Joop van den Ende vereeuwigd in
prachtig simpele roman van Komrij
Zielepoot met rot gebit
en zwetende bediende
Carry Slee
Sneeuwman,
pak me dan
Grossman geeft gekwelde
stem aan gekwelde puber
Boeken
Veen viert Reves kroonjaar
met populaire uitgaven
f Rem Koolhaas is
hedendaagse Berlage
Boeken om met Kerstmis van te genieten
-ONDERDAG 16 DECEMBER 1993
23
rard Reve is afgelopen dinsdag 70 jaar geworden. Reden voor een
pulaire uitgave. foto pr
RECENSIE ANNEMIEK RUYGROK
(eciale verjaardagseditie ter gelegenheid
jn de zeventigste verjaardag van Gerard
jve (op 14 december). Zes van zijn beste
pis, uitgeverij L J Veen. 14.90 per
Ie grote volksschrijver viert de
lesten als ze vallen. Wordt hij
5, dan verschijnt zijn hoofd
feelvuldig op scherm of in de
(anten, wordt hij 70 dan is het
j niet anders. Ook uitgevers la-
n zich in de feestvreugde niet
hbetuigd. Bij L.J. Veen in Am-
(erdam verscheen ter gelegen-
eid van de 70ste verjaardag
an Gerard Reve een 'speciale
verjaardagseditie'. Een serie van
vijf pockets met de populairste
verhalen: 'Werther Nieland' en
'De Ondergang van de Familie
Boslowits' in een bundel. 'Tien
Vrolijke Verhalen', 'Vier Winter
vertellingen', 'Op weg naar het
einde' en 'Nader tot u' in de an
dere vier. Een - steëds andere -
foto van de jonge Reve siert de
cover van elke uitgave.
Ook bij Veen, maar dan in
een iets ander pocketjasje, ver
scheen tegelijkertijd 'Bezorgde
Ouders'. De prijs is van alle de
len hetzelfde en aantrekkelijk
genoeg om ze allemaal aan te
schaffen als 'hebbedingetjes' in
de boekenkast.
RECENSIE JOS DAMEN
Gerrit Komrij Dubbelster Amsterdam, Ar
beiderspers F 29,90. (gebonden 49.90)
Als over vijftig jaar de Neder
landse televisie in de modder
der vergetelheid is onderge
dompeld, is het toch mogelijk
alle huidige ellende weer voor
het geestesoog op te roepen.
Dankzij Gerrit Komrij, die zijn
jongste roman 'Dubbelster' laat
spelen in de benauwde wereld
tussen Hilversum en Aalsmeer.
Dat is niet vreemd: Komrij was
in het begin van zijn carrière
een gevreesd en genadeloos tv-
criticus. Als gelauwerd schrijver
zit hij nu rustig in Portugal van
de P.C. Hooftprijs te genieten.
Uit Komrijs tweede roman blijkt
weer eens dat hij met zijn lod
derig oog dit kille kikkerland
vanuit Portugal goed in de ga
ten houdt. Komrij heeft als
hoofdpersoon van 'Dubbelster'
gekozen voor Otto Kapteijn, een
kruising tussen Henny Huisman
en Paul de Leeuw, en ook de
rest van de Gooise wereld is
volop aanwezig. 'Otto's show' is
een bizarre show met in de ver
te iets van 'Klasgenoten' en 'In
de hoofdrol' Joop van den Ende
is vereeuwigd als Aart van de
Koppel; het weekblad Privé is
Argus geworden; Max de Rover
lijkt, compleet met Duits
Vriendje, verdacht veel op
Frank Govers; men eet uiteraard
in restaurant De Hangar (Le Ga
rage) waar Jaques Vomère de
scepter van Joop Braakhekke
zwaait.
Uiteraard zijn de verwijzingen
naar de platte werkelijkheid bij
zaak, hoe vermakelijk en type
rend ze soms ook zijn. Type
rend ook voor Komrijs vermo
gen om andermans teksten zo
in zijn tekst te schuiven dat ze
er precies in passen. Neem deze
beschrijving van producent Aart
van de Koppel (Alias Joop van
den Ende): "Hoe efficiënt zijn
bedrijf ook werd geleid, hoezeer
hij ook de naam had van een
harde onderhandelaar, zijn ar
tiesten droegen hem op han
den. Het was een eer tot zijn
'stal' te mogen behoren. Zo
noemde hij zijn artiesten en zo
zagen zijn artiesten zich zelf.
Zijn stal. Hij was de man die ri
sico's aandurfde, die bij huise
lijke moeilijkheden en ziekte al
tijd voor ze klaar stond, die op
verjaardagen en na een uitzen
ding een doos champagne liet
bezorgen, die tenslotte ooit met
hen in zee was gegaan, kortom,
een artiest onder de artiesten.
Het verhaal in 'Dubbelster' lijkt
simpel. Gevierd showmaster Ot
to Kapteijn staat op het toppunt
van zijn roem. De kijkcijfers zijn
ongekend hoog, arrogante Otto
is gelukkig met zijn vriend Ar
thur en populair bij het publiek.
Dat moet wel fout gaan. De el
lende begint als een dubbelgan
ger van Otto op vreemde plaat
sen opduikt. Otto's ster valt
Joop van den Ende figureert in spiegelroman Komrij.
diep: zijn show mislukt, er komt van televisie-leven. Al in de titel
ruzie met Arthur. De dubbel- is duidelijk dat Dubbelster een
ganger wordt steeds opdringeri- spiegelroman is. Alles is dubbel,
ger en neemt na een vreemd alles draait om het evenwicht,
ongeluk Otto's plaats in. Otto ziet zich weerspiegeld in
'Dubbelster' is meer dan een zijn vriend Arthur en heeft niet
zeer humoristische beschrijving voor niets een onverbeterlijke
archieffoto gpd
symetriedwang. (Sneetje met
scheren links? Dan toch ook
rechts even deppen.) Het even
wicht, zijn opgaan in Arthur,
wordt verbroken door een vrij
erij met assistente Antoinette.
Daarna gaat alles fout en krijgt
zijn dubbelganger pas echt zijn
kans. De dubbelganger wordt
door Komrij op een andere ma
nier in de roman gebracht dan
WF Hermans deed in 'De don
kere kamer van Damocles'. In
Otto's tv-shows moeten men
sen beroemdheden zo goed
kennen, dat ze als het ware in
andermans huid kunnen krui
pen. Maar niet alleen inhoude
lijk, ook de opbouw van de ro
man is aan dit thema opgehan
gen. Het eerste en laatste
hoofdstuk van 'Dubbelster'zijn
compleet identiek (en heel
mooi, als negatieve spiegel van
Nederland). Diverse andere
spiegelingen vervolmaken de
bouw van dit boek.
'Dubbelster' is nog niet Komrijs
meesterwerk, maar wel een van
de meest interessante Neder
landse romans van dit jaar.
Voor de liefhebbers: volgend
jaar verschijnt niet alleen Kom
rijs verzamelde poëzie (gefinan-
ciërd met het geld van de F.C.
Hooft Prijs) maar^hok een bij
zondere bloemlezing vah Kom
rijs hand. De stapels bloemle
zingen met 1000 gedichten uit
de 19e/20e en 17e/18e eeuw
waren al niet aan te slepen;
Komrij is nu bezig met een
bloemlezing van Middeleeuwse
gedichten. Hopelijk zal zijn ei
gengereide, intuitieve keuze uit
een ver cultuurverleden even
veel verrassen als deze simpele
maar prachtige roman.
Nederlands veelkleurige architectuur
BOEKEN
RECENSIE «WIM DE WAGT
[mard Colenbrander (redStijl, Norm
l handschrift in de Nederlandse architec-
|jr van de negentiende en twintigste
j juw, NAi uitgevers, Rotterdam, 1993,
u het einde van de eeuw met
sse schreden nadert wordt de
ïschiedenis van de moderne
chitectuur beetje bij beetje
ïrschreven. Lange tijd was het
;eld vertekend. Namen en ge-
Duwen, stijlen en stromingen,
ie waren wel zo'n beetje be-
•nd. Maar over hun onderlinge
■rband bestonden vele misver-
anden en vooroordelen. Al
lans, dat beweren de auteurs
m Stijl, norm en handschrift in
Nederlandse architectuur.
Het omvangrijke boek, dat
vee krachtige essays bevat en
Dortreffelijk is geïllustreerd, be-
eleidt de openingstentoonstel-
ng in het Nederlands Architec-
ïurintsituut in Rotterdam. In
et voorwoord houdt de zoals
Itijd idealistische direcjeur
dri Duivesteijn een warm
pleidooi voor pluriformiteit.
Want daar heeft het te lang aan
ontbroken in de hedendaagse
architectuur, vindt de vroegere
Haagse wethouder.
De aanstichters van zowel het
vertekende historische beeld als
het gewraakte eenvormige mo
derne bouwen, moeten worden
gevonden in de kringen van
functionalisten en hun navol
gers. In de vorige eeuw en ook
aan het begin van deze eeuw
bestonden nog allerlei stromin
gen en stijlvarianten naast el
kaar. Dat was juist een kenmerk
van de moderne tijd, de anti-
autoritaire periode die begon na
de Verlichting.
Maar na de Tweede Wereld
oorlog zijn de laatste restanten
van neo-stijlen, decoratieve
bouwkunst (Amsterdamse
School) en de traditionele Delft-
se School opgeruimd ten gunste
van het zakelijke, gelijkhebberi
ge modernisme. En van deze in
tellectuele 'dictatuur' plukken
we tot op de dag van vandaag
de wrange vruchten.
Wie het veelkleurige land-
Een modern gebouw waarin citaten uit de architectuurgeschiedenis zijn verwerkt. Het zojuist geopende Ne
derlands Architectuurinstituut in Rotterdam, architect Jo Coenen. foto jannes linders
schap dat in dit boek wordt
opengevouwen overziet, ont
komt inderdaad niet aan de in
druk dat de Nederlandse archi
tectuur in vergelijking met vroe
ger veel aan kwaliteit heeft inge
boet. De weg terug lijkt te be
ginnen bij inzicht in de verwor
venheden van het verleden, zo
kan de conclusie luiden.
Weg met het modernisme,
roept Rem Koolhaas, die in het
boek wordt gepresenteerd als
de nieuwe Berlage. Niet omdat
deze twee architecten hetzelfde
denken en doen, maar omdat
ze allebei, ieder op zijn manier,
opportunistisch inspelen op de
problemen in hun tijd. Berlage
door een lans te breken voor
maatschappelijk engagement,
Koolhaas door zich te laten in
spireren door de chaos van de
metropool.
Miss Marples
in 't kwadraat
JEUGDBOEKEN
RECENSIE CASPER MARKESTEIJN
neeuwman. pak me dan', door Carry
met tekeningen van Dagmar Stam
itgevenj Van Holkema Warendorf,
90, 'De schitterende popup kerststal'
itgeverij Bosch Keuning, 29,50; 'Het
rstcadeau' door John Burningham Uit-
verij Van Holkema Warendorf,
24.90
r ligt een wonderbaarlijk ratje-
Je kerstartikelen op mijn bu-
Geen kaarsen, kransen,
ellen of ballen, maar boeken,
ilemaal geschikt om er met
erstmis volop van te genieten,
''oor jong en oud, door rijp en
roen.
Carry Slee (van Verdriet met
layonaise), schreef Sneeuw
man, pak me dan 'een boek-
over de winter', zoals de on-
ertitel luidt. Dagmar Stam illu-
reerde de zes verhalen, die
oed voor te lezen zijn aan jon-
kinderen, thuis of op school
i kleuter- en onderbouw.
Tweeling Iris en Michiel zijn
e terugkerende hoofdfiguren,
ij maken een sneeuwpop, ve
en de sneeuw van vaders auto,
jgen pindakettingen die ze aan
e buren verkopen en gebrui-
en hun broertje Joris als kindje
:zus in het kerstspel in de kerk
Is ze daar met opa en oma
aar toe gaan. Tot groot plezier
an alle bezoekende kinderen
jilast Jezus op de jurk van Ma
ria: 'Dit Jezussie is wel een pies-
kontje.' Ook oud en nieuw,
Driekoningen, voor het eerst
fchaatsen en een zielig eendje
p de sneeuw worden in simpe
le taal beschreven.
I Literaire hoogstandjes maakt
-xarry Slee niet. Soms haspelt ze
4at met werkwoordstijden,
doen zinnen geforceerd aan of
is de woordkeuze wat gewild:
'Die knabbelt muizepiezeltjes
van de tulband'. Van dit soort
verhalen kunnen er echter niet
genoeg zijn.
Had je vroeger de houten
kerststal met gipsen figuren die
later van plastic werden, tegen
woordig kun je als alternatief
uitstekend het popup uitklap-
kerststalboek nemen. Openvou
wen, muren openklappen, vloer
omlaag, dak omhoog, kerstster
in de dakgleuf, kribbe erin, figu
ren uitdrukken en klaar is Kees.
Een kind kan de stal doen. Heus
waar. Inclusief boekje met
kerstverhaal. Ingeklapt neemt
het tot volgend jaar in de boe
kenkast de plaats van een
boek in.
Het voorste schutblad in
kerstgroen, het achterste in
kerstrood. Zo hoort het als daar
tussen een kerstverhaal in
prachtige prenten van John
Burningham zit. De kerstman
stopt zijn rendieren in bed,
want ze zijn klaar met cadeau
tjes rondbrengen en één van de
dieren voelt zich niet topfit
meer. De kerstman stapt zelf
ook in bed en dan stokt zijn
adem: Het pakje voor Daantje
Haselbusch zit nog in de zak.
Dat moet per se nog bezorgd,
want Daantjes ouders zijn arm
en Daantje krijgt slechts alleen
van de kerstman een presentje.
Daantje woont ver weg. Hele
maal op de Donderberg. Dus
gaat de oude man op stap. Met
behulp van allerlei vriendelijke,
behulpzame mensen met diver
se vervoermiddelen komt alles
net op tijd goed. Een mooi
wensvervullend verhaal, waarin
verborgen blijft wat er in het
pakje voc> Daantje zat.
Kerstmis, Oud en Nieuw en een zielig eendje in de sneeuw: allemaal
komen ze voor in 'Sneewman, pak me dan' van Carry Slee. afbeellding
RECENSIE KOOS POST
Michael Dibdin, Het stervende licht
Uitgevenj Atlas, 29,90
Enkele boeken lang liet Mi
chael Dibdin de aartstwijfe
laar Aurelio Zen als politie
functionaris aanmodderen in
de maffiapraktijken van de
Italiaanse onderwereld.
Met Het stervende licht
heeft Dibdin het in een totaal
andere richting gezocht.
Twee oudere dametjes - ge
heel afgesloten van de bui
tenwereld onder de tirannie
ke leiding van Huize Avond
rood - verzinnen moordver-
halen met medebewoners in
de hoofdrollen.
In het begin lijkt het er op
of Dibdin college heeft gelo
pen bij Agatha Christie. In
een besloten kring zitten
twee Miss Marples temidden
van een beperkt aantal,
kleurrijke figuren. Maar al
spoedig doorbreekt de schrij
ver dat Ghristie-sfeertje. Van
dat moment af gaan fantasie
en realiteit elkaar danig in de
weg zitten. Dibdins schrijf
stijl wil nog wel eens naar het
ingewikkelde neigen. Maar
zijn verhaal is zonder meer
briljant.
De dreiging van de dood i$
permanent op de achter
grond aanwezig, maar nie
mand weet waar en hoe. On
voorziene wendingen zorgen
ervoor dat de aandacht tot de
originele ontknoping gevan
gen blijft. Het boekje is niet
dik. Maar Michael Dibdin
compenseert dat gebrek aan
kwantiteit volledig met kwa
liteit.
RECENSIE ROB VOOREN
Martha Gellhorn, Het weer in Afrika. Uit
geverij Nijgh Van Ditmar, Amsterdam,
39,90
Soms bevat een boek zo veel
onzin, dat de lezer zich afvraagt
of de auteur hem voor het lapje
houdt. Dat is het geval met Het
weer in Afrika, waarin de Ame
rikaans/Engelse schrijfster
Martha Gellhom drie novellen
heeft bijeengebracht, die zich
afspelen in het Afrika van enke
le tientallen jaren geleden. Over
het gepresenteerde decor niets
dan aardigs. In 'Op de berg' zijn
de flanken van de Kilimanjaro
overvloedig voorzien van in
heemse flora en fauna. De vlak
ten zijn dor en de stranden der
Indische Oceaan wit in 'Aan
zee'. En 'In het hoogland' ten
slotte is het 'frisse, heldere licht
zo hartverwarmend dat' Ian, de
hoofdpersoon, 'van oor tot oor
glimlachte'. Een fraai continent,
niks op aan te merken.
Wel op wat zich daar allemaal
voor vreselijks afspeelt. Terwijl
op de achtergrond de zwarten
als figuranten geamuseerd, rod
delziek of onverschillig toe
kijken, maakt de blanke import
er een ongelooflijke bende van.
Ongehinderd door enige subtili
teit componeert Gellhom met
mwe streken een stel één-di
mensionale karakters, die je al
leen aantreft jn de allersimpel
ste damesromannetjes. Wat hen
allemaal overkomt, grenst aan
het volstrekt belachelijke.
In 'Op de berg' ontmoeten we
twee zusters van hard werken
de, eenvoudige ouders, die een
hotelletje runnen. De lelijke zus
is jaloers, maar met haar komt
het nog net goed. De mooie zus
is arrogant. Zij krijgt haar Ver
diende loon, als ze seksueel ver
slaafd raakt aah een lid van het
zo verachte zwarte volk.
'Aan zee' biedt nog meer el
lende. Een Engelse mevrouw
die haar kindje heeft verloren,
zoekt vertroosting in een vakan
tiereis naar Afrika. Daar rijdt zij
een negerjongetje dood. Gevolg:
schuld en waanzin. Het laatste
zetje wordt toegediend door
een zwetende inlandse bedien
de, die haar wil chanteren.
Al die drassige tragiek roept
bij de argeloze lezer eerst ver
bijstering, dan ongeloof op. Het
is toch niet mogelijk dat de bui
tenlandse pers deze belachelij
ke, van iedere realiteitszin ge
speende verhalen 'onthutsend
goed' en zelfs 'briljant' noemt?
Houdt men mij collectief voor
de gek? Dat moet het zijn! Een
groteske grap! Een dolle satire!
Het langste verhaal, 'In het
hoogland', is het zotste. Ian
Paynter, een zielepoot met een
rot gebit, heeft een achtergrond
waarvan ik hardop in de lach
schoot. Extremer dramatiek
moet nog verzonnen worden.
Niet alleen heeft hij de hele oor
log eenzaam gevangen gezeten
(vooruit, dat kan), maar hij is
ook zijn hele familie kwijt. Zusje
Lucy kwam om het leven bij een
vrachtwagenongeluk op weg
naar een feestje op een Ameri
kaanse luchtmachtbasis. Moe
der ging een dagje uit in loon
den 'en thee drinken bij Clarid-
ge's en er kwam een VI op een
gebouw terecht en een stuk
metselwerk verbrijzelde haar
schedel. Mijn vader kreeg een
hartaanval toen hij dat hoorde
Ik zal u lans wedervaren in
Afrika niet verklappen, want
misschien houdt u van vet leed,
idioot sentiment en malloten
van personages.
Ik houd het voor mogelijk dat
Martha Gellhom haar lezerspu
bliek breed grijnzend voor aap
zet..Ik hoop het. Zulk grof men
senleed hoort niet in een seri
eus boek thuis.
RECENSIE SOPHIE VERBURGH
David Grossman, De Grammatica van het gevoel, Uitgeverij Con
tact, fl.49,90
Aharon Kleinfeld is aan het begin van het boek
elf-en-een-half jaar oud. Hij merkt aan allerlei
dingen dat er grote veranderingen plaatsvinden
in zijn leeftijdsgenoten. Maar pubertijd en vol
wassen worden lijken voor hem een akelig, pijn
lijk complot. Hij wil niet net zo worden als 'zij', of
althans zijn lichaam doet niet mee: Aharon stopt
met groeien. Zijn vrienden echter niet. Zij verra
den hem; doen en zeggen en genieten van din
gen, die ze vroeger als kinderen verschrikkelijk
vonden. En zijn ouders, en zijn dierbare zus Jo-
chi, nemen hem steeds meer kwalijk dat hij met
zijn 'afwijking' het gezin te kakken zet.
Als kind was Aharon gelukkig, en die staat pro
beert hij door middel van mentale en later ook fy
sieke dwanghandelingenen in zichzelf te behou
den. Angstvallig houdt hij ook de stand bij van de
tekenen van verraad op de lichamen van zijn
klasgenoten: snor-, been- en schaamhaargroei en
het scherper worden van de zweetluchten bestu
deert hij als de grammatica van de verandering.
Allerlei trucjes en kinderspelletjes die hij vroeger
met zijn beste vriendjes Tsachi en Gidon deed,
herhaalt Aharon nu in zijn eentje, terwijl zij er
respectievelijk met een brullende brommer en
Aharons eerste liefde vandoor gaan. Zij reageren
niet meer op Aharons appellatie aan het zuivere
kindergevoel. Het kleine jongetje leest in het ge
drag van zijn leeftijdsgenoten de raadselen van
de hormonale veranderingen, maar begrijpt ze
niet - kan er geen spoortje van in zichzelf ontdek
ken.
Wat hem uiteindelijk overblijft is de taal van
het zuivere gevoel. Van die taal probeert Aharon
de grammatica te ontleden en te koesteren, tot
het bittere einde, totdat alle mensen die hem
dierbaar zijn hem openlijk zijn afgevallen.
David Grossman (Israël, 1954) geeft in 'De
Grammatica van het Gevoel' een gekwelde stem
aan een gekwelde puber. Bovendien raakt Aharon
met zijn extra handicap, zijn 'probleem', bekneld
tussen de zwijgzame, onbruikbare liefde van zijn
vader en de tirannie van zijn moeder, de vleesge
worden wat-zullen-de-buren-wel-niet-denken-
burgertrut. In de loop van het verhaal loopt de
spanning zowel binnen Aharon als in de gehele
Israëlische samenleving hoog op.
Niet altijd even helder, maar wel boeiend laat
Grossman Aharons wanhopige verzet tegen de
volwassenheid samenlopen met de groeiende
angst in Israël aan de vooravond van de Zesdaag
se oorlog in 1967. Mak voordat die oorlog met
Egypte uitbreekt, heeft Aharon echt alle onderde
len van zijn bestaan, van de menselijke relaties en
van het gevoel, stuk voor stuk ontleed. Tever
geefs: het lukt hem nooit het grote verband te
zien. Hij begrijpt niet waaruit het geheim van het
volwassen worden bestaat, noch hoe hij het zelf
zou kunnen. Symbolischerwijze eindigt het boek
dan ook met Aharon die zich in ultieme een
zaamheid terugtrekt, terwijl zijn dierbaren zich
allen op een of andere manier wijden aan de mo
bilisatie. Aharon voor altijd achter zich latend.
Grossmans portret van een jongmens in een
burgerlijk Israëlisch gezin gaat door merg en
been. Wat dat betreft staat deze roman op dezelf
de grote hoogte als John Irvings 'Owen Meany',
alleen is Grossman een stuk minder grappig.
Op zaterdagavond 18 december houdt de au
teur een lezing bij SI.AA, in de Balie in Amster
dam.