Politie nog steeds niet
op het goede spoor
Kijken
ZATERDAG 11 DECEMBER 1993
Het maakt nogal verschil of je naar
je horloge kijkt of op je horloge
kijkt. Wie op z'n horloge kijkt, wil
weten hoe laat het is. Maar als ie
mand naar z'n horloge kijkt, is dat
niet zo zeker. Hij kan ook genieten
van zijn Sinterklaascadeau, of na
gaan of het bandje versleten is.
De buitenlander die Nederlands wil leren,
zal in de handboeken nooit ontdekken
dat er verschil is tussen 'kijken naar' en 'kij
ken op'. In de dikke Van Dale is er niets
over te vinden, en ook in de Algemene Ne
derlandse Spraakkunst (ANS) wordt er niet
over gesproken. Jammer, want het is toch
een verschil dat alle Nederlanders kennen,
en gebruiken. Op je horloge kijken is na
gaan hoe laat het is, en naar je horloge kij
ken is algemener, bijvoorbeeld naar de
krassen op het glas, of de kleur van het
bandje.
We hebben in het Nederlands heel wat van
die werkwoorden die we gebruiken met een
vast voorzetsel zoals 'kijken naar', bijvoor
beeld: twijfelen aan, wachten op, verlangen
naar, zich bekommeren om en zondigen te
gen. Wij zijn er van kinds af aan gewend en
vinden het heel normaal dat je OP iemand
wacht en NAAR iemand verlangt en je OM
iemand bekommert. We hebben al heel
jong niet alleen die werkwoorden geleerd,
maar ook met welk eigen voorzetsel je ze
moet gebruiken. Het zijn inderdaad eigen
voorzetsels want je kunt ze niet zomaar ver
wisselen en bijvoorbeeld zeggen dat je TE
GEN iemand wacht of OP iets verlangt. Als
er meer mogelijkheden zijn, is er meestal
een duidelijk betekenisverschil, zoals bij
'praten met' en 'praten tegen'. Als ik met ie
mand praat, dan zijn we allebei geregeld
aan het woord, maar als ik tegen iemand
praat, dan ben ik steeds aan het woord.
In de geschiedenis van onze taal is dit een
tamelijk recent verschijnsel: werkwoorden
die steevast met hetzelfde voorzetsel ge
bruikt worden. In de middeleeuwen was het
er nog niet, en ook in de 17de eeuw was er
nog weinig van te merken. Maar vanaf de
18de en 19de eeuw zien we hoe steeds va
ker een werkwoord zich een eigen voorzet
sel kiest en voortaan alleen nog maar sa
men optreedt. Zo is 'kijken naar' een hecht
koppel geworden dat echter pas in de 19de
eeuw voor het eerst opduikt. De eerste keer
dat we het zo tegenkomen, is in de Camera
Obscura. En het heeft daarna nog een hele
tijd geduurd voordat iedereen het zo deed.
In een roman uit 1931 Rubbervan Szekely-
Lulofs) lezen we nog: 'Een prettig gezicht,
niet knap maar prettig om op te kijken'; en:
'Lachend keek hij op haar gezicht'. Kenne
lijk was het tegenwoordige gebruik in 1931
nog niet zo algemeen.
Tegenwoordig is dit proces trouwens nog
in volle gang: ook in onze dagen gebrui
ken we stapje voor stapje steeds meer werk
woorden met een vast voorzetsel erbij. Zo is
'beginnen' hard op weg om 'beginnen met'
of'beginnen aan' te worden. Je kunt nog
wel zeggen: 'Hij was z'n verhaal begonnen',
maar steeds vaker hoor je, of lees je: 'met
z'n verhaal begonnen', of'aan z'n verhaal
begonnen'. Een ander hedendaags voor
beeld is 'zoeken'. 'Ik zoek de kat' wordt
meer en meer 'Ik zoek naar de kat'. Of 'kie
zen', dat hard bezig is 'kiezen voor' te wor
den. Men kiest niet langer een vak maar
men kiest 'voor een vak'. Ik heb zelfs al eens
in een restaurant iemand 'voor de tourne-
dos' horen kiezen!
In Vlaams België gebeurt precies hetzelfde
maar soms met een ander voorzetsel. Zo
zeggen Vlamingen meestal niet: 'Dat had ik
niet verwacht', maar 'Daar had ik mij niet
aan verwacht'.
Vooral 'kiezen voor' heeft al heel wat dis
cussie veroorzaakt. Meestal van mensen die
het vreselijk vijlden. Maar er is niets vrese
lijks aan; 'kiezen voor' is niet slechter dan
'kijken naar'. En het is ook geen gekkigheid
van de laatste jaren want deze tendens is al
minstens 300 jaar oud in onze taal. Het
heeft ons zelfs heel subtiele uitdrukkings
mogelijkheden opgeleverd, zoals het onder
scheid tussen 'naar je horloge kijken' en 'op
je horloge kijken'.
'We moeten het publieke
\omein weer teruggeven aan de
burger', zo formuleert
Rotterdams burgemeester Bram
Peper keurig de taak waar de
nieuwe regionale
politiekorpsen zich voorgesteld
zien.
I De PvdA in Arnhem drukt het
wat plastischer, maar wel zo"
helder uit: 'Geef oma de straat
terug.
Voorlopig doet 'oma' er echter
verstandig aan om op haar
qui-vive te blijven.
Want de politie heeft het nog
even te druk met zichzelf.
d 'HEO DEN BOER
,g Ie verbouwing van 148 gemeen-
I U telijke politiekorpsen en zeven-
tien districten van de rijkspolitie
25 regiokorpsen en één landelijk korps
etjerloopt moeizaam. De formele start van de
jgjieuwe korpsen is voor de tweede keer uitge
steld, in elk geval tot 1 maart 1994.
Uiteraard moet de vorming van de re
giokorpsen leiden tot een betere politiezorg,
vooralsnog laten de resultaten op zich
!l-vachten. Voor de Groningse hoofdofficier
p"fan justitie mr. Daverschot reden een waar-
e-ichuwend geluid te laten horen.
„Niet alleen ik, ook anderen maken zich
met name over de lange duur van het
proces. De politie is nu sterk naar bin
ten gericht en vooral bezig met de eigen
n-itructuur. Daardoor dreigt ze de inhoud van
eniet werk uit het oog te verliezen. Terwijl de
juist als doel heeft het politie-
verk te verbeteren. Daar zou je in het ko-
nende jaar of het jaar daarop toch iets van
jn.poeten gaan merken. Als resultaten achter
wege blijven, heeft de reorganisatie blijkbaar
dejeen zin gehad. Dan zou je de politie-organi-
eniatie wellicht aan een parlementair onder
moeten onderwerpen.
Daverschot zegt in de reorganisatie op zich
Rrél te geloven. „Alleen moeten de resultaten
jt.iiet te lang uitblijven. Maar ik denk dat er
voldoende rek in de politie-organisatie zit om
ot een hogere effectiviteit te komen. De tijd
.g^lie nu aan het 'directe' politiewerk wordt be-
i.a.iteed, ligt beneden de dertig procent. Dat
ja^noet orfihoog kunnen, lijkt me."
d Verontrust
asyraag honderd burgers waarover ze zich te
de meeste zorgen maken en 63
lullen antwoorden: 'de veiligheid'. En dus
loepen ook de politici om het hardst dat de
jolitie-reorganisatie vooral de veiligheid
lient te bevorderen. Meer blauw op straat,
[almt het over het Binnenhof. Daarnaast
noet de reorganisatie ook leiden tot een be-
be-ere bestrijding van de georganiseerde crimi
naliteit en een politie-apparaat dat in finan-
jieel-economisch opzicht doelmatiger werkt,
.m. Over de haalbaarheid van laatstgenoemde
loelstelling zijn vriend en vijand het wel
)m,iens: de samenvoeging van al die korpsen
ivehet hun eigen baasjes, bureautjes en meld-
•gejamers moet tot kostenbesparing kunnen
Maar waar het gaat om een betere po-
ftiezorg is het vertrouwen niet bijster groot.
Voor Riet Beumer was de reorganisatie
telfs aanleiding om eind '92 de Stichting Ver
ontruste Burgers op te richten. Vanuit het he-
e land krijgt het initiatief bijval. 'Als vogels zo
[rij dachten wij te worden met de bevrijding.
Uu zitten wij gevangen in onze eigen huizen',
Ichrijft een Amsterdammer in het Burger
Bulletin. 'Bij ons is het hele politiebureau
yerkocht en moet je dorpen verder een agent
II [inden', meldt een inwoner van het Friese
■Wans werd.
/mJ Dat het niet zomaar een handjevol onrust-
>redikers betreft, blijkt wel uit de Politiemo-
FOTO ARCHIEF UNITED PHOTOS DE BOER
Politie in het belangrijke straatwerk. Een stevig discussiepunt in de reorganisatieplannen.
nitor Bevolking, een grootscheeps onderzoek
naar criminaliteit, onveiligheid en politie. Ze
ker eenderde van de ruim 50.000 ondervraag
den voelt zich soms tot vaak onveilig; nog
maar 31 op de honderd gepleegde delicten
leidt tot een aangifte. Daaruit valt af te leiden
dat de kleine criminaliteit in de praktijk min
stens drie keer zo vaak voorkomt dan uit de
officiële (aangifte)cijfefs blijkt.
Maar ondertussen stijgt ook de geregi
streerde criminaliteit vrolijk verder; overval
len, autodiefstallen en vuurwapengebruik
voorop. Dus ook al zou de regiopolitie beter
functioneren, dan nog zal de burger daar
weinig van merken zolang de criminaliteit
stijgt en het oplossingspercentage daalt.
Onveiliger
In oktober trok korpschef Van Hoorn van het
regiokorps Noord-Brabant-Noord aan de bel.
De vraag om politiehulp" groeit zo sterk dat
zijn korps daar niet meer in alle gevallen di
rect aan kan voldoen, waarschuwde hij.
„Nuchtere cijfers laten zien dat de crimi
naliteit de laatste jaren fors toeneemt", licht
hij toe. „Het aantal woninginbraken is in de
ze regio vorig jaar met vijftig procent geste
gen en het aantal roofovervallen met 51 pro
cent. Die gaan dit jaar weer met zo'n 36 pro
cent omhoog, mishandeling met 35
procent en openlijke geweldpleging
met 25 procent. Daarmee is het wer
kaanbod zeer aan het vergroten, ter
wijl dit korps met honderd man is in
gekrompen." „De politie werkt ont
zettend hard en probeert overal nog
zo veel mogelijk bij te komen, maar
netto wordt het gewoon onveiliger in
dit gebied. De ruimte is verdwenen
om aan de voorkant van de veiligheid
wat te doen. Aan preventieve projec
ten en het investeren in buurtzorg ko
men we te weinig toe." Over de regio
vorming op zich is hij niet ontevre
den. „De versnippering en ondoelma
tigheid worden nu aangepakt. We
hebben ook efficiency-winst geboekt,
alleen ging die door de inkrimping
weer teniet. Het regiokorps'is per 1 ja
nuari operationeel, zij het in minima
le vorm. Want het is een proces van
jaren. Zaken als huisvesting, logistiek
en automatisering moeten we op niet
al te lange termijn oplossen. Daar
naast loopt er nog een laatste ronde
van interne vacatures."
Burgers klagen steen en been over
de politieposten die zijn opgeheven of
de deur alleen nog maar overdag op
een kiertje hebben staan. Een tendens
waaraan ook de regio Brabant-Noord
niet ontkomt. Van Hoorn: „De burger
heeft er meer aan dat er beschikbare
patrouilles rondrijden, dan dat je het bureau
openhoudt en daar 's nachts een paar men
sen aan kwijt bent. Gevoelsmatig voelt de
burgerij dat als een stap terug, maar prak
tisch is dat dus niet zo."
De oplossing zit volgens Van Hoorn deels
in het stimuleren van de medewerking vanuit
de samenleving. „De politie heeft handha
ving van de openbare orde jarenlang als haar
eigen domein beschouwd. Nu is er een be
weging waarbij ze in alle eerlijkheid toegeeft
dat ze het niet alleen kan. Daarom praten we
nu over zelfredzaamheid. Over het opzetten
van een buurtzorg waarbij ook de eigen inzet
en verantwoordelijkheid van mensen een rol
speelt. Scholen, winkelgebieden ziekenhui
zen, bedrijven: met de politie moeten ze een
eigen veiligheidszorg ontwikkelen. De politie
moet wel beschikbaar zijn, maar in sommige
gevallen misschien in tweede instantie."
Tot slot geeft de korpschef de enige oplos
sing die werkelijk soelaas biedt. „Meer man
kracht, meer geld, daar komt het heel ordi
nair op neer. Je ziet dat de politie aan alle
kanten meer werk moet oppakken. Als je er
dan voor kiest de politie op dezelfde sterkte
te houden of op sommige plekken zelfs af te
slanken, dat is de goden verzoeken. Maar dat
ligt op het bordje van de politiek."
NEDERLAND
IN 25 NIEUWE
Zo wordt Nederland
in de komende jaren
opgedeeld in 25
nieuwe politieregio's.
Binnen deze regio's
zullen de Rijks- en
Gemeentepolitie
samengevoegd
worden tot
één korps
Donderdag 8 juli 1993 staat bij menig agent
in de regio Rijnmond in het geheugen gegrift
als Zwarte Donderdag. Met name in Spijke-
nisse kwam de klap hard aan. Het die dag ge
opende koffertje met plannen bevatte niet
veel goeds voor de meeste agenten van het
gemeentekorps. Volgens het formatieplan
wachtte 75 procent van de recherche en
meer dan negentig procent van de wijkagen
ten overplaatsing. Dat gold ook voor negen
van de twaalf adjudanten, terwijl de functie
van alle zeventien brigadiers zou komen te
vervallen.
Burgemeester Leen Vleggeert, vooraf niet
eens geïnformeerd over de 'volksverhuizing'
die zijn korps stond te wachten, stapte boos
uit het college van gedelegeerden van de po
litieregio Rotterdam-Rijnmond. „Inmiddels
heb ik begrepen dat de schade ten dele wordt
gerepareerd. Dat wachten we eerst dan maar
eens af."
De gang van zaken is de eerste burger van
Spijkenisse danig in het verkeerde keelgat ge
schoten. „Aan het bekend worden van de
plannen is ook geen enkel gesprek vóóraf ge
gaan met de mensen die niet meer konden
blijven zitten waar ze zaten. Dat kwam voor
hen als een donderslag bij heldere hemel. Je
mag toch op zijn minst verwachten dat je
1 Groningen
2 Friesland
3 Drenthe
4 I Jsselland
5 Twente
6 Noord- en Oost-Gelderland
7 Gelderland-Midden
8 Gelderland-Zuid
9 Utrecht
10 Noord-Holland-Noord
11 Zaanstreek-Waterland
12 Kennemerland
13 Amsterdam-Amstelland
14 Gooi en Vechtstreek
15 Haaglanden
16 Hollands Midden
17 Rotterdam-Rijnmond
18 Zuid-Holland-Zuid
19 Zeeland
20 Midden- en West-Brabant
21 Brabant-Noord
22 Brabant-Zuid-Oost
23 Limburg-Noord
24 Limburg-Zuid
25 Flevoland
zo'n boodschap niet overbrengt met berich
ten uit een koffertje. Dat leg je uit in een ge
sprek."
Net als veel van zijn collega's die' tot voor
kort een eigen politiekorps beheerden, be
speurt Vleggeert dat de plaatselijke politie
zorg vermindert doordat 'zijn' agenten nu
ook elders in de regio worden ingezet. De
zuigkracht van grote broer Rotterdam is
groot, is hem inmiddels gebleken.
„Iedereen beseft dat daar de meeste politie
nodig is. Maar er wordt wel erg vaak een be
roep gedaan op de omliggende districten ter
assistentie. -Bijvoorbeeld toen die Engelse
voetbalsupporters op bezoek waren en de
ME in actie moest komen. Dat is wel begrij
pelijk, maar het compenseert hier natuurlijk
niks. Het betekent gewoon dat ik minder
agenten heb, dat we bij voortduring niet op
sterkte zijn. Daar moet een oplossing voor
komen."
Burgemeester Klaas Weide van Haren uitte
al eind vorig jaar zijn zorgen in een brand
brief aan zijn Groningse collega Ouwerkerk,
tevens beheerder van het regiokorps. Het
werk in 'de stad' vergde wel erg veel man
kracht, waardoor er in Haren nauwelijks
meer een agent rondliep. Om over de omlig
gende dorpen maar te zwijgen.
Toch schrijft Weide die teruggang niet al
leen toe aan de reorganisatie. „Het heeft ook
alles te maken met de nieuwe verdeling van
de politiesterkte. Ons korps moest sowieso
mensen inleveren." Deze zogeheten PKP-
operatie, waarbij met name de politie in lan
delijke gebieden moet inkrimpen ten faveure
van de politie in de randstad en Zuid-Lim
burg, loopt nog dwars door de vorming van
de regiokorpsen heen. Naast de groeiende
criminaliteit is dat in de 'krimpregio's' een
tweede factor die de politiezorg ondermijnt.
Kloof
Ook binnen de korpsen zelf heerst onvrede
over de reorganisatie, bleek eens te meer tij
dens het onlangs gehouden politiecongres
Tijd voor Kwaliteit. Ergens tussen de theorie
in de top en de politie in de praktijk gaapt
een kloof. „Ze hebben nooit goed geluisterd
naar mensen aan de basis", zegt een agent.
„Dan krijg je weer zo'n briefje op je bureau
met het 'project van de maand'. Nou,* dat
blijft dan gewoon liggen, want daar heb je
helemaal geen tijd voor. We zijn allemaal
druk met Het Oog. de computer. Alleen daar
in kijkt de leiding nog om te zien wat er bui
ten gebeurt. In plaats van het gewoon aan
ons te vragen." Meer blauw op straat is wat
hem betreft een loze kreet. „Lariekoek! Als je
acht uur per week buiten komt, is het veel.
'Waarom moet je zo om me lachen?', vroeg ik
laatst aan een klein meisje. Bleek ze nog
nooit een agent op een fiets te hebben ge
zien.... Tja.... We zitten voornamelijk binnen,
achter het bureau. Tot over je oren in het pa
pierwerk. Laatst nog: een winkeldiefstal. Die
leidde uiteindelijk tot een proces-verbaal van
zeven centimeter dik. Alleen het lezen kost je
al een dag. En waar leidt het toe? Misschien
een geldboete van vijftig gulden."
Hans van Duijn, de voorzitter van de Ne
derlandse Politiebond, kent de geluiden.
„Toch kun je niet bestrijden dat er per saldo
meer blauw op straat zal zijn", meent hij.
.Alleen niet meer op de plekken van vroeger.
Het effect zal zich vooral in de stedelijke ge
bieden voordoen waar er politiemensen bij
komen. Maar de bewoners in de landelijke
gebieden zullen dat als nadeel ervaren. Daar
zijn politieposten opgeheven en is de
afstand tussen de politie en burger ver
groot."
Neemt de politiezorg af? Van Duijn:
„Als je het over heel Nederland bekijkt,
zeg ik ja. De winst van de nieuwe poli
tie-organisatie is nog lang niet in zicht.
Ja, de nieuwe structuur ligt er nu wel,
maar met structuur alleen verander je
natuurlijk geen flikker. In elk geval niet
de manier van werken. Het motiveren
van politiemensen om initiatieven te
ontplooien en burgers in te schakelen
bij het veiligheidsprobleem vergt een
heel andere benadering. De reorgani
satie biedt de kans om dat nu te be
werkstelligen. Kijk, als de politie zich
drie slagen in de rondte werkt om al
leen meer aangiftes op te nemen,
wordt het oplossingspercentage steeds
lager en de kritiek op de politie steeds
groter. Het gevoel van onveiligheid
neemt dan toe. Daarom moet je aan de
preventieve kant gaan zitten: het aan
tal aangiftes omlaag, het oplossings
percentage omhoog. Burgers moeten
geactiveerd worden, want ze zijn zo
laks als de klere. Als die steeds laconie
ker worden over wat er in de buurt ge
beurt - zolang het hun deur maar voor
bijgaat - zal de politie steeds minder in
staat zijn het veiliger en leefbaarder te
maken."