'We zijn echt
tot de bodem
gegaan'
Onbegrepen ouders
/T
ZATERDAG 4 DECEMBER 1993
Nog een week en dan trekt ir. René van der Maas (59) officieel
voor het laatst de deur achter zich dicht bij de Kondor Wessels
Groep. Ruim 22 jaar gaf hij leiding aan het bouwbedrijf. Hij
kwam er binnen op een moment dat de onderneming op haar
rug lag. Bij zijn vertrek laat hij een concern achter dat in
blakende welstand verkeert. Omzet en winst groeien, de
orderportefeuille is ronduit riant en het bedrijf slaat zijn vleugels
uit in Duitsland.
Denkwijzer
„Toen ik mijn vader belde om hem te vragen of hij zich
door mij over zijn leven wilde laten interviewen, was ik
behoorlijk zenuwachtig. Ik had eigenlijk gedacht dat hij
het maar een vreemd verzoek zou vinden, dat-ie er ver
moedelijk niet aan zou willen. Maar tot mijn verbazing
reageerde hij heel positief. Het was alsof hij er op had zit
ten wachten tot iemand hem eindelijk eens zou vragen
zijn verhaal te vertellen."
Wat weten we eigenlijk van on
ze ouders? Van hun innerlijk
leven, hun gevoelens en gedach
ten over zichzelf, over elkaar,
over hun eigen ouders? Wat we
ten we van de emotionele ver
wondingen die ze als kind of jon
gere hebben opgelopen en van
hoe die in hun leven hebben
doorgewerkt? Wat weten we van
de gebeurtenissen die in hun le
ven een doorslaggevende rol
hebben gespeeld, van hoe ze el
kaar ontmoet hebben en van wat
hen ertoe gebracht heeft het met
elkaar aan te leggen? En wat we
ten we van hun gevoelens tegen
over ons? Waren we gewenst als
kind? Waren ze meer of juist
minder op ons gesteld dan op de
andere kinderen, en waarom?
De geschiedenis van een mens is
in belangrijke mate de geschie
denis van het geslacht waar hij of
zij uit voort is gekomen. Van alle
instellingen die we kennen, is de
oudste en meest belangrijke voor
ons leven en overleving het ge
zin: de eerste groep in ons leven,
het eerste netwerk van relaties
waarin we ons hebben moeten
invoegen en hechten. Het is
vanuit die eerste groep dat we,
behalve onze erfelijke blauw
druk, ook allerlei andere belang
rijke patronen mee krijgen, zoals
de taal die we spreken, de wijze
waarop we uiting geven (of niet!)
aan onze gevoelens en gedach
ten, onze manieren en voorkeu
ren, houdingen, overtuigingen
en gedragsgewoonten.
Een opgroeiend kind wordt niet
alleen geconfronteerd met de
gevoelens en reacties die het
heeft op zichzelf en op andere
mensen, maar ook met de gevoe
lens die andere mensen, en met
name de ouders, ten opzichte
van hem of haar hebben.
Kortom, ons gezin van herkomst
is een erfenis die op een ingrij
pende wijze onze persoonlijk
heid heeft helpen vormen. In
zicht in de geschiedenis daarvan
helpt ons daarom inzicht in ons
zelf te krijgen. Omdat de hoofdfi
guren in onze gezinsgeschiede
nis doorgaans onze ouders zijn,
zit er nauwelijks overdrijving in
de uitspraak dat hoe beter we
onze ouders begrijpen, hoe beter
we ons zelf begrijpen.
Maar de merkwaardige werke
lijkheid is dat veel kinderen, ook
volwassen kinderen, maar weinig
van hun ouders weten en, dus.
ook maar weinig van hen begrij
pen. Veel kinderen worden zelfs
min of meer angstig als je ze
aanspoort om eens echt per
soonlijk met hun ouders te gaan
kennismaken. Ik merk dat iedere
keer weer als ik studenten die in
opleiding voor psycholoog zijn,
de opdracht geef om hun ouders
te gaan interviewen over hun le
ven. De eerste reacties zijn vaak
in de trant van: 'Ja zeg, moet dat
nou! Ik weet niet of ik dat nou
wel wil. Ik vraag me trouwens
ook af of mijn moeder of mijn
vader daar nou wel zo'n behoefte
aan heeft. Volgens mij komt er
ook niet veel uit. Ik denk dat ik
die mensen er alleen maar ver
drietig mee maak, als ik al die
dingen met ze ga zitten oprake
len'.
Dit soort aarzelingen blijkt bij
nader inzien meestal niets an
ders dan het zoveelste symp
toom van een weinig persoonlij
ke. weinig emotioneei-intieme,
relatie tussen de student en zijn
of haar ouders. Als ik vraag waar
om het nou zo is dat ze nooit of
nauwelijks met hun ouders over
dit soort zaken gepraat hebben,
dan is het antwoord vaak iets on
duidelijks in de zin van: 'Ja, maar
zo is de verhouding niet tussen
ons dat we gemakkelijk over dat
soort dingen praten, mijn vader
praat eigenlijk nooit over zijn ei
gen gevoelens'. Als ik dan aan
blijf aandringeh en vraag: „Maar
waarom doet hij dat niet, weet je
dat? Weet je bijvoorbeeld hoe het
tussen hem en zijn vader was?
En weet je hoe hij het als kind
heeft ervaren, dat er tussen hen
nooit persoonlijk werd gepraat?",
dan moeten ze het antwoord
meestal volstrekt schuldig blij-
k wijs ze er dan op dat het zou
L kunnen zijn dat hun grootva
der met hun vader deed wat hun
vader met hen heeft gedaan, en
wie weet: zij als ze zelf vader of
moeder zijn weer met hun kin
deren zullen doen. Dat laatste
ontkennen ze natuurlijk heftig,
want zij zullen het heel anders
gaan doen. Waarop ik ze wijs op
de mogelijkheid dat hun eigen
vader dat misschien ook ooit ge
dacht heeft, maar er uiteindelijk
toch niet in geslaagd is. „Mis
schien is jouw vader wel onge
lukkig met het feit dat tussen jul
lie nooit een echt persoonlijk ge
sprek op gang is gekomen, wie
weet? Er is maar één manier om
daar achter te komen. Boven
dien, als je het zelf anders wilt
doen. waarom zou je dan wach
ten tot jezelf kinderen hebt, als je
nu al de kans hebt om het anders
aan te pakken".
Gaandeweg ons 'gestoei' over de
opdracht zijn ze dan vaak wel zo
reëel om toe te geven, dat ze ook
nog nooit zelf het initiatief heb
ben genomen tot zo'n gesprek
met hun vader (of moeder) en
dat ze dus in werkelijkheid ook
niet weten hoe de reactie op zo'n
verzoek zal zijn.
En die reactie valt hen bijna al
tijd mee. Veel ouders reageren
op de manier van de vader van
de studente, waar ik het aan het
begin over had. Hoew el ze soms
wat vlinders in de buik hebben,
gaan ze gewillig en niet zelden
zelfs gretig op het verzoek in. Als
de studenten dan, gewapend
met hun interview-schema, op
de afgesproken tijd in het ouder
lijk huis verschijnen, is het niet
alleen zo dat het gesprek vaak
veel langer duurt dan gepland,
maar vooral dat ze gevoelens en
gebeurtenissen te horen krijgen
waar ze absoluut geen idee van
hadden, maar die hun wel veel
beter doen begrijpen waarom
bepaalde dingen in het gezin zo
liepen als ze gelopen zijn.
T k heb nooit begrepen".
^1 schreef een student in zijn
verslag, „waarom mijn vader ons
nooit aanraakte en vaak zelfs
heel spastisch deed als wij dat
wel bij hem deden. Totdat hij
vertelde dat hij tijdens de oorlog
als 14-jarig jongetje ooit betrapt
was op een soort van homo
seksueel spelletje met een leef
tijdgenootje en ze beiden naar
het politiebureau werden ge
sleept. Het halve dorp wist bin
nen de kortste keren wat er ge
beurd was en slingerde hen een
tijdlang alles wat goor en lelijk
was naar het hoofd. Sindsdien
had hij nooit meer een jongen,
zelfs niet zijn eigen zoons, dur
ven aanraken. Hij werd op een
gegeven moment vreselijk emo
tioneel toen hij het vertelde en ik
had ontzettend met hem te
doen. Ik hem hem zelfs even
aangeraakt hoewel ik het moei
lijk vond omdat hij er toch ge
spannen van raakte".
De student voegde eraan toe, dat
het gesprek iets heel belangrijks
in het contact tussen hem en zijr
vader had teweeg gebracht, al
kon hij er niet precies de vinger
op leggen wat dat was. Dat is de
ervaring van de meeste volwas
sen kinderen, die de moeite en
de tijd nemen om zich door hun
ouders te laten vertellen hoe het
zo gelopen is. Ik ben dan soms
bijna geneigd om iedere volwas
sene een interview-schema in
handen te stoppen en te roepen:
'Ga naar huis!'. Want in zekere
zin is er niets zo verdrietig als de
genen waaruit je voort bent ge
komen als vreemden te moeten
begraven: voor een groot deel
onbegrepen en daarom voor een
groot deel niet vergeven.
RENE DIEKSTRA
hoogleraar klinische en
gezondheidspsychologie
Zijn afscheid een opvolger is er nog nietluidt ook het
vertrek in van de raad van bestuur van de Kondor Wessels Groep
uit Leiden. Komend voorjaar wordteen nieuw hoofdkantoor
betrokken in het Twentse Rijssen. Maar dat betekent niet dat
IBB Kondor Leiden verlaat. Als onderdeel van Kondor Wessels
West met ook vestigingen in Amsterdam en Nieuw-Beijerland
en een totale omzet van zo'n 120 miljoen gulden blijft het een
van de grootste bedrijven van Leiden. Dit deel van de
onderneming, met220 werknemers, blijft gewoon bestaan.
van daaruit naar Berlijn gegaan. Mijn colle
ga-lid van de raad van bestuur. Dick Wessels,
zit er een groot deel van de tijd."
Uniek
Daarmee is ook de opvolging van René van
der Maas aangesneden. Een directe opvolger
als voorzitter van de raad van bestuur heeft
hij niet. Nog niet zo lang geleden werd de tot
dan toe tweehoofdige raad uitgebreid met
een financiële man. Herman Hazewinkel.
Maar het is de bedoeling dat er nog iemand
bij komt. „Die moet zich gaan bezighouden
met de Nederlandse markt. Wessels kan zich
dan op Duitsland concentreren. De Duitse
markt moet voor ons uiteindelijk even be
langrijk worden als de Nederlandse. Maar het
is heel moeilijk iemand te vinden. Of er uit
eindelijk weer een voorzitter wordt aangewe
zen, moet dan maar blijken", verklaart Van
der Maas het gegeven dat bij zijn vertrek op
10 december de aandeelhouders geen voor
stel wordt voorgelegd over zijn opvolging.
Het afscheid zelf ziet hij vooralsnog met
gemengde gevoelens tegemoet. Hij laat een
bloeiend bedrijf achter met zo'n 1900 perso
neelsleden en een omzet van naar verwach
ting ruim 850 miljoen gulden in dit lopende
jaar (vorig jaar 700 miljoen), terwijl de winst
ook verder zal groeien (vorig jaar 23,4 mil
joen na aftrek van de belastingen). De Kon
dor Wessels Groep heeft bovendien een por
tefeuille met orders van ongeveer een miljard
gulden, waaronder de bouw van twee nieuwe
rechtbanken (Den Bosch en Almelo). Van der
Maas: „Het is uniek dat een bouwbedrijf aan
zienlijk meer dan de jaaromzet aan orders in
portefeuille heeft."
Van der Maas neemt afscheid bij Kondor Wessels
Maas nog steeds. „Het bedrijf liep goed."
Onderhandelingen met Van Herk leidden
tot niets. Van Herk die vond dat de aan
deelhouders buitenspel waren gezet pro
beerde vervolgens op de aandeelhoudersver
gadering van 17 december 1989 de commis
sarissen naar huis te sturen en Van der Maas
als directeur te laten schorsen. „Terwijl hij in
feite vond dat ik het goed deed", grijnst Van
der Maas. Enige tijd na die mislukte actie
deed Van Herk uiteindelijk zijn belang in IBB
Kondor over aan de Amlyn-Groep.
Springplank
Daarvan werden alle partijen ook Van
Herk beter. Via Amlyn kwam IBB Kondor
in contact met de Wessels Groep uit Rijssen,
waarmee in 1990 een fusie is aangegaan.
Wessels was al langer actief in Duitsland, had
een eigen vestiging in Remscheid in het
Ruhrgebied. En dat betekende een spring
plank naar de Duitse activiteiten die aan de
basis staan van de groei die de Kondor Wes
sels Groep de afgelopen jaren doormaakte.
Die begon met de aankoop van gronden in
de omgeving van Berlijn, direct nadat de
Muur was gevallen. Van der Maas: „Dat is
echt een stap waaruit blijkt dat de kost voor
de baat uitgaat. We investeerden daar miljoe
nen in een heel onzekere periode. Maar wij
hebben er nu veel projecten die goed rende
ren. We doen alles zelf: de aankoop van de
grond - waar we met een eigen systeem bou
wen - en de verkoop van de huizen. Een pro
ject gaat pas van start als er voldoende ko
pers zijn. We zijn nu ook betrokken bij de
stedebouwkundige invulling van een
ter gebied tegen het zuidoosten va
Berlijn."
Volgens Van der Maas is de Kondor
Wessels Groep het enige Nederland
se bouwbedrijf dat op grote schaal
actief is in Berlijn. „En dat terwijl er
toch genoeg te doen valt. Er bestaat in het
voormalige Oost-Duitsland een potentieel
aanbod aan bouwopdrachten van zo'n 150
miljard, dat is nogal wat. Berlijn wordt één
grote bouwput. Wij waren daar op tijd bij.
Misschien is het ook wel laat om daar nu in
te springen. Om het goed te doen heb je er
een eigen vestiging met eigen mensen nodig.
Wij hadden er al een in Remscheid en zijn
Geen vrees
De 59-jarige scheidende bestuursvoorzitter
realiseert zich nu dat hij daar afscheid van
moet nemen. „Maar ik heb na de fusie afge
sproken nog drie jaar te blijven, dat is drieën
eenhalf jaar geworden." Hij keert niet terug
als commissaris. „Dat is niet de gewoonte bij
ons. Bovendien lijkt het me een ongezonde
situatie om zo kort nadat ik uit de leiding van
het bedrijf ben gestapt, als commissaris toe
zicht te houden. Maar ik blijf op afroep be
schikbaar."
Voorlopig verheugt de theater-, maar voor
al cabaretliefhebber Van der Maas zich op
zijn afscheidsfeest op 10 december in de
Leidse Schouwburg. „Dat is echt mijn
poederdoos. Ik ben gek op die
schouwburg." Vrees voor een zwart
gat na zijn pensioen kent hij niet.
„Ik heb veel in te halen. Ik wil
gaan reizen en er wacht veel te
lezen. Ik lees nu wel de recen
sies, maar niet de boeken. En
ik wil een oude hobby weer
ter hand nemen: het schrij
ven van cabaretteksten."
Ir. René van der Maas, scheidend directeur van
de Kondor Wessels Groep: „Het is uniek dat
een bouwbedrijf aanzienlijk meer dan de jaar
omzet aan orders in portefeuille heeft."
k wist dat het niet goed ging. Maar
I zó slecht... Dat was niet te voor-
.JL. zien." Scheidend directeur ir. Re
né van der Maas typeert de situatie die hij in
1971 aantrof bij het toenmalige IBB Kondor.
„Het bedrijf was bijna geveld. De omzet liep
snel terug. Op een gegeven moment hebben
we het niveau uitgerekend waar de omzet
absoluut niet onder mocht komen, het
break-even-poinL Dat lag toen bij 45 miljoen
gulden. Nou, de omzet zakte uiteindelijk van
100 miljoen op jaarbasis tot 46 miljoen gul
den. Daarna is de groei weer op gang geko-
I Dat jaar (1971) werd afgesloten met verlies.
Het enige verliesjaar dat Van der Maas mee-
1 maakte bij IBB Kondor. Reden voor de schei-
i dend directeur om bijna vertederd te spreken
over 'ons verliesjaar'. Indertijd ging het ech-
ter om harde werkelijkheid. Dat het bedrijf
overleefde, schrijft Van der Maas mede toe
aan het vertrouwen dat enkele grote op
drachtgevers bleven stellen in IBB Kondor.
„Het was natuurlijk bekend dat het niet goed
ging. Toen wij op een gegeven moment bij de
Rijksgebouwendienst als laagste inschrijver
uit de bus kwamen, heeft de directeur zijn
nek voor ons uitgestoken. Ondanks twijfel
over de oplevering, werd ons de opdracht
vergund. Mede door dat soort gebaren kwa
men we geleidelijk uit het dal."
Juist om te laten zien dat IBB Kondor nog
bestond, besloot Van der Maas toen het her
stel intrad hier en daar aan de weg te timme
ren met gerichte sponsoring. In Leiden ging
er geld naar de voetbalvereniging UVS. Op
landelijk niveau naar het Nederlands Basket
balteam. „Dan zie je dat het vertrouwen
wordt hersteld. Juist ook omdat we waar
maakten wat we zeiden. We hebben nog
nooit een prognose gedaan die niet uitkwam,
ook toen niet."
Hectisch
De strijd om het bestaan woedde niettemin
nog volop. Om een hoogstnoodzakelijk bank
krediet te krijgen was IBB Kondor genood
zaakt een convertibele lening (die later wordt
omgezet in aandelen) aan te gaan die werd
gegarandeerd door de Belgische onderne
ming SocoL Dat bedrijf ging vervolgens fail
liet hetgeen uitliep op een regelrechte bedrei
ging voor IBB Kondor. Van der Maas reisde
naar Brussel af, bleef er een week en wist uit
eindelijk het inmiddels geconverteerde aan
delenpakket terug te kopen. „Ik ben er sim
pelweg elke dag naar toe gegaan. Toen het
was gelukt, losten we die lening direct af.
Vervolgens hebben we een soort vrijheids
feestje gevierd." Over die hectische tijd zegt
Van der Maas achteraf: „We zijn echt tot de
bodem gegaan, daarmee doe je voor.het le
ven praktijk op."
IBB Kondor kwam vier jaar geleden op
nieuw in woelig vaarwater. Het ging toen wél
goed met het bedrijf. Maar de Rotterdamse
grootaandeelhouder A. van Herk oordeelde
dat de onderneming zijn geld te veel oppotte
en dat de middelen met meer rendement
konden worden belegd. IBB Kondor reageer
de op de druk van die kant met bescher
mingsmaatregelen. Die kwamen er op neer
dat het vermogen van het concern werd ge
stald bij de dochterondernemingen waardoor
de zeggenschap van Van Herk zich in de
praktijk beperkte tot de 'lege' houdstermaat
schappij. Een terechte stap, vindt Van der