nterklaas pakt uit, leest, luistert, vouwt en 'popt-up' Zwoerd op fontadent, schreunen met regenfagilet Prietpraat verplettert mogelijk waarachtige tragiek J Boeken Matheson kiest voor makkelijke oplossing Liefhebber als biograaf van Christiaan Huygens Geen woord teveel 1DAC 2 DECEMBER 1993 23 JEUGDBOEKEN IE CASPER MARKESTEIJN de sprookjes met vier mini- pups en cassette. Uitgeverij 54,90. Bah naar bed! door g 45 iiller. Uitgeverij Zirkoon, a overlpp aaLs,e keuzen door Francois dnpnHo Stanneke Wagenaar. uuenae Castermarii 22,50. Ik wil 1 De mooiste verhalen over samenstelling: Saskia Lefe- a Meijnen en Petra Waaijer. 0-1 q qn Novella. Origami - Dieren y Dominique Simon en Oli- o/-, na, vertaling Josephine Rui- r,Uitgeverij Gottmer, 19,90. >-19 30i)aai we' verrassend als e zak komt en uitgepakt sprankelende sprookjes. -15.00 ui Grietje, Doornroosje, 00-20 QSter 0n Rooc^caPje in ikje, popup en op cas- uitsluit elkaar in één verpak- tar wat heet duur in de- een ruirrp van geldverslindende erspelletjes en merk- (n^ geluidscassette e niet onaangename, 15.15-1 getinte stem van Hilde rert kan overigens af- jjk gekocht worden; dat f 16,50. Extra be; titgave als deze had zich ethoofdt eens geleend voor an- h f/ookjes dan de eindeloos j6r 00 ^de vier. De verminking Dr de ernstige reductie .1, valt nu des te harder "der blijft het als afgeleide n gewoon boek vreselijk Ike bladzij een verrassing opengeslagen wordt met :isje van de heks of het vi'smed van Doornroosje. Lipjes int afwd'l'en zorgen v00r n°g za 4/i£ven in de brouwerij. Kij- nendidoen, lezen, voorlezen, 'r een gen: alles kan. Niet alleen alsujjk Voor de ouders, maar voor moeilijke lezers ief, ma? tekst integraal kunnen zen. naar bed! is, na haar Pot- en Kom op!, het nieuwe ch 7/l4nboek (met uitroepteken) s echtjj leven v Sfeuwe Revu i pbutanten- 0 2<Hjs onzeker 0, 18; 1# IN LETTY STAM :t zijn Yada of De nacht 13.30 het feest won Arthur lÉtiolf Singheler de Nieuwe im-debutantenprijs. De .denaar is daarmee de 'do wjste en misschien ook TurnJteen laatste schrijver^ i deze onderscheiding in* go [wacht sleepte. Want het 6, 2 lfiog onzeker of het week- 5.' id en uitgeverij Streng- 13.^1t haar nog eens uitrei- iel an^pe twee schreven in de en zpdentenspecial van Nieu- an StjE Revu een wedstrijd uit '°bmjor jonge schrijvers die niet eerder hebben ge- De prijs was het hijdkken van het winnende ianuscript bij Mammoet, jn imprint van Strengholt. distrfe journalisten Wim Spij- >rs en Petra Geel, dective- hrijver Jan Willem van de etering en uitgever Tanja nsen lazen zich door zo'n )0 manuscripten heen. Pola Strengholt benaderde is en het leek ons wel een uk idee", vertelt juiylid en ieuwe Revu-stafredacteur rijkers. ,,Het was niet zo at we dachten ook eens 'at bij te moeten dragen an het literaire klimaat, at leverde heel aardige re- cties op maar we moeten kijken of we de debu- gaan continu- LONren. Daarover zijn we nog ali gesprek met de uitge- 07 Ook Strengholt weet nog riet of het een traditie wil 1.3(inaken van de debutanten- )rijs. „We willen natuurlijk mizet maken met het )oek", aldus een woord voerster van de uitgeverij. 0V,We hopen op succes en 1 Siandacht. Maar het lijkt wel iPOfcri lezend Nederland niet zo cit te wachten op jonge, de- 'q^uterende schrijvers van Virginia Miller. Voor de jon ge gelovige in Sint een mooi ca deau met een nieuw, herken baar verhaal over de kleine beer Bartolomeus die niet naar bed wil. 'Nah' is telkens zijn reactie op het aandringen van vader Eduard die zijn zoon Ba noemt. Tot Eduard het zat wordt en 'Ba naar bed!' dondert. Zelfs daar weet Ba het slapen gaan nog uit te stellen tot hij van vermoeid heid in slaap valt. Centraal punt in de warme tekeningen is na tuurlijk het bed van Ba. Een heel fraai vormgegeven, bijzonder boek is De Laatste Reuzen van Frangois Place. Het houdt het midden tussen een prentenboek, een strip en een zwaar geïllustreerd verhaal. Op de linkerpagina telkens de tekst in een mooi blok, rechts de prachtige, geaquarelleerde, fijne tekeningen in een dun kader. Terecht staat in het colofon de naam van de grafisch vormge ver Jean Lagarrigue opvallend genoemd. Aan taalgebruik als; 'Ik begon aan een soort tweetalige dictio naire en kende elke constellatie de bijbehorende muzikale frase toe', valt af te lezen dat het boek niet voor jonge kinderen be doeld is. Ook het verhaal is meer afgestemd op de oudere lezer. De koop van een reuzen- kies is voor Archibald Leopold Ruthmore aanleiding in sep tember 1849 op expeditie te gaan naar het land der Reuzen. Dat vindt hij inderdaad en tien maanden lang heeft hij daar een onvergetelijk mooie tijd. Zijn ontdekking, openbaarma king en publikatie betekenen tevens het einde van de vijf Reuzen en vier Reuzinnen. Zijn eerzucht werd hen noodlottig. Voor alle paardenliefhebbers, van jong tot oud, is Ik wil een paard! (met uitroepteken) een dankbaar cadeau. Vijftien, ook Sinterklaas en zijn helpers kunnen nog snel naar de boekhandel. Er is van alles te koop. Voor jong en oud. kwalitatief, uiteenlopende ver halen waarin paarden een (hoofd)rol spelen, geschreven door evenveel en zeker zo diver se auteurs. Elisabeth Keesing, Saartje Burgerhart, Jos Ruting, Simon Carmiggelt en Joost Nuissl doen onder meer mee. Emmy-award 'winnaar' Sjoerd Kuyper bewijst met het mooie verhaal 'De ogen van het paard' ook hier zijn kwaliteiten. Voor beginnende en gevor derde knutselaars is het nieuwe Gottmer-prentenboek Origami - Dieren van Papier een absolu te aanrader. Dominique Simon en Olivier Massina hebben in deze door Josephine Ruitenberg vertaalde full-colour uitgave vijftien dierenplaten gebundeld. De uitscheurbare pagina's zijn op de achterzijde voorzien van vouwlijnen. In volgorde van moeilijkheidsgraad ontstaan al knutselend driedimensionale plaatjes van beschermde dier soorten als de Afrikaanse oli fant, de reuzenpanda, het vo gelbekdier, de Indische neus hoorn, de koningsarend en de bultrugwalvis. Wie alle dieren vorm heeft ge- Klaas en Santa Claus boekentips: LEIDEN LETTY STAM Aftershave, hobbylijm, sokken of een stropdas. Voor gulle ge vers die een dergelijke verlang lijst kregen toebedeeld een tip oVéf 'ëëri böék Vol'tips. Bladen maker Rob van Vuure (Viva, Margriet, Libelle en Avenue) schreef Voor de man die alles heeft samen met journaliste Ju liette Berkhout. De twee komen onder meer met suggesties als zes weken afwasvrij, een biljart- les van Raymond Ceulemans of een cd volgezongen door de kinderen (Het Spectrum, 17,50). Hij moest op de fanfare en de padvinderij. Terwijl zijn ouders boven hun avondgebed baden, zat hij nog met lange tanden achter zijn bord met koude spruiten. Allemaal nare herin neringen van Jack Spijkerman waarover hij heel vermakelijk vertelt in Spijkerwerk (Nijgh Van Ditmar, 17,50). Al even vrolijk vertelt hij hoe hij tegen woordig zijn ouders pest want 'er komt een moment dat je ze kunt terugpakken.' Het boek bevat een selectie uit zijn theaterprogramma's met ondermeer zijn onzinzin- nen. Volgens Spijkerman moet je nooit iets schreunen met de regenfagilet. „Want dan krijg je zwoerd op het fontadant, en dan kruipt het." Boeren, bur gers, buitenlui en politici: ze krijgen allemaal een snier. Spij kerman eindigt het boek heel Onspijkermans met 'Zonder woorden', een ingehouden tekst over geloof, hoop en liefde. Wie al jaren op zoek is naar een neuspeuterautomaat, een nonfumeur of een achterom- kijkbril kan terecht bij Bert Wit te. Hij schreef Meesterlijke maar mooi nutteloze machines (Het Spectrum, 14,90) verluchtigd met tekeningen voor de doe- het-zelvers. Voor stevige wijn drinkers annex knutselaars ver scheen Kreatief met kurk Kur- susboek (Harmonie, 30,00) van Peter van de Pood en Ellen B. (Arjan Nederveen en Tosca Niterink). Het duo (teo en tea dus) opent een wereld van on gekende mogelijkheden met dat cylindervormig stukje puur na tuur. Caberatier en tekstschrijver Jacques Klöters verzamelde liedjes uit zijn jeugd in In die grote stad Zaltbommel, liedjes van school, club en kamp (Nijgh WWNtf££RG£V£fv/ -zJL NOO £EMT e.£N GeztU-IG BLysytu Van Ditmar, 24,90)De zeer handzame bundel heeft een re gister met de vermoedelijke au teurs en de vindplaatsen van de liedjes. Hugo Brandt Corstius is een schrijver met vele gezichten en al even zovele pseudonie men. Een aantal van zijn co- lums zijn nu gebundeld: Talis- maniaPiet Grijs' Schuld en Boete, Letterkunst door Battus en Onbewolkt van Maaike Hel der (Querido, ƒ25,00 per deel). Op Katendrecht bezocht een kater het spreekuur van zijn psy chiater. 'Ik heb', zo sprak het dier be schroomd, 'weer van de ruitjesmuis ge droomd. Hij droeg op alle drie zijn koppen een groene pet met paarse noppen, en aan het puntje van zijn staart had hij een rode suikertaart.' ...'Wat?', riep de dokter toen, 'een rode? Dat heb ik hem nou zó verbo den!' Deze geplaagde kater komt voor in Lachen in een Leeuw, de verzamelde gedichten van Kees Stip (Bert Bakker, 45,00). Dick Welsink verzorgde de bundel. Het boek is verschenen ter ere van de tachtigste verjaardag van deze grootmeester van het light verse. Melissa Miller maakte het mysterieuze en ongrijpbare huisdier tot onderwerp van haar De enige echte i.q.-test voor u en uw kat (A.W. Bruna, 9,90)4. Of het beest alleen maar domweg voor zich uitstaart danwel in diep filosofisch gepeins is ver zonken en of baas en poes wel bij elkaar passen, het boek be looft antwoord op al deze vra gen. Met vier i.q.-tests voor kat en eigenaar. Niet voor taalpuristen is het boekje Faxen, faxte, gefaxt van drs Corriejanne Timmers (Auc tor, 14,95). De auteur behan delt de juiste spelling en vervoe ging van ruim 700 aan het En gels ontleende werkwoorden. Het is niet meer dan een rit misch werkende spier maar dit kloppend orgaan groeide uit tot het symbool voor leven en lief de. In Uit het hart gegrepen ver zamelde dr. G.T. Haneveld ge zegdes, verhalen en gebruiken rond het hart (Kosmos-Z&K, 17,90). Gooien, smijten en soes blij ken nog een betekenis te heb ben zo blijkt uit Motortaai, zak woordenboek voor de motorrij der van Freek Andriesse en Hans Meulenbroek (Thoth, 25,00). Bij de eerste twee woor den wacht de 'biker' tot het al lerlaatste moment om zijn voer tuig de bocht in te sturen. 'Soes' is kort voor Suzuki. Oma, waanzin, de nachtmis, schaatsen, een engel, een trein en een lift komen aan de orde in Kerstverhalen (Spectrum, 9,90) met daarin bijdragen van onder meer Paul de Leeuw, Fay Weldon, Alexander Solzjenitsyn en Patricia Highsmith. Gerard Reve helpt gulle ge vers die het liefst anoniem ope reren met zijn Een stille vriend (Rainbow Pockets, 12,00). Met een mooi gedicht en fraai pa pier in de brievenbus laten glij den en klaar zijn Sint, Piet of Santa Claus. Meer uitgevers ko men met goedkope (heruitga ven. Zo verscheen bij voorbeeld Humeuren en temperamenten (Arbeiderspers, 15,00), een en cyclopedie van het gevoel waar in Gerrit Komrij begrippen be schrijft als schildersverdriet, aanstellerij en inertie. Een ver haaltje voor het slapen gaan en met een brede grijns nestelt de lezer zich in Morpheus' armen. Peter van Straaten is zeer toe passelijk gezelschap voor de donkere dagen na kerst. Van hem verschenen Lijf Leed, Kunst Cultuur en Huwelijk Relatie (Van Gennep, 12,50 per deel). De boekjes staan vol menselijk getob met vrienden, dokters, kunstenaars, gelieven en het leven in het algemeen in Van Straatens bekende, wat ra felige tekenstijl. In één, hooguit twee zinnen verwoorden zijn stuntelende types haarscherp de situatie. Prachtig lees- en kijkvoer om een grauwe winter dag mee te doorbreken. RECENSIE KOOS POST Richard C. Matheson, 'De huurling', Uitg. Meulenhoff, 34,50. „Om vanuit Los Angeles naar Palm Springs te komen smeer de je okselfris onder je armen, gooide je autotank vol met zijn favoriete drank en probeerde voor een uur of drie in trance te gaan. In de maand juni was de rit een marteling die de mensen de wens ingaf om kleine, weerloze kindertjes in het gezicht te stompen, alleen omdat ze de euvele moed had den om een ijsje te vragen." Zomaar een citaat uit 'De huurling' van de auteur Ri chard C. Matheson. Tekenend voor de stijl van schrijven. Met (te) vaak overtrokken beelden wordt de geschiedenis verteld van een Amerikaanse televisie maker. De man gebruikt alles wat een mens maar aan slechtheid en wansmaak kan bedenken om zijn serie tot een succes te maken. Zijn gecre ëerde huurmoordenaar wordt een weergaloze tv-held. De kijkcijfers lopen op tot verplet terende hoogten. En dat in een land als Amerika, waar de tele visie geheel wordt geterrori seerd door die kijkcijfers. Maar het wrede geweld van de huurling blijft niet beperkt tot het beeldscherm. In het we reldje rondom hem heen ziet de bejubelde schrijver-produ cent soortgelijke gruweldaden opduiken. Matheson breidt er ten slotte wel een punt aan (het alter ego van de televisie maker - ineens het creatuur genoemd - ligt zelfs rustig op de bank te snurken), maar ik vind dat een toch wel erg ge makkelijke oplossing. Als je buiten de grenzen van het na tuurlijke gaat, is er uiteraard voor elk probleem een oplos sing te bedenken. Dan is overal een mouw aan te pas sen. Een bevredigend - of nog beter een verrassend - slot be denken, vraagt meer fantasie. Maar dan blijf je niet met een kater zitten. ARCHIEFFOTO LOEK ZUYDERDUIN geven, houdt een informatief boekwerkje over met gegevens over levenswijze, uiterlijk, voe ding, gedrag en de wijze waarop de betreffende dieren zich voortplanten. De drukfout die helaas in de vouwplaat van de reuzenpanda is geslopen, kan met behulp van het bijgesloten inlegvel gemakkelijk worden ge corrigeerd. RECENSIE «BERT KUIPERS 'Titan kan niet slapen' Een biografie van Christiaan Huygens door C.D. Andriesse. Contact Prijs: fl 65,00. Van een van de belangrijkste erflaters van onze beschaving, Christiaan Huygens (1629- 1695), niet te verwarren met zijn vader, de letterkundige en diplomaat Constantijn Huy gens, is in Nederland nooit een biografie verschenen. Dat is merkwaardig want er zijn tallo ze binnen- en buitenlandse pu- blikaties waaronder ook enkele biografieën, waarin op het emi nente belang van Huygens' werk voor de wis- en natuur kunde wordt gewezen. In die leemte is voorzien door C.D. Andriesse, natuurkundige en deeltijd hoogleraar in de ener giefysica aan de Rijksuniversi teit in Utrecht. De mooie literair aandoende titel van deze biografie 'Titan kan niet slapen' verraadt al dat de auteur niet alleen op zijn be- ta-capaciteiten heeft geleund, al beheerst hij hier en daar niet al le letterkundige finesses die no dig zijn voor het schrijven van een wetenschappelijk accepta bele biografie. Bovendien ver oorlooft hij zich een aantal vrij heden die bij de beoefening van het genre discutabel zijn. Zo geeft Andriesse bijvoorbeeld toe dat hij een fase in Huygens' le ven iets nauwkeuriger beschrijft dan dat de bronnen het toela ten. Een andere keer interpre teert hij de zaken wat al te voortvarend of legt hij verban den die arbitrair en op z'n minst anachronistisch aandoen (bv. de verwijzing in de vorm van een wat gezochte 'spiegeling' naar Schopenhauers definitie van 'genie' en de zijsprong naar de relativiteitstheorie van Albert Einstein). Voorts steekt An driesse zijn emoties aangaande de schoonheid van een formule of redenering niet onder stoelen of banken. En ook de losse en geïsoleerde zinsneden als 'De vraag of Titan zich moest haas ten' ed., de perspectiefwisseling van 'we' naar 'ik' en de nogal bescheiden uitgevallen biblio grafie wijzen erop dat Andriesse meer liefhebber dan historicus is en niet echt met letterkundige discipline schrijft. Maar die bezwaren vallen in het niet als de lezer eenmaal oog heeft gekregen voor Huy gens' ontdekkingen die hier via een toch zeer aimabele aanpak in stijl en vorm, en door grote betrokkenheid van de auteur le vendig en boeiend tot hem ko men. Wat Andriesse bijzonder goed weet te verduidelijken is dat Christiaan Huygens leefde in een tijdperk waarin empiris me en rationalisme in de na tuurkunde tegenover elkaar stonden. Huygens die niet al leen verstand had van wiskunde maar ook van slingeruurwer ken, astronomie, lenzen slijpen, muziek, botsingstheorie en op tiek, is een van de eerste geleer den die een tussenpositie in die richtingenstrijd inneemt. Hoe wel in meerdere opzichten kind van zijn tijd, is hij toch een van de eerste moderne geleerden, die zag dat empirische kennis zonder samenhangend theore tisch raamwerk weinig beteke nis had. Hij is een van de eer sten die kennis formaliseert door middel van afgeleide fo£; mules. Niet zonder emotie wijst Andriesse op het moment wan neer dat gebeurt. Dat is treffend voor deze biografie. De grote verdienste van de biograaf is bovendien dat hij zelfs de lezer die niet over een wiskundeknobbel beschikt, in staat stelt om Huygens' theore tische verrichtingen min of meer te volgen. Maar wie daar geen puf in heeft kan ze ook overslaan zonder dat er gaten ontstaan in de levensbeschrij ving. Die beginnen pas te vallen als Andriesse daarmee in een gevorderd stadium is beland en er geen materiaal is op basis waarvan hij Huygens' latere prt1 véleven verder kan ontrafelen, Dan steekt ook weer dat specu latieve de kop op. Het is echter opnieuw, de betrokkenheid waarmee deze gelegenheidsbio^ graaf zich redt. Ontroerend be schrijft Andriesse het ouder worden van de man met wie hij sympathiseert. Dat culmineert in de mooie en eenvoudige slot zin van deze toch zeer aan vaardbare biografie: 'Vrijdag 8 juli 1695 slaapt hij voor altijd Eerst de feiten: hij zit elke dag achter zijn raam, een man van 79, met een kast vol korsetten die in geen wind meer bol len. Dan, het verhaal: hij zwaait naar ons als naar zeilschepen die er niet zijn. Ten slotte het gedicht: wat hij altijd weer ziet: haar niet. De dichter Wim Brands is in een nieuwe bundel onder meer op zoek naar de gren zen van de poëzie. Daarmee is hij niet de eerste. Elke dichter zal wel eens proberen het uiteindelijke gedicht over poëzie te schrijven. Brands hanteert hier de afbraakme thode, vanuit een beetje ver dachte aanleiding, een stukje reality-tv over een oude, een zame man. Eerst de feiten, dan het verhaal, ten slótte het gedicht. Geen woofd te veel in dit gedicht. uit: Wim Brands, 'Hoger dan de dakgoot', Uitgeverij LJ. Veen, Amsterdam/Ant werpen, 24,90, 3UI RECENSIE ROB VOOREN ^4hur Rudolf Singheler, Yada of De nacht j A het feest, Uitgeverij Mammoet, 29,90. fat een boek genietbaar maakt, ndl vaak ondoorgrondelijk. Her kenbaarheid van situaties, per- en gevoelens kan een °"borwaarde zijn, maar daarmee red je het niet als schrij- r, ër. Je moet ook het talent heb- l^jen om bij de lezer die gevoe- Ens op te roepen, die je wilt op- [)epen. Een roman vol tragiek is niet per definitie een geslaag de roman. Een tragische roman is pas een succes, als met een minimum aan middelen een maximaal effect wordt bereikt. In de roman 'Yada' (Russisch voor ongeveer "Ja, ik ben het") maakt de Leidse schrijver Ar thur Rudolf Singheler (1963) een maximaal gebruik van woorden om de tragiek van de jonge Cas Simeone te beschrij ven. We maken kennis met een zestal Titaantjes, jonge, halve kunstenaars, vier jongens en twee meisjes, die aanvankelijk een schijnbaar hechte eenheid zijn. Men vormt een popgroepje en komt geregeld bijeen. Dat is het wel, wat de actie in dit boek betreft. Voor het overige is het gevuld met verhaaltjes, anecdo tes, invallen en herinneringen, die het stel onderling uitwisselt. Daaruit en uit de talloze dialo gen vernemen we dat de relatie tussen Kish en Liza stuk loopt door toedoen van Roelf; dat Cas, diep gefrustreerd door een, naar eigen waarneming te klein geslachtsdeel, vergeefs zichzelf zoekt; dat de psyche van Cas' vriendin Rachel na zijn zelf moord in het ongerede raakt; en dat Wolf, die af en toe optreedt als ik-verteller, een veilige posi tie inneemt aan de rand van het praatgezelschap. Dat er weinig gebeurt in 'Yada', is niet zo erg. Wel dat de lezer in dat mini-wereldje al gauw het spoor bijster raakt door al die jeugdige praat- en vertelzucht en door de romanti sche onzin der tragiekjes. Dat een jongeman last heeft van een te kleine penis, vooruit, een metafoor voor zijn algehele on zekerheid, daar kan menige le zer inkomen. Dat hij daarom zelfmoord pleegt, dat roept geen begrip op, maar schouder ophalen. De stroom van priet praat, zelfonderzoek, verzinsels en filosofietjes waaraan de jon gelui zich overgeven, verpletter en de mogelijk waarachtige tra giek van Cas, reduceren zijn minderwaardigheidscomplex tot nul. Ongetwijfeld heeft de auteur met zijn vele vertellinkjes Cas zijn eenzaamheid proberen te benadrukken, te illustreren. Zoals in alle kunstvormen, schaadt hier de overdaad. Het gegeven verzuipt in woorden en een minimaal effect is het ge volg. Singheler is welzeker een talentvol debutant, gezien de aardige structuur van zijn ro man en zijn beheersing van de Nederlandse taal. Zijn welbe spraaktheid is echter ook zijn gebrek. Met minder gelul was Yada's tragiek aanzienlijk ingrij pender overgekomen. Om Cas treurt niemand.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1993 | | pagina 23