Spanningen in een gastgezin 'Dikkertje Dap was een lokeend' ZATERDAG 4 DECEMBER 1993 De Leidse familie Bosman-Van der Toorn haalde in maart van dit jaar twee vluchtelingen uit Sarajevo in huis: de 28-jarige Katica Lijak en haar 8-jarige zoontje Bernard. Katica en Bernard verblijven op de bo venverdieping van de eengezinswoning. In middels met een rat als huisdier. Het zou maar vooreen paar maanden zijn, dacht iedereen. De eengezinswoning in 'de hadden kunnen zeggen dat er in de regio een consulent was aangesteld, dat er projecten bestonden. Daar waren ze van op de hoogte. We moesten het echter via-via ontdekken", zegt Van der Toorn. Haar echtgenoot: „De mensen die hier zit ten, zouden toch gewoon begeleid moeten worden? Dat is waar Leiden zich op voor laat staan. Maar theorie en praktijk liggen ver uil elkaar. Bij de gemeente weten ze vaak niet eens voor welke zaken je je bij welk loket of instelling moet melden. Het is vreemd te merken dat je beter weet hoe het zit, dan de gemeente die zich profileert als vluchtelin- genstad." Volgens medewerkster Leonie van Blijswijk van Vluchtelingenwerk Leiden/Oegstgeest is het vanaf het begin het beleid geweest om mensen zoals Katica en Bernard niet op te vangen via de stichting. „Deze mensen vallen onder de Tijdelijke Regeling Opvang Ont heemden (TROO), zolang ze geen status heb ben. In eerste instantie zouden ze slechts tij delijk in Nederland verblijven. Inmiddels we ten we dat hun situatie niet zo tijdelijk is. Maar deze mensen kunnen nu versneld hun procedure doorlopen. We staan degenen die onder de TROO-regeling vallen natuurlijk wél te woord", aldus Leonie van Blijswijk. „Maar begeleiding van gastgezinnen is altijd gere geld vanuit de regio-kantoren. Of we die mensen dan niet door hadden moeten ver wijzen? Ik begrijp uw vraag niet helemaal. Waarom zouden we die mensen moeten doorverwijzen...? De gastgezinnen meldden zich toch aan via het landelijk project van Vluchtelingenwerk?!" „Dat is nu precies zo'n reactie, die we de hele tijd horen als we daar op kantoor ko men", zegt Anneco. Zij en haar man hopen dat ze niet gedwongen worden zelf een be slissing te nemen. Een beslissing om Katica en Bernard toch maar naar de centrale op vang te sturen. Anneco: ,Als we maar wisten hoe lang het nog gaat duren. Als ze maar zouden zeggen: .Nog twee maanden en dan valt er een beslissing over een asielstatus'. Ik wilde dat we een datum kenden, dan kon je daar naar toe leven. Nu weten we niets en daar valt moeilijk mee te leven. Het is alle maal zo onzeker. Ik heb echt zoiets van: ik hpop dat we niet hoeven te zeggen dat het niet meer gaat. Want dat zou ik als een falen beschouwen." Moeilijk Voor Katica blijft het intussen de vraag hoe haar toekomst er uit zal zien. „Het is heel moeilijk, nu. Ik hoop dat ik snel hoor of ik in Nederland mag blijven. Als ik de A-status heb, kan ik me inschrijven voor een woning en werk zoeken. Ik dacht dat ik vóór juni mijn status zou krijgen. Iedereen had dat te gen me verteld. Maar op het ministerie zeg gen ze dat het ontzettend druk is. Het gaat wel goed hoor. Af en toe een stukje wande len, wachten tot drie uur, de kinderen van school halen. Bernard is soms een beetje las tig. De eerste twee maanden wilde hij niet eens naar school; telkens hoofdpijn. Nu heeft hij vriendjes. Ik denk dat ik voorlopig wel in Leiden wil blijven. Het is moeilijk om naar een volgende stad te verhuizen. Dan moet Bernard opnieuw naar een andere school. 'Wisten we maar een vertrekdatum.... Mors' is echter zo'n negen maanden later nog steeds 'overbevolkt'. De lange periode zonder privacy begint zich te wreken. De kinderen kunnen niet meer met elkaar opschieten en dat zorgt ook voor span n ingen tussen de volwassenen. Uitzicht op een spoedige oplossing is er niet. De asielaanvraag van Katica en Bernard ligt ergens op een heel grote stapel. In de lente van dit jaar, stonden de Bosnische vluchtelingen Katica Lijak en haar zoontje Bernard van de ene op de andere dag met een paar zakken spullen op straat. Buiten gezet door familie in Am sterdam waar ze logeerden. Hun oplossing voor het schrijnend probleem lag in Leiden, waar een collega - bekend met de problema tiek - van Anneco van der Toorn gehoor vond bij haar en echtgenoot Peter Bosman. „Het was een noodsituatie", zegt Anneco van der Toorn. „We hebben toen na rijp be raad besloten dat Katica en Bernard een paar maanden konden komen. De bovenste ver dieping ruimden we leeg en sindsdien slapen onze ldnderen bij elkaar op de kamer. We dachten toen allemaal nog dat Katica in mei haar A-status zou krijgen. Zo waren de be richten. Maar het eerste interview heeft Kati ca pas in september gehad en nu liggen de papieren ergens op de grote stapel. Iedereen zegt dat het voor voormalige Joegoslaven makkelijk is om de A-status te krijgen. Het. gaat echter langzaam, heel langzaam." De familie Bosman-Van der Toom en Kati ca en Bernard voelen zich door alles en ie dereen in de steek gelaten. Ze namen niet via de geëigende weg deel aan het zogenaamde gastgezinnen-project van Vluchtelingenwerk Nederland Katica en Bernard kwamen op eigen initiatief in huis maar hadden wel recht op begeleiding van^de stichting. Tot voor kort, want Vluchtelingenwerk zette in augustus het project stil, nadat het een jaar had gedraaid. Het gastgezinnenproject was een noodstap, vanwege de grote toeloop van mensen uit het voormalige Joegoslavië. „We hebben het vooral gezien als een aan vulling op de gewone opvang in centra", zegt Fronnie Biesma van het landelijk bureau Vluchtelingenwerk in Amsterdam. „De men sen die zich aanmeldden, hebben we aange raden om maximaalj voor drie maanden vluchtelingen in huis te nemen. Want het is niet niks om zo maar ineens met een stel an deren in huis te zitten." Sinds 1 augustus van dit jaar bemiddelt en begeleidt Vluchtelingenwerk niet meer. „In een jaar tijd zijn er 230 gastgezinnen inge schakeld", zegt Biesma. „Van dat aantal had den zich er 153 bij Vluchtelingenwerk aange meld. De andere gastgezinnen namen zelf initiatief. Al zijn we met het project opgehou den, dat wil nog niet zeggen dat et geen gast gezinnen meer zijn; 60 nog. In veel gevallen gaat het heel goed en is er erg veel ruimte in huis. Maar er zijn er ook die toch een beetje krap zitten. Mocht het écht misgaan, dan kunnen de vluchtelingen altijd naar de cen trale opvang. Dat houden we de mensen ook voor. Maar aan de andere kant ligt het ook heel erg emotioneel. Men neemt die beslis sing niet makkelijk." Gecompliceerd Dat laatste zeggen Peter Bosman en Anneco van der Tóórn ook. „Centrale opvang is wat ons betreft alleen een oplossing in een crisis situatie. We hebben A gezegd, we moeten nu ook B zeggen. Ik vind dat we Katica en Ber nard niet nog een keer ergens anders naar toe kunnen sturen. Maar intussen is het heel gecompliceerd geworden, vooral door de kin deren." Bernard kan niet meer zo goed opschieten met Joost, de 12-jarige zoon van Anneco en Peter die ook nog Sijmen (5)* en Emiel (8) hebben. Anneco: „Bernard vraagt veel aan dacht. Hij is alles kwijt: zijn vader, vorig jaar overleden, en zijn land. Hij kreeg een totaal andere opvoeding. Dat maakt het heel moei lijk. Bovendien heeft Bernard overmatig veel energie; hij praat en beweegt de hele tijd. Tussen Joost en Bernard gaat het niet goed meer, het is haat en nijd", zegt Anneco. Pe ter: [,Het geduld van Joost is op. Hij incas seert gewoon niet meer. We zijn nu bezig af spraken aan te scherpen. Eerst zaten ze bij voorbeeld met elkaar in bad, dat hebben we afgeschaft." Joost komt beneden. „Bernard wil zijn groene tas hebben", zegt hij. „Hij durft zelf niet naar beneden te komen, nu." Als hem gevraagd wordt hoe de verstandhouding met zijn gastbroertje is, zegt hij: „We hebben veel ruzie. Heel vaak zegt Bernard bijvoorbeeld: 'Wil je met me vechten?'. Dat wil ik dan niet, maar dan begint hij toch. Nou, ik ben de sterkste maar dat wil hij gewoon niet toege- .Op zichzelf is het idee om vluchtelingen in gastgezinnen op te vangen niet slecht, vindt de Leidse familie. „Waar kunnen vluchtelin gen immers beter integreren, wennen aan een nieuw land, dan in een gezin?", zegt An neco Van der Toorn. „Maar dan moet het wel goed geregeld zijn. Als ik zeker wist dat men sen voor drie maanden bij je blijven, dan zou ik echt overwegen om eens in de twee jaar vluchtelingen in huis te nemen. Nu is het niet goed geregeld. We weten niet wanneer er schot in de zaak komt, en pas als Katica haar status krijgt mag ze zich inschrijven Kritiek Het brengt de familie Bosman-Van der Toom direct bij een volgend punt van kritiek: de slechte begeleiding door Leidse instanties. Peter Bosman: „Het is wrang om te horen dat Leiden zich profileert als vluchtelingenstad, er zelfs een prijs voor heeft gekregen." Vluch telingenwerk Leiden/Oegstgeest is volgens de familie tekort geschoten in begeleiding en tips. „De plaatselijke afdeling van Vluchtelin genwerk doet niet aan opvang van mensen uit voormalig Joegoslavië. Ook niet als ze in gastgezinnen worden geplaatst. Dat begelei ding niet vanuit Vluchtelingenwerk Leiden gebeurt, kan ik fne nog voorstellen. Maar ze „we kunnen Katica en haar zoon niet zomaar FOTO'S JAN HOLVAST Katica (links), Anneco en Peter. Ze leven al te lang met elkaar in één huis. De spanningen lopen hoog op, maar - zegt de familie Bosman-Van der Toorn - wegsturen". 'Leidse Sleuteltjes'prominent in discografie ANNEMIEK RUYGROK De naam van de straat in Sassen- heim kan bijna geen toeval zijn: Frankenhorst. Henk Franke is er neergestreken, toen hij het Leidse voor het Sassenheimse verruilde. De discografie die Peter Oosterhout van het op plaat vastgeleg de werk van Annie M.G. Schmidt heeft sa mengesteld, is voor Franke en zijn vrouw aanleiding de plakboeken weer eens tevoor schijn te halen. En daarin paraderen de Leid se glippertjes uit de jaren vijftig, zestig en Ia- ter. Eerst in hun eigen, keurige kleding, op la tere foto's de meisjes in rokjes waarop de gi raffe ,van Dikkertje Dap staat afgebeeld. Franke richtte in 1948 de Leidse Sleuteltjes op. Het koor had toen een beperkt repertoire tot zijn beschikking. 'Een karretje dat op de zandweg reed', 'Berend Botje', wat Sinter klaas- en kerstliedjes, maar dan hield het wel op. Sterk verouderd was het. Swingen deed het niet. „Alles is toeval in het leven", zegt Franke nu. De 'Sleuteltjes' traden wel eens op voor de NCRV-radio. En via opnameleider Luc Ludolf kwam Franke in contact met Paul Christiaan van Wegtering. Die had al heel wat rijmpjes van Annie Schmidt van muziek voorzien en zocht nu een koor dat die liedjes op plaat wilde uitvoeren. „Hij had ze al zes jaar op de plank liggen. Ik zag wel wat in die liedjes. En zo is het allemaal ontstaan. We werden trendsetters." Veel vertrouwen in het produkt was er niet, getuige de reactie van de vibrafonist bij de plaatopnamen: „Als je over zes jaar tien pla ten hebt verkocht, mag je blij zijn." Het zou een heel andere richting uitgaan: duizenden schijven over de toonbanken. Voor Dikkertje Dap werd zelfs een gouden plaat uitgereikt die nu aan de muur in de Frankenhoïst hangt te glimmen. Televisie-optredens en ra dioprogramma's waren aan de orde van de dag. TTet koor werd landelijk beroemd. 'Dikkertje 11 Dap', 'Beertje Pippeloentje', 'De Poedel man', 'Diedeltje Dei', 'De Lapjeskat', geen kind in Nederland dat de liedjes niet mee kon zingen. Overal waar iets gevierd moest worden, draafden 'De Leidse Sleuteltjes' op. Of dat nu tijdens de Leidse 3 oktober-optocht was, of bij een nationale gebeurtenis. „Ook in de legendarische 'Open het dorp'-uitzending van Mies Bouwman. Daar moest je je neus laten zien. Dikkertje Dap was toch een soort lokeend." „Van Westering had een klassieke achter grond. Dat kun je in Dikketfje Dap nog ho ren, luister maar." Franke neemt plaats ach ter de piano en speelt een paar akkoorden: „Dit stukje is in adan gaat hij naar c en ein digt weer in a. Dat was voor een kinderliedje in die tijd heel ongewoon. Maar het springt er wel uit. Op die kinderdeuntjes waren we inmiddels wel uitgekeken." Over belangstelling voor het koor had hij niet te klagen. Kinderen stonden te dringen om te worden toegelaten. Franke kreeg zelfs een verzoek van het academisch ziekenhuis om cara-patiëntjes in het zangkoor op te ne men, omdat zingen goed voor de longetjes is. „Ach en soms zat er een kind tussen dat ab soluut niet kon zingen. Maar dat wilde dan Henk Franke achter het klavier: „Dit stukje is in a. zó graag, was zó enthousiast.... Dan zei ik te gen zo'n kind dat het bij een optreden of een plaatopname maar lipbewegingen moest maken. Dan deed het toch mee." De play back-show avant la lettre. Henk Franke heeft heel wat aan die Leidse rrr waarmee zijn nachtegaaltjes rijkelijk waren bedeeld, moeten schaven. „Maar daar had ik een trucje op bedacht. Er zaten altijd wel kinderen bij die een gewone r tot hun be schikking hadden. Die liet ik woorden als em mer gewoon uitspreken. En tegen de anderen zei ik: 'Zing die r maar niet. Zing maar ge woon emme'. Nou, dat viel helemaal niet op." Hij vindt het trouwens helemaal niet erg dat je aan een koor kunt horen uit welke stad het komt. „De Damrakkertjes hoor je echt duidelijk Amsterdams zingen. En tegenwoor- Dan gaat hij naar c en eindigt weer in a." FOTO DldK HOOGEWONING dig met die 'Kinderen voor kinderen' hoor je een Gooise r. Die is weer bekakter." Wat de 'Sleuteltjes' konden, moesten an dere koren ook kunnen. De concurrentie zat niet stil. In de roes van het succes waren er velen die de liedjes van 'Annie M.G.' op het repertoire namen. De Damrakkertjes zongen een Amsterdamse Dikkertje Dap, de Karekie- ten, De Schellebellen, de Merels, allemaal hadden ze wel iets met 'Beertje Pipeloentje' of 'Tante en oom uit Laren'. Henk Franke: „Maar zelf vind ik nog steeds dat De Leidse Sleuteltjes spontaner klinken. Er zijn zelfs mensen die horen of 'Dikkertje Dap' door ons of een ander koor wordt ge zongen." En hoe zit het met de uitvoering door VOF De Kunst? Franke trekt een vies ge zicht: „Getsie, dat is toch .niks voor een pop band. Houd me ten goede, niks tegen pop hoor. Maar dit liedje moet je door een kin derkoor laten zingen." Franke heeft zelf ook teksten van de schrijfster op muziek gezet. „Dat valt helemaal niet mee. Want ze houdt zich niet aan het metrum. Je moet soms een woord schrappen of juist erbij voegen om het te laten kloppen." Een keer heeft hij haar ontmoet, toen ze hem vroeg een plaatje met allerlei spelletjes te maken. „Een tof wijf. Ze gunde me die opdracht." Misschien omdat ze De Leidse Sleuteltjes als haar 'lijfkoor' be schouwde? „Dat kun je wel zo stellen, ja." Het is alweer tien jaar geleden dat Franke ermee ophield. 'De Leidse Sleuteltjes' hielden in 1983 op te bestaan. „Ik was .bang voor het Heintje Davids-syndroom. Je moet op het hoogtepunt stoppen. En een opvolger zag ik niet zitten. Ik was 35 jaar de organisa tor, dirigent, begeleider en wat al nfet meer van het koor geweest. En dat allemaal naast mijn baan als onderwijzer. Ieder mens heeft zijn eigen uitstraling. En als je dan een ander de leiding geeft, dan wordt het toch een an der koor, lijkt me." Twee jaar geleden verscheen een verza- mel-cd van 'De Leidse Sleuteltjes'. „Die loopt als een trein. Ja dat is ons laatste wapenfeit." Echte kinderkoren zoals in de jaren vijftig of zestig, zijn er volgens Franke nu nauwe lijks meer. „Ja 'Kinderen voor Kinderen'. Maar dat is zo gepoetst, zo commercieel. Ik heb eigenlijk medelijden met die kinderen. Die staan maar een beetje te playbacken, worden helemaal uitgedost. Het is tegen woordig meer een showtje. Maar ach, die kinderen zelf zullen het wel leuk vinden." 'Op elke 33 minigroove', discografie Annie M.G. Schmidt, waarin opgenomen de be schrijvingen van 7 kinderkoren uit de jaren '50 en '60. Te verkrijgen bij Peter Ooster hout, Tichelweg 6, 7523 AL Enschede, Menig Leids nachtegaaltje heeft het keeltje stukgezongen in het koor 'De Leidse Sleuteltjes'. En vaak was het een liedje van Annie M.G. Schmidt dat de glippertjes naar grote hoogten zongen. Onder de titel 'Op elke 33 minigroove' heeft Peter Oosterhout uit Enschede de discografie van Annie M.G. Schmidt samengesteld. Belangrijk onderdeel daarvan: de kinderliedjes door koren als 'De Leidse Sleuteltjes (prominent aanwezig) en later 'De Damrakkertjes' en 'De Karekieten Oprichter van de 'Sleuteltjes' Henk Franke: "Echte kinderkoren zoals toen, zijn er nauwelijks meer.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1993 | | pagina 37