'Ik blijf gewoon schrijven' privé-detective1
Journaliste als
Stampen op het graf van de moeder
Boeken
en Van den Brink wringen zich in bochten
Alles draait om vergeestelijking
Haakman
DONDERDAG 9 DECEMBER 1993
!b
Ozon laat zich
niet kisten,
Brands zoekt
zuiverheid
POËZIE
RECENSIE» WIM VEGT
Diana Ozon, 'Stad sta stil', Uitgeverij
Globe Pockets, In de Knipscheer, Am
sterdam, 15,00 Wim Brands, 'Hoger
dan de dakgoot', Uitgevenj L.J. Veen,
Amsterdam/Antwerpen, 24,90.
Diana Ozon is een podium
dichter. Niet zo een die van
tijd tot rijd uit eigen werk
voorleest, maar een perfor
mer, met poëzie bij de gratie
van haar dynamiek en en
thousiasme.
In een kloeke pocket bun
delde ze, behalve een boei
end prozaverslag van haar
optredens in het land en een
aantal oudere gedichten, een
nieuwe bundel onder de titel
'Stad sta stil'. De vraag ligt
voor de hand: zijn deze podi
umteksten bestand tegen de
stilte van het papier? Kunnen
ze Ozon's bravoure missen
en op eigen benen staan?
Haar gedichten gaan over
de stad. Huizen, straten en
trams spelen de rol van de
handelende personen. Hui
zen leiden hun eigen leven,
ouder en wijzer dan hun be
woners. In de stad is de tijd
gestold. Zij 'ziet de mensen
komen en gaan maar blijft
onaangedaan, zelfs door het
blaffen van een 'generatie la
ter geboren hond'. Het is een
bijna surrealistische stad, on
aangetast door loze moder
niteit. Niet het wanhopige
decor van bange tijdgenoten
die zich in het Wereldnatuur-
fonds storten. Ze is de schuil
plaats voor de mens: 'Ik ben
je geliefde jij mijn vrijplaats
ik jouw handen jij mijn
woning/mijn wanden.'
Op deze wijze zijn Ozon's
gedichten, ook zonder haar
aanstekelijke persoonlijk
heid, plaatsen van warmte,
met wat vrede, een vleugje
vrijheid en zelfs wat geluk. Ze
zijn ook wat compacter dan
de oudere gedichten, jneer
vastbesloten en minder me
lancholiek. De stadsmens bij
Ozon laat zich niet kisten, is
goedgemutst en monter, die
geest waart rond in deze
poëzie.
Toeval: op dezelfde dag
belandt de nieuwe bundel
van Wim Brands 'Hoger dan
de dakgoot' op dezelfde re
dactietafel. Groter contrast
valt niet te verzinnen. Zo'n
titel: de hoge vlucht van de
poëzie, afgemeten aan zo'n
bescheiden niveau. Betrek
kelijke poëzie met ingebouw
de remmingen.
Brands' voorlopige verken
ning volstaat met 'Soms
klampen de mensen me aan
en vragen wat het is. Woor
den, zeg ik. Maar ze geloven
me niet.' Wat die woorden
doen, zonder ingrijpen van
de dichter, als het kon, daar
van wil hij meer te weten ko
men. Daar zijn methoden
voor, een soort proefonder
vindelijk rijm bijvoorbeeld,
dat het gedicht wendingen
geeft die niet lijken te voor
zien. Ook de poging om in
het gedicht van de feiten af te
zien, onder de realiteit uit te
komen, is zo'n test.
Brands zoekt naar zuiver
heid. Hij neemt soms met
opzet gevoelige onderwer
pen, uit de sfeer van de
'reality-tv', over ouderen,
eenzamen en stervenden.
Juist daar probeert hij te zui
veren van alle valsheid in ge
schrifte. Hij durft een ver
dwenen vader aan, een ge
vluchte God, een recept voor
geluk zelfs.
Dat levert per definitie niet
altijd gave gedichten op. Wel
gedichten met spanning die
een meer dan gemiddelde
nieuwsgierigheid opwekken.
Niets wat het gedicht zegt,
ben je zelf.
Honderdste roman van Leni Saris:
'Chiara', de honderdste ro
man van Leni Saris, rolde
dezer dagen van de persen.
Haar eerste boek werd ge
publiceerd in 1938. De Rot
terdamse had het in de
avonduren geschreven.
Overdag werkte ze op een
notariskantoor, totdat ze
het aandurfde haar baan
op te zeggen en zich louter
aan het schrijven te wijden.
Van haar romans zijn meer
dan 7,3 miljoen exempla
ren verkocht.
ALETTA SCHWEIGMANN-SNOEKC
Leni Saris staat dicht bij haar le
zers. Soms nodigt de schrijfster
ze bij haar thuis uit, in de Rot
terdamse wijk Hillegersberg.
Dozen vol brieven heeft ze van
haar fans. Niet zelden leggen
die haar ook hun problemen
voor. Zij schrijft altijd terug. Het
persoonlijke contact met lezers
op boekenmarkten spreekt haar
meer aan dan lezingen of schrij
versavonden. „Als je op een po
dium zit, dan ben je zo ver
weg."
Een jong meisje heeft een be
langrijke afspraak: zij gaat voor
het eerst met een uitgever pra
ten over haar manuscript. Ze
wil indruk maken en om er wat
gewichtiger uit te zien leent ze
een complete outfit van haar
moeder. De scène zou zo uit
een boek van Leni Saris kunnen
komen, maar dit meisje was de
schrijfster zelf. Het manuscript
dat besproken werd heette
'Leontine'. Lachend om die
'stunt' van lang geleden zegt Le
ni Saris: „Stel je voor, een man
telpak met een vossebontje, ho
ge hakken. Wat zullen ze wel
niet van mij hebben gedacht?"
Leni Saris (die uit principe
vindt dat haar leeftijd niemand
iets aan gaat) is al generaties
lang een geliefd auteur. Kinde
ren zijn genoemd naar haar
personages. Sprak men vroeger
van meisjesboeken, nu is dat
begrip achterhaald. Zelf noemt
ze haar boeken liever i
Trouwens, maar drie
lenhoff-M, 29,50.
Vrouwelijke speurneuzen. In
thrillers kun je ze - bij wijze van
spreken - in alle soorten en ma
ten tegenkomen. De bekendste
zal wel miss Marple zijn. Het
heerlijk eigenwijze grijze da
metje werd door Agatha Chris
tie naar schijnbare onsterfelijk
heid geschreven. Maar ook van
daag de dag kun je nog speu
rende vrouwen tegenkomen in
de geschreven wereld van de
misdaad. Minder bekend wel
licht, maar vaak nauwelijks
minder kleurrijk. Ik denk bij
voorbeeld aan de vrolijke vrij
buiter Kinsey Millhorn. Sue
Grafton maakte van haar een
privé-detective om te stelen.
Kinseys collega Vic Warshawski
springt aanzienlijk minder uit
bundig rond in de door Sara Pa-
retsky geschreven verhalen,
maar ze is zeker niet minder
hardnekkig. Ook denk ik aan de
sympathieke patholoog
anatoom Kay Scarpetta, die in
het jongste boek van Patricia D.
Cornwell wel wat matter over
komt,'maar nog altijd leuk ge
noeg is om te blijven volgen. En
niet te vergeten: Katherine V.
Forrest creëerde de lesbische
rechercheur Kate Delafield. En
dit is uiteraard geen complete
lijst.
Thans heeft de schrijfster Jai
Burke voor nieuw bloed go.'
zorgd in het gezelschap vai
vrouwelijke speurneuzen: di
journaliste Irene Kelly. Wee
zo'n vasthoudend type, dat wei
gert zich iets aan te trekken va7.
goed bedoelde adviezen, drin
gende waarschuwingen of grie
zelige bedreigingen. Ze davei3.
gewoon door. Daar haar vriend
politieman in 'Sporen uit hd5.
verleden' al vrij vroeg het zie
kenhuis induikt, moet ze di
zaak grotendeels in haar eentjö.
opknappen. Dat is niet niks, dB.
doden vallen bij bosjes om haai
heen. Maar toch.
Ondanks Irene Kelly'9.
doortastende optreden en d(
vele slachtoffers van bruut ge
weid, loopt het verhaal van Jar
Burke niet echt vlot. Te vaal
verzandt de schrijfster in hel
opsommen van minder ter zak(
doende details en het soms nut
teloos beschrijven van allerhan9.
de verplaatsingen. Dat schept a
te vaak verwachtingen die nieO.
worden waargemaakt. VerrasO.
sende wendingen, die in aan
tocht lijken, blijven uit. BovenO
dien remt dergelijke overbodig!
franje de ontwikkeling van hel
verhaal. Het toch verrassende
einde maakt weer veel goed. Er)
de journaliste Irene Kelly is irn
trigerend genoeg om haar nog
eens te willen ontmoeten. VoM
gens de uitgever krijgen we daai
te zijner de kans toe. Laten we
het hopen.
Leni Saris: Mijn werk betekent alles voor me. Ik denk dat mijn lezers weten dat ik wat ik schrijf heel eerlijk bedoel.
honderd zijn echt als jeugdboek
geschreven en wat de andere
betreft: Leni Saris weet dat haar
uitgebreide lezerskring 'alle
leeftijden' omvat. „Mannen le
zen mijn boeken ook, maar ze
willen het meestal niet weten."
Behalve waardering was er kri
tiek. Die kwam uit de hoek van
recensenten en leraren Neder
lands. „Mij werd verweten dat
het geen literatuur is. Maar nie
mand kan precies vertellen wat
literatuur inhoudt en waarom
ander werk niet waardevol zou
zijn. Mijn werk betekent alles
voor me. Ik denk dat mijn lezers
weten dat ik wat ik schrijf heel
eerlijk bedoel. Vroeger vond ik
dat ik mij moest verdedigen.
Dat doe ik niet meer. Trouwens
de kritiek wordt ook minder.
Eens is ze bijna fijngemalen
in een feministisch radiopro
gramma. Leni Saris kon daarna
twee maanden niet schrijven en
het doet haar nog pijn. „Ze
maakten alles zo belachelijk, la
zen op een rare toon voof uit
mijn werk, nou zo kun je de Bij
bel ook belachelijk maken."
'Chiara' heeft een historische
achtergrond. De hoofdpersoon,
trekt zich het lot aan van haar
vader, wiens bloeiende bedrijf
door zijn zakenpartners op
slinkse wijze is ingepikt. Chiara
wil, op haar manier, het gezin
van de ondergang redden, maar
komt hierbij in moeilijkheden.
De achtergrond van dit verhaal
is ontleend aan het drama dat
kennissen van Leni Saris met
hun bedrijf meemaakten. Met
hun toestemming heeft zij het
gegeven gebruikt.
Noodlotsjaar
Leni Saris is niet van plan er na
haar honderdste boek een punt
achter te zetten, zoals haar col
lega Mien van 't Sant heeft ge
daan. „Ik ga gewoon door. Vorig
jaar ben ik ook blijven schrijven,
al was het een vreselijk jaar voor
mij, echt een noodlotsjaar. Een
gebroken pols, een gebroken
heup, maar het ergste was dat ik
mijn hondje Noëlle moest mis
sen. Een Maltezer leeuwtje en
zo lief. Gewoon te goed voor de
ze wereld. Ik had haar gekregen
van mijn uitgever en een vrien
din, maar ze is maar drie jaar
geworden."
Ter gelegenheid van de hon
derdste verschijnt 'Chiara' sa
men met 'Leontine', het eerste
boek dat Saris schreef. 'Leonti
ne', dat al vele malen is her
drukt, wordt in de oorspronke
lijke stijl opnieuw uitgegeven.
Eens vond Leni Saris het nodig
deze 'evergreen' aan te passen:
„Ik ben er aan gaan sleutelen,
maar de oudere lezers waren
zwaar teleurgesteld. Ze vonden
de oorspronkelijke versie veel
romantischer."
De boeken van Leni Saris
verschijnen bij uitgeverij West-
Friesland, Hoorn/Helmond.
Verwarde postbode van Peeters
12
bonden met Patrice Lumurnbap
Want voordat deze presidenj
van Zaïre werd, was hij postbe-
steller in Albertville.
Marchand droomt, ijlt, hij zit
gevangen in zijn eigen wereld
beeld. Hij neemt het lot van de
hele wereld op zich. Hij be-^
noemt zichzelf tot navolger van
Lumumba, zwelgt in diens tra
gische heroïek. Maar Marchand
is uiteindelijk alleen maar de
bezitter van een leeg bestaan.^
Hij zoekt inhoud, maar komt^
enkel uit op trivialiteiten, vage
verbanden en verstandelijke
valstrikken. Het is pathetisch,
maar vooral oninteressant. Wie-
wil er nu weten wat een verwar
de postbode denkt? j-
WILFRED SIMONSH
De Postbode van Koen Pèeters is
niet goed en niet slecht. Het
hoek gaat eigenlijk nergens
over. Nu kun je roepen dat het
misschien een modernistische
roman is, die meer sfeerbeelden
oproept dan een verhaal wil
vertellen, maar dat is ook weer
niet waar.
De eenzame Belgische post
bode Robert Marchand is een
denker, of liever een warhoofd.
Al brieven bestellend mompelt,
observeert en twijfelt hij. Hij
weet alles van malachiet (een
groene, koperhoudende steen
soort), experimenteert met ket
tingbrieven en voelt zich ver-
De Bezige Bij. 197 blz. Prijs: 34,50.
Sinds hij in 1990 de AKO-litera-
tuurprijs won, hebben we niets
meer van hem vernomen, maar
nu is hij terug; Haarlems meest
vooraanstaande auteur Louis
Ferron. En hoe! Werden zijn
herinneringen aan een rampza
lig verlopen jeugd in zijn vorige
werk nog met grote omzichtig
heid en vormtechnisch kunnen
getransformeerd tot literatuur,
in de roman 'De Walsenkoning'
die deze week verschijnt,
schrijft de spekkoper van zijn
verleden als nooit te voren, alsof
er plotseling een zweer bij hem
is opengebroken. Schrijven zon
der camouflage.
De herinneringen zijn niet
langer in geheimtaal vervat,
waardoor Ferron nogal eens
doorging voor een 'moeilijk te
lezen' auteur, maar stromen dit
maal ontzagwekkend in de
vorm van innerlijke monologen
en 'flash blacks. Daarin scheldt
hij soms bijna delirisch en re
kent af met heel lang opgezou
ten leed. Nieuw is ook dat Fer
ron zijn mombakkes heeft afge
rukt. Hij presenteert zich na
drukkelijk als Louis Ferron, de
Walsenkoning, die weliswaar
Strauss-melodietjes op zijn
wandelingen neuriet, maar die
de onderste steen van zijn bio
grafie naar boven keert. Om zijn
lezers een blik te gunnen op de
pissebedden
zijn'geest nog immer bevolken
Ongenadig op haar falie krijgt
Louis Ferron schrijft jeugdherinneringen van zich af alsof er een zweer
bij hem is opengebroken.
behalve zijn moeder ook Haar
lem, die 'dichtgemetselde kel
der' aan het Spaarne, 'gedempt
met zelfmoordenaars en oude
ledikanten'. Opportunisme is er
troef, want zelfs de fictieve Fer
ron, verslaggever en chef'Regio'
van de Kennemer Bode, die ja
ren lang een leven van 'brand,
braak en diefstal' heeft geleid, der het ontgelden. Wat wil het
ARCHIEFFOTO ANP
ken in deze stad bedisseld. 'Zo
wordt je hier burgemeester,
commissaris van de koningin,
verdienstelijk kunstenaar of
vooraanstaand schrijver. Fluitje
van een cent en de fluitconcer
ten zijn hier nooit van de lucht
geweest', aldus Ferron.
Erger nog moet Ferrons moe-
heeft er zelfs zijn vrijheid kun
nen kopen. 'Meer dan ontbre-
pissebedden en wormen die kend talent en een toepasselijke in de duinen bij Zandvoort. Hij geonaneerd', zoals hijzelf
zijn'geest nog immer bevolken. babbel' was er niet voor nodig, heeft ook nu weer zijn geluk bij schrijft. Als dat maar goed gaat
Ongenadig op haar falie krijgt Zo en niet anders worden de za- vrouwen niet weten te betrap- met'De Walsenkoning'.
verbindt met het Isola Martana vormen te zamen het verhaal zield verband'. De dood van hand van een simpele gebeurte-
(in het meer van Bolsena) en dat per definitie geen einde drie jongens in een voormalig nis een politiek keerpunt van
haargeschiedenis. kent en steeds weer door een Spaans-communistisch land is een land geschetst. Evenals in
geval? Na een avond doorzak-
Louis wakker geworden
de duinen bij Zandvoort. Hij
heeft ook nu weer zijn geluk bij
niet weten te betrap
pen, nadat hij is opgepikt uit de
'glasbak', een café in Flaarlem.
Op de terugweg naar zijn huis
beginnen de herinneringen en
overpeinzingen te komen en
geleidelijk zwelt de klacht in
sterkte aan. Eerst tot de har-
tekreet van een man die als
kind van drie maanden versto
ten werd door zijn moeder, dan
langzaam groeiend tot bittere
veroordeling en afwijzing van
zijn Duitse familie. Van stilisti
sche staaltjes waarvan je kippe-
vel krijgt, door naar rustgevende
intermezzo's waarin Metz, Fer
rons cynische alter ego, zijn be
spiegelingen ten beste geeft.
Genadeloze wraak op het Haar
lemse proletendom. Voort, ver
der gaat het tot het uiteindelijk
rancuneuze 'Stampen op het
graf van de moeder'. 'Zelfs als ik
zwijgend op mijn stqel zit'.
Dan is het duidelijk dat Fer
ron het station van 'Was sich
liebt das neckt sich', in haat en
weerzin ruimschoots gepas
seerd is. Als nooit te voren, on-
verbloemder en weergalozen
Het Derde Rijk uit, de literaire
hemel van Haarlem in, met zijn
benepen moraal van loodgieters
en koekebakkers. Definitief de
Literatuur in! Nooit meer gra
ven, wroeten, verzamelen. 'Je
eigen spookgestalte uit flinters
herinnering, flarden van ge
beurtenissen'. Nooit meer
vluchten voor onbenoembare
angsten'. Eindelijk heeft Ferron
gesparteld in zijn herinnerin
gen, 'zijn merg uit zijn botten
zoals hijzelf
schrijft. Als dat i
met 'De Walsenkoning'.
Indrukwekkende herinneringen en brieven van Alma Mahler
RECENSIE» NICO KEUNING
Anton Haakman, Het paradijs, Meulen-
hoff, f.34,50, H.M. van den Brink, De
vooruitgang, Meulenhoff, f.27,50
De titel 'Het paradijs' van de
nieuwe roman van Anton Haak
man, lijkt te verwijzen naar pa
radijselijke gelukzaligheid, maar
het verhaal laat zien dat in de
aardse verlokkingen het noodlot
verscholen ligt. Het echte para
dijs is de dood, of beter: de on
sterfelijkheid via de nalaten
schap.
Het is deze nalatenschap die
de drie hoofdpersoon Bremer,
Koch en West onontkoombaar
verbindt met het Isola Martana
(in het meer van Bolsena)
haargeschiedenis.
Intrigerend is het gegeven van
deze roman, dat berust op een
idee van de negentiende-eeuw-
se Amerikaanse schrijver
Nathaniel Hawthorne, die de
invloed wilde beschrijven die
doden uitoefenen op de Aange
legenheden van de levenden.
De drie hoofdpersonen en
andere personages zijn elk op
hun eigen manier in de ban van
de (vroegere) bewoners van de
villa op het eiland. Biografieën,
een onvoltooid manuscript en
de opzet voor een filmscenario
het verhaal
dat per definitie geen einde
kent en steeds weer door
nieuw persoon, dié met het ver
leden van het Isola 'besmet'
raakt, wordt voortgezet.
Een aardig gegeven. Maar he
laas is het in deze roman bij het
idee gebleven. Het verhaal
maakt een nogal gekunstelde
indruk en heeft naast het poëti-
schE uitgangspunt (de schrijver
maakt personen tot onsterfelij
ke personages) literair weinig
om het lijf.
Ook de schrijver en NRC-re
dacteur H.M. van den Brink is
in zijn romandebuut 'De voor
uitgang' op zoek naar een 'be
zield verband'. De dood
drie jongens in een voormalig
Spaans-communistisch land is
aanleiding voor de redacteur
van De Zon (de vreemdeling)
om vanuit de hoofdstad A. naar
C. te reizen. Via enkele inwo
ners van het plaatsje ontspint
zich het verhaal van de feiten.
Van den Brink laat in deze
korte roman in een sobere
sfeertekening zien hoe feiten
gemanipuleerd kunnen worden.
Het simpele voorval wordt plot
seling landelijk nieuws. Via de
jonge rechter Alicia Diaz (de fei
ten) en de jonge redacteur van
het weekblad De Vooruitgang
(het nieuws), wordt aan de
hand van een simpele gebeurte-
politiek keerpunt van
land geschetst. Evenals
'Het paradijs' wordt de lezer in
De vooruitgang via plaatselijke
bewoners met stukjes en
beetjes ingewijd in het verhaal.
Maar in beide boeken wil het
echte verhaal maar niet van de
grond komen. De lezer wordt,
op enkele stilistisch mooie pas
sages na, op afstand gehouden
en kijkt met verbazing toe hoe
de schrijvers zich in composito
rische bochten naar het einde
van het boek wringen. De vraag
die zich blijft opdringen is:
waarom en voor wie zijn deze
boeken geschreven?
Alma Mahler, Gustav Mahler I
gen en brieven. Uitg. Atlas, 1993. Prijs
49,90.
„Here God, hadden we maar
een miljoen - of nee, dat is niet
genoeg - vijf miljoen! En dan
houdt .Richard op met muziek
maken." Gustav Mahler gruwel
de van Pauline Strauss de Ahna,
de vrouw van Richard. In brie
ven aan zijn vrouw Alma hekel
de hij haar geldzucht, die nog
slechts overtroffen werd door de
schraperigheid van Strauss zelf.
Tijdens een 'gezellig' avondje
van Gustav en Richard domi
neerde de laatste door voortdu
rend te praten over contracten,
honoraria en copyrights, zeer
tot ergernis van Mahler. Maar
Strauss was een groot compo
nist en dirigent, een kunstbroe
der. Daardoor behield Mahler
toch een zeker zwak voor hem.
In de schaduw van de Tweede
Wereldoorlog schreef Alma Ma
hler de biografie van haar man:
Gustav Mahler. Herinneringen
en brieven. Dat was een politie
ke daad, want Mahler was als
joods componist door de nazi's
in de ban gedaan. Een stand
beeld van hem was in Wenen
verwijderd, een naar hem ver
noemde straat hemoemd. De
Oostenrijkse nationaal-socialis-
ten deden er alles aan om zijn
nagedachtenis uit te bannen.
Alma vreesde dat Mahler ver
geten zou worden. Met de bio
grafie blies zij de belangstelling
rondom zijn persoon nieuw le
ven in. Dat was nodig ook, want
als componist was Mahler lange
tijd niet populair. In Nederland
wel, want daar bestond vanaf
het begin van de eeuw al een
Mahlertraditie. In de Verenigde
Staten lag dat anders; daar werd
hij pas in de jaren '50 heront
dekt, toen studenten buttons
gingen dragen met de tekst
'Mahler grooves'.
Uitgeverij Atlas heeft Herin
neringen en brieven onlangs op
nieuw uitgebracht. Dat is te
recht, want het boek is zeer in
drukwekkend. Alma's persoon
lijkheid, een merkwaardige
mengeling van naïviteit en raffi
nement, maakten het bedoeld
èn onbedoeld onthullend en
ontroerend.
Alma doet moedige, soms
pjjnlijke pogingen om haar le
ven met de man die zij conse
quent 'Mahler' noemt en nooit
Alma Mahler doet moedige, soms pijnlijke pogingen om haar leven met
de man die zij consequent 'Mahler' noemt en nooit 'Gustav', te be
schrijven. FOTO PRO
'Gustav', te beschrijven. Ze
schrijft voor die tijd ongekend
openhartig over hun seksuele
relatie (die was niet zo best) en
zijn volstrekte egocentrische
houding.
Ook onbedoeld werpt Alma
veel licht op hun relatie. Ze cij
ferde zich volkomen weg uit
respect voor zijn kunstenaars
ziel. Mahler hield enorm van
debatteren. Tot diep vier uur 's
nachts discussieerde hij in 1904
bijvoorbeeld met de schrijver
Gerhard Hauptmann op straat
onder de lantarenpalen. Alma,
doodmoe en zwanger, ging dan
maar gewoon op een bankje zit
ten wachten. Vergeestelijking,
daar ging het om. Dat het laat
was, dat Alma moe was, dat tel
de niet. Zeldzaam onattent, en
Alma erkent dat tussen de re
gels door ook wel. Toch valt ze
haar man niet af. Liever affi
cheert ze zichzelf als een marte-<
laar, die moest lijden ónder zijn
■talent.
Mahlers vergeestelijking heeft
echter iets bestudeerds en on
eerlijks. Als directeur van dé'
Weense Opera verdiende hij na
melijk goed. Hij kon gemakke
lijk doen alsof geld hem niets
uitmaakte. Bovendien liet hij
zich op de momenten waarop
het er werkelijk toe deed van
een héél andere kant zien. Toen
hij zich in 1907 liet ontslaan bij
de Opera vroeg hij om een pen
sioen van 7000 kronen per jaar
en dat was al meer dan waarop
hij recht had. Zijn baas, Ober-
hofmeister vorst Montenuovo,
gaf hem het echter het dubbele!
Je vraagt je af hoe Gustav dat
deed: maakte hij hier zijn be
scheidenheid te gelde of had hij
troeven waarvan in de brieven
niets blijkt?