De 'gijzelaars' van Ruslands Noordpool NOORWEGEN ZWEDEN Barentsz Zee FINLAND Zembla St. Petersburg WIT- RUSLAND Archangelsks «Smolensk Moskou Norilsk Jekaterinboerg Samara Jakoetsk Rostov Ochotsk Astrachan Novosibirsk Baikalmeer Aralmeer Irkoetsk KAZACHSTAN Oelan-Oede TURKMENISTAN Het vriest 37 graden als we de stad in de poolnacht binnenrij den. De wind zwiept stuif sneeuw door de kaarsrechte straten, waar langs eentonige rijen flatblokken zijn neerge- plant. Voor je plezier ga je niet naar Norilsk. De stad is een jaar of vijftig oud en een le vend monument van het stalinisme. Begin jaren twintig werden in dit gebied bodem schatten ontdekt. Stalin verordonneerde tien jaar later dat de Pool ontgonnen moest wor den. De factor arbeid was nog het minste probleem. Norilsk werd een schakel in de be ruchte Goelag de werkkampen waar crimi nele en politieke gevangenen hun bijdrage mochten leveren aan de opbouw van het Sovjet-socialisme. Sommigen van die gevangenen heb ben zelf voor levenslang Norilsk geko zen. Zoals Galina Aleksandrova, onze gids in het kleine stadsmuseum. Galina was gedetineerd in het vrouwenkamp, één van de zes strafkolonies rond No rilsk. Ze werd in 19.45 op 17-jarige leeftijd met vrijwel al haar klasgeno ten op een middelbare school West-Oekraine gearresteerd. 2 kreeg tien jaar werkkamp wegens 'nationalistische sympathieën'. Een jaar na Stalins dood in werd ze vrijgelaten, maar nog vijf jaar als 'vrije banneling' in Norilsk blijven. Ze trouwde, kreeg kinderen etT is nu een van de slachtofers van de 'paradox van het noorden'. Terug naar Oekraine is on mogelijk geworden. Waar zou ze moeten wonen? Boven dien is ze gewend geraakt aan het harde leven en het compenserende volle loon zakje. De lonen liggen van wege de speciale 'Pooltoe- slagen' tweeëneenhalf keer zo hoog als op 'het vaste land'. „Toen ik hier kwam. werd al volop i mijnen gewerkt en draaide de eerste nikkel- fabriek. We werkten twaalf tot zestien uur per dag, praktisch met onze blote handen; alleen een schop, een spade of houweel. Zo is No rilsk uit de grond gestampt", vertelt ze met zachte, toonloze stem. Ze wijst op de foto's in de twee ruimtes die door Moskouse kunstenaars zijn ingericht als herinnering aan Stalins gruwelen in de pool- goelag. Prikkeldraad omcirkelt foto's en do cumenten, hier en daar zijn er speelkaarten op vastgeprikt. „Daarmee wordt gesymboli seerd hoe ongewis de toekomst voor ons was", legt ze uit. Trots Het valt moeilijk deze vrouw te begrijpen. Ze vertelt emotieloos over de naar schatting (want archiefstukken zijn er volgens haar niet meer) een kwart tot een half miljoen doden die twintig jaar Goelag rond Norilsk heeft op geleverd. Ze verhaalt over de doden die vie len tijdens de opstand in de kampen in 1953, toen na Stalins dood de criminelen amnestie kregen, maar de politieke gevangenen niet. Maar er klinkt ook enige trots in haar'stem door als ze vermeldt dat Norilsk tijdens de oorlog wel zeven keer is onderscheiden door Moskou. Omdat de eigen nikkelproduktié („Tot 1942 moesten we aan Canada voor een ton nikkel drie ton goud betalen") een gewel dige bijdrage leverde aan de snelle opbouw van het Sovjet-tankleger en daarmee aan de ondergang van het Hitier-fascisme. Ze kijkt ons niet begrijpend aan, als we on gelovig reageren op haar mededeling dat na 1954, toen de politieke gevangenen uit No rilsk waren verdwenen, uit alle delen van de Sovjetunie enthousiaste vrijwilligers naar No rilsk kwamen om de stad uit te bouwen. Hoe zo enthousiast, was dat niet op orders van de partij? „Misschien. Misschien ook omdat er hier huizen werden gebouwd, en er goed geld te verdienen viel. Maar er heerste zeker ook een enthousiaste sfeer van wederop bouw", zegt ze. Onomkeerbaar De dag na onze aankomst stijgt de tempera- y tuur plotseling vijftien graden. Maar aange- 1Tj naam is het allerminst. Pas rond een uur of .ii tien 's morgens wijkt de duisternis voor een depressief grijs; een palet van natuur en che- j mie, sneeuwjacht en smog van de talloze schoorstenen van de raffinaderijen, hoog ovens en metaalbedrijven die het kombinat Volgens officiële gegevens stoot dat kombi nat jaarlijks twee miljoen ton zwaveldioxyde de poollucht in; ongeveer evenveel als indu strie en autovervoer in landen als Zweden of Italië produceren. Nadeel voor Norilsk is, dat het in een vallei ligt, omgeven door het Poetorana-laaggebergte. Vooral zomers, als de wind is verdwenen, blijft de smog verstik kend boven de stad hangen. „Norilsk is de meest vervuilde stad ter we reld", zegt filmer Joeri Gladisj in zijn bloed hete woonkamer, waar de ramen met plak band ondoordringbaar zijn gemaakt voor tocht en frisse lucht. „Bij mensen die hier langer dan tien jaar wonen, treden onom keerbare veranderingen in het lichaam op", voegt hij eraan toe. „Norilsk is eigenlijk'altijd een Goelag gebleven." Welke veranderingen, vragen we nieuws gierig. Hij kijkt ons peinzend aan. „De biolo gische aan de luchtwegen. Bronchitis is hier dé volksziekte vanwege de tonnen zwavel dioxide die het kombinat produceert. En psy chologische veranderingen zijn er eveneens, ook al is dat minder onderzocht." „Ik woon hier nu tien jaar, maar herinner me mijn eerste dag nog heel duidelijk. Fasci nerend: 24 uur duisternis. Maar de tweede dag realiseer je je dat het donker blijft. En bij de derde nacht bekruipt je een gevoel van angst. Het is bijna niet te beschrijven. Als of je een eenling in het universum bent." Vroeger, ja vroeger toen alles beter was, trokken jongeren uit alle delen van de Unie naar Norilsk. Ze bleven een jaar of drie, vier, verdienden goed en keerden dan 'rijk' terug naar hun oorspronkelijke woonplaatsen, waar het niet moeilijk was een huis en baan te vin den. In de jaren 80 kwam daar de klad in. De bevolking van Norilsk veroudert. Van de 230.000 inwoners is tien procent gepensioneerd. Velen wonen er al langer dan tien jaar. Banen en hui zen op 'het vasteland' zijn schaars. Voor de stad Norilsk betekent dat een steeds grotere kostenpost. Oude re mensen krijgen, zeker in deze omge ving, nu eenmaal sneller last van allerlei kwaaltjes. Onder het socialisme, toen produktiecijfers zowel fictie als heilig waren en de factor kos ten niet werd berekend, was Norilsk een suc cesverhaal. Nu is het een probleemkind ge worden. Geïnvesteerd is er al jaren niet meer. De meeste fabrieken en mijnen van het kom binat stammen uit de jaren veertig en vijftig. „We hebben hier een produktieverlies van dertig procent. Een meevaller is dat daardoor ook de luchtverontreiniging terugliep", grapt Michail Kniazjev, hoofd technische dienst van de in 1949 in bedrijf gestelde koperfa- briek. Bij een rondgang door het bedrijf wa nen we ons in de vorige eeuw. Het is er een hel van vuur, rook, afval, en een doolhof van rails, lorries en oude, zeer oude pijpleidingen. In de fabriekshal staan acht grote ovens waar het vuur uitslaat. Een enorme 'emmer' aan een hijskraan gaat van oven naar oven en vangt het koper op uit het verbrande erts. Mannen en vrouwen, in blauwe werkkledij, lopen rond met luchtzuiveringsfilters in de hand. Af en toe steken ze de rubberslang in de mond en halen een paar keer diep adem. Wij hebben zo'n ding niet meegekregen en stikken bijna. Er hangt een bedwelmende damp in de fa briek. „Ze hebben destijds het dak te laag ge bouwd en goede luchtafvoer ontbreekt", ver klaart Michail, die rustig een sigaretje rookt in deze hel. Zelfs met het koolstof luchtfilter werkt een arbeider hier niet langer dan an derhalf uur bij de ovens. „Ongezond, ja", zegt Sergej, een arbeider Stuifsneeuw zwiept door de kaarsrechte straten waarlangs eentonige rijen flatblokken zijn neergeplant. Voor je plezier ga je niet naar Norilsk. FOTO CPD HANS CELEIJNSE die in de betrekkelijke rust van de controle kamer ook al een sigaretje zit te paffen. Ik wijs erop: „Dat ook." „Dacht je dat dat wat uitmaakt?", zegt hij. Hij is hier al vijf jaar. „Beroerd werk, maar goed loon. Bijna zes honderdduizend roebel per maand." Dat is zo'n 1100 gulden, acht keer het gemiddelde maandsalaris op 'het vasteland'. Psychose Maar wat staat daar nu aan compensatie, aan levensgenot tegenover? Chauffeur Sasja, die in de weekeinden nog wat bijverdient door met zijn twintig jaar oude jeep taxi te spelen, en zijn echtgenote Lena weten die vraag niet goed te beantwoorden. Zoals bijna iedereen in Norilsk werken ze bij het kombinat. Der tigjarige Lena is hier geboren, Sasja woont al 22 jaar in Norilsk. Samen verdienen ze zo'n vijfhonderddui zend roebel. Aan huur voor hun drie-kamer flat gaat daar maandelijks zo'n 5000 roebel af. Niet slecht voor veertig prima verwarmde vierkante meters. „Het geld is goed, we wo nen niet onaardig, maar we vervelen ons wel", zegt Lena en schenkt nog eens wodka Sasja maakt zich zorgen om hun zesjarige zoon Aleksandr. Bij hun laatste vakantie in het zuidelijke Sotsji aan de Zwarte-Zeekust merkte hij dat Aleksandr zich niet uit durfde te kleden. „Onze kinderen zitten altijd dik in de kleren. En ze spelen voornamelijk binnen. Dat levert misschien wel een psychose op. Hij durfde zijn kleren in elk geval niet uit te trekken waar anderen bij waren", zegt hij. Toch willen ze niet weg. „Iedereen praat hier altijd over weg gaan, maar weinigen doen het", zegt Lena. Haar enige zorg is het alcoholisme, dat vanwege de verveling in No rilsk harder toeslaat dan elders. Sasja is geen echte drinker, maar weet hem af en toe toch flink te raken. „Veel huwelijken gaan hier ka pot aan de drank", zegt hij, nog eens bij- schenkend. „Wij zijn nu zeven jaar getrouwd. Dat is lang hier en men zegt, dat als je het ze ven jaar hebt uitgehouden, de rest vanzelf volgt." Lena knikt en trapt een kakkerlak dood. Die krengen vind je zelfs boven de Poolcirkel. Slachtoffers De 'nieuwe tijd' heeft ook in Norilsk toegesla gen met kiosken vol drank, sigaretten en an dere, vaak westerse, consumptiegoederen. In het plaatselijke theater is zelfs een heus casi no gevestigd. Maar dat is alleen voor de echt rijken. De minder bedeelden moeten zich op de uitgaansavonden tevreden stellen met vijf Daar worden de frustraties van het poolle- ven afgeschud met drank, dans, en vechtpar tijen. Daar hopen de opgeprikte huwbare da mes op de prins in hun leven, die echter maar zelden langs komt. Wie gaat er nu naar Norilsk? De echte slachtoffers wonen elders. Dank zij Sasja kunnen we meevliegen met een heli kopter die in opdracht van de lokale Gospromchoz (een 'staatsboerderij' voor jacht en visvangst) bij verschillende neder zettingen noordelijk van Norilsk brandstof- en andere voorraden gaat bezorgen. We zitten op een bureaustoel tussen de twee piloten, met de neus tegen de koude voorruit. Onder ons vervaagt Norilsk met zijn walmende schoorstenen. Na tien minuten vliegen is de toendra, waar nog enige boom- groei bestaat, veranderd in een onafzienbare witte vlakte. Hier en daar heuvels, en een wirwar van bevroren riviertjes en meren. We volgen de loop van de rivier Pjasina. De piloten vergelijken het landschap onder hen met de meegenomen kaarten, andere navi gatiemiddelen heeft de verouderde Mi 8-heli- kopter niet aan boord. Deze sneeuw- en ijs woestijn is het jachtgebied van de Dolgans, Nenets en Nganasan, poolvolkjes, die zijn te ruggedrongen door de oprukkende Russische beschaving. Pas na lang rondcirkelen en zoeken ontwa ren we Yargalak, een nederzetting van twee huizen, stipjes in het witte laken. Eenmaal g^and maken we kennis met een Dolgan- en een Nganasan-familie. Een vrouw wijst vol trots op de twintig rendieren, die de mannen hebben gevangen en gedood. Ze liggen stijf- bevroren, van hun vel ontdaan, met de poten omhoog in de sneeuw. Een kudde woest blaf fende poolhonden moet voortdurend bij de bevroren kadavers worden weggeschopt. „Nu krijgen we benzine en een boeran (gemotori seerde slee)." Tot ontzetting van haar echtgenoot heeft de helibemanning geen slee meegenomen. „Wat denken jullie wel", schreeuw! hij tegen de meegekomen vertegenwoordiger van de Gospromchoz. „Wij leveren jullie rendieren, poolvossen, vis, en wat krijgen we terug...? Niks!" Hij kijkt me aan, een bruinverbrand, gelooid gezicht, met woedende prikoogjes. „Ze vergeten ons. We zijn nog met te weinig over. Eerst hebben ze Russen van ons ge maakt, nu kunnen we verrekken", klaagt hij zacht. Officieel moet ieder gezin in dit gebied twee 'boerans' hebben voor het geval er een weigert. De dichtstbijzijnde nederzetting ligt 80 kilometer verderop. De rendieren worden niettemin ingeladen. We kijken naar de vier kinderen die dik inge pakt in het bont op een sleetje van deze wel kome afleiding zitten te genieten. De tempe ratuur schommelt rond de -35. maar de wind van slechts 4 meter per sekonde geeft het ge voel alsof je naakt de elementen trotseert. De Gospromchoz-beambte wijst op de satelliet- schotel bij het vervallen huis. Die staat er mooi wèl. „Ja, maar het enige dat we kunnen ontvangen zijn twee Russische zenders en dan nog slecht ook", moppert Nina. Steeds moeilijker We vliegen snel weg met 'onze' buit. Piloot Aleksandr schudt het hoofd. Hij heeft te doen met de poolmensen. Van hun cultuur is wei nig overgebleven, de traditionele tsjoem (een tent op vier lange stokken naar Indiaans mo del) is weliswaar vervangen door het stenen of houten huis, maar de 'beschaving' heeft ook de alcohol gebracht. De kinderen leren op hun internaten ver weg van huis wel lezen en schrijven, maar niet langer de oude jacht- gewoonten. „Overleven wordt steeds moeilij ker voor hen. Veel ouder dan 45 jaar worden ze niet meer zegt hij. Een stuk vrolijker is het op onze laatste •aanlegplaats, aan het Moeklai-meer. Tot on ze verbazing zien we een paar kassen in de sneeuw. Ze behoren aan het Russische echt paar Pasja en Zina Latisjonok, vijftigers die hier al achttien jaar in eenzaamheid wonen. Op-de helikopterbemanning na zien ze soms in maanden geen mens. Pasja, met stijf bevroren baard, komt ons vloekend tegemoet op zijn boeran. „Ik had net bijna een grote poolvos te pakken. Maar het kreng ontsnapte uit m'n val en toen. ik hem wilde achtervolgen kreeg ik motor- pech." In het houten huis is het gezellig en vooral warm. De muren zijn behangen met gereed schappen, klemmen, en bestek. Zina zet ons zelfgebakken brood voor. Pasja haalt stijfbe- vroren sig (een zalmsoort) tevoorschijn. Met een vlijmscherp mes snijdt hij schijven van de rauwe vis. Zina zet een scherpe paprika tomatensaus en een wodkafles op tafel. Het smaakt prima. Ook dit echtpaar maakt deel uit van de staatsboerderij. Hun enige verbinding met de buitenwereld is een krakende radio. „Maar ik wil niet anders meer. Ik zou niet zonder ruimte kunnen leven", zegt Zina. Soms gaat ze naar Norilsk, om noodzakelijke inkopen te doen. „Niks voor mij. De mensen zijn daar net beesten. Ze snauwen je af. Dit hier mag het einde van de wereld lijken, maar het is ons paradijs. „Wij zijn de gijzelaars van de Pool", zegt burgemeester Vasili Tkatsjev van Norilsk met dikke dramatiek in zijn stem. Norilsk ligt op vier uur vliegen van Moskou en ruim driehonderd kilometer boven de Poolcirkel. Dat is ver, erg ver weg. Norilsk levert de schatkist een vermogen op dankzij de winning (en export) van nikkel, koper, kobalt, goud en platina. Maar volgens Tkatsjev en andere autoriteiten, ligt Norilsk voor 'Moskou'op een andere planeet. Bezoek aan een verlaten oord, waar zwavel en vorst regeren. ZATERDAG 4 DECEMBER 1993

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1993 | | pagina 35