'Ik blijf gewoon schrijven' privé-detective1 Journaliste als Stampen op het graf van de moeder Boeken en Van den Brink wringen zich in bochten Alles draait om vergeestelijking Haakman DONDERDAG 9 DECEMBER 1993 !b Ozon laat zich niet kisten, Brands zoekt zuiverheid POËZIE RECENSIE» WIM VEGT Diana Ozon, 'Stad sta stil', Uitgeverij Globe Pockets, In de Knipscheer, Am sterdam, 15,00 Wim Brands, 'Hoger dan de dakgoot', Uitgevenj L.J. Veen, Amsterdam/Antwerpen, 24,90. Diana Ozon is een podium dichter. Niet zo een die van tijd tot rijd uit eigen werk voorleest, maar een perfor mer, met poëzie bij de gratie van haar dynamiek en en thousiasme. In een kloeke pocket bun delde ze, behalve een boei end prozaverslag van haar optredens in het land en een aantal oudere gedichten, een nieuwe bundel onder de titel 'Stad sta stil'. De vraag ligt voor de hand: zijn deze podi umteksten bestand tegen de stilte van het papier? Kunnen ze Ozon's bravoure missen en op eigen benen staan? Haar gedichten gaan over de stad. Huizen, straten en trams spelen de rol van de handelende personen. Hui zen leiden hun eigen leven, ouder en wijzer dan hun be woners. In de stad is de tijd gestold. Zij 'ziet de mensen komen en gaan maar blijft onaangedaan, zelfs door het blaffen van een 'generatie la ter geboren hond'. Het is een bijna surrealistische stad, on aangetast door loze moder niteit. Niet het wanhopige decor van bange tijdgenoten die zich in het Wereldnatuur- fonds storten. Ze is de schuil plaats voor de mens: 'Ik ben je geliefde jij mijn vrijplaats ik jouw handen jij mijn woning/mijn wanden.' Op deze wijze zijn Ozon's gedichten, ook zonder haar aanstekelijke persoonlijk heid, plaatsen van warmte, met wat vrede, een vleugje vrijheid en zelfs wat geluk. Ze zijn ook wat compacter dan de oudere gedichten, jneer vastbesloten en minder me lancholiek. De stadsmens bij Ozon laat zich niet kisten, is goedgemutst en monter, die geest waart rond in deze poëzie. Toeval: op dezelfde dag belandt de nieuwe bundel van Wim Brands 'Hoger dan de dakgoot' op dezelfde re dactietafel. Groter contrast valt niet te verzinnen. Zo'n titel: de hoge vlucht van de poëzie, afgemeten aan zo'n bescheiden niveau. Betrek kelijke poëzie met ingebouw de remmingen. Brands' voorlopige verken ning volstaat met 'Soms klampen de mensen me aan en vragen wat het is. Woor den, zeg ik. Maar ze geloven me niet.' Wat die woorden doen, zonder ingrijpen van de dichter, als het kon, daar van wil hij meer te weten ko men. Daar zijn methoden voor, een soort proefonder vindelijk rijm bijvoorbeeld, dat het gedicht wendingen geeft die niet lijken te voor zien. Ook de poging om in het gedicht van de feiten af te zien, onder de realiteit uit te komen, is zo'n test. Brands zoekt naar zuiver heid. Hij neemt soms met opzet gevoelige onderwer pen, uit de sfeer van de 'reality-tv', over ouderen, eenzamen en stervenden. Juist daar probeert hij te zui veren van alle valsheid in ge schrifte. Hij durft een ver dwenen vader aan, een ge vluchte God, een recept voor geluk zelfs. Dat levert per definitie niet altijd gave gedichten op. Wel gedichten met spanning die een meer dan gemiddelde nieuwsgierigheid opwekken. Niets wat het gedicht zegt, ben je zelf. Honderdste roman van Leni Saris: 'Chiara', de honderdste ro man van Leni Saris, rolde dezer dagen van de persen. Haar eerste boek werd ge publiceerd in 1938. De Rot terdamse had het in de avonduren geschreven. Overdag werkte ze op een notariskantoor, totdat ze het aandurfde haar baan op te zeggen en zich louter aan het schrijven te wijden. Van haar romans zijn meer dan 7,3 miljoen exempla ren verkocht. ALETTA SCHWEIGMANN-SNOEKC Leni Saris staat dicht bij haar le zers. Soms nodigt de schrijfster ze bij haar thuis uit, in de Rot terdamse wijk Hillegersberg. Dozen vol brieven heeft ze van haar fans. Niet zelden leggen die haar ook hun problemen voor. Zij schrijft altijd terug. Het persoonlijke contact met lezers op boekenmarkten spreekt haar meer aan dan lezingen of schrij versavonden. „Als je op een po dium zit, dan ben je zo ver weg." Een jong meisje heeft een be langrijke afspraak: zij gaat voor het eerst met een uitgever pra ten over haar manuscript. Ze wil indruk maken en om er wat gewichtiger uit te zien leent ze een complete outfit van haar moeder. De scène zou zo uit een boek van Leni Saris kunnen komen, maar dit meisje was de schrijfster zelf. Het manuscript dat besproken werd heette 'Leontine'. Lachend om die 'stunt' van lang geleden zegt Le ni Saris: „Stel je voor, een man telpak met een vossebontje, ho ge hakken. Wat zullen ze wel niet van mij hebben gedacht?" Leni Saris (die uit principe vindt dat haar leeftijd niemand iets aan gaat) is al generaties lang een geliefd auteur. Kinde ren zijn genoemd naar haar personages. Sprak men vroeger van meisjesboeken, nu is dat begrip achterhaald. Zelf noemt ze haar boeken liever i Trouwens, maar drie lenhoff-M, 29,50. Vrouwelijke speurneuzen. In thrillers kun je ze - bij wijze van spreken - in alle soorten en ma ten tegenkomen. De bekendste zal wel miss Marple zijn. Het heerlijk eigenwijze grijze da metje werd door Agatha Chris tie naar schijnbare onsterfelijk heid geschreven. Maar ook van daag de dag kun je nog speu rende vrouwen tegenkomen in de geschreven wereld van de misdaad. Minder bekend wel licht, maar vaak nauwelijks minder kleurrijk. Ik denk bij voorbeeld aan de vrolijke vrij buiter Kinsey Millhorn. Sue Grafton maakte van haar een privé-detective om te stelen. Kinseys collega Vic Warshawski springt aanzienlijk minder uit bundig rond in de door Sara Pa- retsky geschreven verhalen, maar ze is zeker niet minder hardnekkig. Ook denk ik aan de sympathieke patholoog anatoom Kay Scarpetta, die in het jongste boek van Patricia D. Cornwell wel wat matter over komt,'maar nog altijd leuk ge noeg is om te blijven volgen. En niet te vergeten: Katherine V. Forrest creëerde de lesbische rechercheur Kate Delafield. En dit is uiteraard geen complete lijst. Thans heeft de schrijfster Jai Burke voor nieuw bloed go.' zorgd in het gezelschap vai vrouwelijke speurneuzen: di journaliste Irene Kelly. Wee zo'n vasthoudend type, dat wei gert zich iets aan te trekken va7. goed bedoelde adviezen, drin gende waarschuwingen of grie zelige bedreigingen. Ze davei3. gewoon door. Daar haar vriend politieman in 'Sporen uit hd5. verleden' al vrij vroeg het zie kenhuis induikt, moet ze di zaak grotendeels in haar eentjö. opknappen. Dat is niet niks, dB. doden vallen bij bosjes om haai heen. Maar toch. Ondanks Irene Kelly'9. doortastende optreden en d( vele slachtoffers van bruut ge weid, loopt het verhaal van Jar Burke niet echt vlot. Te vaal verzandt de schrijfster in hel opsommen van minder ter zak( doende details en het soms nut teloos beschrijven van allerhan9. de verplaatsingen. Dat schept a te vaak verwachtingen die nieO. worden waargemaakt. VerrasO. sende wendingen, die in aan tocht lijken, blijven uit. BovenO dien remt dergelijke overbodig! franje de ontwikkeling van hel verhaal. Het toch verrassende einde maakt weer veel goed. Er) de journaliste Irene Kelly is irn trigerend genoeg om haar nog eens te willen ontmoeten. VoM gens de uitgever krijgen we daai te zijner de kans toe. Laten we het hopen. Leni Saris: Mijn werk betekent alles voor me. Ik denk dat mijn lezers weten dat ik wat ik schrijf heel eerlijk bedoel. honderd zijn echt als jeugdboek geschreven en wat de andere betreft: Leni Saris weet dat haar uitgebreide lezerskring 'alle leeftijden' omvat. „Mannen le zen mijn boeken ook, maar ze willen het meestal niet weten." Behalve waardering was er kri tiek. Die kwam uit de hoek van recensenten en leraren Neder lands. „Mij werd verweten dat het geen literatuur is. Maar nie mand kan precies vertellen wat literatuur inhoudt en waarom ander werk niet waardevol zou zijn. Mijn werk betekent alles voor me. Ik denk dat mijn lezers weten dat ik wat ik schrijf heel eerlijk bedoel. Vroeger vond ik dat ik mij moest verdedigen. Dat doe ik niet meer. Trouwens de kritiek wordt ook minder. Eens is ze bijna fijngemalen in een feministisch radiopro gramma. Leni Saris kon daarna twee maanden niet schrijven en het doet haar nog pijn. „Ze maakten alles zo belachelijk, la zen op een rare toon voof uit mijn werk, nou zo kun je de Bij bel ook belachelijk maken." 'Chiara' heeft een historische achtergrond. De hoofdpersoon, trekt zich het lot aan van haar vader, wiens bloeiende bedrijf door zijn zakenpartners op slinkse wijze is ingepikt. Chiara wil, op haar manier, het gezin van de ondergang redden, maar komt hierbij in moeilijkheden. De achtergrond van dit verhaal is ontleend aan het drama dat kennissen van Leni Saris met hun bedrijf meemaakten. Met hun toestemming heeft zij het gegeven gebruikt. Noodlotsjaar Leni Saris is niet van plan er na haar honderdste boek een punt achter te zetten, zoals haar col lega Mien van 't Sant heeft ge daan. „Ik ga gewoon door. Vorig jaar ben ik ook blijven schrijven, al was het een vreselijk jaar voor mij, echt een noodlotsjaar. Een gebroken pols, een gebroken heup, maar het ergste was dat ik mijn hondje Noëlle moest mis sen. Een Maltezer leeuwtje en zo lief. Gewoon te goed voor de ze wereld. Ik had haar gekregen van mijn uitgever en een vrien din, maar ze is maar drie jaar geworden." Ter gelegenheid van de hon derdste verschijnt 'Chiara' sa men met 'Leontine', het eerste boek dat Saris schreef. 'Leonti ne', dat al vele malen is her drukt, wordt in de oorspronke lijke stijl opnieuw uitgegeven. Eens vond Leni Saris het nodig deze 'evergreen' aan te passen: „Ik ben er aan gaan sleutelen, maar de oudere lezers waren zwaar teleurgesteld. Ze vonden de oorspronkelijke versie veel romantischer." De boeken van Leni Saris verschijnen bij uitgeverij West- Friesland, Hoorn/Helmond. Verwarde postbode van Peeters 12 bonden met Patrice Lumurnbap Want voordat deze presidenj van Zaïre werd, was hij postbe- steller in Albertville. Marchand droomt, ijlt, hij zit gevangen in zijn eigen wereld beeld. Hij neemt het lot van de hele wereld op zich. Hij be-^ noemt zichzelf tot navolger van Lumumba, zwelgt in diens tra gische heroïek. Maar Marchand is uiteindelijk alleen maar de bezitter van een leeg bestaan.^ Hij zoekt inhoud, maar komt^ enkel uit op trivialiteiten, vage verbanden en verstandelijke valstrikken. Het is pathetisch, maar vooral oninteressant. Wie- wil er nu weten wat een verwar de postbode denkt? j- WILFRED SIMONSH De Postbode van Koen Pèeters is niet goed en niet slecht. Het hoek gaat eigenlijk nergens over. Nu kun je roepen dat het misschien een modernistische roman is, die meer sfeerbeelden oproept dan een verhaal wil vertellen, maar dat is ook weer niet waar. De eenzame Belgische post bode Robert Marchand is een denker, of liever een warhoofd. Al brieven bestellend mompelt, observeert en twijfelt hij. Hij weet alles van malachiet (een groene, koperhoudende steen soort), experimenteert met ket tingbrieven en voelt zich ver- De Bezige Bij. 197 blz. Prijs: 34,50. Sinds hij in 1990 de AKO-litera- tuurprijs won, hebben we niets meer van hem vernomen, maar nu is hij terug; Haarlems meest vooraanstaande auteur Louis Ferron. En hoe! Werden zijn herinneringen aan een rampza lig verlopen jeugd in zijn vorige werk nog met grote omzichtig heid en vormtechnisch kunnen getransformeerd tot literatuur, in de roman 'De Walsenkoning' die deze week verschijnt, schrijft de spekkoper van zijn verleden als nooit te voren, alsof er plotseling een zweer bij hem is opengebroken. Schrijven zon der camouflage. De herinneringen zijn niet langer in geheimtaal vervat, waardoor Ferron nogal eens doorging voor een 'moeilijk te lezen' auteur, maar stromen dit maal ontzagwekkend in de vorm van innerlijke monologen en 'flash blacks. Daarin scheldt hij soms bijna delirisch en re kent af met heel lang opgezou ten leed. Nieuw is ook dat Fer ron zijn mombakkes heeft afge rukt. Hij presenteert zich na drukkelijk als Louis Ferron, de Walsenkoning, die weliswaar Strauss-melodietjes op zijn wandelingen neuriet, maar die de onderste steen van zijn bio grafie naar boven keert. Om zijn lezers een blik te gunnen op de pissebedden zijn'geest nog immer bevolken Ongenadig op haar falie krijgt Louis Ferron schrijft jeugdherinneringen van zich af alsof er een zweer bij hem is opengebroken. behalve zijn moeder ook Haar lem, die 'dichtgemetselde kel der' aan het Spaarne, 'gedempt met zelfmoordenaars en oude ledikanten'. Opportunisme is er troef, want zelfs de fictieve Fer ron, verslaggever en chef'Regio' van de Kennemer Bode, die ja ren lang een leven van 'brand, braak en diefstal' heeft geleid, der het ontgelden. Wat wil het ARCHIEFFOTO ANP ken in deze stad bedisseld. 'Zo wordt je hier burgemeester, commissaris van de koningin, verdienstelijk kunstenaar of vooraanstaand schrijver. Fluitje van een cent en de fluitconcer ten zijn hier nooit van de lucht geweest', aldus Ferron. Erger nog moet Ferrons moe- heeft er zelfs zijn vrijheid kun nen kopen. 'Meer dan ontbre- pissebedden en wormen die kend talent en een toepasselijke in de duinen bij Zandvoort. Hij geonaneerd', zoals hijzelf zijn'geest nog immer bevolken. babbel' was er niet voor nodig, heeft ook nu weer zijn geluk bij schrijft. Als dat maar goed gaat Ongenadig op haar falie krijgt Zo en niet anders worden de za- vrouwen niet weten te betrap- met'De Walsenkoning'. verbindt met het Isola Martana vormen te zamen het verhaal zield verband'. De dood van hand van een simpele gebeurte- (in het meer van Bolsena) en dat per definitie geen einde drie jongens in een voormalig nis een politiek keerpunt van haargeschiedenis. kent en steeds weer door een Spaans-communistisch land is een land geschetst. Evenals in geval? Na een avond doorzak- Louis wakker geworden de duinen bij Zandvoort. Hij heeft ook nu weer zijn geluk bij niet weten te betrap pen, nadat hij is opgepikt uit de 'glasbak', een café in Flaarlem. Op de terugweg naar zijn huis beginnen de herinneringen en overpeinzingen te komen en geleidelijk zwelt de klacht in sterkte aan. Eerst tot de har- tekreet van een man die als kind van drie maanden versto ten werd door zijn moeder, dan langzaam groeiend tot bittere veroordeling en afwijzing van zijn Duitse familie. Van stilisti sche staaltjes waarvan je kippe- vel krijgt, door naar rustgevende intermezzo's waarin Metz, Fer rons cynische alter ego, zijn be spiegelingen ten beste geeft. Genadeloze wraak op het Haar lemse proletendom. Voort, ver der gaat het tot het uiteindelijk rancuneuze 'Stampen op het graf van de moeder'. 'Zelfs als ik zwijgend op mijn stqel zit'. Dan is het duidelijk dat Fer ron het station van 'Was sich liebt das neckt sich', in haat en weerzin ruimschoots gepas seerd is. Als nooit te voren, on- verbloemder en weergalozen Het Derde Rijk uit, de literaire hemel van Haarlem in, met zijn benepen moraal van loodgieters en koekebakkers. Definitief de Literatuur in! Nooit meer gra ven, wroeten, verzamelen. 'Je eigen spookgestalte uit flinters herinnering, flarden van ge beurtenissen'. Nooit meer vluchten voor onbenoembare angsten'. Eindelijk heeft Ferron gesparteld in zijn herinnerin gen, 'zijn merg uit zijn botten zoals hijzelf schrijft. Als dat i met 'De Walsenkoning'. Indrukwekkende herinneringen en brieven van Alma Mahler RECENSIE» NICO KEUNING Anton Haakman, Het paradijs, Meulen- hoff, f.34,50, H.M. van den Brink, De vooruitgang, Meulenhoff, f.27,50 De titel 'Het paradijs' van de nieuwe roman van Anton Haak man, lijkt te verwijzen naar pa radijselijke gelukzaligheid, maar het verhaal laat zien dat in de aardse verlokkingen het noodlot verscholen ligt. Het echte para dijs is de dood, of beter: de on sterfelijkheid via de nalaten schap. Het is deze nalatenschap die de drie hoofdpersoon Bremer, Koch en West onontkoombaar verbindt met het Isola Martana (in het meer van Bolsena) haargeschiedenis. Intrigerend is het gegeven van deze roman, dat berust op een idee van de negentiende-eeuw- se Amerikaanse schrijver Nathaniel Hawthorne, die de invloed wilde beschrijven die doden uitoefenen op de Aange legenheden van de levenden. De drie hoofdpersonen en andere personages zijn elk op hun eigen manier in de ban van de (vroegere) bewoners van de villa op het eiland. Biografieën, een onvoltooid manuscript en de opzet voor een filmscenario het verhaal dat per definitie geen einde kent en steeds weer door nieuw persoon, dié met het ver leden van het Isola 'besmet' raakt, wordt voortgezet. Een aardig gegeven. Maar he laas is het in deze roman bij het idee gebleven. Het verhaal maakt een nogal gekunstelde indruk en heeft naast het poëti- schE uitgangspunt (de schrijver maakt personen tot onsterfelij ke personages) literair weinig om het lijf. Ook de schrijver en NRC-re dacteur H.M. van den Brink is in zijn romandebuut 'De voor uitgang' op zoek naar een 'be zield verband'. De dood drie jongens in een voormalig Spaans-communistisch land is aanleiding voor de redacteur van De Zon (de vreemdeling) om vanuit de hoofdstad A. naar C. te reizen. Via enkele inwo ners van het plaatsje ontspint zich het verhaal van de feiten. Van den Brink laat in deze korte roman in een sobere sfeertekening zien hoe feiten gemanipuleerd kunnen worden. Het simpele voorval wordt plot seling landelijk nieuws. Via de jonge rechter Alicia Diaz (de fei ten) en de jonge redacteur van het weekblad De Vooruitgang (het nieuws), wordt aan de hand van een simpele gebeurte- politiek keerpunt van land geschetst. Evenals 'Het paradijs' wordt de lezer in De vooruitgang via plaatselijke bewoners met stukjes en beetjes ingewijd in het verhaal. Maar in beide boeken wil het echte verhaal maar niet van de grond komen. De lezer wordt, op enkele stilistisch mooie pas sages na, op afstand gehouden en kijkt met verbazing toe hoe de schrijvers zich in composito rische bochten naar het einde van het boek wringen. De vraag die zich blijft opdringen is: waarom en voor wie zijn deze boeken geschreven? Alma Mahler, Gustav Mahler I gen en brieven. Uitg. Atlas, 1993. Prijs 49,90. „Here God, hadden we maar een miljoen - of nee, dat is niet genoeg - vijf miljoen! En dan houdt .Richard op met muziek maken." Gustav Mahler gruwel de van Pauline Strauss de Ahna, de vrouw van Richard. In brie ven aan zijn vrouw Alma hekel de hij haar geldzucht, die nog slechts overtroffen werd door de schraperigheid van Strauss zelf. Tijdens een 'gezellig' avondje van Gustav en Richard domi neerde de laatste door voortdu rend te praten over contracten, honoraria en copyrights, zeer tot ergernis van Mahler. Maar Strauss was een groot compo nist en dirigent, een kunstbroe der. Daardoor behield Mahler toch een zeker zwak voor hem. In de schaduw van de Tweede Wereldoorlog schreef Alma Ma hler de biografie van haar man: Gustav Mahler. Herinneringen en brieven. Dat was een politie ke daad, want Mahler was als joods componist door de nazi's in de ban gedaan. Een stand beeld van hem was in Wenen verwijderd, een naar hem ver noemde straat hemoemd. De Oostenrijkse nationaal-socialis- ten deden er alles aan om zijn nagedachtenis uit te bannen. Alma vreesde dat Mahler ver geten zou worden. Met de bio grafie blies zij de belangstelling rondom zijn persoon nieuw le ven in. Dat was nodig ook, want als componist was Mahler lange tijd niet populair. In Nederland wel, want daar bestond vanaf het begin van de eeuw al een Mahlertraditie. In de Verenigde Staten lag dat anders; daar werd hij pas in de jaren '50 heront dekt, toen studenten buttons gingen dragen met de tekst 'Mahler grooves'. Uitgeverij Atlas heeft Herin neringen en brieven onlangs op nieuw uitgebracht. Dat is te recht, want het boek is zeer in drukwekkend. Alma's persoon lijkheid, een merkwaardige mengeling van naïviteit en raffi nement, maakten het bedoeld èn onbedoeld onthullend en ontroerend. Alma doet moedige, soms pjjnlijke pogingen om haar le ven met de man die zij conse quent 'Mahler' noemt en nooit Alma Mahler doet moedige, soms pijnlijke pogingen om haar leven met de man die zij consequent 'Mahler' noemt en nooit 'Gustav', te be schrijven. FOTO PRO 'Gustav', te beschrijven. Ze schrijft voor die tijd ongekend openhartig over hun seksuele relatie (die was niet zo best) en zijn volstrekte egocentrische houding. Ook onbedoeld werpt Alma veel licht op hun relatie. Ze cij ferde zich volkomen weg uit respect voor zijn kunstenaars ziel. Mahler hield enorm van debatteren. Tot diep vier uur 's nachts discussieerde hij in 1904 bijvoorbeeld met de schrijver Gerhard Hauptmann op straat onder de lantarenpalen. Alma, doodmoe en zwanger, ging dan maar gewoon op een bankje zit ten wachten. Vergeestelijking, daar ging het om. Dat het laat was, dat Alma moe was, dat tel de niet. Zeldzaam onattent, en Alma erkent dat tussen de re gels door ook wel. Toch valt ze haar man niet af. Liever affi cheert ze zichzelf als een marte-< laar, die moest lijden ónder zijn ■talent. Mahlers vergeestelijking heeft echter iets bestudeerds en on eerlijks. Als directeur van dé' Weense Opera verdiende hij na melijk goed. Hij kon gemakke lijk doen alsof geld hem niets uitmaakte. Bovendien liet hij zich op de momenten waarop het er werkelijk toe deed van een héél andere kant zien. Toen hij zich in 1907 liet ontslaan bij de Opera vroeg hij om een pen sioen van 7000 kronen per jaar en dat was al meer dan waarop hij recht had. Zijn baas, Ober- hofmeister vorst Montenuovo, gaf hem het echter het dubbele! Je vraagt je af hoe Gustav dat deed: maakte hij hier zijn be scheidenheid te gelde of had hij troeven waarvan in de brieven niets blijkt?

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1993 | | pagina 12