor het raam, kransen en vooral veel eten en drinken. Alies en Ekke kunnen zich daar nog wel Ouderen beschouwen - in het algemeen - een beetje in verplaatsen. Ook Alies zet kaarsen neer en haalt wat den- Kerstmis als een feest dat je viert met je netakken uit de tuin voor de sfeer. Maar ze ergeren zich aan de groei- gezin. Jongere generaties hebben met die ende gewoonte om van Kerstmis een aards cadeaufeest te maken traditie soms weinig op. Ie gaan liever met de zegen van de kerstman. De afvlakking van een spiritueel feest hllïl eisen SCIUS. tot een commerciële goudmijn. „Een vreselijke ontwikkeling", vin- Het domineesechtpaar Alies en Ekke den de sneiiers eensgezind. Ekke (73) is oud-predikant van de Sneller filosofeert over dit vraagstuk en hervormde gemeente, Alies (71) oud-verpleegster. Hun zes kinderen over de teloorgang van Kerstmis als zijn al een jaar of twintig de deur uit. Jarenlang hebben ze met het relisieus feest, hele gezin kerst gevierd. Het feest begon al op de avond voor Kerst mis. Dan ging iedereen naar de kerk. 's Ochtends, eerste kerstdag, werd er uitgebreid ontbeten. Daar na wandelen in de duinen. Een traditie, maar een fijne traditie. „Geen van onze kinderen voel de zich verplicht mee te doen", benadrukt Ekke. „Als iemand niet wilde, was het ook goed. Zoiets moet geen sleur worden of domme plicht." Toen de eerste kleinkinderen kwamen, veran derde dit patroon. Alies: „Het werd hier te vol. De groep werd zo groot, dat het niet meer gezel lig was." Ekke en Alies hebben het probleem in alle openheid met hun kinderen besproken. Niet meer allemaal tegelijk, luidde hun voorstel. Geen punt, vonden de kinderen. Omgekeerd doet het echtpaar Sneller ook niet moeilijk. „Onze jongste dochter en haar vriend werken beiden bij de KLM. Ze kunnen gratis vliegen. Met de kerst zitten ze in India. Dat is begrijpe lijk", vindt Alies. Ekke: „Wij zijn niet boos als onze kinderen niet willen of kunnen komen." Alies: „Onze oudste dochter belde laatst. 'We willen wel eens wat anders met de kerstdagen', zei ze. Prima, zei ik." Heimwee Kerstmis is een gezelschapsfeest, méér dan Pa sen of Pinksteren of de viering van de jaarwisse ling. Alies: „Het is een koud deel van het jaar. Mensen hebben behoefte aan huiselijkheid en warmte. Die zoek je bij elkaar." Ekke: „Kerstmis heeft iets sentimenteels. Het gaat tenslotte om Christus als kind, Zijn geboor te. Dat vertedert. Met Pasen en Pinksteren heb je dat niet. Wat moet je je voorstellen bij de op standing of bij de Heilige Geest? Nee, het kerst feest leent zich bij uitstek voor de verbeelding. Mensen associëren dat met warmte en moeder lijke zorg." De traditie om Kerstmis met je familie door te brengen, maakt dat Sommige mensen als een berg opzien tegen de feestdagen. Hun kinderen zijn al lang de deur uit, hun partner is overle den, de familieband is niet zo best, of ze hebben kind noch kraai. Alies: „Ik ken ze ook in mijn omgeving. Die mensen zijn blij als het januari is. Ekke: „Het is ook een gevoel van heimwee naar vroeger. Toen ze nog kerst vierden met hun kin deren." Alies: „Of met hun man." Als iemand het een probleem vindt om met de feestdagen alleen te zijn, laat hij of zij dan proberen er zélf iets van te maken, vinden de Snellers. Alies: „Mijn alleenstaande zus nodigt elk jaar een groepje mensen bij haar thuis uit. Je moet een beetje durven. Met die dagen wordt toch van alles georganiseerd? Kerstdiensten, kerstbijeenkomsten, kerstreizen. Ik heb het idee dat sommige alleenstaanden zichzelf al gauw in de slachtofferrol duwen en maar afwachten wat er gebeurt." Ze zwakt haar betoog een beetje af met de woorden: „Ik weet dat ik makkelijk praten heb. Tenslotte zit ik met de kerst niet alleen." Volgens Ekke gaat het er om wat mensen van het kerstfeest verwachten. „De knussigheid van het samenzijn met je familie is niet waar het om gaat. Samen zijn zonder meer, zegt niets. Het geheim van kerst zit hem volgens mij in de be reidheid om je voor je medemens open te stel len en iets voor anderen te betekenen. Er zijn genoeg mensen die geholpen willen worden. Hier of elders. Door iets voor een ander te doen, zul je ook meer ontvangen. Nodig je buurvrouw uit met de kerst en maak er dan samen iets leuks van. Of ga helpen in het wijkcentrum. Mensen lopen te veel langs elkaar heen." Ekke en Alies hebben nooit ervaren dat hun kinderen met tegenzin gezamenlijk kerst vier den. Zij zagen het 'bij elkaar zijn' niet als een verplichting. Maar ze kunnen zich voorstellen dat het ook anders gaat. Dat mensen met lood in de schoenen de feestdagen zien naderen van wege de niet te vermijden visites. Ouders en kinderen zijn samen, niet omdat ze dat prettig vinden, maar omdat het wordt gedicteerd door plicht en sleur. Dat geeft allerlei onlustgevoelens en spanningen, die echter" zelden eerlijk worden uitgesproken. Ekke Sneller heeft er een eigen visie op. „Ouderen kunnen soms moeilijk aanvaarden dat de band met hun inmiddels opgegroeide kinderen losser is. Dus worden ze boos als blijkt dat hun kinderen met Kerstmis liever iets anders doen. Die boosheid komt voort uit verdriet, om dat kinderen hun eigen weg gaan. Ouders willen die band vasthouden. Dus eisen ze van hun kin deren dat ze er met de kerstdagen zijn. Ik be grijp deze mensen wel. Ze zijn al op leeftijd, soms een beetje vereenzaamd. Leeftijdgenoten vallen weg. Dus klampen ze zich vast aan tradi ties, aan dingen uit het verleden die zo fijn wa ren. Mensen willen iets voortzetten wat niet meer bestaat, zonder naar nieuwe dingen te zoeken." „Als je kindereen geen zin hebben om met de kerst een dag bij je thuis te zitten, zoek dan sa men naar alternatieven. Probeer iets te vinden wat iedereen leuk vindt. Ouderen moeten kin deren niet dwingen. Ze moeten dingen openlijk durven bespreken. Veel mensen van onze leef tijd vinden dat een probleem." Alies: „Hoe vaak.hoor je niet de verzuchting na de feestdagen: dat hebben we gelukkig weer gehad. Dat duidt er toch op dat er iets scheef zit? Het lijkt me verschrikkelijk als feestdagen zo be laden worden." „Waaróm is het zo beladen?", vraagt Ekke zich af. „Volgens mij deugt er dan iets niet in de manier waarop je met elkaar omgaat. En dat uit zich met name met kerst." Schuldgevoel In wezen is Kerstmis een religieus feest dat mensen hoop geeft en oproept tot liefde voor de medemens. Iets van deze christelijke boodschap straalt ook uit naar niet-gelovigen. Met Kerstmis ben je wat aardiger voor elkaar. Dat gevoel slaat soms door. Kerst is hét feest van de schuldge voelens. Er wordt gul gestort op gironummers, kerken puilen opeens uit, terwijl de rest van het jaar het egoïsme hoogtij viert. Ekke Sneller vindt dit verklaarbaar. „Kerst is een concentraat van schuldgevoelens. Mensen bekennen schuld voor het feit dat ze zo langs el kaar heen lopen. Zo'n bekentenis heeft mis schien iets hypocriets, maar het is méér dan dat. Het is een poging om je betrokken te voelen met de wereld om je heen, omdat je weet dat je fout zit. Vergeet niet dat je idealen nodig hebt om je aan op te trekken. Af en toe moet je geestelijk bijtanken. Kerstmis is zo'n moment."

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1993 | | pagina 24