Burgeroorlog Angola strijd tussen steden en platteland 'Op verkiezingsdag ga ik op rendierenjaeht' Feiten &Meningen MAANDAG 6 DECEMBER 1993152 Zeelui en verre doipen stemmen alvast in Siberië Eén week voor de parlementsverkiezingen in Rusland hebben zeelieden en bewoners van af gelegen buitenposten in Siberië het afgelopen weekeinde alvast hun stem uitgebracht. In Ar- changelsk waren het zeelieden die op vertrek stonden, elders meteorologen in eenzame weerstations en honderden dorpelingen van geïsoleerde gehuchten in de uitgestrekte taiga's. Een lid van een van Siberië's regionale verkie zingscommissies zei dat „vanwege de geografi sche moeilijkheden van onze regio we mis schien niet op tijd de stemmingen kunnen or ganiseren, vooral in het noorden. Ffet weer is bovendien moeilijk te voorspellen. Vandaar dat we alvast zijn begonnen." STANDPLAATS BRUSSEL Nutteloos De eerste keer dat ik het via duct in de E-19 over het duw- vaartkanaal bij St. Job-in-'t- Goor passeerde, verwonderde ik me nog over de waterskiërs die gebruik maakten van een grote springschans midden in de brede waterweg. Dat leek knap gevaarlijk wanneer op eens een vrachtschip zou op doemen. De watersporters le ken zich echter van geen ge vaar bewust, en waaierden breed uit. Op de landkaart kon ik het kanaal later nergens terugvin den, en dat gemis was geen toeval. Flet bleek namelijk, toen ik een parallel gelegen route nam tussen Antwerpen en de Nederlandse grens, ver dwenen. De weg voerde naar wederom een kolossale brug; daaronder stond zelfs een bord dat de schippers ver bood hier hun anker uit te werpen. Maar tussen de ka den onder de brug groeide gras. Flet kanaal was in geen velden of wegen te bekennen. Een collega poogde het curi euze verschijnsel te verklaren, maar wat volgde, was een lang en onbegrijpelijk verhaal. Flet kwam er op neer dat sinds mensenheugenis ge poogd was ten gerieve van de haven van het 150 kilometer landinwaarts gelegen Luik een duwvaartkanaal aan te leggen. De omleiding van de waterweg rond Antwerpen was er, op het plasje onder de snelweg na, nooit gekomen. „Ach, zulks gebeurt in België. Ik ga u heus niet de voeten spelen", zei hij laconiek. Om te bewijzen dat de moraal van het verhaal me in elk ge val niet was ontgaan, vertelde ik een anecdote over de snel weg tussen Groningen en Drachten die jarenlang onaf gewerkt in het veld had gele gen. Het had een averechts effect: „Dat is in Nederland hè, dus die weg is afgebouwd. Hoe lang woont u hier, een paar weken pas? Dan moet je nog wennen aan de typisch Belgische nutteloze werken. Twee jaar later herken ik moeiteloos de alledaagse be wijzen dat België inderdaad wereldkampioen is in het verslindende als nutteloze bouwwerken. Wie goed oplet, vindt overal kant en klare bruggen zonder af- en aan- voerroutes, een klaverblad zonder snelwegen, of een tunnel voor 100 meter onaan- gesloten spoorlijn. De journalist Douglas de Co- ninck bundelde de meest me morabele 'Grand Traveaax Inutiles'in een boekje 'Blijvende Blunders'. Het laat zich lezen als een even hilari sche als hallucinante intro ductie in de Belgische bouw woede. Het boek handelt over het 'Hellend vlak van Ronqui- ères', waarlangs schepen naar een hoger gelegen deel van het kanaal zouden moeten worden getakeld. Helaas, de scheepvaart in het kanaal is stilgevallen. Het beschrijft de talloze ondergrondse stations van Brussel waar'nog nooit iemand een voet heeft gezet omdat er geen metrobuis naartoe loopt. En het verhaalt over een ondergronds net van dikke buizen voor het trans porten van poststukken, dat wegens financiële en techni sche onhaalbaarheid nooit in gebruik werd genomen. Veel van de Blijvende Blun ders zijn een gevolg van de 'wafelijzerpolitiek': de aanleg van een zeehaven in het Vlaamse Zeebrugge moet ge compenseerd worden met de bouw van een kolossale me tro in Charleroi. Het ding rijdt 20 jaar en vele honderden miljoenen guldens later nog nauwelijks. Een klassieker is het verhaal over de aanleg van de A-17, waarmee zowel in Wallonië als in Vlaanderen werd begonnen. De taalgrens blijkt een onneembare barriè re voor de bouwers; de weg loopt aan beide kanten dood in het veld. Eerlijk gezegd ken ik die ver schijnselen nu, maar snap ze nog steeds niet. Dat hoort er bij, stelde een Vlaming me laatst gerust: „België is mak kelijk wanneer u op doorreis bent: u eet wat, bekijkt de dingen en denkt ze te begrij pen. Als u langer blijft, begint u zich te verbazen. In België moet u drie dagen of drie ge neraties verblijven. Al de tijd daar tussen twijfelt u." BRUSSEL PETER DE VRIES CORRESPONDENT De regering van Angola en de guerrillabeweging Unita hebben zaterdag een voor-akkoord over een bestand be reikt dat een einde moet maken aan de achttien jaar ou de burgeroorlog in het land. Het bestand wordt op 20 de cember in New York worden ondertekend door de VN en de VS, Rusland en Portugal, die de vrede moeten garan deren. De partijen zouden het overleg over de details vandaag voortzetten, aldus de Portugese radio gisteren. Een bevestiging van de overeenkomst is echter niet gege ven. Angola ontkende gisteren zelfs dat er een akkoord zou zijn. LUANDA» KARLMAIER THE INDEPENDENT Het Ovimbundu volk in het An golese centrale hoogland was in opstand gekomen. De belang rijkste steden werden belegerd door boeren die naar de wapens hadden gegrepen. Duizenden vluchtelingen stroomden de kuststad Benguela binnen met onthutsende verhalen over gru welijkheden. In de steden voelden blanken, kleurlingen en zwarten met be langen in de zeer lucratieve ivoor- en rubberhandel zich bij zonder bedreigd, omdat een prijsoorlog de aanleiding was geweest voor de rebellie. Ze be wapenden zich en vormden burgerwachteenheden om zich te verweren tegen wat zij be schouwden als de primitieve horden uit de rimboe. Alle we gen van het hoogland naar de kust waren afgesneden. De han del lag stil. De opstand pieterde uit nadat een legereenheid een verras singsaanval had uitgevoerd op het hoofdkwartier van de rebel len, waarbij een sluipschutters kogel de rebellenleider doodde, een charmismatisch opper hoofd uit Bailundo, genaamd Mutu-ya-Kevela. Deze rebellie eindigde in 1902. Het was de laatste grote op stand tegen de Portugezen op het centrale plateau tot het be gin van de Angolese onafhanke- lijksoorlog zestig jaar later. Maar in het centrale hoogland is de herinnering aan Mutu-ya- Kevela nog springlevend, vooral onder de soba's, de plaatselijke stamhoofden. Ze roepen zijn naam aan wanneer ze vertellen over de lange geschiedenis van hun verzet tegen uitbuiting door buitenstaanders, van Eu ropese of Afrikaanse origine. Dit is meer dan romantische nostalgie, want dezelfde struc tuur ligt ten grondslag aan de schijnbaar eindeloze burgeroor log in Angola, die door de Vere nigde Naties is omschreven als 'de ergste oorlog ter wereld'. Het conflict gaat niet om ideo logie hoewel de regerings troepen ooit het communisme aanhingen en de Unita rebellen lange tijd werden gesteund door Zuid-Afrika en de Verenigde Staten. Het draait niet om stam- menrivaliteit hoewel die wel een rol speelt, zoals overal in Afrika. Het gaat ook niet om persoonlijke ambities hoewel de Unita-leider Jonas Savimbi mede-verantwoordelijk is voor het mislukken van de vredesin spanningen van de Verenigde Naties nadat hij de verkiezingen vorig jaar september had verlo ren. In wezen is de Angolese burgeroorlog een heldhaftige strijd tussen de stad en het plat teland. In grote delen van het centrale hoogland won Savimbi 80 pro cent van de stemmen. De rege ringspartij MPIA haalde een overweldigende meerderheid in de steden. De verkiezingsbij eenkomsten van Unita werden op het platteland hoofdzakelijk bijgewoond door arme boeren en in de steden door arme boe ren die naar de stad waren ge trokken. Hun kleding was dui delijk schameler dan die van hun tegenhangers op bijeen komsten van de MPLA. Terwijl de regering 'een veilige toe komst' in het vooruitzicht stel de, luidde de krachtigste verkie zingsbelofte van Unita 'een nieuwe broek in september'.. Het overwegend agrarische Ovimbundu volk heeft zich lang onderdrukt gevoeld door de meer kosmopolitische bewo ners van de kuststreek en de van de steden Kuito en Huam- bo in de centrale hoogvlakte. Bij de bloedige botsingen tus sen unita en de MPLA in de stad Benguela eerder dit jaar, voel den met name blanken en kleurlingen zich bedreigd door Unita. „Ze noemen ons de kin deren van Agostinho Neto, onze eerste president, omdat hij een blanke vrouw had", zegt een kleurlinge wier zoon in de strijd tegen Unita is gesneuveld. Na de verkiezingen braken on lusten uit waarbij Angolese jon geren in de steden ten strijde trokken tegen de 'boerenpum mels' van het platteland omdat die de stedelijke levensstijl met westerse muziek en kleding zouden bedreigen. „We zullen nooit toestaan dat die rimboe apen onze verworvenheden af pakken", zei een 23-jarige An golees die in de straten van de havenstad Lobito tegen Unita- aanhangers vocht. Veel Ovimbundu gezinnen die in de steden woonden, werden het doelwit van een door rege ringsaanhangers georganiseer de //mpezfl-campagne, een plaatselijke versie van etnische zuivering. Duizenden Ovim- bundus werden vermoord. Vele duizenden meer werden terug gedreven naar het centrale hoogland. Hoewel Unita-functionarissen het ontkennen, heeft de Unita- retoriek duidelijk iets anti blanks en anti-buitenlands. Tij dens straatgevechten in Luanda vonden regeringsaanhangers Unita-documenten waaronder een gedetailleerde lijst met alle vooraanstaande blanken en kleurlingen binnen de MPLA. Na 16 jaar lang te hebben be weerd dat hij vóór de democra tie en tegen het communisme vocht, zegt Savimbi nu dat hij strijdt voor het overleven en de waardigheid van zijn volk. Bij vredesonderhandelingen die onlangs in Zambia zijn begon nen, heeft Unita haar eis her haald dat Angola een federatie moet worden. Hiermee erkent het rebellenleger in feite dat de steden buiten zijn bereik liggen. Als prijs voor de beëindiging van de burgeroorlog eist Unita nu een zekere mate van zelfbe stuur voor het centrale hoog land. VERTALING: MARGREET HESLINGA In Norilsk kan het niemand schelen wie in Moskou de baas is In Angola woedt al achttien jaar een bloedige burgeroorlog. Er is nu een eerste stap gezet tot een bestand. grote steden. Net als in 1902 vormen ze ook nu de onderste laag van de bevolking. In kolo- niale tijden werden jonge Ovimbundus als slaven naar Brazilië gestuurd. Later werden ze naar noordelijk Angola ge bracht om als dwangarbeiders op de koffieplantages te werken. Niet voor niets kreeg Savimbi tijdens zijn verkiezingscampag ne steevast een donderend ap plaus als hij zijn aanhangers voorhield dat een overwinning van Unita zou betekenen dat de zonen van Ovimbundu er „nooit meer op uit zouden wor den gestuurd om koffie te pluk ken". Regeringsaanhangers schilderen Savimbi's beweging af als gewelddadig en achterlijk. Er wordt zelfs beweerd dat Uni- ta-leiders zich met 'toverij' be zig houden. Voor Angolezen een orthodoxe kerk worden ge bouwd." Dat zijn nou niet direct de din gen waar de doorsnee-inwoner van Norilsk van wakker ligt. „Verkiezingen? Ach, 't zijn toch allemaal oplichters. Er is maar één baas in Norilsk en dat is Norilsk Nikel", zegt een potige arbeider die ik in de kantine van een van de hoogovenfabrieken ondervraag. Zijn collega's knik ken. „De burgemeester? Heb ben we die dan?", smaalt een ander. Met deze politici aan het roer lijkt het niet verwonderlijk dat de potentiële kiezers die ik in Norilsk aanspreek geen verband leggen tussen hun dagelijkse problemen en de gang naar het stemhokje. Zij dromen van weggaan uit het oersaaie No rilsk, waar de lonen dankzij ex tra uitkeringen nog goed zijn, maarhet leven slecht. En er is geen politicus die hen een huis of baan op het 'vasteland' kan beloven. Vakbondsleider Boegajev heeft evenmin een hoge pet op van de landelijke politici. Die Gaidar is hier langs geweest, zegt hij, de verachting moeizaam weg- pruimend achter een gebit met veel vals goud. „Hij zou ook met ons praten. Maar hij kwam niet opdagen. Te druk, liet hij we ten." „Weet je waarom er hier in No rilsk geen verkiezingsaffiches hangen? Omdat die politici bang zijn dat ze van het papier afvriezen", grapt Nina's avonds in restaurant annex dancing van hotel Norilsk. Ze is hier geboren en getogen, net als haar drie vriendinnen. „Nee, natuurlijk gaan we niet stemmen. Waarom zouden we? is het enige dat ze over het thema verkiezingen kwijt willen. „Don't vote, let's drink", roept onderwijzeres Olga in haar bes te Engels. Terwijl de band steeds droef- geestiger liedjes speelt over ver loren liefdes en aanverwante emotionele aangelegenheden, troont Nina me de dansvloer op. Ze is wat aangeschoten. Drukt mijn hoofd diep in haar forse decolleté. „Zeur toch niet over verkiezingen. Weet je wat erg is, ik ben 23 en heb nog steeds geen man. Hoe moet ik in Norilsk aan een goede man komen?", snikt ze in m'n oor. Even voel ik me politicus. Ik heb geen echte oplossing voor dit probleem. van het platteland zijn dergelij ke aantijgingen weinig opzien barend. De overgrote meerder heid van de 10 miljoen Angole zen raadpleegt traditionele ge nezers en beoefent de een of andere vorm van voorouderlijke geestenverering. Al 18 jaar vertoont de Angolese burgeroorlog hetzelfde basispa troon: Unita controleert grote gebieden in het platteland, ter wijl de regering in de steden heerst. In de afgelopen weken zijn honderden Unita-strijders omgekomen bij de belegering Roeslan kijkt peinzend naar de poolhemel. Er valt een lange stilte. Zijn hele houding straalt 'weet ik veel' uit. Dan Idaart zijn gezicht op. Hij kijkt me met een brede grijns aan. „Ik denk dat ik twaalf december op rendieren- jacht ben", zegt hij. Wat maakt het een natuurmens zeshonderd kilometer boven de poolcirkel uit welke Rus er in Moskou de baas is? Roeslan jaagt zijn hele leven a! op ren dieren, poolvossen, wolven en vissen. Vroeger moest hij stem men als de helikopter met de biljetten aan boord bij zijn ne derzetting landde. Dan zette hij een kruisje, de helikopter ver trok weer en er veranderde niks. Van de nieuwe democratie in Rusland weet Roeslan inmid dels dat het niet per se noodza kelijk is om op verkiezingsdag de komst van de helikopter af te wachten. Hij mag nu ook vrije lijk klagen tegen de schaarse be zoekers van zijn huisje in de ne derzetting Kresti (Kruizen), ruim 200 kilometer boven No rilsk, over de teloorgang van zijn volk. „Mijn naam is Rus sisch, alles is Russisch hier. Denk je dat er ook maar iemand in Moskou is die het voor ons, onze taal, onze cultuur op neemt?" Roeslan behoort tot de Dolgans, een van de vier kleine volken in het Siberische Poolgebied. Niet dat de Russen ze uit elkaar kun nen houden, deze 'stammen'. Ze noemen ze gemakshalve al lemaal 'Tsjoektsji'.van oor sprong'een volk in Tsjoekotka in het verre noordoosten. Iedere Rus kent de Tsjoektsji omdat ze hei dankbare onderwerp van talloze grappen zijn die tot het Belgen-genre behoren. Maar de regionale politici zijn wel de laatslen die zich druk maken over het lot van de oor spronkelijke bevolking. Voor hen telt slechts de grote meer derheid in het gebied, en die is nu eenmaal Rtissisch. Dus gaan de klaagzangen in Norilsk niet over de toendra en zijn uitster vende populatie, maar over het slechte Moskou dat de subsi diekraan heeft dichtgedraaid maar wel belastingen int. Geld moet er komen uit Mos kou, veel geld, roepen burge meester Tkatsjev van Norilsk, vakbondschef Boegajev en de parlementskandidaten Niko- logorsk en Kolmakov in koor. Dat geld moet in de eerste plaats worden gestopt in de vol gens de directie noodlijdende industriële gigant Norilsk Nikel, een conglomeraat van mijnen, hoogovens en metaalbedrijven, dat Norilsk en omgeving econo misch in leven houdt, maar met een wereldrecord aan zwaveldi- oxyde-uitstoot stad en omge ving ecologisch verwoest. Directeur Filatov (ook parle- mentskandidaat) heeft in de plaatselijke media al gewaar schuwd dat er bedrijven dicht moeten als er geen financiële steun uit Moskou komt. En om dat deze bedrijven zo'n tachtig procent van de beroepsbevol king werk bieden, is dat een waarschuwing die aankomt, zou je denken. Niets is minder waar. 'Beroeps politicus' Sergej Nikologorski, kandidaat voor de Staatsdoema op een waarschijnlijk onverkies bare plaats op de lijst van vice- premier Sjachrai, reageert ver baasd als ik veronderstel dat thema's als werkgelegenheid en milieuverontreiniging zijn cam pagne wel zullen domineren. „Dat er misschien fabrieken dicht moeten, weet iedereen, dat hoef ik de mensen niet te vertellen. En ecologie? Vragen daarover moeten de experts maar beantwoorden. Zijn thema is 'bestuurlijke her indeling'. Hij vindt dat Norilsk niet langer deel moet uitmaken van het gebied Krasnojarsk, maar samen moet met de ok- roek (autonoom gebied) Taimir. „Dan worden we een zelfstan dig onderdeel van de Russische federatie en hoeven onze belas tingen niet af te dragen aan de burocraten in Krasnoyarsk", zo verklaart hij. Dat kan misschien een voor de kiezer aantrekkelijk thema zijn als het wordt gekoppeld aan be stuurlijke standpunten over fi nanciering van milieu- en werk gelegenheidsplannen. Opnieuw kijkt Nikologorski verbijsterd. „Meneer, vragen over milieu en economie moeten door de ex perts worden beantwoord. Bij de 'onafhankelijke kandi daat' Vasili Kolmakov is het al niet beter gesteld. Kolmakov, politie-inspecteur, moet het nu opnemen tegen zes anderen, van wie er vijf uit het 1000 kilo meter zuidelijker gelegen Krasnojarsk komen. Kolmakovs meest populaire thema in de campagne is dat van orde en rust, misdaadbestrijding. Nu tiert de misdaad overal in Rus land welig, maar Norilsk is me de dankzij de excentrieke lig ging en klimatologische om standigheden een oase van rust in de criminaliteitswoestijn. Kolmakov: „Dat kan wel zo zijn, maar in het parlement zit ik voor de landelijke politiek. Dat parlement heeft professionele leden nodig en mijn vak is nu eenmaal misdaad. Kiezers die vragen hebben over de econo mie, over werkgelegenheid moeten elders zijn." Burgemeester Tkatsjev dan? Hij wil weg uit de politiek, zegt dat hij heel misschien gaat mee doen aan de gemeenteraadsver kiezingen die hier volgend jaar maart worden gehouden. „Ik zou hier morgen al weg kunnen, maar ik wil eerst mijn program ma voltooien. Er moet hier nog

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1993 | | pagina 2