Hl x ÜföB 1 bmfI lil Veranderingen in jg fa* r J vlTI fl het wereldje van de keurmeesters ^■T JSlrH 4 B. ^r|AhB WA ZATERDAG 11 DECEMBER 1993 »v_ fc fdl x m a. jl -jl. yz y^ y^ y- y^ -jl. Rijksdienst Vee en Vlees wil naar hoger niveau frank timmers Controle Bureau Levensmiddelen dat door het bedrijfsleven wordt betaald. 'Hendriks- /De Zeeuw' vindt het huidige keuringsstelsel onoverzichtelijk en ontdekte allerlei overlap- et slagersmes flitst door de snij- pingen in het werk van de diverse keurende 1 zaal en klettert vlak achter de instanties. Het systeem kan een stuk goedko- JL .B» keurmeester tegen de muur. De per als het gereorganiseerd wordt. uitsnijderij kan zijn woede over de 'pottekij- niet langer bedwingen. De keurmeester brengt zichzelf in veiligheid. Later moet de bedrijfsleider een verklaring tekenen waarin hij garandeert dat de keur- >ters onbelemmerd hun werk kunnen doen op straffe van het intrekken van de EG- erkenning. De politie post voor de zekerheid op de hoek van de straat, maar hoeft niet in :tie te komen. De keurmeesters van de Rijksdienst voor de keuring van Vee en Vlees (RW) moeten stevig in hun schoenen staan. Jan Stoel, dis trictshoofd van de RW-Rotterdam, zegt dat vooral nieuwelingen het te verduren hebben. ;n vrieshuis in Zoetermeer, waar jé het bij de eerste keer inademen al in je neus voelt bevriezen, wordt hij aangesproken door jonge keurmeester wiens gezicht nog gloeit van opwinding. in witte jas en helm geklede RW'er ver telt hoe hij bij een vleesverwerkend bedrijf is uitgekafferd en z'n werk niet kon doen. Het bedrijf weigerde de maandproduktie op te geven. Dat is wel te begrijpen, want hoe gro ter de produktie des te intensiever de contro le door de RW en des te hoger de kosten voor het bedrijf. Jan Stoel stelt de jonge keur meester gerust. Hij zal de zaak uitzoeken. „Soms krijg je ineens een heel stel van dit soort verhalen. Misschien hebben de bedrij ven net slechte zaken gedaan", veronderstelt Stoel. Goedkoper Er verandert de laatste tijd veel in het bloede rige wereldje van de keurmeesters. Landelijke richtlijnen wijken voor Europese, sinds juli is een nieuw tarievenstelsel in werking en 15 december praat de Tweede Kamer over wat bekend staat als Het Rapport Hendriks/De Zeeuw. Daarin wordt het parlement geadvi seerd de Keuringsdienst van Waren en de RW te laten samengaan in een Nederlands beeld. Er staan kwaliteitseisen in een veror dening van het privaatrechtelijke produkt- schap. De controle daarop is in handen van het Nederlandse Eiercontrole Bureau. De Warenwet noemt, naast algemene voor schriften, bijzondere gezondheidsvoorschrif ten voor het ei. De Gezondheidsdienst voor Dieren en de RW houden toezicht op de ge zondheid van de kip. De Veterinaire Inspec tie keurt soms op salmonella. De Algemene Inspectiedienst spoort strafbare feiten op. En zelfs een EG-commissie kan zich er van tijd tot tijd mee bemoeien. De RW onderkent de voordelen van de nieuwe, verhelderende opzet ook al kost ze banen. Stoel: ,,Nu moeten twee instanties om beurten op een plek komen, terwijl het even goed door één persoon gedaan zou kunnen worden." Maar de Keuringsdienst van Waren moet er niets van hebben. Datzelfde geldt voor de Consumentenbond die grote moeite heeft met de idee dat het bedrijfsleven wordt gecontroleerd door een instantie waarin het zelf participeert. De Olvarit-affaire - in de babymaaltijden van Nutricia werden onlangs hoge concen traties desinfecteringsmiddel aangetroffen - heeft de discussie een extra lading gegeven. Nutricia beschuldigde de RW van slecht werk en onderstreepte daarmee indirect het belang van de Keuringsdienst van Waren. Het was tenslotte deze dienst die de veront reiniging ontdekte. De Keuringsdienst van Waren werd vervolgens verweten informatie te hebben achtergehouden waardoor de RW z'n werk niet goed kón doen. Op de achter grond proberen het ministerie van Land bouw, waaronder de RW valt, en het minis terie van WVC, waaronder de Keuringsdienst van Waren ressorteert, het parlement in de door hun gewenste richting te sturen. Het verschil tussen de RW en de Keurings dienst van Waren komt er in hoofdlijnen op neer dat de keurders van de eerste instantie Uitsnijders aan het werk in een vleesverwerkend bedrijf. rekening houden met de belangen van de be drijfstak terwijl de medewerkers van de twee de dienst alleen denken aan het gezond heidsbelang van de consument. De dierenartsen en keurmeesters RW con troleren de vleesverwerking van dier tot hap klare brokken. Jan Stoel geldt er als autoriteit. Ze vinden hem streng. Bij het vleesverwer kende bedrijf Pronk in Leidschendam, -voor Stoel een toonbeeld van hoe het hoort, ziet hij hoe een uitsnijder even z'n mes wegzet door het in een homp vlees te steken. Het is maar voor even, maar het hoort niet. Het mes moet in de bak met heet water, waarin het wordt ontsmet. In de strijd tegen bacte- rieën telt elk detail. Stoel spreekt de man aan. Die blijkt het altijd zo te doen en heeft er nog nooit iets van te horen gekregen. Stoel ergert zich erover dat zijn keurmeesters dit klaar blijkelijk toelaten. „Je moet er steeds iets van zeggen, anders gaat het van kwaad tot erger." Als Stoel zich bemoeit met iets wat niet deugt, dan wordt het menens, heet het. De uitsnijders bij het bedrijf dragen een stevige handschoen zodat ze zichzelf niet in de vingers snijden. „We zijn daar niet al te gelukkig mee", zegt Stoel. De handschoenen zijn namelijk moeilijk schoon te maken. Maar de keurders moeten wel vaker een compromis met de arbeidsinspectie dulden. Stoel, 51 jaar en woonachtig in Naaldwijk, zit 25 jaar in het vak. Hij studeerde dierge neeskunde in Utrecht. Het werk van prakti- zerend dierenarts hield hij snel voor gezien. Na het 45ste levensjaar maakt de slijtage zich in dat beroep kenbaar en dat perspectief trok Stoel niet aan. Daar komt bij dat hij een soort aangeboren neiging heeft tot properheid. Thuis kan hij het dikwijls niet laten om een vinger langs randen en hoeken te halen op zoek naar vuiligheid. „Je bent niet op je werk", moet zijn vrouw hem dan wel eens tot de orde roepen. Kortom, hij was geknipt voor de RW. De keurmeester staat elke ochtend vroeg op, om een uur of vijf. Het is nog stil in de donkere stad. Het slachthuis van Rotterdam is een van de grootste van Nederland. Jan Stoel inspecteert de lege ruimtes die schoon moeten zijn als de slacht begint. De schoon makers krijgen opdracht nog enkele plekken met bloedspatten en vettige rommel te reini gen. Aan het Rotterdamse slachthuis zijn een paar vleesverwerkende bedrijven gekoppeld. Alles is tot een perfecte produktielijn ge smeed. De goede routing krijgt de waarde ring van Stoel. Hoe gestroomlijnder het pro ces, hoe beter de hygiëne, blijkt doorgaans. Er hoeft dan bijvoorbeeld niet onnodig met vlees over de schouder van de ene naar de andere afdeling gesjouwd te worden. Een al vroeg aangevoerde lading varkens staat onder een fijne, koele douche schoon te spoelen. Tegen zessen rijden de vrachtwa gens van de veevervoerders af en aan. Vlak voor de slachterij is een dood varken op straat blijven liggen. Dode varkens mogen niet meer worden geslacht. Van het slachtvee is een drachtige koe af gezonderd. De koe ligt op de grond. Het kal veren is begonnen. Stoel ergert zich. „Hoe kun je als boer nu zo'n koe meesturen?! Dat komt door die grote loopstallen. Dan ken je de koeien niet meer." Stoel is zelf een boe- Even later leeft de vleesfabriek. Machines maken een heilloos kabaal. Hier en daar galmt de radio er bovenuit. In de vloer draai en spiralen die afval naar de afvoer schuiven. Alle ruimten zijn voorzien van kunstlicht, want ramen zitten er niet in. Door grote tem peratuurverschillen en de vochtigheid wek ken sommige ruimten de indruk van een Varkens lopen door een sluis en ontvangen er hun bedwelmende stroomstoot. Opgehan gen aan hun achterpoten zweven ze naar de poortwachter van het dodenrijk. De man boort zijn priem in de borst van het varken. Het gaat vliegensvlug. Elke keer raakt hij feil- oos het hart. De snelheid is 3.000 varkens per dag. Vrouwen komen er in deze vleesverwer kende industrie nauwelijks aan te pas. Vlijm scherp blinkend staal is hier in de vaardige handen van gespierde mannen. Hun messen aaien het vlees open. Het grovere werk is voor imposante machines: zagen, hakauto- maten en een electrische schaar die in één beweging koeien vrijwel middendoor knipt. De slachterij in Rotterdam is een van wei nigen de waar het werk op twee verdiepingen wordt gedaan. Gezien de grondprijzen in de Randstad is het een begrijpelijke oplossing. Nadeel ervan: spetters bloed, water en melk druppelen van de tweede verdieping tussen de metalen trappen door op de helm van de keurmeester. Weinig zinvol Zowel op de runderen- als varkensafdeling komen er naast twee dierenartsen acht keur meesters aan te pas. Ook de mensen van de RW moeten snijvaardigheid bezitten. „We controleren de dieren op ziekelijke afwijkin gen", zegt Stoel. „Zo moet de kop van het rund ingesneden worden. Bij 82 runderen per uur aan de lopende band dien je wél het vak te beheersen. We onderzoeken de kouw- foro-s MONIQUE BAAN spier op aanwezigheid van een voorstadium van de lintworm. Als we dat ontdekken moet het maag-darmkanaal worden afgekeurd en het karkas en de organen worden ingevroren. Na een aantal dagen is het alsnog te gebrui ken. Bij het varken moeten dc lymfklieren worden aangesneden om te kijken of er a via ire-tbc is." De keurmeesters hebben van zelfsprekend vooraf de hele koe in ogen schouw genomen en ondermeer bekeken op het gebruik van groeihormonen als Glenbu- terol. De keuring per dier is volgens Stoel weinig zinvol, maar ja, ze wordt nu eenmaal door Brussel opgedragen. Stoel: „Vroeger was de controle op ziekelijke afwijkingen per dier veel zinniger. Maar bij de huidige gezonde veestapel... De wijze waarop dieren worden gehouden, is sterk veranderd. Ze zijn tegen woordig per boer óf allemaal óf geen van alle ziek." In de optiek van Stoel zou een ander syteem veel nuttiger zijn. „De boerenbedrij ven zouden een soort levensbeschrijving kunnen leveren van hun vee waarbij ze aan geven welke medicijnen er zijn gebruikt. Steekproefsgewijze controle is dan voldoen de." Stoel pleit ervoor het bedrijfsleven meer verantwoordelijkheid te geven. Hij is er niet bang voor dat de volksgezondheid dan in het geding komt. Bedrijven hebben er volgens hem geen belang bij te knoeien. De RW zou in zijn systeem slechts toezicht hoeven te houden op de wijze waarop het bedrijfsleven z'n taken op het gebied van de kwaliteitsbe waking en controle op hygiëne uitvoert. Aan de andere kant erkent Stoel dat het be drijfsleven nog lang niet zover is'. In het deze zomer van kracht geworden normen- en ta rievenstelsel worden bedrijven in A- en B-ca- tegorieën opgedeeld. Zitten ze in B, dan heb ben ze hun zaken goed voor elkaar. Vallen ze onder A, dan schort er het een en ander aan. Stoel schat dat in zijn district veertig procent 'A' is. Maar ook de RW is er nog niet klaar voor. De dienst heeft onvoldoende middelen om bestraffend op te treden. De greep is daar door beperkt. Stoel stelt voor: „Daarom zóu je van de RW een dienst moeten maken die eigen certificaten kan uitdelen als garantie voor kwaliteit." Verandering De RRV-er kan vaak al aan de buitenkant van vleesverwerkende bedrijven zien of het bin nen deugt. De meeste problemen komen vol gens hem voort uit de poging op te weinig ruimte teveel te doen. Het vleesverwerkende bedrijf Rozenboom in 's Gravenzande heeft onlangs onder druk van de RW een miljoen gulden geïnvesteerd om orde op zaken te stellen. Hoewel het een rib uit z'n lijf was, zal directeur Bert Rozenboom daar niet lang over doormopperen. Maar hij vindt weidelij ke moniken, gelijke kappen. En daar schort het nog aan. De indruk is dat keuringsdien sten in zuidelijke EG-landen veel coulanter zijn dan de Nederlandse. En ook in eigen land wordt niet iedereen gelijk behandeld. „Ze zouden de slagers eens moeten aanpak ken, die nu door de Keurinsgdienst van Wa ren onvoldoende worden gecontroleerd zegt Rozenboom. Hij betrekt van slagers res tanten vet en been voor de verwerking tot beendermeel. Er zitten maar al re vaak touw tjes tussen. Zijn collega Peter Pronk uit leidschendam zegt dat in de bedrijfstak vroeger alleen de prijs een rol speelde; hygiëne en kwaliteit la gen ver achterop. Daar kwam langzamer hand verandering in. „Maar het is moeilijk om in de huidige markt vast te houden de kwaliteitseisen." Rozenboom waarschuwt dan ook dat keurende instanties onmisbaar zijn. „Zonder de keurders zou niemand iets doen."

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1993 | | pagina 33