ZATERDAGS BIJVOEGSEL Pieter Bouw: toch een goed gevoel 7 TT ZATERDAG 27 NOVEMBER 1993 et was een keus tussen het I afhakken van mijn rechter- JL hand of mijn linkerhand. Een keus tussen Northwest en Alcazar. Een keus tussen marktaandeel in de Verenigde Staten en marktaandeel in Europa. De KLM is traditioneel sterk op intercontinentale markten. Ik schrijf dus rechts. En als ik toch een hand moet afhakken, dan maar mijn lin ker." Hij straalt het misschien niet altijd uit. Maar lef heeft hij wel. Pieter Bouw, presi dent-directeur van de KLM, werd door zijn collega's in Alcazar voor het blok gezet. Waar een ander wellicht concessies had gedaan, hield hij voet bij stuk. Ondernemen is beslis sen. Ook soms risico's nemen. En dat heeft Pieter Bouw uiteindelijk gedaan. Een moeilij ke afweging. De uitkomst deed ook pijn. „Maar de keus is gemaakt, na een zeer zorg vuldige afweging. Ik lig er daarom niet wak ker van." Het is aan Pieter Bouw (53) duidelijk zicht baar dat hij een slopende tijd achter de rug heeft. Maandenlang was hij vrijwel elk week end op pad. De bijeenkomsten met de ande re presidenten duurden soms tot diep in de nacht. Stellingen werden betrokken en weer verlaten. Eén ding stond als een paal boven water: alle vier wilden zij er koste wat het kost uitkomen. Alcazar was, en blijft mis schien ook wel, vooralle vier de beste optie. Bouw: „Wij zijn tijdens die informele ge sprekken goede vrienden van elkaar gewor den. De persoonlijke betrokkenheid van een ieder was groot. Ik had het voor geen goud willen missen. Ik heb als mens een hoop ge leerd van die ontmoetingen. Van onze nach telijke wandelingen in de vrieskou. Want on danks het feit dat het er soms heet aan toe ging, bleven wij met elkaar praten. Een frisse wandeling klaarde na zo'n sessie de lucht weer op." Moeilijk De beste denkers van de vier luchtvaartmaat schappijen werden na thuiskomst van hun bazen weer aan het werk gezet. Voor de meeste problemen kwamen oplossingen op tafel. Maar uiteindelijk bleef het steken op wat de kwestie van de Amerikaanse partner is gaan heten.' Op de keus tussen diepgaande samenwerking met Northwest Airlines of een wat vrijblijvender band met Swissair-partner Delta Airlines. Het Northwest-verhaal van Bouw kon de anderen niet bekoren. Hoe hij ook zijn best deed om hen over te halen, het lukte jammer genoeg niet. De Oostenrijkers deelden de vi sie van de KLM dat samenwerking met een Amerikaan alleen zin had als die voor de vol le honderd procent was. Voor de Zweed Jan Carlzon was de krachtige positie van Delta in New York van doorslaggevend belang. Otto Loepfe van Swissair was tevreden met een wat lossere samenwerking met Delta. Bouw: „De KLM had als enige zicht op de voordelen van de verregaande samenwerking met een Amerikaanse partner. Moeilijk, om aan de anderen uit te leggen wat nu precies de netto-effecten daarvan waren. De Zwitsers keken anders tegen het vraagstuk aan. Zij meenden voldoende voordelen uit een los verband te kunnen putten. Afgezien van wie de partner moest worden, was er dus verschil van inzicht over de te volgen strategie. Daar bij kwam de moeilijke schuldenpositie van Northwest. De Zwitsers zijn bankiers. Zij kij ken eerder naar de balans dan naar de cash flow. Zij ondernemen vanuit een andere cul tuur dan de onze. In een snel herstel van Northwest hadden zij minder vertrouwen dan wij." Toen al enige tijd geleden bleek dat de kwestie van de Amerikaanse partner het breekpunt zou worden, stelde Bouw nog voor om de keuze uit te stellen. Een laatste red- fniddel. „Wat mij betreft hadden wij voor zichtig in Europa kunnen beginnen met Al cazar. Beide Amerikaanse partners kregen gelijke dé kansen zich te bewijzen. Boven dien was dan wellicht duidelijker geworden hoe de Amerikaanse regering zich tegenover Alcazar zou opstellen. Maar daar voelden de Zwitsers niet voor. De keus moest vooraf worden gemaakt. En dat risico wilde Bouw niet nemen. Als enige Europese luchtvaartmaatschappij bezit de KLM, dankzij het liberale luchtvaartver drag met de VS en de ontheffing van de anti trust wetgeving voor de samenwerking met Northwest, onbeperkte toegang tot de Ameri kaanse markt. Deze unieke positie wilde Bouw niet in de waagschaal stellen door met Delta in zee te gaan. Verantwoordelijkheid Pieter Bouw: „Ik durf te stellen dat het bui tengewoon twijfelachtig is of de Amerikaansé overheid zich welwillend had getoond tegen over Alcazar. Zelfs als wij met Northwest in zee waren gegaan, was het nog zeer de vraag geweest of de Amerikanen voor Alcazar de deuren van hun markt wagenwijd open zou den zetten. Vast staat dat wij met Northwest in de VS in ieder geval meer kans hadden ge maakt dan met een dominante Delta. U moet niet vergeten dat Northwest nummer vier is in de VS. Dat de KLM Northwest steunt. Dat de Amerikaanse regering belang heeft bij het welvaren van Northwest en dus ook indirect bij dat van de KLM. De Amerika- De laatste maanden kwamen zij bijna elk weekend bijeen. De vier presidenten van KLM, SAS, Swissair en Austrian. Op strikt geheim gehouden plekken in Oostenrijk, Nederland, Zweden en Zwitserland. Hun geesteskind Alcazar, de eerste echte Europese luchtvaartmaatschappij, moest helaas op het laatste moment de start afbreken. Pieter Bouw, president-directeur van de KLM, blikt terug op de onderhandelingen. Hij is teleurgesteld. Maar tegelijkertijd ook opgelucht dat de knoop nu eindelijk is doorgehakt. Alcazar is dood, lang leve....? Pieter Bouw, president-directeur van de KLM: „Tijdens de onderhandelingen bekroop mij het gevoel dat Alcazar te ver op zijn tijd vooruit liep." FOTO UNITED PHOTOS DE BOER POPPE DE BOER nen hadden het ons niet snel vergeven als wij Northwest in de steek hadden gelaten." De keuze was en bleef ongelooflijk lastig. Want het was niet een keus tussen goed en slecht, maar tussen goed en waarschijnlijk beter. Bouw: „Wij waren ons zeer goed be wust van de verantwoordelijkheid die op on ze schouders rustte. Daarom zijn we ook zorgvuldig met elkaar omgesprongen. Meer dere malen gingen wij onverrichterzake uit een. Maar altijd was er ruimte om de draad weer oppakken. Twee weken geleden in Stockholm kwam de duidelijkheid. Wij had den het toen al voor gezien kunnen houden. Wij spraken echter af er nog eens goed over na te denken en over veertien dagen in Am sterdam weer bijeen te komen. In^de tussen tijd zijn wij nog naar het Amerikaanse minis terie van Transport (DOT) geweest." Gedurende de onderhandelingen is er vol gens Bouw geen sprake geweest van eeh- tweetjes. „Dat hadden wij van tevoren afge sproken. Ik heb nooit geprobeerd Jan Carlzon van SAS stiekem naar ons kamp over te ha len. Argumenten wisselden wij tussen zijn vieren uit. Waren wij anders te werk gegaan, dan was al meteen de basis aan het collegiaal bestuur aan Alcazar ontvallen." Afgelopen zondag werd de knoop definitief doorgehakt. De vier presidenten en de vier voorzitters van de raden van commissarissen ontmoetten elkaar in Huis ter Duin in Noord- wijk. Bouw: „Er gaat wat door je heen. De te leurstelling was groot. We hadden zóveel tijd en energie in Alcazar gestoken... Wij be schouwden elkaar als makkers. Altijd respect voor eikaars mening gehad. Nu moesten die makkers afscheid van elkaar nemen." Het besluit was niet licht genomen. De raad van commissarissen, het topmanage ment, de regering, deskundigen: zij zijn allen tot op het laatste moment geconsulteerd. In de laatste weken nog, werden er twee onaf hankelijke onderzoeken tegenaan gegooid: over de financiële positie van Northwest en over de te verwachten luchtvaartpolitieke re actie in de VS. Bouw: „Uiteindelijk zijn wij met zijn drieën (de directieleden Bouw,, Van Wijk en Den Hartog, red.) naar een besluit toegegroeid. Afgelopen zaterdagavond spra ken wij met elkaar af er nog een nachtje over te slapen. Het gevoel even door je buik laten gaan." Daarom maakte afgelopen zondag de te leurstelling dan ook snel plaats voor opluch ting. Opluchting dat de onmogelijke keus toch was gemaakt. Bevrijd van deze enorme last, kon Bouw weer overgaan tot de orde van de dag. Bouw: „De geschiedenis zal leren of het een goed besluit is geweest. Maar het voelt wel heel goed. Zo'n beslissing hoort bij het werk. Dat is ondernemen. En daarom gaan wij er nu ook voor. Northwest Airlines' wordt een succes. Daar ben ik" van over tuigd." Tijd vooruit Bouw terugblikkend: „Tijdens de onderhan delingen bekroop mij het gevoel dat Alcazar te ver op zijn tijd vooruit liep. Los van de pro blemen in de VS. Alcazar zat zo onvoorstel baar complex in elkaar. Wij wilden een ge heel smeden van vier luchtvaartmaatschap pijen uit zes verschillende landen. Iets wat nooit eerder gedaan is. Was het met de libe ralisering van de Europese luchtvaart sneller gegaan, dan hadden wij misschien ijzer met handen moeten breken. Dankzij de vertra ging konden wij ons veroorloven de onder handelingen af te kappen." Het beleid dat de KLM een Europese part ner nodig heeft, blijft volgens Bouw recht overeind staan. De KLM moet in Europa een marktaandeel van vijftien procent veroveren en kan dat niet op eigen kracht. Na het mis lukken van de gesprekken met eerst British Airways (eerste keus) en nu ook Swissair, SAS en Austrian (tweede keus) is de spoeling dun geworden. Wie wordt het nu? Toch weer Al cazar, of misschien alleen SAS? De KLM gaat toch niet met een derde keus in zee? Bouw knikt mysterieus, maar antwoordt niet op de vragen. Behalve dan dat hij beves tigt dat er voor de KLM een probleem be staat. Hij knikt weer als hem gevraagd wordt of Alcazar misschien ooit weer wordt opge pakt. Als de tijd wat rijper is. Maar dan reso luut: „Ik ga hier niet speculeren. De urgentie is nu niet zo groot als hij was." Behalve dat de vier misschien te vroeg met elkaar om de tafel zijn gaan zitten, heeft Bouw het laatste jaar nog iets geleerd van Al cazar. „De noodzakelijke reorganisatie van een verliesgevend bedrijfstak gebeurt niet door middel van fusies en samenwerkingen. Kijk maar naar Sabena. Dat is ook niet beter geworden van de samenwerking met Air France. Eerst zullen maatschappijen zichzelf sterk moeten maken. De KLM is daar in 1991 mee begonnen. Alleen vanuit een stevige po sitie kun je samenwerken." Door de schaalgrootte van Alcazar hadden de maatschappijen gedacht zo'n miljard gul den op de kosten te besparen. Hoe moet dat nu bij de KLM? De vakbonden hebben al la ten weten dat de rek er uit is. Van hen hoeft Bouw geen clementie te verwachten. „Er zijn best nog mogelijkheden, maar ik geeft toe dat je op een gegeven ogenblik tegen grenzen oploopt. Dat zijn de grenzen van de concur rentiepositie van Nederland als zodanig. Ons kostenniveau is door het hoge welvaartsni veau niet langer concurrerend met het bui tenland. Wij moeten ons specialiseren op za ken waarin we wél concurrerend bezig kun nen zijn. Wat wij niet langer kunnen moeten wij inkopen." Vertrouwen Bouw rakelt hiermee de discussie op over het uitbesteden van werk aan lage loon landen. Zo speelt de KLM met de gedachte om de vervoersadministratie naar India over te brengen. Dat zulke gedachten paniekreacties tot gevolg heDben, vindt hij begrijpelijk. „Als de eerste schrik weg is, dan zie je de redelijk heid van dit denken. Ie kunt ontwikkelingen niet ontlopen. Het voortbestaan van de on derneming gaat boven deelbelangen." Al met al zit het Pieter Bouw niet echt mee sinds hij het roer van zijn voorganger Jan de Soet overnam. Reorganisaties, verliezen, af geketste fusies. Toch geniet hij van zijn werk. „Er is ook een hoop goeds gebeurd de laatste jaren. Vergelijk de KLM maar met andere maatschappijen. Wij hebben de weg terug naar winstgevendheid gevonden. De kosten zijn sterk verlaagd. De produktiviteit van on ze medewerkers is verhoogd. De produktic werd uitgebreid. Dat alles zonder een golf van ontslagen. „Onthoud één ding", zegt Bouw. „De KLM is sterker is dan menig luchtvaartmaatschap pij in Europa. Jammer genoeg werd ik presi dent tijdens de diepste crisis in de geschiede nis van de wereldluchtvaart. Vrienden benij den rpijn positie niet. Soms denk ik: hemel waar ben ik aan begonnen? Maar dan besef ik dat wij nog steeds bestaan. Onze mensen zijn hoogwaardige professionals. Wij zijn een service-industrie, waarin de mens de belang rijkste factor is. Wij hebben de beste mensen. Daarom redden wij het ook."

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1993 | | pagina 31